Epson LX-1170II Manual
Læs gratis den danske manual til Epson LX-1170II (167 sider) i kategorien Printer. Denne vejledning er vurderet som hjælpsom af 13 personer og har en gennemsnitlig bedømmelse på 4.6 stjerner ud af 7 anmeldelser. Har du et spørgsmål om Epson LX-1170II, eller vil du spørge andre brugere om produktet?
Side 1/167

Gebruikershandleiding
®
NPDxxxx-00

2
Copyright en handelsmerken
Copyright
Geen enkel deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd,
worden opgeslagen in een gegevensopzoeksysteem of worden
overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, hetzij
elektronisch, mechanisch, via fotokopie of opname, of anderszins,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld
voor gebruik met deze Epson-printer. Epson is niet aansprakelijk
voor het gebruik van deze informatie voor andere printers.
Seiko Epson Corporation noch diens dochterondernemingen
kunnen door de koper van dit product of door derden
aansprakelijk worden gesteld voor schade, verlies, kosten of
uitgaven voor de koper of een derde partij ten gevolge van een
ongeluk, verkeerd gebruik of misbruik van dit product of
ongeoorloofde wijzigingen, reparaties of aanpassingen aan dit
product of (met uitzondering van de V.S.) het niet strikt naleven
van de bedienings- en onderhoudsinstructies van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation is niet aansprakelijk voor schade of
problemen die het gevolg zijn van het gebruik van opties of
verbruiksartikelen anders dan die door Seiko Epson Corporation
worden aangeduid als originele Epson-producten of door Epson
goedgekeurde producten.
Handelsmerken
EPSON® en EPSON ESC/P® zijn gedeponeerde handelsmerken
van Seiko Epson Corporation.
Microsoft®, Windows® en Windows NT® zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.

3
IBM® is een gedeponeerd handelsmerk van International
Business Machines Corporation.
Algemene opmerking: Andere productnamen die in deze documentatie
worden gebruikt, worden uitsluitend ter identificatie gebruikt en zijn
mogelijk handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Epson maakt
geen enkele aanspraak op deze merken.
Copyright © 2006 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.

4
Veiligheidsinstructies.
Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en
opmerkingen
wWaarschuwingen
moeten zorgvuldig worden opgevolgd om lichamelijk letsel te
voorkomen.
cVoorzorgsmaatregelen:
moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te
voorkomen.
Opmerkingen
bevatten belangrijke informatie en nuttige tips over het gebruik van
uw printer.
Waarschuwingssymbool voor hete onderdelen
K Dit symbool staat op de printerkop en op andere
onderdelen om aan te geven dat deze heet kunnen worden. Raak
deze onderdelen nooit aan vlak nadat de printer is gebruikt. Laat
ze gedurende enkele minuten afkoelen voordat u ze aanraakt.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees al deze veiligheidsinstructies voordat u de printer gebruikt.
Daarnaast dient u alle waarschuwingen en instructies op de
printer zelf op te volgen.
Tijdens het installeren van de printer
❏Plaats de printer niet op een onstabiel oppervlak of in de buurt
van een radiator of warmtebron.

5
❏Plaats de printer op een vlak, stabiel oppervlak. De printer
werkt niet goed als deze schuin of in een hoek is geplaatst.
❏Plaats dit product niet op een zacht, onstabiel oppervlak,
zoals een bed of bank of in een kleine, afgesloten ruimte,
aangezien de ventilatie hierdoor wordt belemmerd.
❏Blokkeer of bedek de sleuven en openingen in de behuizing
niet en duw geen voorwerpen in de sleuven.
❏Gebruik alleen het type stroombron dat wordt aangegeven op
het label van de printer. Als u de elektriciteitsspecificaties in
uw regio niet kent, neem dan contact op met plaatselijke
energiebedrijf of raadpleeg de leverancier.
❏Sluit alle apparatuur aan op correct geaarde stopcontacten.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde stroomgroep als
kopieerapparaten of klimaatregelingssystemen die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
❏Gebruik geen beschadigde of gerafelde voedingskabel.
❏De voedingskabel moet zo worden neergelegd dat schade
door afschuren, snijden, rafelen, plooien en knikken en
andere schade wordt voorkomen.
❏Als u de printer aansluit op een stekkerdoos, zorg dan dat het
totale amperage van alle apparaten die op de stekkerdoos zijn
aangesloten niet hoger is dan het amperage van de doos. Zorg
ook dat het totale amperage van alle apparaten die op het
stopcontact zijn aangesloten niet hoger is dan het amperage
van het stopcontact.
❏Gebruik alleen de voedingskabel die bij dit product wordt
geleverd. Gebruik van een andere kabel kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
❏De voedingskabel van dit product is alleen bedoeld voor
gebruik met dit product. Gebruik met andere apparatuur kan
brand of een elektrische schok veroorzaken.

