JVC RX-5060BE Manual
JVC
AV-modtager
RX-5060BE
Læs gratis den danske manual til JVC RX-5060BE (71 sider) i kategorien AV-modtager. Denne vejledning er vurderet som hjælpsom af 36 personer og har en gennemsnitlig bedømmelse på 4.3 stjerner ud af 18.5 anmeldelser. Har du et spørgsmål om JVC RX-5060BE, eller vil du spørge andre brugere om produktet?
Side 1/71

TA/NEWS/INFO
DISPLAY MODE
LVT1507-005A
[E]
INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
ISTRUZIONI
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
GEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
RICEVITORE DI CONTROLLO AUDIO/VIDEO
RX-5060B/RX-5062S
Nederlands
Italiano
Cov_RX-5062&5060[E]005A.p65 06.1.19, 13:553

G-1
Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen/
Avvertenze e precauzioni da osservare
Informatie voor
gebruikers over het
weggooien van oude
apparatuur
Let op:
Dit symbool is alleen
geldig in de Europese
Unie.
[Europese Unie]
Deze markering geeft aan dat de elektrische en elektronische apparatuur bij het einde van de gebruiksduur niet bij het huishoudelijk afval mag
worden gegooid. Het product moet in plaats daarvan worden ingeleverd bij het relevante inzamelingspunt voor hergebruik van elektrische en
elektronische apparatuur, voor juiste verwerking, terugwinning en hergebruik in overeenstemming met uw nationale wetgeving.
Door dit product naar het inzamelingspunt te brengen, werkt u mee aan het behoud van natuurlijke hulpbronnen en met het
voorkomen van potentiële negatieve effecten op het milieu en de volksgezondheid, die anders veroorzaakt zouden kunnen worden
door onjuiste afvalverwerking van dit product. Neem voor meer informatie over inzamelingspunten en hergebruik van dit product
contact op met de gemeente in uw woonplaats, het afvalverwerkingsbedrijf of de winkel waar u het product hebt aangeschaft.
Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste verwijdering van dit afval, in overeenstemming met de nationale wetgeving.
(Zakelijke gebruikers)
Bezoek als u dit product wilt weggooien onze website www.jvc-europe.com voor informatie over het terugnemen van het product.
[Landen buiten de Europese Unie]
Wanneer u dit product wilt verwijderen, houdt u dan aan de geldende nationale wetgeving of andere regels in uw land voor de
verwerking van oude elektrische en elektronische apparatuur.
[Unione Europea]
Questo simbolo indica che l’apparecchiatura elettrica ed elettronica a cui è relativo non deve essere smaltita tra i rifiuti domestici generici
alla fine della sua vita utile. Il prodotto, invece, va consegnato a un punto di raccolta appropriato per il riciclaggio di apparecchiature
elettriche ed elettroniche, per il trattamento, il recupero e il riciclaggio corretti, in conformità alle proprie normative nazionali.
Mediante lo smaltimento corretto di questo prodotto, si contribuirà a preservare le risorse naturali e a prevenire potenziali effetti
negativi sull’ambiente e sulla salute umana che potrebbero essere provocati, altrimenti, da uno smaltimento inappropriato del
prodotto. Per ulteriori informazioni sul punto di raccolta e il riciclaggio di questo prodotto, contattare la sede comunale locale, il
servizio di smaltimento rifiuti domestici o il negozio in cui si è acquistato il prodotto.
L’utente è responsabile del conferimento dell’apparecchio a fina vita alle appropriate strutture di raccolta, pena le sanzioni previste
dalla vigente legislazione sui rifiuti.
(Per gli utenti aziendali)
Qualora si desideri smaltire questo prodotto, visitare la nostra pagina web www.jvc-europe.com per ottenere informazioni sul ritiro del prodotto.
[Per altre nazioni al di fuori dell’Unione Europea]
Qualora si desideri smaltire questo prodotto, effettuare lo smaltimento in conformità alla normativa nazionale applicabile o alle altre
leggi della propria nazione relative al trattamento delle apparecchiature elettriche ed elettroniche obsolete.
Informazioni per gli
utenti sullo
smaltimento delle
apparecchiature
obsolete
Attenzione:
Questo simbolo è
valido solo nell’Unione
Europea.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij
opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten:
Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden.
Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden.
Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven.
Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden.
Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak.
Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de
afbeelding aangegeven.
Attenzione: Problemi di Ventilazione
Per evitare il rischio di folgorazioni ed incendi e proteggere l’unità da danni,
installarla nel modo seguente.
Davanti: Nessun ostacolo, spazio libero
Lati: Nessun ostacolo per almeno 10 cm
Sopra: Nessun ostacolo per almeno 10 cm
Retro: Nessun ostacolo per almeno 15 cm
Fondo: Libero ed in piano
Inoltre, mantenere il più possibile la circolazione dell’aria.
Standard op minstens
15 cm van de vloer
Altezza del tavolino 15
cm p plù
Vloer
Pavimento
Voorkant
Davanti
Minstens 15 cm tussenruimte
15 cm di distanza o più
Wand of
meubilair
Parete o
ostacol
RX-5060B/RX-5062S
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
ATTENZIONE
Per ridurre il rischio di scosse elettriche, incendi, ecc...
1. Non togliere viti, coperchi o la scatola.
2. Non esporre l’apparecchio alla piogggia e all’umidità.
VOORZICHTIG
•Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit.
(Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld
papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
•Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het
apparaat.
•Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval.
Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt
voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en
plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een
vaas, op het apparaat.
ATTENZIONE
•Evitare di ostruire le aperture o i fori di ventilazione con giornali, indumenti
etc., in quanto s’impedirebbe al calore di fuoriuscire.
•Non collocare fiamme libere (es. candele accese) sull’apparecchio.
•Le batterie devono essere smaltite nel rispetto dell’ambiente, attenendosi
ai regolamenti locali in materia.
• Non esporre l’apparecchio a pioggia, umidità, gocciolamenti e spruzzi
d’acqua ed evitare di sovrapporvi oggetti contenenti liquidi (vasi etc.).
VOORZICHTIG—STANDBY/ON toets
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om de stroom geheel uit te
schakelen (het STANDBY-lampje gaat uit). Zorg bij het installeren van de
apparatuur dat de stekkers gemakkelijk toegankelijk zijn. Met de STANDBY/ON
toets in welke stand dan ook, wordt de stroom niet geheel uitgeschakeld.
•Het STANDBY-lampje licht rood op wanneer het systeem standby is
geschakeld.
•Het STANDBY-lampje gaat uit wanneer het systeem wordt ingeschakeld.
De stroom kan met de afstandsbediening worden ingeschakeld.
ATTENZIONE—Tasto STANDBY/ON
Scollegare il cavo d’alimentazione per escludere completamente
l’alimentazione (la spia STANDBY si spegne). Quando s’installa l’apparecchio
si raccomanda di garantire un facile accesso alla spina. Il tasto STANDBY/ON
non esclude l’alimentazione in nessuna posizione.
•Quando il sistema è in standby, la spia STANDBY s’illumina di rosso.
• Quando il sistema è acceso, la spia STANDBY si spegne.
L’alimentazione può essere controllata con il telecomando.
Per I’ltalia:
“Si dichiara che il questo prodotto di marca JVC è conforme alle prescrizioni
del Decreto Ministeriale n.548 del 28/08/95 pubblicato sulla Gazzetta
Ufficiale della Repubblica Italiana n.301 del 28/12/95.”
Saf_RX-5062&5060[E]005A.p65 06.1.19, 17:311

2
Nederlands
NL01-08_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:00 am
Vooraanzicht Ontvanger
Benaming van de onderdelen
Display
3D - PHONIC
DUAL
MONO
H.PHONE
SB
DSP
DIGITAL EQ
INPUT ATT
VOLUME
PRO LOGIC
VIRTUAL SB
TA NEWS INFO
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
SLEEP
96/24
=
%^
@
#
1324567890 - ~!
$
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1De toets STANDBY/ON en STANDBY lampje (9)
2De toets SURROUND/DSP OFF (28, 30)
3De toets DSP (29, 30)
4De toets SURROUND (28)
5Afstandsbedieningssensor
6Display (Zie “Display” hieronder voor details.)
7Bronkeuzetoetsen (9, 12)
AUX, DVD, VCR, TV SOUND, CD, TAPE/CDR (SOURCE
NAME), FM, AM
8De toets INPUT ANALOG (12)
De toets INPUT ATT (12)
9De toets INPUT DIGITAL (11)
pDe toets DIMMER (12)
qDe knop MASTER VOLUME (10)
wPHONES aansluiting (11)
eAUX ingangsaansluitingen (7)
rDe toets SPEAKERS ON/OFF (11)
tDe toets SUBWOOFER OUT ON/OFF (11)
yDe toetsen FM/AM TUNING 5/∞ (14)
uDe toetsen FM/AM PRESET 5/∞ (14)
iDe toets FM MODE (15)
oDe toets MEMORY (14)
;De toets SETTING (20)
aDe toets QUICK SPEAKER SETUP (19)
sMULTI JOG (PUSH SET) schijf (19, 20, 24)
dDe toets EXIT (20, 24)
fDe toets ADJUST (24)
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1ANALOG indicator (12)
2DUAL MONO indicator (27)
3H.PHONE indicator (11, 27, 29)
43D-PHONIC indicator (27, 29, 30)
5 PRO LOGIC II indicator (26, 28, 29)
6VIRTUAL SB indicator (23)
7DSP indicator (27, 29, 30)
8Program type (TA/NEWS/INFO) indicators (18)
9DIGITAL EQ indicator (25)
0TUNED indicator (14)
-STEREO indicator (14)
=INPUT ATT indicator (12)
~AUTO MUTING indicator (15)
!SLEEP indicator (13)
@VOLUME indicator (9, 10)
#Digital signaal formaat indicators (11)
$Luidsprekerindicators en signaalindicators (10)
%CH– indicator (14)
^Hoofddisplay
STANDBY
STANDBY/ON
PHONES
SURROUND
DSP
SPEAKERS
ON/OFF
SUBWOOFER OUT FM MODE MEMORY
ON/OFF
FM/AM TUNING
SURROUND/DSP
OFF
DIMMER
MASTER VOLUME
INPUT DIGITAL
RX—6030V
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SETTING MULTI JOG
PUSH SET
QUICK SPEAKER
SETUP
ADJUST
EXIT
INPUT ANALOG
INPUT ATT
FM/AM PRESET
DVD VCR CD AMTV SOUND TAPE/CDR
SOURCE NAME
AUX FM
3D - PHONIC
DUAL
MONO
H.PHONE
SB
DSP
DIGITAL EQ
INPUT ATT
VOLUME
PRO LOGIC
VIRTUAL SB
TA NEWS INFO
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
SLEEP
96/24
12345
wrtio;a df
ye u
67 8 9 p q
s

