Triumph Speed Triple RR (2022) Manual
Læs gratis den danske manual til Triumph Speed Triple RR (2022) (211 sider) i kategorien Motor. Denne vejledning er vurderet som hjælpsom af 15 personer og har en gennemsnitlig bedømmelse på 4.3 stjerner ud af 8 anmeldelser. Har du et spørgsmål om Triumph Speed Triple RR (2022), eller vil du spørge andre brugere om produktet?
Side 1/211

GEBRUIKERSHANDLEIDING 01
Speed Triple 1200 RR en Speed Triple 1200 RS
Deze handleiding bevat informatie over de Triumph- motorfiets(en) Speed Triple 1200 RR en Speed Triple 1200 RS.
Bewaar deze gebruikershandleiding altijd bij de motorfiets en raadpleeg de informatie indien nodig.
De informatie in deze uitgave is gebaseerd op de meest recente, op het moment van publicatie beschikbare informatie.
Triumph behoudt zich het recht voor te allen tijde, zonder voorafgaande mededeling of verplichting, wijzigingen aan te
brengen.
Deze publicatie mag niet in zijn geheel, noch gedeeltelijk worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van
Triumph Motorcycles Limited.
© Copyright 02.2022 Triumph Motorcycles Limited, Hinckley, Leicestershire, Engeland.
Publicatie onderdeelnummer 3850194- NL versie 1

INHOUDSOPGAVE
02
Deze gebruikershandleiding bevat een aantal verschillende hoofdstukken.
Onderstaande inhoudsopgave helpt u het begin van elk hoofdstuk op te zoeken,
waar u – in het geval van grotere hoofdstukken – een meer gedetailleerde
inhoudsopgave aantreft, die u helpt het betreffende onderwerp te vinden.
03 VOORWOORD
07 VEILIGHEID VOOROP
14 WAARSCHUWINGSLABELS
16 ONDERDELENOVERZICHT
18 ONDERDELEN IN BLIKVELD BESTUURDER
19 SERIENUMMERS
21 ALGEMENE INFORMATIE
89 RIJDEN OP DE MOTORFIETS
105 ACCESSOIRES, LADING EN PASSAGIERS
111 ONDERHOUD
173 REINIGING EN STALLING
185 GARANTIE
197 SPECIFICATIES
203 INDEX
207 GOEDKEURINGSINFORMATIE

VOORWOORD
03
Waarschuwingen en
opmerkingen
In deze gebruikershandleiding wordt
belangrijke informatie op de volgende
manier gepresenteerd:
Waarschuwing
Dit waarschuwingssymbool geeft
speciale instructies of procedures aan,
die persoonlijk letsel of levensgevaar
tot gevolg kunnen hebben wanneer ze
niet goed worden opgevolgd.
Voorzichtig
Dit symbool maant tot voorzichtig-
heid en gaat vergezeld van speciale
instructies of procedures die bescha-
diging of vernieling van apparatuur
tot gevolg kunnen hebben wanneer ze
niet strikt worden opgevolgd.
Let op
Dit opmerkingssymbool geeft punten
van speciaal belang voor efficiëntere en
gemakkelijkere bediening aan.
Waarschuwingslabels
Bovenstaand symbool wordt op
bepaalde plaatsen op de motorfiets
weergegeven. Het symbool betekent
VOORZICHTIG: RAADPLEEG DE HAND-
LEIDING en dit wordt gevolgd door een
grafische voorstelling van het betref-
fende onderwerp.
Probeer nooit op de motorfiets te rijden
of een aanpassing uit te voeren zonder
de in deze handleiding beschreven rele-
vante instructies te raadplegen.
Raadpleeg het gedeelte Locaties van
de waarschuwingslabels in deze hand-
leiding voor de locatie van alle labels
met dit symbool. Dit symbool wordt zo
nodig ook weergegeven op de pagina's
met de relevante informatie.
Onderhoud
Om een lang, veilig en probleemloos
gebruik van uw motorfiets te garan-
deren, dient het onderhoud te worden
uitgevoerd door een erkende Triumph-
dealer.
Alleen een erkende Triumph- dealer
beschikt over de noodzakelijke kennis,
apparatuur en vakkundigheid om uw
Triumph- motorfiets goed te onder-
houden.
Bezoek de Triumph- website op
www. triumph. co. uk of neem telefonisch
contact op met de bevoegde distribu-
teur in uw land voor informatie over de
dichtstbijzijnde erkende Triumph- dealer.
De adressen zijn ook vermeld in het bij
deze handleiding geleverde onderhouds-
boekje.

VOORWOORD
04
Geluiddempingssysteem
Wijzigen van het geluiddempings-
systeem is verboden.
Eigenaars worden gewaarschuwd dat
het wettelijk verboden kan zijn om:
1. onderdelen of designelementen van
nieuwe voertuigen die bedoeld zijn
voor geluiddemping, voorafgaand
aan de verkoop of aflevering aan de
koper of daarna te verwijderen of
buiten werking te stellen, behalve
als dat nodig is voor onderhoud,
reparatie of vervanging, en,
2. het voertuig te gebruiken nadat
zo'n onderdeel of designcomponent
is verwijderd of buiten werking is
gesteld.
Onder knoeien worden onder meer de
volgende handelingen verstaan:
▼ Verwijderen of doorboren van de
geluiddemper, schotten, uitlaat-
bochten of enig ander onderdeel dat
uitlaatgassen geleidt.
▼ Verwijderen of doorboren van enig
onderdeel van het inlaatsysteem.
▼ Gebrek aan goed onderhoud.
▼ Vervanging van bewegende delen
van het voertuig, of delen van
de uitlaat of het inlaatsysteem,
door onderdelen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Gebruikershandleiding
Waarschuwing
Deze gebruikershandleiding en alle
overige instructies die bij uw motor-
fiets worden geleverd, maken integraal
deel uit van uw motorfiets en moeten
bij de motorfiets blijven, ook wanneer
deze wordt doorverkocht.
Iedereen die uw motorfiets gaat
berijden, dient deze gebruikershand-
leiding en alle overige instructies die
bij uw motorfiets worden geleverd,
aandachtig te lezen om volledig
vertrouwd te raken met de werking
van de bedieningselementen, de
kenmerken, de capaciteiten en de
beperkingen van uw motorfiets.
Leen uw motorfiets niet aan anderen
uit, omdat rijden zonder vertrouwd
te zijn met de werking van de bedie-
ningselementen, de kenmerken, de
capaciteiten en de beperkingen van de
motorfiets kan leiden tot een ongeval.
Dank u voor het kiezen van een
Triumph- motorfiets. Deze motorfiets is
het resultaat van Triumph's toepassing
van beproefde technieken, grondige
tests en het voortdurend streven naar
superieure betrouwbaarheid, veiligheid
en prestaties.
Lees voordat u gaat rijden deze
gebruikers handleiding aandachtig door
om volledig vertrouwd te raken met de
werking van de bedieningselementen,
de kenmerken, de capaciteiten en de
beperkingen van uw motorfiets.
Deze handleiding bevat tips voor veilig
rijden, maar beschrijft niet alle tech-
nieken en vaardigheden die nodig zijn
om veilig op een motorfiets te rijden.

VEILIGHEID VOOROP
07
De motorfiets
Waarschuwing
Deze motorfiets is uitsluitend bedoeld
voor gebruik op de weg. Hij is niet
geschikt voor gebruik op onverhard
terrein.
Gebruik in ruw terrein kan het
verliezen van de controle over de
motorfiets veroorzaken, wat kan leiden
tot een ongeval met letsel of de dood
als gevolg.
Waarschuwing
Deze motorfiets is niet ontworpen voor
het trekken van een aanhanger of het
gebruik van een zijspan.
Het gebruik van een zijspan en/of
aanhanger kan het verliezen van de
controle over de motorfiets of een
ongeval tot gevolg hebben.
Waarschuwing
Deze motorfiets is uitgerust met een
katalysator onder de motor, die samen
met het uitlaatsysteem zeer hoge
temperaturen kan bereiken wanneer
de motor draait.
Brandbare materialen zoals gras, hooi/
stro, bladeren, kleding en bagage
kunnen ontbranden wanneer ze in
contact komen met een willekeurig
onderdeel van het uitlaatsysteem.
Zorg er altijd voor dat brandbare
materialen niet in aanraking kunnen
komen met het uitlaatsysteem of de
katalysator.
Waarschuwing
Deze motorfiets is bedoeld om als
tweewielig voertuig te worden
gebruikt voor het vervoeren van één
bestuurder/bestuurster.
Het totale gewicht van de berijder,
een eventuele passagier, accessoires
en bagage mag het in de specificaties
vermelde maximale laadvermogen niet
overschrijden.