6
Tijdens het onderhoud van de printer
❏Verwijder de printerkabel uit het stopcontact voordat u de
printer reinigt en reinig de printer uitsluitend met een
vochtige doek.
❏Mors geen vloeistoffen op de printer.
❏Behalve zoals specifiek in deze handleiding wordt
beschreven mag u zelf geen onderhoud aan de printer plegen.
❏Verwijder de printerkabel uit het stopcontact en neem voor
onderhoud contact op met bevoegd onderhoudspersoneel in
de volgende gevallen:
i. Als de stroomkabel of stekker is beschadigd.
ii. Als een vloeistof in de printer is terechtgekomen.
iii. Als de printer is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
iv. Als de printer niet normaal werkt of als de prestaties
merkbaar veranderen.
❏Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare gassen in of in de
buurt van dit product. Dit kan brand veroorzaken.
❏Gebruik alleen de bedieningselementen die in de
bedieningsinstructies worden beschreven.
❏Als u van plan bent de printer in Duitsland te gebruiken,
let dan op het volgende:
Voor een adequate beveiliging tegen kortsluiting en
oververhitting van deze printer moet het gebouw zijn
voorzien van een stroomonderbreker van 16 ampère.
Bei Anschluss des Druckers an die Stromversorgung muss
sichergestellt werden, dass die Gebaudeinstallation mit einer
16 A-Sicherung abgesichert ist.

7
Met betrekking tot papiergebruik
❏De afdrukkwaliteit van etiketten hangt af van de temperatuur
en de luchtvochtigheid. Gebruik etiketten daarom alleen
onder de normale gebruiksomstandigheden die hierna
worden beschreven:
Temperatuur: 15 tot 25 °C
Luchtvochtigheid: 30 - 60% RH
❏Laat geen etiketten in de printer achter tussen afdruktaken;
ze kunnen om de plaat krullen en vastlopen wanneer het
afdrukken wordt hervat.
❏Plaats geen papier dat is omgekruld of gevouwen.
Tijdens het gebruik van de printer
❏Gebruik alleen de bedieningselementen die worden
beschreven in de gebruikersdocumentatie. Een onjuiste
afstelling van andere bedieningselementen kan leiden tot
schade die reparatie door een bevoegde technicus vereist.
❏Nadat u de printer hebt uitgezet, dient u altijd minstens vijf
seconden te wachten voordat u de printer weer aanzet. Als u
dit niet doet, kan de printer beschadigd raken.
❏Zet de printer niet uit wanneer de zelftest wordt afgedrukt.
Druk altijd op de knop Pause (Pauzeren) als u het afdrukken
wilt stoppen en zet daarna de printer uit.
❏Sluit de voedingskabel niet aan op een stopcontact met het
verkeerde voltage voor uw printer.
❏Vervang de printerkop nooit zelf aangezien u daarbij de
printer kunt beschadigen. Andere onderdelen van de printer
moeten eveneens worden gecontroleerd als de printerkop
wordt vervangen.
❏U moet de printerkop met de hand verplaatsen als u de
lintcassette wilt vervangen. Als u de printer zojuist hebt
gebruikt, kan de printerkop heet zijn; laat de printerkop
enkele minuten afkoelen voordat u deze aanraakt.

8
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk
Gebruik van opties
Epson (UK) Limited is niet aansprakelijk voor schade of
problemen die het gevolg zijn van het gebruik van opties of
verbruiksartikelen anders dan die door Epson (UK) Limited
worden aangeduid als originele Epson-producten of door Epson
goedgekeurde producten.
Veiligheidsinformatie
wWaarschuwing:
Dit apparaat moet worden geaard. Raadpleeg het op de printer
vermelde voltage en controleer of het voltage van het apparaat
overeenkomt met het voltage van het stopcontact.
Belangrijk:
De draden in de voedingskabel van dit apparaat hebben verschillende
kleuren met de volgende code:
Groen en geel — Aarde
Blauw — Neutraal
Bruin — Onder spanning
Als u een stekker moet aansluiten:
Aangezien de kleuren van de voedingskabel van dit apparaat
mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde aanduidingen die
de aansluitpunten van de stekker aangeven, dient u als volgt te
werk te gaan:
De groene en gele draad moeten worden verbonden met het
aansluitpunt in de stekker met de letter E of het symbool voor
aarde (G).
De blauwe draad moet worden verbonden met het aansluitpunt
in de stekker met de letter N.

9
De bruine draad moet worden verbonden met het aansluitpunt
in de stekker met de letter L.
Als de stekker is beschadigd, dient u de kabel te vervangen of een
bevoegd elektricien te raadplegen.
Vervang zekeringen alleen door een zekering met het juiste
formaat en vermogen.
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk,
Singapore en Hongkong
Vervang zekeringen alleen door zekeringen met het juiste formaat
en vermogen.
Veiligheidsvereisten
Stekker:
Gebruik een 3-pins stekker die is geregistreerd bij de juiste
veiligheidsinstantie.
Flexibele kabel:
Gebruik een dubbel geïsoleerde flexibele kabel die is
gecertificeerd* volgens de relevante IEC- of BS-normen.
Connector op het apparaat:
Gebruik een connector die is gecertificeerd* volgens de relevante
IEC- of BS-normen.
* Gecertificeerd door een lid van het IECEE CB Scheme.
Conformiteit met ENERGY STAR ®
Epson, partner van ENERGY STAR ®, heeft bepaald
dat dit product voldoet aan de richtlijnen van
ENERGY STAR ® betreffende efficiënt
energiegebruik.