3
Nederlands
NL01-08_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:00 am
Afstandsbediening
AUDIO
TV
VCR
DVD
TEST
EFFECT
MENU
ENTER LEVEL
RETURN
SURROUND/
DSP
CD-DISC
SLEEP
REC PAUSE
FM MODE
SURROUND
DSP
DIMMER TV/VIDEO MUTING
OFF
VCR CH
TV CH
VOLUME
SURR R
SURR L
SUBWFR
CENTER
FRONT R
FRONT L
100
1
4
7/P
10
2
5
8
0
3
6
9
10
REW FF
TV VOLUME
STANDBY/ON
A/V CONTROL
RECEIVER
TAPE/CDR CD DVD
FM/AM TV SOUND VCR ANALOG/
DIGITAL
TA/NEWS/INFO
DISPLAY MODE
PTY-PTY SEARCH-PTY
AUX
1
4
-
#
$
@
!
%
3
7
6
9
0&
^
5
8
=
2
~
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1Cijfertoetsen voor het selecteren van een voorkeurkanaal (15,
31)
Cijfertoetsen voor de geluidsafstelling (25, 31)
Cijfertoetsen voor de bediening van audio/video-apparatuur
(31, 32)
2De toets SOUND (25, 31)
3De toets REC PAUSE (32)
4Bronkeuzetoetsen (9, 10)
TAPE/CDR, CD, DVD, AUX, FM/AM, TV SOUND, VCR
5De toets FM MODE (15, 31)
6De toets SURROUND (28, 31)
7De toets DIMMER (12, 31)
8De toets TV/VIDEO (32)
9De toetsen VCR CH +/– (32)
0De toetsen TV CH +/– (32)
-De toetsen STANDBY/ON (9, 31, 32)
AUDIO, TV, VCR, DVD
=De toets SLEEP (13, 31)
~• Bedieningstoetsen voor audio/video-apparatuur
3, 8, 7, ¢/4, FF/REW (31, 32)
• Bedieningstoetsen voor het Radio Data System (16 – 18)
TA/NEWS/INFO, PTY SEARCH, PTY 9, ( PTY,
DISPLAY MODE
!De toets CD-DISC (32)
@De toets ANALOG/DIGITAL (11, 12, 31)
#De toets SURROUND/DSP OFF (28, 30, 31)
$De toets DSP (29 – 31)
%De toets MUTING (13, 31)
^De toets VOLUME +/– (10, 31)
&De toetsen TV VOLUME +/– (32)
Opmerking:
De receiver wordt automatisch ingeschakeld indien u op van de
audiobrontoetsen van de afstandsbediening drukt—TAPE/CDR,
CD en FM/AM.
Achterpaneel
CD
IN
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
TV SOUND
IN
AUDIO
RIGHT LEFT
IN
(PLAY)
TAPE
/CDR
SUBWOOFER
OUT
AUDIO
MONITOR
OUT
DVD
IN
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVD
IN
RIGHT LEFT
DIGITAL 1(DVD)
DIGITAL 2(CD)
DIGITAL IN
VCR
CENTER
SPEAKER
SURROUND
SPEAKERS
RIGHT LEFT
FRONT
SPEAKERS
RIGHT LEFT
AM
LOOP
AM EXT
ANTENNA
816–
CAUTION:SPEAKER IMPEDANCE
14
8567
2 3
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1DIGITAL IN aansluitingen (8)
• Coaxiaal: DIGITAL 1 (DVD)
• Optisch: DIGITAL 2 (CD)
2AUDIO ingang- en uitgangsaansluitingen (6, 7)
• Ingang: CD IN, TAPE/CDR IN (PLAY), VCR IN (PLAY),
TV SOUND IN, DVD IN
• Uitgang: TAPE/CDR OUT (REC), VCR OUT (REC),
SUBWOOFER OUT
3VIDEO ingang- en uitgangsaansluitingen (7)
• Ingang: DVD IN, VCR IN (PLAY)
• Uitgang: MONITOR OUT, VCR OUT (REC)
4ANTENNA aansluitingen (4, 5)
5CENTER SPEAKER aansluitingen (5)
6SURROUND SPEAKERS aansluitingen (5)
7FRONT SPEAKERS aansluitingen (5)
8Netsnoer (8)

4
Nederlands
NL01-08_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:00 am
Opmerking:
De bijgeleverde batterijen zijn uitsluitend voor het in gebruik nemen.
Plaats nieuwe batterijen voor normaal gebruik.
LET OP:
Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de
batterijen gaan lekken of openbreken:
• Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit:
(+) tegen (+) en (–) tegen (–).
• Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het
aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.
• Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.
• Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
De FM- en AM-antenne (voor MG-
ontvangst) aansluiten
Aansluiten van de FM-antenne
Verbind de bijgeleverde FM-antenne als tijdelijke oplossing met
de FM 75 Ω COAXIAL aansluiting—A
Sluit een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de
ontvangst niet bevredigend is—B
1Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne.
2Verbind een 75 Ω coaxiale kabel met standaardtype stekker (IEC
of DIN45325).
AM
LOOP
AM EXT
ANTENNA
AM
LOOP
AM EXT
ANTENNA
AM
LOOP
AM EXT
ANTENNA
Aan de slag
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluit
en hoe u de stroomtoevoer aansluit.
Voor de installatie
Algemeen voorzorgen
• Zorg dat uw handen droog zijn.
• Schakel alle apparatuur uit.
• Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt
sluiten aandachtig door.
Plaatsing
• Plaats de receiver op een vlakke plaats die niet aan vocht en stof
onderhevig is.
• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet
hoger worden dan 35˚C.
• Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan
ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken.
Veiligheid
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
• Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven,
beschermplaten of onderdelen.
• Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
De meegeleverde accessoires ontroleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires.
Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd.
Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type
accessoire in uw bezit dient te hebben.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-raamantenne (MG-ontvangst) (1)
• FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op
met uw leverancier.
Plaatsen van batterijen in de
afstandsbediening
Plaats de twee bijgeleverde batterijen alvorens gebruik in de
afstandsbediening.
1 Druk op de batterij-afdekking op de achterkant
van de afstandsbediening en schuif open.
2 Plaats de batterijen.
• Zorg dat de polen overeenkomen: (+) met (+) en (–) met (–).
3 Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien de afstandsbediening de signalen niet
meer goed uitzendt of de receiver niet meer juist bedient. Gebruik
twee R6(SUM-3)/AA(15F) type (alkaline) droge-cel batterijen.
12R6(SUM-3)/AA
(15F)
3
B
FM-antenne
(bijgeleverd)
Kabel naar de FM-buitenantenne
(niet bijgeleverd)
De FM-antenne dient horizontaal
te worden bevestigd.
A
Steek de stekker pas in het stopcontact nadat alle andere
verbindingen zijn gemaakt.

5
Nederlands
NL01-08_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:00 am
Aansluiten van de AM-antenne (voor MG-
ontvangst)
Draai de ring voor een optimale ontvangst.
Opmerkingen:
• Als de bedrading van de AM-raamantenne (voor MG-
ontvangst) is afgeschermd met een plastic laag, moet
u deze zoals in de afbeelding is aangegeven
verwijderen.
• Zorg dat de bedrading van de antenne niet in
aanraking komt met andere uitgangen, draden of de
netspanningskabel. Dit kan de ontvangst nadelig beïnvloeden.
• Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om een
eenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag
(niet bijgeleverd) op de uitgang AM EXT aan te sluiten. Laat de AM-
raamantenne (voor MG-ontvangst) op de ontvanger aangesloten.
AM
LOOP
AM EXT
ANTENNA
1234
AM-raamantenne
(voor MG-ontvangst)
(bijgeleverd)
Eénaderige bedrading voorzien van vinyl-beschermlaag
buiten (niet bijgeleverd)
Steek de pinnen van de
raamantenne in de openingen
van de standaard om de AM-
raamantenne (voor MG-
ontvangst) gebruiksklaar te
maken.
12
Aansluiten van de luidsprekers en
subwoofer
U kunt vijf luidsprekers (één paar voorluidsprekers, één
middenluidspreker en één paar surroundluidsprekers) en één
subwoofer aansluiten.
LET OP:
• Gebruik uitsluitend luidsprekers met de bij de
luidsprekeraansluitingen aangegeven SPEAKER
IMPEDANCE (LUIDSPREKERIMPEDANTIE).
• Verbind niet meer dan één luidspreker met iedere
luidsprekeraansluiting.
De luidsprekers aansluiten
1 Draai en verwijder de isolatie aan het uiteinde
van ieder luidsprekersnoer.
2
Druk op het klemmetje van de luidsprekeraansluiting.
3 Steek het luidsprekersnoer in de aansluiting.
4 Laat het klemmetje los.
Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het ene
uiteinde van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (+)
en (–) op de achterzijde van de ontvanger en het andere uiteinde
op de aansluitpunten (+) en (–) van de luidsprekers.
RIGHT LEFT
+
–
RIGHT LEFT
+
–
Steek de stekker pas in het stopcontact nadat alle andere
verbindingen zijn gemaakt.
RIGHT LEFT
+
–
CENTER
SPEAKER
SURROUND
SPEAKERS
RIGHT LEFT
FRONT
SPEAKERS
RIGHT LEFT
CAUTION:SPEAKER IMPEDANCE
+
–
+
–
Naar middenluidspreker
Naar rechtervoor luidspreker
Naar rechtersurround luidspreker
Naar
linkersurround
luidspreker
Naar
linkervoor
luidspreker

6
Nederlands
NL01-08_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:00 am
Aansluiten van audio- en videocomponenten
Zie tevens de bij de andere componenten geleverde
gebruiksaanwijzingen indien u los verkrijgbare componenten wilt
aansluiten.
Analoge aansluitingen
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met
RCA-pinstekers (niet bijgeleverd).
• Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode
steker op de rechter audio-uitgang.
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer
tussen een afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de
audio-uitvoer van de ontvanger worden vervormd.
CD-speler
Cassettedeck/CD-recorder
Opmerking:
Indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen verbindt,
moet u de bronnaam naar “CDR” veranderen zodat deze naam wordt
getoond na het kiezen van de bron. Zie bladzijde 12 voor details.
Aansluiten van de subwoofer
U kunt de weergave van de lage tonen met een subwoofer versterken.
Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen circuit
middels een kabel met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd) met het
achterpaneel.
Opstellen van de luidsprekers
Voorluidsprekers (L/R) en middenluidspreker (C)
• Plaats deze luidsprekers op gelijke hoogte tot de vloer en op of
dichtbij oorhoogte.
• Richt de voorkant naar het luistergebied.
Surroundluidsprekers (LS/RS)
• Plaats deze luidsprekers naast en ietwat aan de achterkant (maar
niet geheel achter) de luisterplaats; goed boven oorhoogte (60 cm
t/m 90 cm hoger dan oorhoogte).
• Richt deze luidsprekers direct naar het luistergebied, maar echter
niet direct naar de oren van de luisteraar.
Subwoofer (S.WFR)
• De lage tonen zijn niet-richtinggevoelig en u kunt de subwoofer
waar gewenst plaatsen. Plaats normaliter echter voor de
luisterpositie.
Na het aansluiten van de luidsprekers moet u de juiste
informatie voor de luidsprekers instellen. U kunt “Snel
instellen van de luidsprekers” voor het instellen gebruiken
(zie bladzijde 19).
SUBWOOFER
OUT
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
TAPE
/CDR
L
R
R
L
CD
IN
R
L
Subwoofer met stroomcircuit
CD-speler
Naar de audio
-uitgang
Naar de audio
-ingang
Cassettedeck of CD-recorder
Aan de slag
45 – 60
C
S.WFR
RS
LS
R
L
Naar de audio
-uitgang
Steek de stekker pas in het stopcontact nadat alle andere
verbindingen zijn gemaakt.