VEILIGHEID VOOROP
08
Brandstof en uitlaatgassen
Waarschuwing
BENZINE IS UITERST BRANDBAAR:
Schakel de motor altijd uit vóór u gaat
tanken.
Niet tanken of de vuldop van de tank
openen terwijl u rookt of in de buurt
van open vuur (vlammen).
Zorg ervoor dat tijdens het tanken
geen brandstof op de motor, de
uitlaatpijpen of de dempers wordt
gemorst.
Indien brandstof wordt ingeslikt, inge-
ademd of in de ogen komt, dient direct
medische hulp te worden ingeroepen.
Indien benzine op de huid terechtkomt,
dient deze onmiddellijk te worden
gewassen met water en zeep en met
brandstof verontreinigde kleding dient
onmiddellijk te worden uitgetrokken.
Contact met brandstof kan
brandwonden en andere ernstige
huidaandoeningen veroorzaken.
Waarschuwing
Nooit de motor starten of laten
draaien in een afgesloten ruimte.
Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen
binnen korte tijd bewusteloosheid en
de dood tot gevolg hebben.
Gebruik de motorfiets altijd in de open
lucht of op een plaats met voldoende
ventilatie.
Valhelm en kleding
Waarschuwing
Tijdens het rijden op de motorfiets
dienen de berijder en de passagier
(bij modellen waarop een passagier
vervoerd mag worden) altijd geschikte
kleding te dragen, waaronder valhelm,
oogbescherming, handschoenen,
laarzen, broek (nauw aansluitend
rond de knieën en de enkels) en een
felgekleurd jack.
Tijdens off- the- roadgebruik (op
modellen die geschikt zijn voor off-
the- roadgebruik), moet de rijder altijd
geschikte kleding dragen, inclusief
broek en laarzen.
Felgekleurde kleding verhoogt de
zichtbaarheid van de rijder (of de
passagier) voor andere weggebruikers
aanzienlijk.
Hoewel volledige bescherming niet
mogelijk is, kan het dragen van de
juiste beschermende kleding het risico
op verwondingen tijdens het rijden
verlagen.

VEILIGHEID VOOROP
10
Onderdelen en accessoires
Waarschuwing
De eigenaar dient zich ervan bewust
te zijn dat onderdelen, accessoires
en aanpassingen voor een Triumph-
motorfiets alleen goedgekeurd zijn
wanneer ze door Triumph voorzien zijn
van een officiële goedkeuring en door
een erkende Triumph- dealer op de
motorfiets zijn aangebracht.
Het is met name bijzonder gevaarlijk
om onderdelen of accessoires aan te
brengen of te vervangen waarvoor
het noodzakelijk is om het elektrische
of het brandstofsysteem te demon-
teren, of hierop uitbreidingen aan
te brengen. Dergelijke aanpassingen
kunnen de veiligheid in gevaar
brengen.
Het aanbrengen van niet-
goedgekeurde onderdelen, accessoires
of wijzigingen kan een nadelig effect
hebben op het rijgedrag, de stabiliteit
en andere aspecten van de werking
van de motorfiets. Dat kan leiden tot
een ongeval met letsel of de dood tot
gevolg.
Triumph aanvaardt geen aanspra-
kelijkheid voor gebreken die zijn
veroorzaakt door het aanbrengen
van niet- goedgekeurde onderdelen,
accessoires of wijzigingen of door het
aanbrengen van goedgekeurde onder-
delen, accessoires of wijzigingen door
onbevoegd personeel.
Onderhoud en apparatuur
Waarschuwing
Raadpleeg uw erkende Triumph- dealer
indien u twijfelt aan de juiste of veilige
werking van deze Triumph- motorfiets.
Onthoud dat het blijven gebruiken van
een niet goed werkende motorfiets
een fout kan verergeren en de veilig-
heid in gevaar kan brengen.
Waarschuwing
Controleer of alle wettelijk vereiste
apparatuur is gemonteerd en correct
functioneert.
Verwijderen of wijzigen van de
verlichting, dempers, uitstoot- en
geluiddempingssystemen van de
motorfiets kunnen een overtreding
van de wet betekenen.
Onjuiste of niet toegestane aanpas-
singen kunnen een nadelig effect
hebben op het rijgedrag, de stabiliteit
en andere aspecten van de werking
van de motorfiets, waardoor een
ongeval kan worden veroorzaakt met
letsel of de dood als gevolg.
Waarschuwing
Indien de motorfiets betrokken is bij
een ongeval, aanrijding of valpartij
dient deze voor inspectie en reparatie
naar een erkende Triumph- dealer te
worden gebracht.
Elk ongeval kan schade aan de motor-
fiets veroorzaken, die – indien niet
op de juiste wijze gerepareerd – een
tweede ongeval kan veroorzaken met
letsel of de dood als gevolg.

VEILIGHEID VOOROP
11
Rijden
Waarschuwing
Nooit op de motorfiets rijden indien
u moe bent of onder invloed verkeert
van alcohol of andere verdovende
middelen.
Onder invloed van alcohol of andere
verdovende middelen op een motor-
fiets rijden is verboden.
Het berijden van een motorfiets terwijl
u moe bent of onder invloed van
alcohol of andere verdovende middelen
verkeert, vermindert het vermogen
van de berijder om de motorfiets
onder controle te houden waardoor
een ongeval kan worden veroorzaakt.
Waarschuwing
Alle rijders moeten in het bezit zijn van
een rijbewijs voor motorfietsen.
Het zonder rijbewijs besturen van een
motorfiets is verboden en kan gerech-
telijke vervolging tot gevolg hebben.
Het rijden op een motorfiets zonder
formele training in de juiste rijtech-
nieken die nodig zijn om een rijbewijs
te halen, is gevaarlijk en kan leiden tot
verlies van de controle over de motor-
fiets en een ongeval.
Waarschuwing
Rijd altijd defensief en draag de elders
in dit voorwoord genoemde bescher-
mende uitrusting.
Onthoud dat een motorfiets bij een
ongeval minder bescherming biedt dan
een auto.
Waarschuwing
Deze Triumph- motorfiets mag de
wettelijk geldende snelheidslimieten
niet overschrijden.
Het met hoge snelheid op een
motorfiets rijden kan gevaarlijk zijn,
aangezien de tijd om op bepaalde
verkeerssituaties te reageren bij
hogere snelheden aanzienlijk wordt
verkort.
Neem altijd snelheid terug in eventueel
gevaarlijke rijomstandigheden, zoals
slecht weer of druk verkeer.
Waarschuwing
Wees altijd bedacht op veranderingen
in het wegdek, het verkeer en de wind
en pas uw rijgedrag hierop aan. Alle
tweewielige voertuigen zijn onderhevig
aan externe factoren die een ongeval
kunnen veroorzaken. Deze factoren
zijn onder andere:
- windstoten van passerende voer-
tuigen
- gaten in de weg, oneffenheden of
beschadigingen in het wegdek
- slecht weer
- fouten van de bestuurder.
Rijd altijd met matige snelheid en
vermijd druk verkeer, totdat u zich
volledig vertrouwd hebt gemaakt met
het rijgedrag en de rijeigenschappen
van de motorfiets. Overschrijd nooit de
wettelijk geldende snelheidslimiet.

VEILIGHEID VOOROP
12
Trilling/slingering
Een slingering is een relatief lang-
zame, op en neer gaande beweging
van de achterkant van de motorfiets,
terwijl een trilling een snelle, soms
sterke beving van het stuur is. Dit zijn
verwante, maar aparte stabiliteits-
problemen die gewoonlijk veroorzaakt
worden door te veel gewicht op de
verkeerde plaats of door een mecha-
nisch probleem zoals versleten of
loszittende lagers, te slappe of ongelijk-
matig versleten banden.
De oplossing is in beide gevallen
hetzelfde. Houd het stuur stevig vast
zonder de armen op slot te zetten of
de stuurbeweging tegen te gaan. Draai
het gas gelijkmatig terug om geleidelijk
vaart te minderen. Rem niet en acce-
lereer niet in een poging om het trillen
of slingeren te stoppen. Soms helpt het
om het lichaamsgewicht naar voren te
verplaatsen door over de tank te buigen.
Copyright © 2005 Motorcycle Safety
Foundation. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikt met toestemming.
Handgrepen en voetsteunen
Waarschuwing
De bestuurder dient de motorfiets
onder controle te houden door te
allen tijde de handen aan het stuur te
houden.
De besturing en stabiliteit van de
motorfiets worden nadelig beïnvloed
als de bestuurder het stuur loslaat. Dit
leidt tot verlies van controle over de
motorfiets en een ongeval.
Waarschuwing
De bestuurder en de passagier
(indien van toepassing) dienen tijdens
het rijden altijd de voetsteunen te
gebruiken.
Door de voetsteunen te gebruiken
wordt voor zowel de bestuurder als
de passagier het risico op onbedoeld
contact met onderdelen van de
motorfiets verminderd. Ook de kans op
verwondingen doordat kledingstukken
vast komen te zitten neemt op die
manier af.