10
Het internationale ENERGY STAR ® Office
Equipment-programma is een vrijwillige samenwerking tussen
fabrikanten van computer- en kantoorapparatuur ter bevordering
van de ontwikkeling van energiebesparende computers,
beeldschermen, printers, faxapparaten, kopieerapparaten,
scanners en multifunctionele apparaten om zo de luchtvervuiling
door stroomopwekking terug te dringen. De gebruikte normen en
logo's zijn voor alle deelnemende landen gelijk.

11
Inhoudsopgave
Copyright en handelsmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Copyright . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Handelsmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen. . 4
Waarschuwingssymbool voor hete onderdelen . . . . . . . . . . . . 4
Belangrijke veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk. . . . . . . . . . . . . . . 8
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk,
Singapore en Hongkong. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Leren werken met uw printer
Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Papierverwerking
Afdrukken op kettingpapier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Afdrukken met de push-tractor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Een afgedrukt document verwijderen uit de push-tractor . . . 20
Weer overschakelen op losse vellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Afdrukken met de pull-tractor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De “bovenkant van formulier”-positie aanpassen . . . . . . . . . 28
Het papier doorvoeren naar de afscheurrand. . . . . . . . . . . . . 31
Afdrukken op losse vellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Losse vellen laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Afdrukken op speciaal papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
De papierdiktehendel aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Meervoudige formulieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Enveloppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

12
Printersoftware
De printersoftware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De printerdriver gebruiken met Windows Me en 98 . . . . . . . . . . . 42
De printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen . . . 43
De printerdriver openen via het menu Start . . . . . . . . . . . . . . 45
De instellingen voor de printerdriver wijzigen . . . . . . . . . . . 46
De printerdriver gebruiken met Windows XP, 2000 en
Windows NT 4.0 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
De printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen . . . 48
De printerdriver openen via het menu Start . . . . . . . . . . . . . . 51
De instellingen voor de printerdriver wijzigen . . . . . . . . . . . 53
Overzicht instellingen de huidige printerdriver . . . . . . . . . . . . . . . 54
EPSON Status Monitor 3 gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
EPSON Status Monitor 3 instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
EPSON Status Monitor 3 openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
EPSON Status Monitor 3 installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De printer instellen in een netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
De printer delen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
De printer instellen als een gedeelde printer . . . . . . . . . . . . . 64
Instellen voor de clients . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
De printerdriver installeren vanaf de cd-rom. . . . . . . . . . . . . 76
Afdrukken annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
De printersoftware verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
De printerdriver en EPSON Status Monitor 3 verwijderen . . 79
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . 84
Een geïntegreerd lettertype selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
De standaardinstellingen van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
De standaardinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93

14
Opdrachtenlijsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
EPSON ESC/P-besturingscodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/ IBM 2381 Plus
(voor LX-1170II)-emulatiebesturingscodes . . . . . . . . . . . . . . 155
Standaarden en goedkeuringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Veiligheidsgoedkeuringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
CE-markering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
De printer reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
De printer vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Woordenlijst
Index

15
Leren werken met uw printer
Functies
Uw EPSON ® LX-300+II/LX-1170II 9-pins dot-matrixprinter biedt
afdrukken van hoge kwaliteit en superieure prestaties in een
compacte eenheid. Tot de functies van de printer behoren:
❏Verschillende papierbanen die precies aansluiten op
uw wensen.
❏De mogelijkheid om een groot aantal verschillende
papiersoorten te verwerken, waaronder kettingpapier,
meervoudige formulieren (met één origineel en maximaal
vier kopieën), etiketten, losse vellen en enveloppen.
❏Hoge afdruksnelheden van maximaal 300 cps (tekens per
seconde) bij 10 cpi (tekens per inch).
Uw printer wordt geleverd met het printerstuurprogramma en
andere software, waaronder EPSON Status Monitor 3 voor
Microsoft ® Windows ® XP, Me, 98, 2000 of NT 4.0. Met het
hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 kunt u de status van
uw printer snel en gemakkelijk controleren.
Opmerking:
De afbeeldingen in deze handleiding zijn afkomstig van de LX-300+II.
De LX-1170II is breder dan de LX-300+II. De uitleg is voor beide
apparaten echter hetzelfde.