7
Nederlands
NL01-08_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:00 am
DVD-speler
ÅNaar composiet video-uitgang
ıNaar links/rechts voorkanaal audio-uitgang (of naar
gemengde audio-uitgang indien nodig)
Opmerking:
Voor weergave van Dolby Digital en DTS multi-kanaal software
(inclusief Dual Mono software), moet u de DVD-speler via de digitale
in- en uitgangsaansluitingen verbinden.
Video camera, etc.
De AUX ingangsaansluitingen op het voorpaneel zijn handig
wanneer de apparatuur regelmatig wordt aangesloten en
losgekoppeld.
MONITOR
OUT
TV SOUND
IN
AUDIO
RIGHT LEFT
A
B
R
L
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
R
L
R
L
A B DC
VCR
AUDIO
DVD
IN
RIGHT LEFT
A
B
DVD
IN
DVD
RL
TV
Videorecorder
Beeldapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met
RCA-pinstekers (niet bijgeleverd).
Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker
op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang.
Videorecorder
ÅNaar audio-ingang
ıNaar audio-uitgang
ÇNaar composiet video-ingang
ÎNaar composiet video-uitgang
TV
Verbind de TV met de juiste MONITOR OUT aansluitingen voor
weergave van het beeld van de aangesloten
videocomponenten.
DVD-speler
ÅNaar audio-uitgang
ıNaar composiet video-ingang
Steek de stekker pas in het stopcontact nadat alle andere
verbindingen zijn gemaakt.
R
L
A
B
ÅNaar audio-uitgang
ıNaar composiet video-uitgang
Video camera, etc.

9
Nederlands
NL09-13_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:05 am
Een afspeelbron kiezen
Indien u digitale broncomponenten middels de digitale aansluitingen
heeft verbonden, moet u eerst de ingangsfunctie voor deze
componenten naar de digitale ingangsfunctie veranderen (zie
bladzijde 11).
Druk op een van de bronkeuzetoetsen.
Opmerkingen:
• Indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen verbindt,
moet u de bronnaam die op het display verschijnt veranderen. Zie
bladzijde 12 voor details.
• U kunt de ontvanger aanzetten en de audiobron selecteren door één
van de bronkeuzetoetsen—TAPE/CDR, CD, en FM/AM op de
afstandsbediening in te drukken.
Dagelijkse bedieningsprocedures
1Schakel de stroom in.
•Zie “De stroomtoevoer inschakelen” hieronder.
2Kies de bron.
•Zie “Een afspeelbron kiezen” hier rechts.
3Stel het volume in.
•Zie “Het volume aanpassen” op bladzijde 10.
4Kies de surroundfunctie of DSP-modus.
•Zie “Activeren van de Surroundmodi” (bladzijde 28) en
“Activeren van de DSP-modus” (bladzijde 30).
De stroomtoevoer inschakelen
Druk op de toets STANDBY/ON (of STANDBY/ON
AUDIO van de afstandsbediening).
Het STANDBY-lampje gaat aan.
Voor het uitschakelen van de stroom (naar standby), drukt u
weer op de toets STANDBY/ON (of STANDBY/ON AUDIO
van de afstandsbediening).
Het STANDBY-lampje licht op.
Opmerking:
Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats wanneer de eenheid in
standby staat. Als u het stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen,
moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Op het voorpaneel
Op de afstandsbediening
VOLUME
De naam van de huidige bron verschijnt.
Het huidige volumeniveau wordt weergegeven.
DVD VCR CD AMTV SOUND TAPE/CDR
SOURCE NAME
AUX FM
TAPE/CDR CD DVD
FM/AM TV SOUND VCR
AUX
De naam van de gekozen bron verschijnt.
VOLUME
De bediening in een notendop
De volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
De volgende bedieningen worden uitgelegd met gebruik van de toetsen op het voorpaneel.
U kunt tevens de toetsen op de afstandsbediening voor de overeenkomende functies gebruiken indien deze min of meer dezelfde
namen/markeringen hebben.

10
Nederlands
NL09-13_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:05 am
SB SB
Luidspreker- en signaalindicators op het display
Aan de hand van de volgende indicators kunt u gemakkelijk zien
welke luidsprekers zijn geactiveerd en wat voor een signalen en van
welke bron in de receiver komen.
Welke luidsprekerindicators oplichten is afhankelijk van de
gemaakte luidsprekerinstellingen (zie “Instellen van de
luidsprekers” op bladzijde 21 voor details).
•De lijsten van “L”, “C”, “R”, “LS” en “RS” lichten op indien de
overeenkomende luidsprekers op “LARGE” of “SMALL” zijn
gesteld. Er wordt geluid weergegeven via de luidsprekers waarvan
de indicators op het display worden getoond.
•De indicator licht op indien de subwoofer is ingeschakeld
(zie bladzijden 11 en 21).
De signaalindicators lichten op het display op en tonen de
binnenkomende signalen.
L:•Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het
signaal van het linkerkanaal wordt ontvangen.
•Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
R:•Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het
signaal van het rechterkanaal wordt ontvangen.
•Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
C: Licht op wanneer het signaal van het middenkanaal wordt
ontvangen.
LFE: Licht op wanneer het signaal van het LFE (lage frequentie-
effect) kanaal wordt ontvangen.
LS: Licht op wanneer het signaal van het linkersurroundkanaal
wordt ontvangen.
RS: Licht op wanneer het signaal van het rechtersurroundkanaal
wordt ontvangen.
S: Licht op wanneer het signaal van het monosurroundkanaal
wordt ontvangen.
SB: Licht op wanneer het signaal van het surroundachterkanaal
wordt ontvangen.
Bijv.: Er wordt geen geluid via de
middenluidspreker en
surroundluidsprekers
weergegeven, ookal worden
er signalen voor het
middenkanaal en
surroundkanaal door de
receiver ontvangen.
Uitleg over de verlichting van de luidspreker- en
signaalindicators
Kiezen van een verschillende bron voor het beeld
en geluid
Tijdens het bekijken van beelden van een videobron, kunt u
tegelijkertijd het geluid van een andere audiobron beluisteren.
•Nadat u een videobron heeft gekozen, worden de beelden van deze
gekozen bron naar de TV gestuurd totdat u een andere videobron
kiest.
Druk tijdens het bekijken van het beeld van een videocomponent,
bijvoorbeeld de videorecorder of DVD-speler, op een van de
audiobronkeuzetoetsen.
Het volume aanpassen
Op het voorpaneel:
Draai de knop MASTER VOLUME met de wijzers van de klok mee
om het volume te vergroten.
Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het volume te
verkleinen.
Op de afstandsbediening:
Druk op de toets VOLUME + om het volume te vergroten.
Druk op de toets VOLUME – om het volume te verkleinen.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een
bron inschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet,
kan de plotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of
de luidsprekers permanente schade toebrengen.
Opmerking:
Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen
“0” (minimaal) tot “50” (maximaal).
De bediening in een notendop
Op de afstandsbediening
CD AMTAPE/CDR
SOURCE NAME
FM
TAPE/CDR CD DVD
FM/AM TV SOUND VCR
AUX
Op het voorpaneel
Luidsprekerindicators Signaalindicators

11
Nederlands
NL09-13_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:05 am
Luisteren via een hoofdtelefoon:
U kunt behalve normale stereo software ook multikanaal
software via de hoofdtelefoon weergeven. (Het geluid van
multikanaal software wordt teruggemengd en via de voorkanalen
weergegeven.)
1 Druk op de toets SPEAKERS ON/OFF om de luidsprekers uit
te schakelen.
“HEADPHONE” verschijnt even en de H.PHONE indicator licht
op het display op.
•“3D H PHONE” verschijnt even (en de DSP indicator licht
tevens op het display op) indien u een surroundfunctie of
DSP-functie heeft geactiveerd—3D hoofdtelefoonfunctie
(3D H PHONE). Zie bladzijden 27 en 29.
2 Verbind de hoofdtelefoon met de PHONES aansluiting op het
voorpaneel.
•Er wordt geen geluid via de hoofdtelefoon weergegeven indien
u de luidsprekers niet heeft uitgeschakeld.
Na gebruik van de hoofdtelefoon moet u de hoofdtelefoon
ontkoppelen en vervolgens weer op SPEAKERS ON/OFF drukken
om de luidsprekers weer in te schakelen.
LET OP:
Verlaag het volume....
•Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten,
daar een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw
gehoor kan beschadigen.
•Alvorens de luidsprekers weer te activeren, daar anders
mogelijk een zeer hoog volume via de luidsprekers wordt
uitgestuurd.
Activeren en uitschakelen van de
het geluid van de subwoofer
U kunt de weergave via de subwoofer uitschakelen, ookal heeft u
een subwoofer aangesloten en “SUBWOOFER” op “SUBWOOFER
YES” gesteld (zie bladzijde 21).
Druk op de toets SUBWOOFER OUT ON/OFF om de weergave
via de subwoofer uit te schakelen.
Door iedere druk op de toets wordt de subwooferweergave
afwisselend uitgeschakeld (“SUBWOOFER OFF”) en weer
geactiveerd (“SUBWOOFER ON”).
•De indicator dooft wanneer de subwooferweergave wordt
uitgeschakeld.
De lage tonen (en LFE-signalen) worden via de voorluidsprekers
weergegeven.
Opmerkingen:
•U kunt tevens het subwooferuitgangsniveau instellen indien de
subwooferweergave is geactiveerd. Zie bladzijde 25 voor details.
•U kunt de subwooferweergave niet uitschakelen indien u “SMALL”
voor het formaat van de voorluidsprekers heeft ingesteld als
luidsprekerinstelling (zie bladzijde 21) of met gebruik van “Snel
instellen van de luidsprekers” (zie bladzijde 19).
•U kunt de subwooferweergave niet uitschakelen indien u
“SUBWOOFER” op “SUBWOOFER NO” heeft gesteld (zie baldzijde
21).
•De subwooferweergave wordt automatisch geactiveerd indien u de
“SUBWOOFER” instelling van “SUBWOOFER NO” naar
“SUBWOOFER YES” verandert (zie bladzijde 21).
Kiezen van de analoge of digitale
ingangsmodi
Indien u digitale broncomponenten met zowel de analoge als digitale
aansluitingen heeft verbonden (zie bladzijden 6 t/m 8), kunt u de
ingangsfunctie—digitaal of analoog—voor deze componenten
kiezen.
Voordat u start, vergeet niet...
De instellingen voor de digitale ingangsaansluiting dienen juist
te zijn gemaakt voor de bronnen waarvoor u de digitale
ingangsfunctie wilt kiezen (zie “Instellen van de digitale
ingangsaansluitingen” op bladzijde 23).
1 Druk op een van de bronkeuzetoetsen (DVD,
TV SOUND, CD, TAPE/CDR*) voor de bron
waarvoor u de ingangsfunctie wilt veranderen.
*
Met “TAPE” als bron gekozen kunt u de digitale ingangsfunctie
niet kiezen. Zie “De naam van een afspeelbron wijzigen” op
bladzijde 12 voor het veranderen van de bronnaam.
2 Druk op de toets INPUT DIGITAL om “DIGITAL
AUTO” te kiezen.
De DIGITAL AUTO indicator licht op het display op.
• Druk herhaaldelijk op ANALOG/DIGITAL op de
afstandsbediening om “DIGITAL AUTO” te selecteren.
•Met “DIGITAL AUTO” gekozen, tonen de volgende indicators
het digitale signaalformaat van de ontvangen signalen.
: Licht op wanneer lineaire PCM signalen
worden ontvangen.
: Licht op wanneer Dolby Digital signalen
worden ontvangen.
: Licht op wanneer conventionele DTS-
signalen worden ontvangen.
: Licht op wanneer DTS 96/24 signalen
worden ontvangen.
Er licht geen indicator op indien de receiver het digitale
signaalformaat van de ontvangen signalen niet kan herkennen.
Opmerking:
Zie bladzijden 26 en 27 voor details aangaande digitale
signaalformaten.
Zie verder op de volgende bladzijde
Remote
NOT
Remote
NOT