VEILIGHEID VOOROP
13
Waarschuwing
Zorg er altijd voor dat de passagiers-
voetsteunen volledig zijn uitgetrokken
bij het meerijden van een passagier.
Vervoer nooit een passagier zonder
dat hij of zij de volledig uitgetrokken
passagiersvoetsteunen gebruiken.
Onjuiste plaatsing van de voet ergens
op de motorfiets in plaats van het
gebruik van de voetsteunen kan ertoe
leiden dat:
- de voeten of kleding van de
passagier bekneld raken
- de passagier in contact komt met
hete uitlaatpijpen.
Onjuiste plaatsing van de voet ergens
op de motorfiets in plaats van het
gebruik van de voetsteunen kan leiden
tot:
- ernstige verwonding van de
passagier
- instabiliteit van de motorfiets wat
een ongeluk kan veroorzaken
- schade aan de motorfiets
- schade aan kleding.
Waarschuwing
De hellingshoekindicators mogen niet
worden gebruikt als richtlijn voor
de mate waarin de motorfiets veilig
schuin gelegd kan worden in bochten.
Dat hangt af van vele factoren,
waaronder, maar niet beperkt tot, het
wegdek, de toestand van de band en
het weer.
Overhellen tot een onveilige hoek kan
instabiliteit, verlies van controle over
de motorfiets of een ongeval veroor-
zaken.
Waarschuwing
Vervang altijd de hellingshoe-
kindicators voordat ze tot de
slijtagelimiet zijn afgesleten.
Wanneer de hellingshoekindicators tot
voorbij de slijtagelimiet zijn afgesleten,
kan de motorfiets tot een onveilige
hoek overhellen.
Overhellen tot een onveilige hoek kan
instabiliteit, verlies van controle over
de motorfiets of een ongeval veroor-
zaken.
1
2
1. Hellingshoekindicator
2. 5 mm slijtagelimiet

WAARSCHUWINGSLABELS
14
Locaties van de waarschuwingslabels
De op deze en de volgende pagina's beschreven labels maken u attent op belangrijke
veiligheidsinformatie in deze handleiding. Zie erop toe dat iedereen die op de motor-
fiets gaat rijden, vooraf alle informatie waarop deze labels betrekking hebben, heeft
begrepen en nageleefd. Ter illustratie is hier de Speed Triple 1200 RR afgebeeld.
6
5
4
3
2
N
1
R.P.M.
1 2 3 4
7 8
5
6
1. Windscherm (indien gemonteerd)
(pagina 86)
2. Spiegels (pagina 138)
3. Inrijden (pagina 86)
4. Versnellingen (pagina 93)
5. Aandrijfketting (pagina 129)
6. Koplamp (pagina 169)
7. Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
(indien gemonteerd) (pagina 73)
8. Banden (pagina 150)

WAARSCHUWINGSLABELS
15
Locaties van de waarschuwingslabels (vervolg)
Voorzichtig
Alle waarschuwingslabels en stickers, met uitzondering van het label voor inrijden,
worden op de motorfiets aangebracht met een sterke lijm. In sommige gevallen
worden labels aangebracht voorafgaand aan het aanbrengen van de laklaag.
Daarom zal elke poging om de waarschuwingslabels te verwijderen, schade veroor-
zaken aan lakwerk of carrosserie.
DAILY SAFETY CHECKS
TÄGLICHE SICHERHEITSKONTROLLEN
CONTROLES DE SECURITE QUOTIDIENS
CHEQUEOS DE SEGURIDAD DIARIOS
VERIFICAÇÕES DIÁRIAS DE SEGURANÇA
VERIFICHE GIORNALIERE DI SICUREZZA
DAGELIJSKE VEILIGHEIDSINSPECTIES
DAGLIG SÄKERHETSKONTROLL
運行前点検
1
2
3
4 6
www.triumphmotorcycles.co.uk/handbooks
5
1. Dagelijkse veiligheidscontrole (pagina )87
2. Brandstof (pagina )76
3. Helm (pagina 08)
4. Gebruikershandleiding Downloadgegevens
(onder stoel)
5. Koelvloeistof (pagina 123)
6. Motorolie (pagina 117)

ONDERDELENOVERZICHT
16
Ter illustratie is hier de Speed Triple 1200 RS afgebeeld.
3 4 5
12 11 9
14
1
10
15
7
268
13
1. Koplamp
2. Richtingaanwijzer voor
3. Tankdop
4. Brandstoftank
5. Achterschokdemper
6. Achterlicht
7. Richtingaanwijzer achter
8. Kentekenplaatverlichting
9. Aandrijfketting
10. Zijstandaard
11. Schakelpedaal
12. Oliefilter
13. Koelvloeistofexpansietank (gereedschap
bevestigd aan deksel)
14. Remklauw voorrem
15. Remschijf voorrem

ONDERDELENOVERZICHT
17
Onderdelenoverzicht - vervolg
5
101213 89
3
11
41 2 6 7
1. Bevestiging passagierszadel/zadelkap
2. Accu (onder zadel)
3. Hoofd- en achterzekeringdoos (onder
zadel)
4. Zekeringdoos voor (onder brandstoftank)
5. Accessoire- aansluiting
6. Vloeistofreservoir voorrem
7. Voorvork
8. Koppelingskabel
9. Olievuldop
10. Rempedaal achterrem
11. Geluiddemper
12. Achterremklauw
13. Achterremschijf

ONDERDELEN IN BLIKVELD BESTUURDER
18
Ter illustratie is hier de Speed Triple 1200 RS afgebeeld.
5421 6 7
10111213
89
14
3
1. Koppelingshendel
2. Grootlichtknop/passeerknop
3. Schakelaar dagrijlicht (DRL)
4. Stelknop cruisecontrol
5. Modusknop
6. Instrumenten
7. Vloeistofreservoir voorrem
8. Schakelaar alarmknipperlichten
9. Remhendel voorrem
10. Start- stopschakelaar motor
11. HOME- knop
12. Richtingaanwijzerschakelaar
13. Joystick
14. Claxonknop

SERIENUMMERS
20
Deze pagina is met opzet blanco gelaten

ALGEMENE INFORMATIE
21
Inhoudsopgave
Sleutels 23
Smartkey 23
De batterij van de smartkey vervangen 24
Sleutelloze ontsteking 25
Hoofdschakelaar (indien gemonteerd) 26
Instrumenten 27
Lay- out instrumentenpaneel 28
Waarschuwingslampjes 29
Waarschuwingen en informatieberichten 34
Kilometerteller en snelheidsmeter 35
Toerenteller 35
Brandstofmeter 36
Koelvloeistoftemperatuurmeter 36
Omgevingsluchttemperatuur 37
Weergave versnellingsstand 38
Navigatie in het display 38
Rijmodi 38
Hoofdmenu 45
Schakelaars rechter handgreep 62
Knop alarmknipperlichten 62
Knop stuurslot 62
Stand voeding AAN/UIT 62
Stand STOP 62
Stand RUN 63
Stand START 63
Homeknop 63
Schakelaars linker handgreep 63
Stelknop cruisecontrol 63
Schakelaar dagrijlicht (DRL) (indien gemonteerd) 63
Modusknop 64
Richtingaanwijzerschakelaar 64
Joystickknop 65
Claxonknop 65
Grootlichtknop 65
Stelwieltjes rem- en koppelingshendel 66
Voorremhendel 66
Koppelingshendel 67
Gasklepbediening 68