16
Papierverwerking
Afdrukken op kettingpapier
Uw printer kan kettingpapier met de tractor verwerken.
Afhankelijk van de positie van de tractor, kunt u deze gebruiken
als pull-tractor of als push-tractor. De volgende richtlijnen
kunnen handig zijn bij het bepalen van de positie van de tractor:
❏Wilt u overschakelen van afdrukken op losse vellen naar
afdrukken op kettingpapier en vice versa zonder dat u de
papiertoevoer hoeft te verwijderen? Wilt u kettingpapier vel
voor vel afscheuren? Gebruik de tractor in de
push-tractor-positie. (De tractor is standaard in deze positie
geïnstalleerd als de printer wordt geleverd.). Zie het volgende
gedeelte.
❏Wilt u afdrukken op etiketten, meervoudige formulieren of
andere documenten waarvoor een nauwkeurige afdrukpositie
vereist is? Gebruik de tractor dan als pull-tractor.
Zie “Afdrukken met de pull-tractor” voor instructies.
Afdrukken met de push-tractor
Als u de push-tractor gebruikt, is het raadzaam de functie
voor automatisch afscheuren in de modus Default Setting
(Standaardinstelling) in te schakelen. Zie “De
standaardinstellingen van de printer”.
Opmerking:
De afbeeldingen in deze handleiding zijn afkomstig van de LX-300+II.
De LX-1170II is breder dan de LX-300+II. De uitleg is voor beide
apparaten echter hetzelfde.

17
Volg de onderstaande stappen om kettingpapier te laden met
gebruik van de push-tractor:
1. Zorg ervoor de printer uitstaat. Verwijder het printerdeksel en
de papiergeleider en plaats de papierontgrendelingshendel in
de positie voor kettingpapier.
2. Ontgrendel de geleide-eenheden door de vergrendeling
hiervan naar voren te trekken.

18
3. Verschuif de linkergeleide-eenheid en gebruik hierbij de schaal
op de printer als richtlijn. De printer drukt rechts van de positie
met de markering 0 af. Druk de vergrendelingshendel van de
geleide-eenheid terug om de eenheid te vergrendelen.
Verschuif vervolgens de rechtergeleide-eenheid om deze in te
stellen op de breedte van het papier, maar vergrendel de
eenheid niet. Verplaats de papiersteun totdat deze zich
halverwege de geleide-eenheden bevindt.
4. Zorg ervoor dat het papier een scherpe, rechte invoerrand
heeft. Open de afdekkingen van de geleide-eenheden.
Plaats de eerste gaten in het papier over de pinnen van de
geleide-eenheden en sluit de afdekkingen van de eenheden.
Verschuif de rechtergeleide-eenheid om eventuele speling
in het papier te verwijderen en vergrendel de eenheid.
Het papier bevindt zich nu in de geladen positie.

20
7. Zorg ervoor dat het printerdeksel gesloten is. Druk op de
knop LF/FF om het papier in de invoerpositie te plaatsen.
Het afdrukken wordt gestart zodra de printer gegevens heeft
ontvangen.
8. Nadat het afdrukken is voltooid, voert u de stappen in het
volgende gedeelte uit om het afgedrukte document af te
scheuren. Als de eerste afgedrukte regel op de pagina te hoog
of te laag wordt weergegeven, kunt u de positie hiervan
wijzigen met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig
aanpassen). Zie “De bovenkant van formulier-positie
aanpassen”.
cLet op:
Gebruik de knop voor papierinvoer nooit om de positie voor de
bovenkant van het formulier te wijzigen. Hierdoor kan de printer
beschadigd raken of de positie voor de bovenkant van het formulier
worden verwijderd.
Als u meer gegevens verzendt, wordt het papier automatisch
teruggevoerd naar de laadpositie.
Een afgedrukt document verwijderen uit de
push-tractor
Voer de volgende stappen uit om het afgedrukte document te
verwijderen:
1. Druk op de knop Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)).
Controleer of de lampjes Tear Off (Font) (Afscheuren
(Lettertype)) knipperen. (Hiermee wordt aangegeven dat het
papier zich in de afscheurpositie bevindt.)

22
c
Let op:
Scheur het afgedrukte document altijd af voordat u op de knop
Load/Eject (Laden/Uitwerpen) drukt. Als meerdere
pagina's tegelijk in omgekeerde volgorde worden ingevoerd,
kan het papier vastlopen.
Weer overschakelen op losse vellen
Als u wilt overschakelen op losse vellen, drukt u op de knop
Load/Eject (Laden/Uitwerpen). De printer voert het papier
nu achterwaarts in de stand-bypositie. Voer daarna de stappen
in “Losse vellen laden” uit.
cLet op:
Scheur het afgedrukte document altijd af voordat u op de knop
Load/Eject (Laden/Uitwerpen) drukt. Als meerdere
pagina's tegelijk in omgekeerde volgorde worden ingevoerd,
kan het papier vastlopen.
Afdrukken met de pull-tractor
Als u kettingpapier wilt laden met gebruik van de pull-tractor,
dient u de tractor in de pull-tractor-positie zetten aan de hand van
stap 1 t/m 3 van deze procedure. Als de tractor zich al in deze
positie bevindt, zorgt u ervoor dat de printer is uitgeschakeld en
gaat u verder met stap 6.