12
Nederlands
NL09-13_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:05 am
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt er
vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te
zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.
•Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere analoge bron in het geheugen vastgelegd.
Druk op de toets INPUT ATT (INPUT ANALOG) en houdt deze
ingedrukt zodat de indicator INPUT ATT op de display oplicht.
•Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
dempingsfunctie ingeschakeld (“INPUT ATT ON”) en
uitgeschakeld (“INPUT NORMAL”).
De naam van een afspeelbron
wijzigen
Indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen op het
achterpaneel heeft verbonden, moet u de bronnaam veranderen zodat
de juiste naam op het display zal worden getoond.
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TAPE” tot
“CDR”:
1 Druk op de toets TAPE/CDR (SOURCE NAME).
•Controleer dat “TAPE” op de display wordt weergegeven.
2 Druk op de toets SOURCE NAME (TAPE/CDR) en houdt
deze ingedrukt tot “ASSIGN CDR” op de display wordt
weergegeven.
Indien u weer “TAPE” als bronnaam wilt kiezen, moet u de
hierboven beschreven procedure opnieuw uitvoeren.
Opmerking:
U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de
bronnaam niet heeft veranderd. U krijgt in dat geval echter mogelijk
wat moeilijkheden.
–“TAPE” wordt op het display getoond wanneer u de CD-recorder
kiest.
–U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 11) niet voor de
CD-recorder kiezen.
DIGITAL AUTO DOLBY DIGITAL
DTS SURROUND
Bij weergave van software die met Dolby Digital of DTS is
gecodeerd, kunnen de volgende symptonen voorkomen:
•Geen geluid bij het begin van de weergave.
•Ruis tijdens het zoeken of overslaan van hoofdstukken of
fragmenten.
Druk in dit geval herhaaldelijk op INPUT DIGITAL om
“DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND” te kiezen.
•Door iedere druk op INPUT DIGITAL verandert de
ingangsfunctie als volgt:
•Druk herhaaldelijk op ANALOG/DIGITAL op de afstandsbediening
om “DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND” te selecteren.
De ingangsmodus verandert met iedere druk op ANALOG/DIGITAL
op de afstandsbediening als volgt:
DIGITAL AUTO=DOLBY DIGITAL=DTS SURROUND=
ANALOG=(terug naar het begin)
Wanneer u “DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND” kiest,
zal de DIGITAL AUTO indicator doven en de overeenkomende
indicator van het digitale signaalformaat op het display oplichten.
•Indien het binnenkomende signaal niet overeenkomt met het
gekozen digitale signaalformaat, zal de indicator van het gekozen
digitale signaalformaat knipperen.
Opmerking:
De “DOLBY DIGITAL” en “DTS SURROUND” instellingen worden
geannuleerd en de digitale ingangsfunctie wordt automatisch naar
“DIGITAL AUTO” gesteld wanneer u de stroom uitschakelt of een
andere bron kiest.
Kiezen van de analoge ingangsfunctie
Druk op de toets INPUT ANALOG (of herhaaldelijk op ANALOG/
DIGITAL op de afstandsbediening totdat “ANALOG” op het display
wordt getoond). De ANALOG indicator licht op.
Veranderen van de helderheid van het
display
U kunt het display dimmen.
Druk op de toets DIMMER.
•Door iedere druk op de toets wordt het display afwisselend
gedimd en helder.
Remote
NOT
Remote
NOT
De bediening in een notendop

13
Nederlands
NL09-13_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:05 am
De volgende basisbedieningen kunnen uitsluitend met de
afstandsbediening worden uitgevoerd.
Het geluid uitzetten
Druk op de toets MUTING om het geluid voor alle luidsprekers
en de hoofdtelefoon uit te schakelen.
“MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt
uitgeschakeld (de VOLUME indicator en de niveau-aanduiding
doven).
Als u het volume wilt herstellen, drukt u nogmaals op de toets
MUTING.
•Door aan de voorzijde aan de knop MASTER VOLUME te
draaien of op de afstandsbediening op de toets VOLUME +/– te
drukken, wordt het geluid hersteld.
De Sleep Timer gebruiken
Met gebruik van de Sleep Timer kunt u muziek beluisteren terwijl u
in slaap valt. Het tijdstip waarop de ontvanger zichzelf moet
uitschakelen, als dit tijdstip aanbreekt, schakelt de ontvanger
zichzelf uit.
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP.
De SLEEP indicator licht op de display op en de uitschakeltijd
verandert met stappen van 10 minuten:
Kijken hoe lang het nog duurt tot de ontvanger zichzelf
uitschakelt en het tijdstip van uitschakelen wijzigen:
Druk één keer op de toets SLEEP.
De resterende tijd tot het tijdstip van uitschakeling verschijnt. De
tijd wordt weergegeven in minuten.
•Als u het tijdstip van uitschakeling wilt wijzigen, moet u
herhaaldelijk op de toets SLEEP drukken.
De Sleep Timer uitzetten:
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP tot de vermelding “SLEEP
OFF” op de display wordt weergegeven. De indicator SLEEP gaat
uit.
•Ook als u de stroom uitschakelt, gaat de Sleep Timer.
Opnemen van een bron
Als u een cassettedeck (of een CD-recorder) op de uitgang
TAPE/CDR aansluit, te vinden aan de achterzijde van de
ontvanger, en een videorecoder op de uitgang VCR, te vinden op
de achterzijde van de ontvanger, is het mogelijk om van elke
afspeelbron die via de ontvanger wordt afgespeeld opnames te
maken.
Tijdens de opname kunt u het geluid van de geselecteerde bron
op het door u gewenste volume beluisteren zonder dat dit
gevolgen heeft voor het geluidsvolume van de opname.
Opmerking:
Het volume-uitgangsniveau, de nacht-functie (zie bladzijde 22), de
egalisatiepatronen (zie bladzijde 25), surroundfuncties en DSP-
functies (zie bladzijden 26 t/m 29) hebben geen effect op een
opname.
Automatisch geheugen voor basisinstellinge
Deze receiver legt automatisch de geluidsinstellingen voor iedere
bron vast—
•wanneer u de stroom uitschakelt,
•wanneer u van bron verandert,
•wanneer u de analoge/digitale ingangsfunctie verandert, en
•wanneer u een naam voor een bron invoert (zie bladzijde 12).
Bij het veranderen van bron worden de vastgelegde instellingen
automatisch voor de nieuwe bron opgeroepen.
Het volgende kan voor iedere bron worden vastgelegd:
•Analoge/digitale ingangsfunctie (zie bladzijde 11)
•Demping van het ingangssignaal (zie bladzijde 12)
•Egalisatiepatroon (zie bladzijde 25)
•Luidsprekeruitgangsniveaus (zie bladzijde 25)
•Keuze surroundfunctie en DSP-functie (zie bladzijden 26 en 29)
Opmerkingen:
•Met FM of AM als bron gekozen, kunt u voor beide golfbanden
afzonderlijke instellingen maken.
•Een gemaakte geluidsinstelling voor een digitaal component is
effectief voor zowel de analoge als digitale ingangsfuncties.
De Sleep Timer gebruiken
Het geluid uitzetten
2010 30 40 50 60 70 80 90
(Geannuleerd)
OFF
CD-DISC
SLEEP
REC PAUSE
MUTING
REW FF
TA/NEWS/INFO

14
Nederlands
NL14-18_RX-5062[E]2.p65 2006.1.20, 11:09 am
Werken met voorkeurzenders
Wanneer een station eenmaal aan een kanaalnummer is toegekend,
kunt u snel op dat station afstemmen. Er kunnen in totaal 30 FM-
zenders en 15 AM-zenders (MG) als voorkeurzenders worden
ingesteld.
Een station als voorkeurzender instellen
Voordat u start, vergeet niet…
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 2 beginnen.
1 Stem op de vast te leggen zender af (zie
“Handmatig afstemmen op stations”).
•Als u de FM-ontvangstmodus voor dit station wilt opslaan,
moet u nu de FM-ontvangstmodus van uw keuze selecteren.
Zie “Een FM-ontvangstmodus selecteren” op bladzijde 15.
2 Druk op de toets MEMORY.
De cursor knippert gedurende 5 seconden op de positie voor het
kanaalnummer.
3 Druk zolang de positie voor het kanaalnummer
knippert op de toets FM/AM PRESET 5 of ∞ om
een kanaalnummer te selecteren.
4 Druk nogmaals op de toets MEMORY wanneer
het geselecteerde kanaalnummer op de display
knippert.
Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen.
Het station is nu een kanaalnummer toegekend.
5 Herhaal stappen 1 tot en met 4 tot u alle stations
die u als voorkeurzenders wilt instellen in het
geheugen hebt opgeslagen.
Een voorkeurzender uit het geheugen verwijderen
Als u een nieuw station het kanaalnummer van een bestaande
voorkeurzender toekent, wordt de bestaande voorkeurzender uit het
geheugen verwijderd.
Handmatig afstemmen op stations
1 Druk op FM of AM om de band te kiezen.
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in
de desbetreffende band was afgestemd.
2 Druk herhaaldelijk op de toets FM/AM TUNING
5 of ∞ totdat de gewenste frequentie is bereikt.
•Als u op de toets FM/AM TUNING 5 drukt, wordt er een
hogere frequentie gekozen.
•Als u op de toets FM/AM TUNING ∞ drukt, wordt er een
lagere frequentie gekozen.
Opmerkingen:
•Druk herhaaldelijk op FM/AM om de band via de afstandsbediening
te selecteren. Door iedere druk op de knop wordt afwisselend FM
of AM (MW) gekozen.
•Als u afstemt op een station waarvan de signaalsterkte toereikend
is, de indicator TUNED op de display oplicht.
•Wanneer een FM-stereo-uitzending wordt ontvangen gaat de
STEREO indicator branden (behalve wanneer “MODE MONO” als
de FM ontvangstmodus is geselecteerd).
•Als u de toets in stap
2
ingedrukt houdt (en daarna loslaat),
verandert de frequentie net zolang tot er een station is gevonden.
Radiostations ontvangen
U kunt zelf op zoek gaan naar stations, of gebruik maken van de voorkeurfunctie waarmee u meteen op een bepaald
radiostation afstemt.
Remote
NOT
Remote
NOT
VOLUME
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
VOLUME
AUTO MUTING
VOLUME
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
VOLUME
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
VOLUME
TUNED
STEREO
AUTO MUTING