ALGEMENE INFORMATIE
22
Cruisecontrol 69
Cruisecontrol inschakelen 70
De ingestelde snelheid in cruisecontrol wijzigen 71
Cruisecontrol uitschakelen 71
Cruisecontrol hervatten met de ingestelde snelheid 71
Tractiecontrole (TC) 72
Instellingen tractiecontrole 73
Bandspanningscontrolesysteem (TPMS) (indien gemonteerd) 73
Bandenspanning 74
Bandspanningssensor, batterijen 75
Serienummer bandspanningssensor 76
Vervangende banden 76
Brandstof 76
Tankdop 78
Noodopening 78
Brandstoftank vullen 80
Zadels 81
Passagierszadel/zadelkap verwijderen 81
Installatie passagierszadel/zadelkap 82
Bestuurderszadel verwijderen 82
Bestuurderszadel plaatsen 83
Zijstandaard 84
Gereedschapsset 85
Windscherm (indien gemonteerd) 86
Inrijden 86
Dagelijkse veiligheidscontrole 87

ALGEMENE INFORMATIE
23
Sleutels
Voorzichtig
Alle sleutels die worden meegeleverd
met de motorfiets zijn specifiek
bedoeld voor die individuele motorfiets.
Ze kunnen niet op een andere motor-
fiets worden gebruikt.
Als alle sleutels zoek of beschadigd
zijn, moet de regeleenheid van het
chassis van de betreffende motorfiets
worden vervangen.
Om onnodige kosten en tijdsverlies
te voorkomen, moeten alle reserve-
sleutels op een veilige plaats worden
bewaard.
Bij de motorfiets worden twee sleutels
geleverd; een smartkey en een passieve
sleutel.
1
2
1. Passieve sleutel
2. Smartkey
Smartkey
Voorzichtig
Belangrijke functies, waaronder
vergrendelen en ontgrendelen, kunnen
worden verstoord door elektronische
apparaten, bronnen van elektrische
ruis in de omgeving en metalen voor-
werpen.
Bewaar en gebruik de sleutel niet in de
buurt van:
- Elektrische zendmasten, radiomasten
en infrastructuur voor stroom-
distributie
- Garagedeuropeners
- RFID- toegangskaarten
(radiofrequentie- identificatie) of sleu-
telhangers
- Metalen, metaalhoudende kaarthou-
ders en aluminium voorwerpen
- Elektronische sleutels van overige
voertuigen
- In zij- of topkoffers
- Draadloze communicatieapparatuur
zoals mobiele telefoons, tablets,
laptops, draagbare spelsystemen,
audiospelers, radio's en opladers.
Als de smartkey nog steeds niet werkt
nadat u deze uit de buurt van alle
elektronische apparaten en metalen
voorwerpen hebt gehaald, controleer
en vervang (indien nodig) de batterij
van de smartkey. Als de smartkey nog
steeds niet werkt, neem dan contact
op met uw plaatselijke Triumph- dealer.

ALGEMENE INFORMATIE
24
De smartkey bedient het sleutel-
loze ontstekingssysteem. Een extra
smartkey kunt u aanschaffen via uw
Triumph- dealer. Er kunnen echter
slechts drie sleutels worden gepro-
grammeerd voor uw motorfiets. Dit kan
een combinatie zijn van smartkeys en
passieve sleutels.
Wanneer zich een storing voordoet in de
smartkey, of wanneer de batterij van de
smartkey leeg is, moet u uw smartkey
naar de dichtstbijzijnde Triumph- dealer
brengen om dit te laten herstellen.
Om veiligheidsredenen moet de
smartkey worden uitgeschakeld elke
keer dat u deze van de motorfiets
verwijdert.
De batterij van de smartkey
vervangen
Waarschuwing
Bij gebruik van een onjuiste batterij
ontstaat explosiegevaar.
Gebruik altijd een batterij van het
juiste formaat en het juiste type.
Waarschuwing
Batterijen bevatten schadelijke stoffen.
Houd batterijen altijd uit de buurt van
baby's en jonge kinderen om inslikken
te voorkomen.
Na inslikken onmiddellijk een arts
raadplegen.
Voorzichtig
Raak de contactvlakken van de batterij
niet aan met uw huid. Raak alleen de
randen van de batterij aan als u deze
vasthoudt.
De natuurlijke stoffen in uw huid
kunnen corrosie veroorzaken en de
levensduur van de batterij verkorten.
Batterij van smartkey vervangen:
▼ Zorg dat de smartkey in de passieve
modus staat (rode led).
▼ Verwijder de schroef uit het batterij-
deksel met een inbussleutel van
1,5 mm.
▼ Verwijder het batterijdeksel.
▼ Verwijder de batterij na de polariteit
genoteerd te hebben.
▼ Plaats een nieuwe lithiumbatterij
van 3 volt, type CR2032.
▼ Plaats het batterijdeksel terug en let
op dat het goed op zijn plaats valt.
▼ Monteer de schroef in het deksel en
draai hem vast met 0,3 Nm.
Batterij afvoeren
De gebruikte batterij moet worden
ingeleverd bij een milieustraat zodat de
gevaarlijke stoffen van de batterij niet in
het milieu terechtkomen.

ALGEMENE INFORMATIE
26
▼ De sleutel moet binnen +/- 10 mm
van de systeemsensor worden
gehouden. Pas op dat u de lak van
de motorfiets niet beschadigt.
21 3
4
10 mm
10 mm
-
+
1. Rechter achterpaneel
2. Systeemsensor
3. Bestuurderszadel
4. Passieve sleutel weergegeven
▼ Houd de smartkey tegen de
systeemsensor terwijl u de start-
stopschakelaar van de motor in de
stand QUICKSTART (SNELSTART)
of Contact AAN/UIT drukt (zie
pagina 62).
Hoofdschakelaar
(indien gemonteerd)
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar wordt uitsluitend
gemonteerd op motorfietsen voor
de Verenigde Staten en Canada. De
hoofdschakelaar bevindt zich aan de
rechterzijde van de motorfiets.
Om de motorfiets te bedienen met de
sleutelloze ontsteking, moet de hoofd-
schakelaar in stand AAN staan.
Wanneer de hoofdschakelaar in stand
UIT staat, kan de sleutelloze ontsteking
niet worden gebruikt en kan de motor-
fiets niet worden gestart.

ALGEMENE INFORMATIE
30
Voorzichtig
Schakel de motor direct uit indien
het waarschuwingslampje lage olie-
druk gaat branden. De motor niet
opnieuw starten voordat de storing is
verholpen.
Indien de motor draait terwijl het
waarschuwingslampje lage oliedruk
brandt, kan ernstige motorschade
ontstaan.
Controlelampje startonderbreker/
alarminstallatie
Deze Triumph- motorfiets is uitge-
rust met een startonderbreker die
geactiveerd wordt wanneer de contact-
schakelaar in de stand OFF (UIT) wordt
gedraaid.
Zonder alarm
Wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF (UIT) staat, knippert de lamp
van de startonderbreker gedurende
24 uur om aan te geven dat de start-
onderbreker ingeschakeld is. Wanneer
de contactschakelaar in de stand ON
(AAN) staat, zijn startonderbreker en het
controlelampje uitgeschakeld.
Als het controlelampje blijft branden,
betekent dit dat er een storing in de
startonderbreker is, die nader moet
worden onderzocht. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Triumph- dealer, om de storing te laten
inspecteren en verhelpen.
Met alarm
Het controlelampje van de start-
onderbreker/alarminstallatie gaat alleen
branden wanneer is voldaan aan de
voorwaarden zoals beschreven in de
instructies van de originele Triumph-
alarminstallatie (accessoire).
Waarschuwingslampje
antiblokkeerremsysteem (ABS)
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld, is het normaal dat
het waarschuwingslampje voor
het ABS- systeem gaat knipperen. Het
lampje blijft knipperen nadat de motor
gestart is, totdat de motorfiets een
snelheid van meer dan 10 km/h heeft
bereikt, waarna het lampje dooft.
Tractiecontrole werkt niet bij een storing
aan het ABS- systeem. In dat geval
branden de waarschuwingslampjes
voor de ABS en tractiecontrole en het
storingslampje.
Als het ABS- waarschuwingslampje
continu brandt, betekent dit dat de
ABS- functie niet beschikbaar is omdat:
▼ de ABS- functie door de berijder is
uitgeschakeld;
▼ zich in het ABS- systeem een storing
voordoet die onderzocht dient te
worden.
Als het lampje tijdens het rijden gaat
branden, betekent dit dat er een storing
in het ABS is opgetreden, die nader
moet worden onderzocht.