23
c
Let op:
❏Gebruik de knop voor de papierinvoer aan de rechterkant van
de printer alleen om vastgelopen papier te verwijderen en
alleen als de printer is uitgezet. Op die manier voorkomt u
dat de printer beschadigd raakt of de positie voor de bovenkant
van het formulier wordt verwijderd.
❏Als u de pull-tractor gebruikt, is het raadzaam de functie voor
automatisch afscheuren in de modus Default Setting
(Standaardinstelling) uit te schakelen om te voorkomen
dat het papier vastloopt.
1. Zet de printer uit en verwijder het printerdeksel
en de papiergeleider. Verwijder daarna de
papierspanningseenheid door de vergrendelingsnokken
van de eenheid voorzichtig samen te drukken en de
papierspanningseenheid weg te trekken van de printer.
Trek ten slotte de papierontgrendelingshendel naar voren
in de positie voor kettingpapier.

24
2. Druk de vergrendelingsnokken van de tractor voorzichtig
aan beide zijden samen en draai de tractor omhoog en uit
de printer.
3. Verplaats de tractor naar voren naar de bevestigingssleuf
bovenop de printer en kantel de tractor in de juiste positie (zie
onderstaande afbeelding). Wanneer u de tractor op de nokjes
drukt, klikt de tractor voelbaar vast.

25
4. Ontgrendel de geleide-eenheden door de vergrendeling
hiervan naar voren te trekken.
5. Plaats het papier in de onderste papiersleuf of in de achterste
papiersleuf (zie hieronder) en trek het omhoog. Positioneer
het papier en gebruik hierbij de schaal op de printer als
richtlijn. De printer drukt rechts van de positie met de
markering 0 af.

26
6. Verschuif de linkergeleide-eenheid zodat de geleiders
ervan overeenkomen met de positie van de gaten in het
papier en vergrendel de eenheid. Verschuif vervolgens de
rechtergeleide-eenheid om deze in te stellen op de breedte
van het papier, maar vergrendel de eenheid niet. Verplaats
de papiersteun totdat deze zich halverwege de twee
geleide-eenheden bevindt.
7. Zorg ervoor dat het papier een scherpe, rechte invoerrand
heeft. Open de afdekkingen van de geleide-eenheden. Plaats
de eerste gaten in het papier over de pinnen van de geleide-
eenheden en sluit de afdekkingen van de eenheden. Verschuif
de rechtergeleide-eenheid om eventuele speling in het papier
te verwijderen en vergrendel vervolgens de eenheid.

28
De “bovenkant van formulier”-positie aanpassen
De positie voor de bovenkant van het formulier is de positie op
de pagina waarop het afdrukken wordt gestart. Als de afdruk te
hoog of te la ag op de pagina w ordt w eer gegeve n, kunt u de po sitie
voor de bovenkant van het formulier wijzigen met de functie
Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen). Voer de onderstaande
stappen uit.
cLet op:
Gebruik de knop voor papierinvoer nooit om de positie voor de
bovenkant van het formulier te wijzigen. Hierdoor kan de printer
beschadigd raken of de positie voor de bovenkant van het formulier
worden verwijderd.
Opmerking:
❏Uw instelling voor de positie voor de bovenkant van het formulier
blijft van kracht totdat u de positie wijzigt, zelfs als u de printer uitzet.
❏De instelling voor de bovenste marge in bepaalde
toepassingssoftware overschrijft de instelling voor de positie voor de
bovenkant van het formulier die u opgeeft met de functie Micro
Adjust (Nauwkeurig aanpassen). Pas indien nodig de positie voor
de bovenkant van het formulier aan in de software.
1. Zorg ervoor de printer is aangezet.
2. Laad indien nodig papier aan de hand van de instructies in
dit hoofdstuk.
3. Verwijder het printerdeksel.
4. Houd de knop Pause (Onderbreken) gedurende drie
seconden ingedrukt. Het lampje Pause (Onderbreken) begint
te knipperen en de printer gaat over op de modus Micro
Adjust (Nauwkeurig aanpassen).

29
5. Druk op de knop LF/FF D als u de positie voor de bovenkant
van het formulier hoger op de pagina wilt plaatsen, of druk
op de knop Load/Eject U (Laden/Uitwerpen) als u de positie
voor de bovenkant van het formulier lager op de pagina wilt
plaatsen.
* plastic lintafdekking
Opmerking:
❏De printer heeft een minimum- en een maximumpositie voor de
bovenkant van het formulier. Als u probeert een positie in te
stellen die boven of onder deze grenzen ligt, klinkt een pieptoon
en wordt de verplaatsing van het papier stopgezet.
❏Als het papier de standaardpositie voor de bovenkant van het
formulier bereikt, klinkt eveneens een pieptoon en wordt de
verplaatsing van het papier korte tijd stopgezet. U kunt de
standaardpositie gebruiken als referentiepunt bij het aanpassen
van de positie voor de bovenkant van het formulier.
*