15
Nederlands
NL14-18_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:09 am
Afstemmen op een voorkeurzender
Op het voorpaneel:
1 Druk op FM of AM om de band te kiezen.
2 Druk net zo vaak op de toets FM/AM PRESET 5
of ∞ tot u het kanaal dat u zoekt hebt gevonden.
•Als u op de toets FM/AM PRESET 5 drukt, wordt er een
hoger kanaalnummer gekozen.
•Als u op de toets FM/AM PRESET ∞ drukt, wordt er een
lager kanaalnummer gekozen.
Op de afstandsbediening:
1 Druk op FM/AM om de golfband te kiezen (FM
of AM).
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de
desbetreffende band was afgestemd.
•Door iedere druk op de toets wordt afwisselend FM en AM
(MG) als golfband gekozen.
2 Druk op de cijfertoetsen om een voorkeurzender
te selecteren.
•Druk voor kanaalnummer 5, op de toets met het cijfer 5.
•Druk voor kanaalnummer 15, op +10 en daarna op 5.
•Druk voor kanaalnummer 20, op +10 en daarna op 10.
•Druk voor kanaalnummer 30, op +10, daarna op +10, en tot
slot op 10.
Opmerking:
Wanneer u de cijfertoetsen op de afstandsbediening gebruikt zorg er
dan voor dat u de cijfertoetsen hebt geactiveerd voor de tuner en niet
voor de CD of een andere afspeelbron. (Zie bladzijde 31.)
Een FM-ontvangstmodus selecteren
Als een FM-stereo-uitzending moeilijk is te ontvangen of als er veel
ruis wordt ontvangen, het is mogelijk een andere FM-
ontvangstmodus te selecteren wanneer u naar een FM-uitzending
luistert.
•U kunt voor elk FM-station dat u als voorkeurzender hebt
ingesteld de door u gewenste FM-ontvangstmodus in het geheugen
opslaan (zie bladzijde 14).
Druk op de toets FM MODE terwijl u naar een
FM-station luistert.
•Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt de FM-
ontvangstmodus heen en weer tussen “AUTO MUTING” en
“MODE MONO”.
AUTO MUTING: Kies normaliter deze stand.
Programma’s die in stereo worden
uitgezonden, worden in stereo ontvangen.
Programma’s die in mono worden
uitgezonden, worden in mono ontvangen.
De modus kan ook worden gebruikt om
statische storingen tussen stations te
onderdrukken.
Als u deze modus selecteert, licht de
indicator AUTO MUTING op de display op.
(Basisinstelling)
MODE MONO: Kies deze stand voor een verbeterde
ontvangst (maar het stereo-effect gaat
verloren).
In de modus hoort u ruis terwijl u op
stations aan het afstemmen bent.
De AUTO MUTING indicator op het
display gaat uit. (De STEREO indicator
gaat tevens uit.)
Opmerking:
Nadat u een andere bron dan de tuner met de afstandsbediening
heeft bediend, werkt de FM MODE toets op de afstandsbediening
niet. U moet voor gebruik van deze toets eerst op FM/AM van de
afstandsbediening drukken en druk vervolgens op FM MODE.
CD-DISC
REC PAUSE
1
4
7
10
2
5
8
3
6
9
10
REW FF
TA/NEWS/INFO
FM/AM
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
AUTO MUTING MODE MONO

16
Nederlands
NL14-18_RX-5062[E]2.p65 2006.1.20, 11:09 am
De volgende bedieningen voor de tuner kunnen uitsluitend
met de afstandsbediening worden uitgevoerd.
BELANGRIJK:
Alvorens de bedieningstoetsen voor het Radio Data System te
gebruiken, moet u op FM/AM van de afstandsbediening drukken
zodat deze toetsen voor de tuner functioneren.
Ontvangst van FM-zenders met het
Radio Data System
Met gebruik van het Radio Data System sturen FM-zenders extra
signalen samen met de normale programmasignalen uit. De zenders
leveren dan bijvoorbeeld de zendernaam en tevens informatie over het
type programma dat ze uitzenden, bijvoorbeeld sport of muziek, etc.
Met deze receiver kunt u de volgende typen Radio Date System signalen
ontvangen.
PS (Stationsnaam): Toont de algemeen bekende
zendernamen.
PTY (Programmatype): Toont het programmatype dat wordt
uitgezonden.
RT (Radiotekst): Toont tekstmededelingen die door de
zender wordt uitgezonden.
Enhanced Other Networks:
Levert informatie over het soort
programma’s dat wordt uitgezonden
door andere Radio Data System
zenders van andere netwerken dan het
netwerk dat u momenteel ontvangt.
Opmerkingen:
•Radio Data System is niet beschikbaar voor AM (MW) uitzendingen.
•Niet alle FM-zenders leveren Radio Data System signalen en niet
alle Radio Data System zenders leveren dezelfde service.
Controleer de lokale radiozenders voor details aangaande Radio
Data System in uw regio.
•Het Radio Data System werkt mogelijk niet goed indien de zender
waarop is afgestemd de Radio Data System signalen niet juist
uitstuurt of de signalen te zwak zijn.
Radiostations ontvangen
CD-DISC
REC PAUSE
REW FF
TA/NEWS/INFO
DISPLAY MODE
PTY-PTY SEARCH-PTY
Ontvangst van FM-zenders het
Radio Data System
(Om de Radio Data System
informatie weer te geven)
Opzoeken van een programma met
PTY-codes
Automatisch overschakelen naar
een gewenst programma
Tonen van de Radio Data System informatie
U kunt op het display zien welke Radio Data System informatie
door de zender wordt uitgestuurd.
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op de toets
DISPLAY MODE van de afstandsbediening.
•Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het
display en toont u de volgende informatie:
PS (Stationsnaam): Tijdens het zoeken verschijnt “PS” en
worden de zendernamen getoond.
“NO PS” zal verschijnen indien er
geen signaal wordt ontvangen.
PTY (Programmatype): Tijdens het zoeken verschijnt “PTY”
en vervolgens het type van het
programma dat wordt uitgezonden.
“NO PTY” zal verschijnen indien er
geen signaal wordt ontvangen.
RT (Radiotekst): Tijdens het zoeken verschijnt “RT” en
wordt de tekstmededeling getoond die
door de zender wordt uitgezonden.
“NO RT” zal verschijnen indien er
geen signaal wordt ontvangen.
Opmerkingen:
•Indien het zoeken direct stopt, zullen “PS”, “PTY” en “RT” niet op
het display verschijnen.
•Bepaalde ontvangen speciale tekens en symbolen kunnen mogelijk
niet juist worden getoond. (Er worden geen bijzondere letters op de
display weergegeven. Zo kan een “A” bijvoorbeeld een “Å, Ä, Ã, Á,
À, of ” aanduiden.)
PS
Geannuleerd
PTY RT

17
Nederlands
NL14-18_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:09 am
Opzoeken van een programma
met PTY-codes
Een voordeel van de Radio Data System service is dat u eenvoudig
en snel een bepaald soort programma kunt opzoeken dat door een
van de voorkeurzenders (zie bladzijden 14 en 15) wordt uitgezonden
door de overeenkomende PTY-code in te voeren.
Zoeken van een programma met gebruik van de
PTY-codes
Voordat u start, vergeet niet…
•Druk tijdens het zoeken op de toets PTY SEARCH om het zoeken
wanneer u wilt te stoppen.
•Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
1 Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op
de toets PTY SEARCH.
“PTY SELECT” knippert op het display.
2 Druk terwijl “PTY SELECT” knippert op de
toets PTY 9 of ( PTY totdat de gewenste PTY-
code op het display verschijnt.
•Door iedere druk op de toets verandert de PTY-code als volgt:
NONE “ NEWS “ AFFAIRS “ INFO (Informatief) “
SPORT “EDUCATE (Educatief) “ DRAMA “
CULTURE “ SCIENCE “ VARIED “
POP M (Popmuziek) “ ROCK M (Rockmuziek) “
EASY M (Easylistening muziek) “LIGHT M
(Lichte muziek)
“ CLASSICS “ OTHER M (Andersoortige muziek) “
WEATHER “ FINANCE “ CHILDREN “ SOCIAL “
RELIGION “ PHONE IN “ TRAVEL “ LEISURE “
JAZZ “ COUNTRY “ NATION M (Nationale muziek) “
OLDIES “ FOLK M (Volksmuziek) “ DOCUMENT “
TEST “ ALARM “(terug naar het begin)
•Zie de rechterkolom voor details aangaande de PTY-codes.
3 Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl
de in de vorige stap gekozen PTY-code nog steeds
op het display wordt getoond.
Tijdens het zoeken worden “SEARCH” en de gekozen PTY-
code afwisselend op het display getoond.
Het toestel zoekt de 30 FM-voorkeurzenders af en stopt zodra
een zender is gevonden die een programma van het gekozen type
uitzendt.
Verder zoeken nadat de eerste zender is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl de aanduidingen
op het display knipperen.
“NOT FOUND” zal verschijnen indien er geen overeenkomend
programma wordt gevonden.
Beschrijving van PTY-codes:
NEWS: Nieuws.
AFFAIRS: Programma’s met een thema waarin dieper op
het nieuws wordt ingegaan—debat of analyse.
INFO: Programma’s die in een brede zin meer
informatie en advies geven.
SPORT: Programma’s over sport en sportwedstrijden.
EDUCATE: Educatieve programma’s.
DRAMA: Radiohoorspelen en series.
CULTURE: Programma’s over nationale of regionale
cultuur, met inbegrip van taal, theater, enz.
SCIENCE: Programma’s over natuurwetenschappen en
techniek.
VARIED: Voornamelijk praat-programma’s, bijvoorbeeld
quizzen, spelletjes en interviews met beroemdheden.
POP M: Commerciële, hedendaagse muziek.
ROCK M: Rockmuziek.
EASY M: Huidige muziek die ookwel “easy listening” wordt
genoemd.
LIGHT M: Lichte instrumentale muziek, zang of koormuziek.
CLASSICS: Uitvoeringen van orkesten, symfonieën,
kamermuziek, enz.
OTHER M: Muziek die niet bij een van de andere categorieën
hoort.
WEATHER: Weerberichten.
FINANCE: Verslagen van de beurs, handel en commercie, enz.
CHILDREN: Programma’s voor kinderen.
SOCIAL: Programma’s over sociologie, geschiedenis,
geografie, psychologie en sociale vraagstukken.
RELIGION: Religieuze programma’s.
PHONE IN: Luisteraars die hun mening via de telefoon of
forums duidelijk maken.
TRAVEL: Reisinformatie.
LEISURE: Programma’s over recreatie en activiteiten.
JAZZ: Jazzmuziek.
COUNTRY: Programma’s met muziek van oorspronkelijk het
zuiden van Amerika.
NATION M: Huidige populaire, nationale of regionale muziek in
de taal van het land.
OLDIES: Muziek uit de “golden age”, oftewel “gouwe ouwe”.
FOLK M: Muziek die uit een bepaalde cultuur komt.
DOCUMENT:Programma’s die dieper op gebeurtenissen ingaan of
bepaalde feiten verder onderzoeken.
TEST: Uitzendingen voor het testen van onder andere
noodberichten en waarschuwingen.
ALARM: Waarschuwingen en noodberichten.
NONE: Geen programmatype, ongedefinieerd programma of
programma’s die niet gemakkelijk in een van de
andere groepen passen.
De inhoud van programma’s met een bepaalde PTY
-code kan met sommige FM-zenders afwijken van de
hierboven gegeven beschrijving.