ALGEMENE INFORMATIE
31
Bochten- ABS (OCABS) (indien
gemonteerd)
Het waarschuwingslampje knippert
langzaam als Bochten- ABS (OCABS)
wordt uitgeschakeld door de rijmodi
OFF- ROAD of OFF- ROAD PRO. Er wordt
een waarschuwing in het display weer-
gegeven.
Als het waarschuwingslampje op enig
ander moment onder het rijden gaat
branden, betekent dit dat er een storing
in het ABS- systeem is opgetreden, die
nader moet worden onderzocht.
Waarschuwing
Als het ABS niet werkt, werkt
het remsysteem verder als een
remsysteem zonder ABS.
Rijd niet langer door dan noodzakelijk
wanneer het waarschuwingslampje
brandt.
Neem zo snel mogelijk contact op
met een erkende Triumph- dealer, om
de storing te laten inspecteren en
verhelpen. In deze situatie kan te hard
remmen een blokkering van de wielen
veroorzaken, wat kan leiden tot verlies
van controle over de motorfiets en een
ongeval.
Controlelampje tractiecontrole (TC)
Het TC- controlelampje wordt
gebruikt om aan te geven dat
het tractiecontrolesysteem
actief is en bezig is om slippen
van het achterwiel te beperken bij snelle
acceleratie of op natte of gladde wegen.
Tractiecontrole werkt niet bij een storing
aan het ABS- systeem. In dat geval
branden de waarschuwingslampjes voor
de ABS en tractiecontrole en het
storingslampje.
Waarschuwing
Als de tractiecontrole niet werkt,
moet voorzichtigheid in acht worden
genomen bij het accelereren en het
nemen van bochten op een nat of glad
wegoppervlak, om doorslippen van het
achterwiel te voorkomen.
Rijd niet langer door dan noodzakelijk
wanneer het storingslampje voor het
motormanagementsysteem (MIL) en
het waarschuwingslampje van de
tractiecontrole branden. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Triumph- dealer, om de storing te laten
inspecteren.
Snel accelereren en bochten nemen
kan in deze situatie doorslippen van
het achterwiel veroorzaken, wat kan
leiden tot verlies van de controle over
de motorfiets en een ongeluk.
Als tractiecontrole is ingeschakeld:
▼ Onder normale rijomstandigheden
blijft het tractiecontrolelampje uit.
▼ Het tractiecontrolelampje knippert
snel wanneer het tractiecontrole-
systeem in werking is om slippen
van het achterwiel te beperken bij
snelle acceleratie of op een natte of
gladde weg.
Als tractiecontrole is uitgeschakeld:
▼ Het controlelampje brandt niet.
In plaats daarvan gaat het waar-
schuwingslampje 'TC uitgeschakeld'
branden.

ALGEMENE INFORMATIE
34
de standaard bandenspanning lijkt
aan te geven wanneer het waarschu-
wingslampje brandt, wordt een lage
bandenspanning aangegeven. Een lekke
band is dan de meest waarschijnlijke
oorzaak.
Het waarschuwingslampje banden-
spanning brandt ook om aan te geven
dat de batterij van de sensor bijna leeg
is of dat er een signaalverlies is.
Waarschuwingen en
informatieberichten
Als zich een storing voordoet kunnen
er verschillende waarschuwingen en
informatieberichten verschijnen. In dat
geval hebben waarschuwingsberichten
voorrang boven informatieberichten en
wordt het waarschuwingssymbool op
het display weergegeven. Het aantal
momenteel actieve waarschuwings-
berichten wordt ook op het display
weergegeven. Voor meer informatie
over waarschuwingen en berichten, zie
pagina 53.
Wanneer er een storing aan de motor-
fiets wordt gedetecteerd, kunnen
de volgende waarschuwingen en
informatie berichten worden weerge-
geven.
Symbool Waarschuwingsbericht
LAGE OLIEDRUK - ZIE HANDLEIDING
(rood controlelampje)
STARTMOTOR UITGESCHAKELD
- NEEM CONTACT OP MET DEALER
(rood controlelampje)
CONTROLEER MOTOR (oranje
controlelampje)
ABS- SYSTEEM UITGESCHAKELD
- ZIE HANDLEIDING (oranje
controlelampje)
LAGE ACCUSPANNING - ZIE HAND-
LEIDING (rood controlelampje)
SENSORSIGNAAL VOOR- /ACHTER-
BAND - ZIE HANDLEIDING (rood
controlelampje)
LAGE ACCUSPANNING VOOR- /
ACHTERBAND - ZIE HANDLEIDING
(oranje controlelampje)
TC- SYSTEEM UITGESCHAKELD - ZIE
HANDLEIDING (oranje controle-
lampje)
ONDERHOUD NODIG - NEEM
CONTACT OP MET DEALER (oranje
controlelampje)
VOORZICHTIG: LAGE LUCH-
TEMPERATUUR - RISICO OP IJS
AAN OPPERVLAKTE (blauw of wit
controlelampje)

ALGEMENE INFORMATIE
35
Kilometerteller en snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid
van de motorfiets aan.
53
5
0
E F
MPH
RPM X1000
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
67
14
12:34
PM 15
°C
1
1. Snelheidsmeter
Om het snelheidsmeterdisplay te
openen, drukt u lang op de Home- knop.
De kilometerteller geeft de totale door
de motorfiets afgelegde afstand weer.
De kilometerteller wordt alleen weerge-
geven in het service- informatievenster.
ONDERHOUD
10k MI
0 MI
Onderhoud over:
541 mijl
Of:
12/2021
Kilometerteller:
1852 mijl
1
1. Kilometerteller
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoe-
rental weer in omwentelingen per
minuut (t/min). Aan het einde van
het toerentellerbereik bevindt zich de
rode zone. Toerentallen in het rode
gebied liggen boven het aanbevolen
maximum toerental en ook boven het
toerentalbereik waarbij de motor de
beste prestaties levert.
12:34
PM 15
°C
0
N
0
EF
MPH
RPM X1000
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
67
14
12
1. Motortoerental (t/min) getoond op het
display
2. Rode zone

ALGEMENE INFORMATIE
36
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft de hoeveelheid
brandstof in de tank aan van E (lege
tank) tot F (volle tank).
15
°C
12:34
PM
0
N
0
EF
MPH
RPM X1000
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
67
14
1
1. Brandstofmeter
Als het contact is ingeschakeld, wordt
de resterende brandstof in de brand-
stoftank aangegeven door het aantal
meetsegmenten dat vol wordt weerge-
geven.
Wanneer de brandstoftank vol is,
worden alle meetsegmenten vol weer-
gegeven. Wanneer de brandstoftank
leeg is, worden alle meetsegmenten leeg
weergegeven. Andere aanduidingen
geven brandstofniveaus tussen vol en
leeg weer.
Na het tanken worden de gegevens van
de brandstofmeter en de resterende
actieradius pas bijgewerkt wanneer de
motorfiets weer rijdt. Afhankelijk van de
rijstijl kan het bijwerken tot vijf minuten
duren. Zie voor meer informatie over de
brandstofstatusinformatie pagina 61.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
De koelvloeistoftemperatuurmeter geeft
de temperatuur van de motorkoelvloei-
stof aan.
Low
COOLANT
High
0
N
0
EF
MPH
RPM X1000
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
67
14
12:34
PM
15
C
o
1
1. Koelvloeistoftemperatuurmeter
Wanneer de motor koud wordt gestart,
toont de koelvloeistoftemperatuur-
meter lege metersegmenten. Naarmate
de temperatuur stijgt, worden meer
meetsegmenten vol weergegeven. Als
de motor warm wordt gestart, toont de
meter het bijbehorende aantal verlichte
blokjes, afhankelijk van de motor-
temperatuur.
Het normale temperatuurbereik ligt
tussen Laag en Hoog op het display.
Als de motor draait en de motorkoel-
vloeistoftemperatuur gevaarlijk hoog
wordt, gaat het waarschuwingslampje
voor hoge koelvloeistoftemperatuur
branden op de locatie van het waar-
schuwingslampje en wordt er een
waarschuwingsbericht weergegeven.