30
Zie het onderstaande voorbeeld als u de positie voor de
bovenkant van het formulier wilt wijzigen voor kettingpapier
dat is geplaatst op de pull-tractor:
Markeer eerst een punt 2,5 mm (0,1 inch) boven de perforatie
van het papier en plaats vervolgens het papier zodanig dat de
markering samenvalt met de bovenrand van de pastic
lintafdekking. Hierdoor ontstaat een marge van 8,5 mm
(0,33 inch) op de volgende pagina. Dit betekent dat de printer
8,5 mm (0,33 inch) onder de perforatie begint met afdrukken.
Als u een punt markeert dat 2,5 mm (0,1 inch) boven de
perforatie ligt, ontstaat een marge van 8,5 mm (0,33 inch) op
de volgende pagina.
6. Nadat u de positie voor de bovenkant van het formulier hebt
ingesteld, drukt u op de knop Pause (Onderbreken) om de
modus Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen) te verlaten.
A 2,5 mm (0,1 inch)
B 8,5 mm (0,33 inch)

31
Het papier doorvoeren naar de afscheurrand
Als u de push-tractor gebruikt en u bent klaar met afdrukken,
kunt u het kettingpapier met de afscheurfunctie doorvoeren naar
de afscheurrand van de printer. U kunt het afgedrukte document
dan gemakkelijk afscheuren. Wanneer u doorgaat met afdrukken,
wordt het papier automatisch teruggevoerd naar de positie voor
de bovenkant van het formulier, zodat het papier tussen
documenten dat normaal gesproken verloren gaat, kan worden
gebruikt.
U kunt de afscheurfunctie op twee manieren gebruiken:
handmatig, door op de knop Tear Off (Font) (Afscheuren
(Lettertype)) van de printer te drukken, of automatisch door
de modus voor automatisch afscheuren in te schakelen.
cLet op:
Gebruik de hierboven beschreven afscheurfunctie nooit om
kettingpapier met etiketten achterwaarts in te voeren; de etiketten
kunnen dan losraken en vastlopen in de printer.
De knop Tear Off (Afscheuren) gebruiken
Controleer nadat de printer het document heeft afgedrukt, of de
lampjes Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) niet knipperen.
Druk vervolgens op de knop Tear Off (Font) (Afscheuren
(Lettertype)). Het papier wordt doorgevoerd naar de
afscheurrand.
Opmerking:
Als de lampjes Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) knipperen,
bevindt het papier zich in de afscheurpositie. Als u nogmaals op de knop
Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) drukt, wordt het papier
doorgevoerd naar de volgende positie voor de bovenkant van het
formulier.

32
Het papier automatisch doorvoeren naar de
afscheurpositie
Als u uw afgedrukte documenten automatisch wilt doorvoeren
naar de afscheurpositie, dient u de modus voor automatisch
afscheuren in te schakelen en de juiste paginalengte voor
kettingpapier te selecteren in de modus Default Setting
(Standaardinstelling). Zie “De standaardinstellingen wijzigen”
voor instructies.
Als automatisch afscheuren is ingeschakeld, voert de printer het
papier automatisch door naar de afscheurpositie wanneer een
volledige pagina met gegevens of een opdracht voor formulierinvoer
wordt ontvangen die niet wordt gevolgd door meer gegevens.
De afscheurpositie aanpassen
Als de perforatie van het papier niet is uitgelijnd met de
afscheurrand, kunt u met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig
aanpassen) de perforatie naar de afscheurpositie verplaatsen.
Voer de onderstaande stappen uit om de afscheurpositie aan
te passen:
cLet op:
Gebruik de knop voor papierinvoer nooit om de positie voor de
bovenkant van het formulier te wijzigen. Hierdoor kan de printer
beschadigd raken of de positie voor de bovenkant van het formulier
worden verwijderd.
Opmerking:
Uw afscheurpositie blijft van kracht totdat u de positie wijzigt, zelfs als
u de printer uitzet.
1. Controleer of de lampjes Tear Off (Font) (Afscheuren
(Lettertype)) knipperen (het papier bevindt zich in de
afscheurpositie). U dient wellicht nogmaals op de knop Tear
Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) te drukken om het
papier door te voeren naar de afscheurpositie.
2. Open de afdekking van de papiergeleider.

33
3. Houd de knop Pause (Onderbreken) gedurende drie
seconden ingedrukt. Het lampje Pause (Onderbreken) begint
te knipperen en de printer schakelt over op de modus Micro
Adjust (Nauwkeurig aanpassen).
4. Druk op de knop LF/FF D om het papier achterwaarts in te
voeren of druk op de knop Load/Eject (Laden/Uitwerpen)
U om het papier voorwaarts in te voeren, totdat de
papierperforatie is uitgelijnd met de afscheurrand.
* afscheurrand
Opmerking:
De printer heeft een minimum- en een maximumafscheurpositie.
Als u probeert een afscheurpositie in te stellen die boven of onder
deze grenzen ligt, klinkt een pieptoon en wordt de verplaatsing van
het papier gestopt.
5. Druk op de knop Pause (Onderbreken) nadat u de
afscheurpositie hebt ingesteld om de modus Micro Adjust
(Nauwkeurig aanpassen) af te sluiten.
6. Scheur de afgedrukte pagina's af.
Wanneer u doorgaat met afdrukken, wordt het papier
automatisch teruggevoerd naar de positie voor de bovenkant van
het formulier en wordt het afdrukken gestart.
*

