20
Het apparaat in vogelvlucht
Aan/Uit, temperatuurregelaar*,
binnenverlichting
* afhankelijk van model en uitvoering
Verplaatsbare* draagplateaus
Conservenblikkenvak
Dooiwaterafvoer
Opbergvak voor hoge flessen en drank
Typeplaatje
Laden voor groente, sla, fruit
Boter- en kaasvak*
Vriesvak*
Stelpoten
Bedieningselementen, afb. : A1
Uitrusting
1Aan/Uit temperatuurregelaar en
"1" = warm "7" = koud
Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de
middelste stand.
2Cool-Plus-schakelaar*. Bij lage kamertemperaturen van
18 °C of minder inschakelen.
Binnenverlichting
Type gloeilamp: max. 15 W, de stroomsoort en spanning
moeten met de gegevens op het typeplaatje overeenstem-
men, fitting: E 14.
Vervangen van de gloeilamp, afb. A1a:
Schakel het apparaat uit.
●Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit.
W Door de flessen- en conservenhouder te verschuiven
kunt u de flessen tegen omvallen bij het openen en
sluiten van de deuren beschermen. Voor het reinigen
kan de houder afgenomen worden. Bij de uitvoering
volgens fig. : de voorste rand van de houder omh-A2
oogschuiven en uit laten klikken.
W Alle opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar,
afb. A2: vak omhoog schuiven en naar voren eruit tillen.
W De draagplateaus* kunt u afhankelijk van de hoogte
van de producten verplaatsen, afb. A3:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
- Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter
naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders
aan de achterwand vast kunnen vriezen.
1 boter, kaas
2 eieren
3 flessen en blikken
4 in het vriesvak*: diepvriesproducten,
ijsblokjes
5 blikken, bakproducten
6 zuivelproducten
7 vlees, vis, worst, kant-en-klare maaltijden
8 groenten, sla, fruit
Indelingsvoorbeeld ,afb. :A
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en
snel bederfelijke levensmiddelen
Verplaatsbare flessen- en conservenhouder*