ALGEMENE INFORMATIE
39
Wanneer een rijmodus is bewerkt
(behalve de modus RIDER), verandert
het pictogram zoals hieronder aange-
geven.
Beschrijving Standaard-
pictogram
Pictogram
bestuurders-
aanpassing
RAIN
ROAD
SPORT
TRACK
RIDER
(OP WEG) -
RIDER
(TRACK) -
Elke rijmodus is instelbaar. Zie pagina 42
voor meer informatie.
De beschikbaarheid van instellingen
voor ABS, MAP en TC verschilt per
model.
Rijmodus selecteren
Waarschuwing
Om op een rijdende motor een
rijmodus te selecteren moet de
bestuurder de motorfiets kortstondig
laten freewheelen (motorfiets rijdt,
motor draait, gas dicht, koppelings-
hendel ingetrokken en remmen los).
Selectie van een rijmodus onder het
rijden mag alleen worden geprobeerd:
- Bij lage snelheid
- Op plaatsen waar geen ander
verkeer is
- Op rechte en vlakke wegen of opper-
vlakken
- Bij goede weg- en weersomstandig-
heden
- Daar waar het veilig is om de
motorfiets kortstondig te laten free-
wheelen.
Selectie van een rijmodus onder het
rijden MAG NIET worden geprobeerd:
- Bij hoge snelheid
- Te midden van rijdend verkeer
- Tijdens het nemen van een bocht of
op bochtige wegen of oppervlakken
- Op sterk hellende wegen of opper-
vlakken
- Bij slechte weg- /weersomstandig-
heden
- Daar waar het onveilig is om de
motorfiets kortstondig te laten free-
wheelen.
Wanneer u geen acht slaat op deze
belangrijke waarschuwing, leidt dat tot
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval.

ALGEMENE INFORMATIE
40
Waarschuwing
Rijd na het selecteren van een
rijmodus eerst een stukje op een
plaats waar geen verkeer is, om
vertrouwd te raken met de nieuwe
instellingen.
Leen uw motorfiets niet uit aan
anderen, omdat ze de instellingen
van uw vertrouwde rijmodus kunnen
wijzigen, waardoor u de controle over
de motorfiets kunt verliezen en een
ongeval kunt krijgen.
Waarschuwing
Als tractiecontrole zoals beschreven
in pagina 51 in het hoofdmenu is
uitgeschakeld, worden de opgeslagen
instellingen van alle rijmodi over-
schreven.
Tractiecontrole blijft uitgeschakeld,
ongeacht welke rijmodus er is
geselecteerd, tot deze weer wordt
ingeschakeld of het contact uit- en
weer ingeschakeld is.
Als de tractiecontrole is uitgeschakeld,
gedraagt de motorfiets zich net als
anders, maar zonder tractiecontrole.
In dat geval kan te snel accelereren op
een nat of glad wegoppervlak leiden
tot verlies van controle over de motor-
fiets en een ongeval.
Let op
Als de modus RIDER actief was toen
het contact de laatste keer werd uitge-
schakeld, met tractiecontrole ingesteld
op OFF, wordt na inschakeling van het
contact standaard de modus ROAD
geselecteerd.
Er wordt een waarschuwing weerge-
geven dat de rijmodus is gewijzigd.
Hiermee kunt u ook kort de rijmodus
terugzetten naar de oorspronkelijke
rijmodus.
Anders wordt de laatst geselecteerde
rijmodus onthouden en geactiveerd
wanneer het contact wordt ingescha-
keld.
Controleer of de motorstopschakelaar
in de stand AAN staat als de modus-
pictogrammen niet weergegeven worden
bij ingeschakeld contact.
m
Rain
ABS
RAIN
MAP
RAIN
TC
RAIN
SUSPENSION
COMFORT
RIDING MOD ES
15
°C
12:34
PM
0
0
F
E
N
MPH
RPM 10 00
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
6
7
14
14
43
1
5
2
1. Modusknop
2. Huidige rijmodus
3. Rijmodusselectievak
4. Huidige rijmodus geselecteerd
5. Instellingen van momenteel geselecteerd
rijmodus

ALGEMENE INFORMATIE
42
Rijmodi configureren
Configuratieopties voor de rijmodus
RAIN ROAD SPORT TRACK RIDER
OP DE WEG TRACK
Antiblokkeerremsysteem (ABS)
Road
Track
MAP (gaskleprespons)
Rain
Road
Sport
Tractiecontrole (TC)
Rain
Road
Sport
Track
Uit
Vering (alleen Speed Triple 1200 RR)
Comfort
Normaal
Dynamisch
Vast 11
Vast 2
1
Vast 3
1
Verklaring
= Standaard (fabrieksinstelling) = Optie niet beschikbaar
= Selecteerbare optie = Optie via menu
1 = Vereist dat 'Geavanceerde' vering is ingeschakeld (zie pagina 55)

ALGEMENE INFORMATIE
43
ABS- instellingen
Waarschuwing
Wanneer ABS uitgeschakeld is, werkt het remsysteem als een remsysteem zonder
ABS. In dat geval kan te hard remmen een blokkering van de wielen veroorzaken,
wat kan leiden tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval.
Beschrijvingen van ABS- instellingen
ROAD
Optimale ABS- instelling voor gebruik op de weg.
De functie Bochten- ABS is actief in deze modus.
De functie Gekoppelde remmen is actief in deze modus.
De functie 'Antistoppie' is ingeschakeld voor alle remacties.
TRACK
Optimale ABS- instelling voor offroadgebruik.
De functie Bochten- ABS is uitgeschakeld in deze modus.
De functie Gekoppelde remmen is niet actief in deze modus.
De functie 'Antistoppie' is ingeschakeld voor paniekremmen.
De functie 'Antistoppie' is uitgeschakeld voor geleidelijk remmen.
VOORWIEL - het ABS- systeem laat meer voorwielslip toe dan in de ROAD-
modus.
ACHTERWIEL - Het gebruik van de achterrem zorgt er alleen voor dat het
ABS werkt volgens de ROAD- instelling. Wanneer de voor- en achterrem
tegelijkertijd worden gebruikt, laat het ABS meer achterwielslip toe in
vergelijking met de ROAD- instelling.
MAP- instellingen
Beschrijvingen MAP- instellingen
ROAD Standaard gaskleprespons.
RAIN Verminderde gaskleprespons in vergelijking met de ROAD- modus.
Voor gebruik in natte of gladde omstandigheden.
SPORT Verhoogde gaskleprespons in vergelijking met de ROAD- modus.

ALGEMENE INFORMATIE
44
Instellingen tractiecontrole
Waarschuwing
Als de tractiecontrole is uitgeschakeld, gedraagt de motorfiets zich net als anders,
maar zonder tractiecontrole.
In dat geval kan te snel accelereren op een nat of glad wegoppervlak leiden tot
het slippen van het achterwiel wat verlies van controle over de motorfiets en een
ongeval tot gevolg kan hebben.
Beschrijvingen instellingen tractiecontrole
ROAD Optimale tractiecontrole- instelling voor gebruik op de weg.
RAIN Optimale tractiecontrole- instelling voor gebruik op een gladde weg.
Laat minimale achterwielslip toe.
SPORT Laat meer achterwielslip toe dan de Road- instelling.
TRACK Tractiecontrole is ingesteld voor offroadgebruik. Laat meer achterwielslip toe
dan de ROAD- instelling.
Veringsinstellingen
Alleen Speed Triple 1200 RR
Waarschuwing
Rijd na het selecteren en/of instellen van een rijmodus eerst een stukje op een plek
waar geen verkeer is, om vertrouwd te raken met de nieuwe instellingen.
Leen uw motorfiets niet uit aan anderen, omdat zij de vering anders kunnen
instellen dan op een u gewend bent en dit kan leiden tot verlies van controle over
de motorfiets en een ongeval.
Beschrijvingen veringsinstellingen
COMFORT Geoptimaliseerd voor comfort. (Adaptief)
NORMAAL Geoptimaliseerd voor zowel normaal als sportief rijden. (Adaptief)
DYNAMISCH Geoptimaliseerd voor gebruik op het circuit en snel sportief rijden.
(Adaptief)
VAST 3 Geoptimaliseerd voor comfort. (Vast)
VAST 2 Geoptimaliseerd voor zowel normaal als sportief rijden. (Vast)
VAST 1 Geoptimaliseerd voor gebruik op het circuit en snel sportief rijden. (Vast)

ALGEMENE INFORMATIE
45
Hoofdmenu
Om het hoofdmenu te openen:
▼ Druk op de HOME- knop, op de
schakelaarbehuizing op de rechter
handgreep.
▼ Scrol door het hoofdmenu door de
joystick omlaag/omhoog te duwen
tot het vereiste symbool is geselec-
teerd en de bijbehorende lijst met
opties wordt getoond.
0
0
F
E
N
MPH
RPM X 1000
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
2
3
4
5
6
7
14
14
15
°C
12:34
PM
Het hoofdmenu geeft toegang tot de
volgende opties:
Symbool Beschrijving
Display
In dit menu kunnen de weergave-
opties geconfigureerd worden. Zie
pagina 46 voor meer informatie.
Motorfiets
Met dit menu kunnen de verschil-
lende functies van de motorfiets
worden geconfigureerd. Zie pagina 50
voor meer informatie.
Reis
In dit menu kunnen de opties voor
de configuratie en weergave van
Trip 1 en Trip 2 worden ingesteld.
Zie pagina 57 voor meer informatie.
Bluetooth® (indien gemonteerd)
In dit menu kan de Bluetooth®-
verbinding worden geconfigureerd.
Zie het My Triumph Connectivity-
handboek voor meer informatie.
Het My Triumph Connectivity-
handboek is ook beschikbaar
op het internet op:
https://
www. triumphinstructions. com/
Voer het onderdeelnummer
'A9820200' in het zoekveld in
om toegang te krijgen tot het
handboek.