18
Nederlands
NL14-18_RX-5062[E]2.p65 2006.1.20, 11:09 am
Automatisch overschakelen naar
een gewenst programma
Een ander handige Radio Data System service wordt “Enhanced
Other Networks” genoemd.
Dankzij deze service kan de ontvanger tijdelijk van een bepaalde
zender overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze (TA,
NEWS, en/of INFO), behalve in de volgende omstandigheden:
•Wanneer u naar een zender luistert die geen Radio Data System
heeft-alle AM (MW)-zenders en sommige FM-zenders.
•Wanneer de laatst ontvangen FM-zender geen Radio Data System
zender is.
•Wanneer de receiver standby is geschakeld.
Voordat u start, vergeet niet...
•De Enhanced Other Networks functie werkt uitsluitend voor
vastgelegde FM-zenders (voorkeurzenders).
•U kunt de Enhanced Other Networks functie gebruiken terwijl u
naar een andere bron luistert. Voor gebruik van de Radio Data
System bedieningstoetsen moet u echter wel eerst de
tunerbedieningsfunctie voor de afstandsbediening activeren (zie
bladzijde 31).
Druk herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO om het
gewenste programmatype te kiezen.
•Door iedere druk op de toets verandert het programmatype en licht
de overeenkomende indicator op het display op.
TA: Verkeersinformatie in uw gebied.
NEWS: Nieuws.
INFO: Programma’s die u advies in de breedste zin van het
woord geven.
Indien “FM” de huidige bron is
Indien de huidige zender het door u gekozen
programma start uit te zenden
De receiver blijft de zender ontvangen maar de indicator van
het ontvangen programmatype begint te knipperen.
Na het programma stopt de indicator van het ontvangen
programmatype te knipperen en blijft continu opgelicht, maar
de Enhanced Other Networks functie blijft met de receiver
standby geschakeld.
Indien een andere FM-zender het door u
gekozen programma start uit te zenden terwijl
u een FM-zender beluistert
De receiver schakelt automatisch naar de zender over. De
indicator van het ontvangen programmatype begint te knipperen.
Na het programma schakelt de receiver weer terug naar de
hiervoor ontvangen zender maar de Enhanced Other Networks
functie blijft standby geschakeld. De indicator van het ontvangen
programmatype stopt te knipperen en blijft continu opgelicht.
GEVAL 1
GEVAL 2
‘
‘
Radiostations ontvangen
Indien de huidige bron een andere bron dan “FM” is
Indien een zender een door u gekozen
programma start uit te zenden terwijl u naar
een andere bron dan “FM” luistert
Zodra een zender het door u gekozen programma start uit te
zenden, of reeds aan het uitzenden is, schakelt de receiver
automatisch over naar die zender.
De indicator van het ontvangen programmatype begint te
knipperen.
Na het programma schakelt de receiver weer terug naar de
hiervoor gekozen bron maar de Enhanced Other Networks
functie blijft standby geschakeld. De indicator van het
ontvangen programmatype stopt te knipperen en blijft continu
opgelicht.
‘
Stoppen van het programma dat door Enhanced Other
Networks functie werd gekozen
Druk op TA/NEWS/INFO zodat de indicator van het
programmatype (TA/NEWS/INFO) stopt te knipperen en continu
opgelicht blijft. De Enhanced Other Networks functie wordt standby
geschakeld en de hiervoor gekozen bron wordt weer geactiveerd.
Opmerkingen:
•Enhanced Other Networks data van bepaalde zenders zijn mogelijk
niet bruikbaar met deze receiver.
•Tijdens het luisteren naar een programma waarop door de
Enhanced Other Networks functie werd afgestemd, kunt u
uitsluitend de DISPLAY MODE en TA/NEWS/INFO toetsen voor
bediening van de tuner gebruiken.
•Tijdens het luisteren naar een programma waarop door de
Enhanced Other Networks functie werd afgestemd, kunt u niet van
bron of zender veranderen. Voor het veranderen moet u eerst op de
TA/NEWS/INFO toets drukken om de Enhanced Other Networks
functie te annuleren.
LET OP:
Indien afwisselend herhaaldelijk tussen de zender die met
Enhanced Other Networks functie is gekozen en de laatst
beluisterde zender wordt geschakeld, moet u de Enhanced
Other Networks functie annuleren door herhaaldelijk op de
toets TA/NEWS/INFO te drukken.
Indien u niet op de toets drukt, zal uiteindelijk de huidige
afgestemde zender worden ingesteld en de knipperende
TA/NEWS/INFO indicators op het display doven.
Indien een “ALARM” (of TEST) signaal van een zender
wordt ontvangen, stemt de receiver automatisch op die zender
af.
•“ALARM” wordt op het display getoond wanneer een dergelijk
noodbericht wordt ontvangen.
Het TEST signaal wordt voor het testen van het “ALARM”
signaal gebruikt.
Het toestel dient met het TEST signaal hetzelfde te functioneren
als met het “ALARM” signaal.
GEVAL 3
NEWSTA TA/NEWS
TA/NEWS/INFO
TA/INFO
NEWS/INFO
INFO
Geannuleerd

19
Nederlands
NL19-23_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:15 am
Snel instellen van de luidsprekers
Met “Snel instellen van de luidsprekers” kunt u gemakkelijk en snel
het luidsprekerformaat en de luidsprekerafstand voor uw
luisterruimte instellen zodat u het geluid met een optimaal
surroundeffect kunt beluisteren.
•U kunt de informatie voor de luidsprekers tevens handmatig
vastleggen. Zie bladzijde 21 voor details.
Voordat u start, vergeet niet...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
1 Druk op de toets QUICK SPEAKER SETUP.
“SPK=” en het basisaantal voor de luidspreker verschijnt.
2 Draai MULTI JOG om het juiste aantal voor de
aangesloten luidsprekers
(luidsprekerkanaalaantal) te kiezen.
Het aantal luidsprekers verandert als volgt wanneer u de schijf
verdraait.
•Zie “Aantal luidsprekers (kanalen) en formaat” voor details.
3 Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
“ROOM SIZE=” en de basisinstelling voor het kamerformaat
verschijnt.
4 Draai MULTI JOG om het juiste formaat voor
uw kamer te kiezen.
Het kamerformaat verandert als volgt wanneer u de schijf
verdraait.
•Zie “Kamerformaat en luidsprekerafstand/uitgangsniveau”
voor het kiezen van het juiste formaat.
De belangrijkste instellingen
Bepaalde hieronder beschreven instellingen moet u maken na het aansluiten en opstellen van uw luidsprekers en
bepaalde instellingen kunt u maken voor een handigere bediening. U kunt met “Snel instellen van de luidsprekers” snel
en eenvoudig de vereiste instellingen voor uw luidsprekers maken.
5 Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
“COMPLETE” wordt op het display getoond en vervolgens
verschijnt de aanduiding van de bron weer.
Opmerking:
Deze procedure wordt niet voltooid indien u stopt voordat de
instellingen zijn vastgelegd.
Aantal luidsprekers (kanalen) en formaat
U kunt zien welk formaat voor de luidsprekers wordt ingesteld in
overeenstemming met het door u gekozen aantal aangesloten
luidsprekers (luidsprekerkanaal (CH) aantal).
•De subwoofer (S.WFR) wordt als het 0,1 kanaal geteld.
Formaat van de aangesloten luidsprekers
CH L/R C LS/RS S.WFR
2.0CH LARGE NONE NONE NO
2.1CH SMALL NONE NONE YES
3.0CH LARGE SMALL NONE NO
3.1CH SMALL SMALL NONE YES
4.0CH LARGE NONE SMALL NO
4.1CH SMALL NONE SMALL YES
5.0CH LARGE SMALL SMALL NO
5.1CH SMALL SMALL SMALL YES
Kamerformaat en luidsprekerafstand/uitgangsniveau
In overeenstemming met het gekozen kamerformaat worden de
luidsprekerafstand en het luidsprekeruitgangsniveau voor iedere
geactiveerde luidspreker als volgt ingesteld:
LL/R 3,0 m (10 voet) 0 dB
(Groot)C 3,0 m (10 voet) 0 dB
LS/RS 3,0 m (10 voet) 0 dB
ML/R 2,7 m (9 voet) 0 dB
(Medium) C 2,4 m (8 voet) –2 dB
LS/RS 2,1 m (7 voet) –3 dB
SL/R 2,4 m (8 voet) 0 dB
(Klein) C 2,1 m (7 voet) –2 dB
LS/RS 1,5 m (5 voet) –4 dB
Opmerkingen:
•In de tabels hierboven staat “L” voor de linkervoorluidspreker, “R”
voor de rechtervoorluidspreker, “C” voor de middenluidspreker, “LS”
voor de linkersurroundluidspreker, “RS” voor de
rechtersurroundluidspreker en “S.WFR” voor de subwoofer.
•Indien u “Snel instellen van de luidsprekers” uitvoert, worden de
luidsprekeruitgangsniveaus tevens automatisch op een passende
waarde ingesteld (voor alle bronnen hetzelfde). Zie “Instellen van
de luidsprekeruitgangsniveaus” op bladzijde 25 indien u het
luidsprekeruitgangsniveau voor iedere bron afzonderlijk wilt
instellen.
Remote
NOT
Luidspreker Afstand Uitgangs-
niveau
Kamer-
format
L (Groot)S (Klein)
M (Medium)
5.0CH “ 5.1CH “2.0CH “ 2.1CH “ 3.0CH “
3.1CH “ 4.0CH “ 4.1CH “ (Terug naar het begin)