34
Afdrukken op losse vellen
U kunt losse vellen papier een voor een in de printer plaatsen met
de papiergeleider van de printer. Zie “Papier” voor specificaties
voor de soorten losse vellen die u kunt gebruiken.
Voordat u afdrukt op losse vellen van meervoudige formulieren,
enveloppen of ander speciaal papier, dient u de papierdiktehendel
in te stellen op de juiste positie. Zie “Afdrukken op speciaal papier”
voor meer informatie.
Opmerking:
❏Gebruik de optionele invoer voor losse vellen als u een stapel losse
vellen wilt laden. Zie “Opties installeren en gebruiken”.
❏Zie “Printerspecificaties” voor uitgebreide specificaties voor de
soorten losse vellen die u kunt gebruiken.
❏U kunt de papiergeleider gebruiken om losbladige meervoudige
formulieren zonder doorslag te laden die aan de bovenzijde zijn
gehecht via een lijmrand.
❏Plaats meervoudige formulieren in de papiergeleider, met de
inbindrand eerst en de bedrukbare zijde omlaag.
❏De afbeeldingen in deze handleiding zijn afkomstig van de
LX-300+II. De LX-1170II is breder dan de LX-300+II. De uitleg is
voor beide apparaten echter hetzelfde.

35
Losse vellen laden
Voer de volgende stappen uit om losse vellen te laden:
1. Zorg ervoor de printer uitstaat. Controleer ook of de
papierontgrendelingshendel naar achteren is gedrukt in de
positie voor losse vellen en of de papiergeleider zich in de
verticale positie bevindt (zie onderstaande afbeelding).
2. Verschuif de linkergeleider totdat deze wordt vergrendeld bij
de geleidemarkering. Stel vervolgens de geleider voor de
rechterrand in op de breedte van het papier dat u gebruikt.

36
3. Schuif een vel papier in de printer tussen de randgeleiders.
Druk het papier goed aan tot u het niet verder kunt invoeren.
Bij normaal gebruik zet u de printer aan zonder op andere
knoppen te drukken. Het afdrukken wordt gestart zodra de
printer gegevens heeft ontvangen.
cLet op:
Gebruik de knop voor de papierinvoer aan de rechterkant van de
printer alleen om vastgelopen papier te verwijderen en alleen als
de printer is uitgezet. Op die manier voorkomt u dat de printer
beschadigd raakt of de positie voor de bovenkant van het formulier
wordt verwijderd.
Afdrukken op speciaal papier
De printer kan ook afdrukken op een groot aantal verschillende
papiersoorten, waaronder meervoudige formulieren, etiketten en
enveloppen.
Als u meervoudige formulieren afdrukt, kunt u op maximaal
13 mm (0,5 inch) van de randen van het papier afdrukken.
Zie “Printerspecificaties” voor informatie over het afdrukbare
gebied van enveloppen.

38
2. Selecteer de juiste papierdikte aan de hand van de
onderstaande tabel.
3. Sluit het printerdeksel.
Meervoudige formulieren
U kunt meervoudige formulieren van maximaal veijf delen
(één origineel plus vier kopieën) en zonder doorslag gebruiken
op kettingpapier of losse vellen. Voordat u afdrukt op de
formulieren, dient u de papierdiktehendel in te stellen aan de
hand van de hierboven beschreven instructies. Neem de volgende
tips in overweging voor goede resultaten:
❏Gebruik alleen meervoudige formulieren die zijn gelijmd met
punten of gehecht aan de zijkant. Laad nooit meervoudige
formulieren die zijn samengevoegd met metalen nietjes, tape
of doorlopende lijm.
❏Gebruik alleen losbladige meervoudige formulieren met
alleen aan de bovenkant een lijmrand. Plaats de gelijmde rand
van de formulieren het eerst in de printer.
❏Gebruik uitsluitend meervoudige formulieren die niet zijn
gekreukeld of gegolfd.
Papiersoort Positie van hendel
Standaardpapier (losse vellen of kettingpapier) 0
Meervoudige
formulieren
2 vellen
3 vellen
4 vellen
5 vellen
0
1
2
3
Etiketten 1
Enveloppen 2 of 4

39
❏Gebruik de toepassingssoftware of de instructies in
“De bovenkant van formulier-positie aanpassen” als u de
laadpositie moet aanpassen.
❏Wanneer u meervoudige formulieren met hechting aan de
zijkant gebruikt, vallen de kopieën mogelijk niet samen met
het origineel. In dat geval kiest u een hogere waarde voor de
papierdiktehendel.
Etiketten
Als u wilt afdrukken op etiketten, dient u de tractor te gebruiken
als pull-tractor en papier te plaatsen via de onderste papiersleuf.
Voordat u op etiketten kunt afdrukken, dient u de
papierdiktehendel in te stellen aan de hand van de instructies
in “De papierdiktehendel aanpassen”. Houd rekening met het
volgende:
❏Kies etiketten die zijn bevestigd op kettingpapier
met een achterblad met gaten die geschikt zijn voor de
geleide-eenheid voor gebruik met een tractor. Druk etiketten
niet af als losse vellen, omdat het gladde achterblad vaak iets
verschuift.
❏Laad etiketten op dezelfde manier als normaal kettingpapier.
Zie “Afdrukken met de pull-tractor” voor instructies voor het
laden van papier.
❏De afdrukkwaliteit van etiketten hangt sterk af van de
temperatuur en de luchtvochtigheid. Gebruik etiketten
daarom alleen onder normale bedrijfsomstandigheden.
❏Laat tussen afdruktaken geen etiketten in de printer zitten;
de etiketten kunnen rond de plaat krullen en tijdens de
volgende afdruktaak een papierstoring veroorzaken.