ALGEMENE INFORMATIE
46
Weergavemenu
In het weergavemenu kunnen de
weergaveopties van het display worden
ingesteld.
Helderheid
Thema
Display
Taal
Units
Datum/Tijd
Schakelindicator
Naam van de rijder
Om het weergavemenu op te roepen:
▼ Beweeg vanuit het Hoofdmenu de
joystick omlaag en selecteer Display.
▼ Druk in de middenstand op de
joystick om te bevestigen.
▼ Selecteer de gewenste optie in de
lijst om toegang te krijgen tot de
relevante informatie.
Weergave - Helderheid
In het menu Helderheid kunt u de
helderheid van het scherm aanpassen.
HELDERHEID
Om de helderheid van het scherm af te
stellen:
▼ Beweeg de joystick omlaag/omhoog
om het helderheidsniveau te
verhogen/verlagen.
▼ Als de helderheid op het gewenste
niveau is ingesteld, duwt u de
joystick naar links om terug te keren
naar het weergavemenu.
Let op
Bij fel zonlicht wordt de helderheids-
instelling die te weinig contrast biedt
genegeerd, om ervoor te zorgen dat de
instrumenten altijd zichtbaar zijn.
Dek de lichtsensor op het display niet af.
Hierdoor zal het instellen van de juiste
helderheid niet meer correct werken.

ALGEMENE INFORMATIE
50
▼ Druk de joystick in de middenstand
in om de gewenste selectie te
bevestigen.
▼ Duw de joystick naar links om naar
het weergavemenu terug te keren.
Weergave - Naam rijder
Met deze optie kan de naam van de
rijder worden ingevoerd in het systeem
van het instrumentenpaneel en worden
weergegeven in het welkomst- /opstart-
scherm.
ANNULEREN BEVESTIG
NAAM RIJDER
Om de naam van een rijder in te voeren:
▼ Navigeer met behulp van de joystick
over het toetsenbord en selecteer
de eerste letter van de naam van de
rijder.
▼ Druk ter bevestiging op de joystick-
knop. De letter verschijnt bovenaan
het toetsenbord.
▼ Herhaal de procedure totdat de
volledige naam van de rijder is
geselecteerd. Het aantal tekens is
beperkt tot 13.
▼ Als u ?123 selecteert, wordt een
nieuw toetsenbord weergegeven
met symbolen en cijfers waaruit u
kunt kiezen.
▼ Selecteer BEVESTIGEN en klik op de
joystickknop om de naam van de
rijder te bevestigen.
▼ De naam van de rijder verschijnt nu
op het welkomstscherm.
▼ Selecteer ANNULEREN om terug
te keren naar het menu Weergave
zonder wijzigingen aan te brengen.
Motorfietsmenu
Het menu Motorfiets maakt de configu-
ratie van de verschillende functies van
de motorfiets mogelijk.
Rijhulpmiddelen
TPMS
Koelvloeistof
Waarschuwing
Onderhoud
Instellingen
Vering
Motorfiets
Voor het oproepen van het menu Motor-
fiets:
▼ Vanuit het hoofdmenu, duw de
joystick omlaag en selecteer de
optie Motorfiets.
▼ Druk in de middenstand op de
joystick om te bevestigen.
▼ Selecteer de gewenste optie in de
lijst om toegang te krijgen tot de
relevante informatie.
De volgende opties zijn beschikbaar:
▼ Rijhulpmiddelen
▼ TPMS (indien aanwezig)
▼ Vering (alleen Speed Triple 1200 RR)
▼ Koelvloeistof
▼ Waarschuwing
▼ Onderhoud
▼ Instellingen.

ALGEMENE INFORMATIE
52
Motorfiets - Vering
De menuoptie Vering is alleen beschik-
baar op de Speed Triple 1200 RR
motorfiets.
Zie Speed Triple 1200 RR voor meer
informatie over de vering van de
pagina 142.
In het menu Vering kunnen specifieke
instellingen voor de vering worden
geconfigureerd.
Instelling Veringparameters
Adaptief
Comfort Hardheid voor
Hardheid achter
Remondersteuning
Normaal
Dynamisch
Hardheid voor
Hardheid achter
Remondersteuning
Acceleratie- ondersteuning
Ondersteuning in bochten
Vast
Vast 3 Compressie voor
Terugvering voor
Compressie achter
Terugvering achter
Vast 2
Vast 1
Adaptieve instellingen
Het volgende scherm wordt weerge-
geven als een adaptieve veringinstelling
is geselecteerd; Comfort, Normaal of
Dynamisch.
1 2
HARDHEID VOOR
1. Huidige veringparameter
2. Beschikbare veringparameters
Een veringparameter instellen:
▼ Duw de joystick naar links/rechts
om door de veringparameters te
bladeren.
▼ Wanneer de vereiste veringpara-
meter wordt weergegeven, duwt
u de joystick omlaag/omhoog om
de veringparameter te verlagen/
verhogen in stappen van 1, tussen
de limieten van - 5 en 5.
▼ Druk in de middenstand op de
joystick om te bevestigen.

ALGEMENE INFORMATIE
54
Motorfiets - Onderhoud
Het onderhoudsmenu toont het onder-
houdsinterval en de kilometerteller.
Onderhoud over:
Of:
Kilometerteller:
ONDERHOUD
600 mi
300 mi
12/2022
Volgende onderhoud bij
Volgende onderhoud bij
300 mi
600 mi
Het onderhoudsinterval geeft de
afstand en de datum weer waarop het
onderhoud uiterlijk moet zijn uitgevoerd.
Motorfiets - Instellingen
In het menu Instellingen kunt u
verschillende motorfietsinstellingen
configureren.
Tractiecontrole
Triumph schakelhulp
Knipper lichten
Fabrieksinstellingen terugzetten
Riding Modes
Vering
Handmatig
De opties van Instellingen omvatten:
▼ Rijmodi
▼ Vering (alleen Speed Triple 1200 RR)
▼ Tractiecontrole
▼ Triumph schakelhulp
▼ Knipper lichten
▼ Fabrieksinstellingen terugzetten.
Instellingen - Rijmodi
Met het scherm Rijmodi kan de huidige
rijmodus worden aangepast aan
verschillende wegomstandigheden en
voorkeuren van de rijder.
Met deze menuoptie kan alleen de
rijmodus worden aangepast die momen-
teel actief en in gebruik is.
Zie pagina 38 voor meer informatie over
de configuratie van rijmodi.
ABS
MAP
Tractiecontrole
Op de weg
R
R
R
R
R
I
I
I
I
I
D
D
D
D
D
E
E
E
E
E
R
R
R
R
R
Track
Road
Rain
Rain
Vering Normaal
Om de rijmodi in te stellen:
▼ Kies alleen in de Rider- modus
tussen On- Road en Track door de
vereiste optie in te schakelen. Alle
andere rijmodi tonen automatisch
een lijst met gespecificeerde
rijmodus instellingen waaruit u kunt
kiezen.
▼ Scroll met de joystick omlaag/
omhoog door de specifieke rijmodus-
instellingen om de gewenste
instelling te markeren.
▼ Druk in de middenstand op de
joystick om te bevestigen. Het
betreffende instellingenmenu wordt
nu getoond.
▼ Zodra de instelling dienovereen-
komstig is aangepast, drukt u op
het midden van de joystick om te
bevestigen en terug te keren naar
de hoofdrijmodi.