20
Nederlands
NL19-23_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:15 am
De belangrijkste instellingen
Instellen basisonderdelen
Met de handelingen op de volgende bladzijden kunt u de volgende
onderdelen instellen:
•U kunt uitsluitend de op het moment beschikbare onderdelen
kiezen. Zie de uitleg voor ieder onderdeel.
Onderdeel Aktie Zie bladzijde
SUBWOOFER*
Registreren van uw subwoofer. 21
FRNT SPEAKERS*
Registreren van het formaat van uw
voorluidspreker. 21
CNTR SPEAKER*
Registreren van het formaat van uw
middenluidspreker. 21
SURR SPEAKERS*
Registreren van het formaat van uw
surroundluidspreker. 21
DISTANCE UNIT
Kiezen van de meeteenheid voor de
luidsprekerafstand. 21
FRONT L DIST*
Registreren van de afstand vanaf de
linkervoorluidspreker tot uw luisterpositie. 21
FRONT R DIST*
Registreren van de afstand vanaf de
rechtervoorluidspreker tot uw
luisterpositie. 21
CENTER DIST*
Registreren van de afstand vanaf de
middenluidspreker tot uw luisterpositie. 21
SURR L DIST*
Registreren van de afstand vanaf de
linkersurroundluidspreker tot uw
luisterpositie. 21
SURR R DIST*
Registreren van de afstand vanaf de
rechtersurroundluidspreker tot uw
luisterpositie. 21
SUBWOOFER OUT
Kiezen van het soort geluid dat via de
subwoofer wordt uitgestuurd. 21
CROSSOVER
Kiezen van de drempelfrequentie voor
de subwoofer. 22
LFE ATTENUATE
Verzwakken van de lage tonen (LFE). 22
MIDNIGHT MODE
Reproduceren van een krachtig
geluid’s avonds laat. 22
DUAL MONO
Kiezen van het Dual Mono geluidskanaal. 22
VIRTUAL SBACK
Activeren of uitschakelen van Virtual
Surround Back. 23
DIGITAL IN
Kiezen van het component dat met de
digitale ingangsaansluiting is verbonden. 23
Opmerking:
*
Deze instellingen kunnen met “Snel instellen van de luidsprekers”
worden gemaakt (zie bladzijde 19).
Basisprocedure
Voordat u start, vergeet niet...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
Bijv. Tijdens het instellen van Virtual Surround Back op “VRTL
SB ON.”
1 Druk op de toets SETTING.
Het laatst gekozen onderdeel verschijnt op het display.
2 Draai MULTI JOG totdat het gewenste onderdeel
op het display wordt getoond.
•Kies in dit voorbeeld “VIRTUAL SBACK”. Zie “Instellen
basisonderdelen” voor beschikbare onderdelen.
3 Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
De huidige instelling voor het gekozen onderdeel verschijnt op
het display.
4 Draai MULTI JOG totdat de gewenste instelling
op het display verschijnt.
5 Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
6 Herhaal stappen 2 tot 5 indien nodig voor het
instellen van andere onderdelen.
7 Druk op de toets EXIT.
De bronaanduiding verschijnt weer op het display.
Remote
NOT

22
Nederlands
NL19-23_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:15 am
De belangrijkste instellingen
¶
Drempelfrequentie—CROSSOVER
U kunt de drempelfrequentie voor de kleine aangesloten
luidsprekers kiezen. De signalen die lager dan de
drempelfrequentie zijn, worden naar de subwoofer gestuurd en
door de subwoofer gereproduceerd (of door “LARGE”
luidsprekers indien “SUBWOOFER” op “SUBWOOFER NO”
is gesteld).
Kies in overeenstemming met het formaat van de kleine
luidspreker een van de drempelfrequentieniveaus:
CROSS 80HZ: Kies wanneer de hoornvormige
luidsprekerunit van het luidsprekersysteem
ongeveer 12 cm is.
CROSS 100HZ: Kies wanneer de hoornvormige
luidsprekerunit van het luidsprekersysteem
ongeveer 10 cm is.
CROSS 120HZ: Kies wanneer de hoornvormige
luidsprekerunit van het luidsprekersysteem
ongeveer 8 cm is.
CROSS 150HZ: Kies wanneer de hoornvormige
luidsprekerunit van het luidsprekersysteem
ongeveer 6 cm is.
CROSS 200HZ: Kies wanneer de hoornvormige
luidsprekerunit van het luidsprekersysteem
ongeveer 5 cm is.
Opmerkingen:
•Indien u “LARGE” voor alle geactiveerde luidsprekers heeft gekozen
(zie bladzijde 21), wordt deze functie op “CROSS OFF” gesteld.
•De drempelfrequentie heeft geen effect op weergave met
“HEADPHONE” en “3D H PHONE”.
¶
Verzwakker voor het lage frequentie effect
—LFE ATTENUATE
Stel het LFE-niveau in indien de lage tonen worden vervormd
tijdens weergave van software die met Dolby Digital of DTS is
gecodeerd zodat de vervorming wordt verminderd.
•Deze functie is uitsluitend effectief indien LFE signalen
worden ontvangen.
Kies een van de volgende instellingen:
LFE ATT 0dB: Kies normaliter deze stand.
LFE ATT −−
−−
−10dB: Selecteer deze instelling als het bass-geluid
vervormd is.
¶
Nacht-functie—MIDNIGHT MODE
U kunt ook ’s avonds laat een krachtig geluid weergeven met
gebruik van de nacht-functie.
Kies een van de volgende instellingen:
MIDNIGHT 1: Kies indien u het dynamisch bereik iets wilt
verkleinen.
MIDNIGHT 2: Kies voor een volledige verkleining van het
dynamisch bereik (vooral ’s avonds laat
zeer handig).
MIDNIGHT OFF: Kies voor weergave met het volledige
dynamische bereik (er wordt geen effect
toegepast).
Kiezen van het hoofd- of subkanaal
U kunt het gewenste weergavegeluid (kanaal) kiezen tijdens
weergave van digitale software die met de Dual Mono functie (zie
bladzijde 27) is opgenomen (of wordt uitgezonden) en dus twee
gescheiden monokanalen heeft.
¶
Dual Mono—DUAL MONO
Kies het weergavegeluid (kanaal).
MONO MAIN: Kies voor weergave van het hoofdkanaal
(Ch 1)*.
De “L” signaalindicator licht op bij weergave
van dit kanaal.
MONO SUB: Kies voor weergave van het subkanaal (Ch 2)*.
De “R” signaalindicator licht op bij weergave
van dit kanaal.
MONO ALL: Kies voor weergave van zowel het hoofdkanaal
als het subkanaal (Ch 1/Ch 2)*.
De “L” en “R” indicators lichten op bij
weergave van deze kanalen.
Opmerkingen:
•Het Dual Mono formaat is niet identiek aan tweetalige uitzendingen
of het MTS (Multichannel Television Sound) formaat dat door TV-
programma’s wordt gebruikt. Deze insteling heeft dus geen effect
op het geluid van tweetalige of MTS-programma’s.
*
Dual Mono signalen kunnen via de volgende luidsprekers worden
weergegeven—L (linker-voorluidspreker), R (rechter-
voorluidspreker) en C (middenluidspreker)—in overeenstemming
de huidige surroundinstelling.
Met Surround geactiveerd
Dual Mono Zonder Surround Instelling voor middenluidspreker
instelling SMALL/LARGE NONE
LRLCRL R
MAIN Ch 1 Ch 1 — Ch 1 — Ch 1 Ch 1
SUB Ch 2 Ch 2 — Ch 2 — Ch 2 Ch 2
ALL Ch 1 Ch 2 — Ch 1+Ch 2 — Ch 1+Ch 2 Ch 1+Ch 2

23
Nederlands
NL19-23_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:15 am
Instellen van de digitale ingangsaansluitingen
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u vastleggen
welke componenten met welke digitale ingangsaansluitingen zijn
verbonden.
¶
Digitale ingangsaansluiting—DIGITAL IN
Kies het component dat u met de digitale aansluitingen heeft
verbonden.
•Door MULTI JOG te draaien, worden de digitale
ingangsaansluitingen voor gebruik met de volgende digitale
componenten ingesteld:
1DVD 2CD “1DVD 2TV “1DVD 2CDR “
1CD 2DVD “1CD 2TV “1CD 2CDR “
1TV 2DVD “1TV 2CD “1TV 2CDR “
1CDR 2DVD “1CDR 2CD “1CDR 2TV “
(terug naar het begin)
Instellingen voor een effectieve surrround
sound
¶
Virtueel surroundachter—VIRTUAL SBACK
U kunt het surroundachterkanaal tijdens weergave van Dolby
Digital Surround EX software of DTS-ES software gebruiken
zonder dat werkelijk een surroundachterluidspreker is
aangesloten. Het geluid voor het surroundachterkanaal wordt
namelijk naar de normale surroundluidsprekers gestuurd en
zodanig gereproduceerd dat u toch het gevoel van het ruime
surroundeffect achter krijgt.
Kies “VRTL SB ON” om virtueel surroundachter te
activeren.
VRTL SB ON: Bij weergave van Dolby Digital Surround EX
software of DTS-ES software, licht de VIRTUAL
SB (surround achter) indicator op.
VRTL SB OFF: Kies indien u het Virtual Surround Back niet
wilt gebruiken.
Opmerkingen:
•U kunt deze functie niet gebruiken indien u “NONE” voor “SURR
SPEAKERS”, heeft ingesteld.
•Bij weergave van DTS-ES Matrix software met DTS 96/24, wordt
DTS 96/24 niet verwerkt indien het virtuele surroundachtereffect is
geactiveerd. U moet voor het verwerken het Virtual Surround Back
annuleren.
•Virtual Surround Back kan mogelijk niet voor bepaalde software
worden gebruikt.
•Virtual Surround Back werkt alleen voor surroundfuncties (zie
bladzijde 28). Deze functie kan niet worden gebruikt indien een
DSP-functie is geactiveerd (zie bladzijde 30).

24
Nederlands
NL24-25_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:18 am
Basisprocedure
Voordat u start, vergeet niet…
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
Bijv. Het subwooferniveau op “–3” stellen.
1 Druk op de toets ADJUST.
Het laatst gekozen onderdeel verschijnt op het display.
2 Draai MULTI JOG totdat het gewenste onderdeel
op het display wordt getoond.
•Kies in dit voorbeeld “SUBWFR LEVEL”. Zie “In te stellen
basisonderdelen” voor beschikbaar onderdelen.
3 Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
De huidige instelling (of het niveau) voor het gekozen onderdeel
verschijnt op het display.
4 Draai MULTI JOG om de gewenste instelling te
maken of het gewenste niveau in te stellen.
5 Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
6 Herhaal stappen 2 tot 5 indien nodig voor het
instellen van andere onderdelen.
7 Druk op de toets EXIT.
De aanduiding van de bron verschijnt weer op het display.
Instellen van het geluid
U kunt na het maken van de basisinstellingen de geluidsparameters naar wens instellen.
In te stellen basisonderdelen
Met de handelingen op de volgende bladzijden kunt u de volgende
onderdelen instellen:
•U kunt uitsluitend de onderdelen instellen die betrekking hebben
op de huidige geactiveerde geluidsfunctie.
Onderdeel Aktie Zie bladzijde
DEQ 63HZ Instellen van het equalizerpatroon
op 63 Hz. 25
DEQ250HZ Instellen van het equalizerpatroon
op 250 Hz. 25
DEQ 1KHZ Instellen van het equalizerpatroon
op 1 kHz. 25
DEQ 4KHZ Instellen van het equalizerpatroon
op 4 kHz. 25
DEQ16KHZ Instellen van het equalizerpatroon
op 16 kHz. 25
SUBWFR LEVEL Instellen van het
subwooferuitgangsniveau. 25
FRONT L LEVEL Instellen van het uitgangsniveau
van de linkervoorluidspreker. 25
FRONT R LEVEL Instellen van het uitgangsniveau
van de rechtervoorluidspreker. 25
CENTER LEVEL Instellen van het uitgangsniveau
van de middenluidspreker. 25
SURR L LEVEL Instellen van het uitgangsniveau
van de linkersurroundluidspreker. 25
SURR R LEVEL Instellen van het uitgangsniveau
van de rechtersurroundluidspreker. 25
EFFECT*1Instellen van het effectniveau. 25
CENTER TONE Voor een zachtere of scherpe
midden-toon. 25
PANORAMA CTRL*2Toevoegen van een “omringend”
effect met gesimuleerde zijmuren. 25
Opmerkingen:
*1
Instelbaar indien een van de DAP-functies of Mono Film (zie
bladzijden 29 en 30) in gebruik is.
*2
Instelbaar indien Pro Logic II Music in gebruik is.
Remote
NOT