41
Printersoftware
De printersoftware
De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en
EPSON Status Monitor 3.
De printerdriver is de software waarmee u via uw computer
de printer kunt besturen. U dient de printerdriver te installeren
om alle door de printer geboden mogelijkheden met uw
Windows-toepassingen te kunnen gebruiken.
Het programma EPSON Status Monitor 3 controleert de status
van uw printer, waarschuwt u als er fouten optreden en biedt tips
voor het oplossen van problemen. EPSON Status Monitor 3 wordt
samen met de printerdriver geïnstalleerd. Raadpleeg “EPSON
Status Monitor 3 installeren” voor instructies als u EPSON Status
Monitor 3 later wilt installeren.
Opmerking:
❏Controleer voordat u verder gaat of de printerdriver op uw computer
is geïnstalleerd zoals wordt beschreven in Begin hier.
❏Controleer of de software is ingesteld op ESC/P.
De printerdriversoftware en EPSON Status Monitor 3
werken alleen in de modus ESC/P.

42
De printerdriver gebruiken met
Windows Me en 98
U kunt de printerdriver openen vanuit de Windows-toepassingen
of via het menu Start.
❏Wanneer u de printerdriver opent vanuit een
Windows-toepassing, gelden de instellingen die u
opgeeft alleen voor de toepassing die u gebruikt. Zie “De
printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen” voor
meer informatie.
❏Wanneer u de printerdriver opent via het menu Start, gelden
de instellingen die u opgeeft voor de printerdriver voor alle
toepassingen. Zie “De printerdriver openen via het menu
Start” voor meer informatie.
❏De afbeeldingen in het volgende gedeelte zijn afkomstig van
de LX-1170II. Gebruikers van LX-300+II: vervang LX-300+II
in de afbeeldingen door de modelnaam. De instructies zijn
hetzelfde.
Zie “De instellingen voor de printerdriver wijzigen” als u
instellingen voor de printerdriver wilt controleren en wijzigen.
Opmerking:
Vele, maar niet alle Windows-toepassingen overschrijven de
instellingen die met de printerdriver worden opgegeven. Het is daarom
raadzaam te controleren of de instellingen voor de printerdriver aan uw
vereisten voldoen.

43
De printerdriver openen vanuit
Windows-toepassingen
Voer de onderstaande stappen uit als u de printerdriver wilt
openen vanuit een Windows-toepassing.
1. Selecteer Print Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken)
in het menu File (Bestand) van de toepassing. Controleer in
het venster Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling)
of uw printer is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst
Name (Naam).

45
De printerdriver openen via het menu Start
Voer de onderstaande stappen uit als u de printerdriver wilt
openen via het menu Start.
1. Klik op de knop Start en wijs Settings (Instellingen) aan.
2. Klik op Printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en
klik op Properties (Eigenschappen). Het venster Properties
(Eigenschappen) wordt weergegeven, met daarin de menu's
Paper (Papier), Graphics (Afbeeldingen), Device Options
(Apparaatopties) en Utility (Hulpprogramma). Dit zijn de
menu's met de instellingen voor de printerdriver.
4. U kunt een menu weergeven door te klikken op het
bijbehorende tabblad bovenaan het venster. Zie “De
instellingen voor de printerdriver wijzigen” voor informatie
over het wijzigen van de instellingen.
Produkt Specifikationer
Mærke: | Epson |
Kategori: | Printer |
Model: | LX-1170II |
Har du brug for hjælp?
Hvis du har brug for hjælp til Epson LX-1170II stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig
Printer Epson Manualer
13 Juni 2025
4 Februar 2025
4 Februar 2025
4 Februar 2025
2 Februar 2025
2 Februar 2025
2 Februar 2025
2 Februar 2025
2 Februar 2025
2 Februar 2025
Printer Manualer
- Equip
- Ultimaker
- Ricoh
- DNP
- Seiko
- Zebra
- Renkforce
- OKI
- Phoenix Contact
- Tally Dascom
- Triumph-Adler
- Testo
- Brady
- Nisca
- Primera
Nyeste Printer Manualer
18 Juni 2025
17 Juni 2025
17 Juni 2025
17 Juni 2025
17 Juni 2025
16 Juni 2025
16 Juni 2025
16 Juni 2025
16 Juni 2025
16 Juni 2025