ALGEMENE INFORMATIE
57
Instellingen - Richtingaanwijzers
De instelling van de richtingaanwijzers
kan worden gewijzigd.
Om de instelling van de richtingaanwij-
zers te wijzigen:
▼ Beweeg in het menu Instellingen de
joystick omlaag/omhoog om de optie
Richtingaanwijzers te selecteren.
▼ Druk in de middenstand op de
joystick om te bevestigen.
▼ Duw de joystick omlaag/omhoog
om de gewenste richting-
aanwijzeroptie te selecteren. Druk in
de middenstand op de joystick om te
bevestigen.
opties richtingsaanwijzerinstellingen
Handmatig
De automatische uitschakel-
functie staat uit.
De richtingaanwijzers
moeten handmatig worden
uitgeschakeld met de
richtingaanwijzer schakelaar.
Automatische
uitschakeling
De automatische uitschakel-
functie staat aan.
Door kort op de richting-
aanwijzer schakelaar te drukken,
worden de richtingaanwijzers
geactiveerd om drie keer te
knipperen.
Door langer op de richting-
aanwijzerschakelaar te drukken,
worden de richtingaanwijzers
gedurende acht seconden plus
nog eens 65 meter ingeschakeld.
Zie pagina 64 voor meer informatie over
de richtingaanwijzers.
Instellingen - Fabrieksinstellingen
terugzetten
Met de optie Fabrieksinstellingen
terugzetten kunnen de opties worden
teruggezet naar de standaardinstelling.
Reismenu
Met het menu Reis kunt u de
reis informatie van de motorfiets
configureren.
Dagteller
Rondetimer
Brandstofstatus
Reis
Om het Reismenu te openen:
▼ Vanuit het hoofdmenu, duw de
joystick omlaag en selecteer de
optie Reis.
▼ Druk in de middenstand op de
joystick om te bevestigen.
▼ Selecteer de gewenste optie in de
lijst om toegang te krijgen tot de
relevante informatie.

ALGEMENE INFORMATIE
58
Reis - Dagteller
In het informatievak kunnen twee
dagtellers worden opgeroepen en
gereset.
AFSTAND
GEMIDDELDE SNELHEID
LOOPTIJD
TRIP
Om een specifieke dagteller te zien:
▼ Duw de joystick naar links of rechts
om tabblad 1 of 2 te selecteren.
▼ De relevante dagtellerinformatie
wordt dan weergegeven.
Om een dagteller te resetten:
▼ Selecteer de te resetten dagteller.
▼ Duw de joystick in de midden-
stand in en houd hem langer dan
1 seconde ingedrukt.
▼ De dagteller wordt gereset.
Reis - Tripinstellingen
In het menu Tripinstellingen kunnen de
dagtellers handmatig of automatisch
worden gereset.
Trip 1 Reset
Trip 2 Reset Handmatig
Handmatig
TRIP
Om de dagtellers te resetten:
▼ Duw de joystick naar links/rechts
om het tabblad Tripinstellingen te
selecteren.
▼ Duw de joystick omlaag/omhoog om
de gewenste dagteller te selecteren.
Druk in de middenstand op de
joystick om te bevestigen.
▼ Duw de joystick omlaag/omhoog
om de gewenste resetoptie te
selecteren en druk de joystick in de
middenstand in om de selectie te
bevestigen.
Opties voor tripinstellingen
Auto
Met deze optie wordt elke
dagteller gereset nadat
het contact gedurende de
geselecteerde tijd uitgeschakeld
is geweest; 1, 2, 4, 8, 12 of 16 uur.
Handmatig
Deze optie reset de geselecteerde
dagteller alleen wanneer de
rijder de geselecteerde dagteller
handmatig reset.

ALGEMENE INFORMATIE
65
Joystickknop
De joystick wordt gebruikt om de
volgende functies van de instrumenten
te bedienen:
▼ Omhoog - van onder naar boven
door het menu scrollen
▼ Omlaag - van boven naar onder
door het menu scrollen
▼ Links - naar links door het menu
scrollen
▼ Rechts - naar rechts door het menu
scrollen
▼ Midden - indrukken om selectie te
bevestigen.
Claxonknop
Wanneer de claxonknop wordt inge-
drukt en het contact ingeschakeld is,
klinkt de claxon.
Grootlichtknop
De grootlichtknop heeft verschillende
functies; deze zijn ervan afhankelijk of
de dagrijverlichting (DRL) is gemon-
teerd of niet. Wanneer het grootlicht is
ingeschakeld, brandt het controlelampje
grootlicht in het display.
Modellen met dagrijverlichting (DRL)
Als de DRL- schakelaar in de stand
dagrijlicht (DRL) staat, kan het groot-
licht worden ingeschakeld door de
grootlichtknop ingedrukt te houden. Dit
blijft branden zolang de knop ingedrukt
wordt gehouden, en gaat uit zodra de
knop wordt losgelaten.
Als de DRL- schakelaar in de stand
dimlicht staat, kan het grootlicht
worden ingeschakeld door op de groot-
lichtknop te drukken. Door nogmaals op
de knop te drukken wordt het dimlicht
weer ingeschakeld.
Op dit model is geen aan/uit- schakelaar
voor verlichting aangebracht. Het
achterlicht en de kentekenplaatver-
lichting gaan automatisch branden
wanneer het contact wordt ingescha-
keld. De koplamp brandt als het contact
in de stand AAN staat en de motor
draait.
Modellen zonder dagrijverlichting (DRL)
Druk op de grootlichtknop om het groot-
licht in te schakelen. Door nogmaals op
de knop te drukken wordt het dimlicht
weer ingeschakeld.
Op dit model is geen aan/uit- schakelaar
voor verlichting aangebracht. Het posi-
tielicht en de kentekenplaatverlichting
gaan automatisch branden wanneer het
contact wordt ingeschakeld. De koplamp
brandt als het contact in de stand AAN
staat en de motor draait.

ALGEMENE INFORMATIE
73
Instellingen tractiecontrole
Waarschuwing
Probeer de instellingen van de
tractie controle niet onder het rijden
te wijzigen, omdat dit kan leiden tot
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval.
Waarschuwing
Als de tractiecontrole is uitgeschakeld,
gedraagt de motorfiets zich net als
anders, maar zonder tractiecontrole.
In dat geval kan te snel accelereren op
een nat of glad wegoppervlak leiden
tot verlies van controle over de motor-
fiets en een ongeval.
De tractiecontrole kan worden ingesteld
zoals beschreven (pagina 56).
Als de tractiecontrole is uitgeschakeld,
brandt het waarschuwingslampje 'TC
uitgeschakeld'.
De tractiecontrole wordt automatisch
ingeschakeld als het contact uit- en
vervolgens weer ingeschakeld wordt.
Bandspanningscontrole-
systeem (TPMS)
(indien gemonteerd)
Waarschuwing
Het TPMS- systeem ontslaat u niet van
de verplichting dagelijks de banden-
spanning te controleren.
Controleer de bandenspanning als de
banden koud zijn met behulp van een
nauwkeurige bandenspanningsmeter,
zie het hoofdstuk Banden voor meer
informatie.
Gebruik van het TPMS- systeem voor
het instellen van de bandenspanning
kan leiden tot een verkeerde banden-
spanning en bijgevolg tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.
Let op
Het bandspanningscontrolesysteem
(TPMS) kan worden geleverd als optie.
Het systeem mag uitsluitend worden
gemonteerd door een erkende Triumph-
dealer.
Het TPMS- display in de instrumenten-
groep wordt alleen ingeschakeld
wanneer het systeem ingebouwd is.
Bandenspanningssensoren zijn bij het
voor- en het achterwiel gemonteerd.
Deze sensoren meten de luchtdruk in
de band en verzenden de drukgegevens
naar de instrumenten. Deze sensoren
verzenden de gegevens pas wanneer de
motorfiets harder rijdt dan 20 km/h.
Produkt Specifikationer
Mærke: | Triumph |
Kategori: | Motor |
Model: | Speed Triple RR (2022) |
Har du brug for hjælp?
Hvis du har brug for hjælp til Triumph Speed Triple RR (2022) stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig
Motor Triumph Manualer
14 Oktober 2024
13 Oktober 2024
5 September 2024
3 September 2024
3 September 2024
2 September 2024
1 September 2024
25 August 2024
19 August 2024
17 August 2024
Motor Manualer
- Indian
- Cagiva
- Hyosung
- Harley Davidson
- Ridley
- Aprilia
- Benelli
- Royal Enfield
- Suzuki
- CRRCpro
- ELAC
- Ducati
- Kettler
- BMW
- Hero
Nyeste Motor Manualer
8 Februar 2025
8 Februar 2025
15 Januar 2025
10 Januar 2025
8 Januar 2025
8 Januar 2025
2 Januar 2025
31 December 2025
31 December 2025
31 December 2025