25
Nederlands
NL24-25_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:18 am
U kunt het uitgangsniveau voor de
luidsprekers tevens met behulp van een
testtoon en gebruik van de
afstandsbediening instellen.
•U kunt tevens het effectniveau voor
de DAP-functies en Mono Film
instellen.
Instellen van het
luidsprekeruitgangsniveau:
1 Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen worden geactiveerd
voor geluidsafstellingen.
2 Druk op TEST om te controleren dat u geluid op gelijk
niveau via alle luidsprekers hoort.
De testtoon (TEST TONE) wordt in de volgende volgorde via
de luidsprekers uitgestuurd.
•Er wordt geen testtoon uitgestuurd via luidsprekers
waarvoor u “NONE” heeft ingesteld (of “SUBWOOFER
NO” voor de subwoofer).
L (linksvoor)
=
C (midden)
=
R (rechtsvoor)
=
RS (rechtssurround)
=
LS (linkssurround)
=
SW (subwoofer)
=
(terug naar het begin)
3 Stel het luidsprekeruitgangsniveau in (–10 dB t/m
+10 dB).
•Instellen voor de linkervoorluidspreker: Druk op FRONT L
en vervolgens op LEVEL +/–.
•Instellen voor de middenluidspreker: Druk op CENTER en
vervolgens op LEVEL +/–.
•Instellen voor de rechtervoorluidspreker: Druk op FRONT
R en vervolgens op LEVEL +/–.
•Instellen voor de rechtersurroundluidspreker: Druk op
SURR R en vervolgens op LEVEL +/–.
•Instellen voor de linkersurroundluidspreker: Druk op
SURR L en vervolgens op LEVEL +/–.
•Instellen voor de subwoofer: Druk op SUBWFR en
vervolgens op LEVEL +/–.
Opmerking:
Indien u éénmaal op LEVEL +/– drukt, wordt het huidige
niveau voor de gekozen luidspreker op het display getoond en
via deze gekozen luidspreker een testtoon uitgestuurd.
De functie voor het instellen van het niveau wordt geannuleerd
indien u nu gedurende ongeveer 4 seconden geen bediening
uitvoert.
4 Druk nogmaals op TEST om de testtoon te stoppen.
Instellen van het effectniveau:
1 Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen worden geactiveerd voor geluidsafstellingen.
2 Druk herhaaldelijk op EFFECT om het effectniveau te
kiezen (EFFECT 1 t/m EFFECT 5).
De aanduiding van de bron verschijnt weer ongeveer 4
seconden na het instellen.
Het patroon van de equalizer aanpassen
Het is mogelijk om het patroon van de equalizer aan uw eigen
wensen aan te passen.
•Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.
¶
Instellen van egalisatie—DEQ 63HZ, DEQ250HZ,
DEQ 1KHZ, DEQ 4KHZ, DEQ16KHZ
U kunt de volgende vijf frequenties (63 Hz, 250 Hz, 1 kHz,
4 kHz, 16 kHz) binnen een bereik van –8 dB t/m +8 dB met
stappen van 2 dB instellen.
•De DIGITAL EQ indicator licht op het display op indien de
instelling wordt gemaakt.
Voor een neutraal egalisatiepatroon, dient u alle frequenties
op “0 (0 dB)” in stap 4 van “Basisprocedure” (op bladzijde 24)
te stellen. De DIGITAL EQ indicator zal dan van het display
doven.
Opmerking:
Het egalisatiepatroon heeft uitsluitend effect op het geluid van de
voorluidsprekers.
Instellen van de luidsprekeruitgangsniveaus
U kunt de uitgangsniveaus voor de luidsprekers instellen.
•Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.
¶
Instelbare luidsprekers—SUBWFR LEVEL,
FRONT L LEVEL, FRONT R LEVEL, CENTER LEVEL,
SURR L LEVEL, SURR R LEVEL
U kunt de uitgangsniveaus van de aangesloten luidsprekers
binnen een bereik van –10 dB t/m +10 dB instellen.
Opmerking:
Indien u een luidspreker heeft uitgeschakeld (zie bladzijde 21),
kunt u het uitgangsniveau voor die luidspreker niet instellen.
Instellen van de geluidsparameters voor de
Surround- en DSP-modi
U kunt de geluidsparameters voor de surroundfuncties en DSP-
functies naar wens instellen. (Zie bladzijden 26 en 29 voor de
surroundfuncties en DSP-functies).
¶
Instelbare parameters
U kunt de volgende parameters instellen:
Voor DAP-functies en Mono Film
•Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere functie vastgelegd.
EFFECT: Instellen van het effectniveau. Het effect wordt
sterker naarmate u een hoger nummer kiest.
(Instelbereik: 1 t/m 5. Kies normaliter “3”.)
Voor Surround- en DSP-functies (met de middenluidspreker
aangesloten)
CENTER TONE: Stel de middentoon af. Naarmate de toon
hoger wordt gezet, wordt de dialoog duidelijker
zodat de menselijke stemmen van zacht naar
scherp veranderen (Instelbereik: 1 t/m 5. Kies
normaliter “3”.)
Opmerking:
•Deze instelling is voor alle surroundfuncties hetzelfde, en
worde afzond voor de DSP-functies vastgelegd.
TEST
EFFECT
LEVEL
CD-DISC
REC PAUSE
SURR R
SURR L
SUBWFR
CENTER
FRONT R
FRONT L
REW FF
TA/NEWS/INFO
Alleen voor Pro Logic II Music
PANORAMA CTRL: Kies “PANORAMA ON” voor een
“omringend” geluid met het effect van zijmuren.
•Kies “PANORAMA OFF” indien u dit effect
niet wilt gebruiken.

26
Nederlands
NL26-30_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:22 am
Gebruik van de Surroundmodus
Dit toestel activeert automatisch een passende surroundfunctie voor de weergave. De basisinstellingen en vastgelegde
instellingen (zie bladzijden 19 t/m 25) worden automatisch toegepast.
Reproductie met een bioscoopeffect
In een bioscoop zijn veel luidsprekers aan de muren opgehangen om
een imponerend, multi-surroundgeluid te reproduceren dat u via alle
richtingen ontvangt.
Met gebruik van veel luidsprekers kan de richting en verplaatsing
van het geluid goed worden uitgedrukt.
Met de in deze receiver ingebouwde surroundfuncties krijgt u bijna
hetzelfde surroundgeluid als dat u van een bioscoop gewend bent—
met echter slechts een beperkt aantal luidsprekers.
Introductie van de Surroundmodus
Dolby Digital*1
Dolby Digital is een digitale signaalcompressiemethode, ontwikkeld
door Dolby Laboratories, voor multikanaal codering en decodering
(1 kanaal tot 5,1 kanaal).
•De indicator licht op het display op wanneer een
Dolby Digital signaal via de digitale ingang wordt ontvangen.
Dolby Digital 5.1CH
Bij codering met Dolby Digital 5,1CH (DOLBY DIGITAL) worden
de signalen van het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal,
middenkanaal, linkersurroundkanaal, rechtersurroundkanaal en het
LFE-kanaal opgenomen en gecomprimeerd. (Er zijn in totaal dus 6
kanalen, maar het LFE-kanaal wordt als het 0,1 kanaal geteld.
Vandaar de term “5,1 kanaal”).
Daarbij kan Dolby Digital ook het surroundgeluid via de
achterluidsprekers stereo reproduceren en wordt de drempelfrequentie
voor de hoge surroundtonen, in vergelijking met 7 kHz voor Dolby
Pro Logic, op 20 kHz gesteld. Deze feiten versterken de verplaatsing
van het geluid en het “aanwezigheidsgevoel” veel meer dan in
vergelijking met Dolby Pro Logic.
Een ander door Dolby Laboratories geïntroduceerd digitaal surround
coderingsformaat is Dolby Digital EX, waarmee de derde
surroundkanalen worden toegevoegd, het zogenaamde
“surroundachter”.
In vergelijking met het conventionele Dolby Digital 5,1CH kunnen
deze nieuw toegevoegde surroundachterkanalen de beweging achter
u tijdens weergave van videosoftware met meer details
reproduceren. Daarbij wordt de lokalisatie en richting van het
surroundgeluid stabieler.
•U kunt Virtual Surround Back (zie bladzijde 23) gebruiken tijdens
weergave van Dolby Digital Surround EX software. Met dit
surroundformaat worden de signalen voor het
surroundachterkanaal via de normale suroundluidsprekers
weergegeven zodat u toch zonder gebruik van
surroundachterluidsprekers een goed surroundachtereffect krijgt.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II heeft een nieuw ontwikkeld multikanaal
weergaveformaat voor het omzetten van 2-kanaal software in 5-
kanalen (plus subwoofer). De matrix-gebaseerde conversiemethode
die voor Dolby Pro Logic II wordt gebruikt, heeft geen limiet voor
de drempelfrequentie van de surround hoge tonen en levert stereo
surroundgeluid.
•Deze receiver heeft drie verschillende Dolby Pro Logic II
functies—Pro Logic II Movie (PLII MOVIE), Pro Logic II
Music (PLII MUSIC) en Pro Logic II Game (PLII GAME).
De
PRO LOGIC
indicator licht op wanneer Dolby Pro Logic II
wordt geactiveerd.
PLII MOVIE: Geschikt voor weergave van software die met
Dolby Surround is gecodeerd. U krijgt met
gebruik van deze functie een geluidsveld dat zeer
dicht bij het discrete 5,1 kanaal geluid ligt.
PLII MUSIC: Geschikt voor weergave van 2-kanaal stereo
software. U krijgt met deze functie een breed en
diep geluid.
Subwoofer
Linkervoorluid-
spreker
(L)
Rechtervoorluid-
spreker
(R)
Middenluid-
spreker
(C)
Linkersurround-
luidspreker (LS)
Rechtersurround-
luidspreker (RS)
PLII GAME: Geschikt voor weergave van videospelletjes. Het
wordt met een sterk “live-effect” weergegeven.

27
Nederlands
NL26-30_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:22 am
DTS*2
DTS is een ander digitale signaalcompressiemethode, ontwikkeld
door Digital Theater Systems, Inc., en levert multikanaal codering
en decodering (1 kanaal tot 6,1 kanalen).
•De indicator licht op wanneer een DTS signaal door de
digitale ingang wordt ontvangen en herkend.
DTS Digital Surround
DTS Digital Surround (DTS SURROUND) is een ander discreet 5,1
kanaal digitaal audioformaat voor CD, LD en DVD software.
In vergelijking met Dolby Digital heeft het DTS Digital Surround
formaat een lagere audiocompressieverhouding. Hierdoor geeft DTS
Digital Surround extra diepte en breedte aan het geluid. U zult
merken dat het geluid natuurgetrouw, overtuigend en gashelder
overkomt.
Een ander door Digital Theater Systems, Inc. geïntroduceerd
multikanaal digitaal surround coderingsformaat is DTS Extended
Surround (DTS-ES).
Met dit formaat wordt het 360-graden geluidsbeeld en de ruimtelijke
expressie aanzienlijk verbeterd door het derde surroundkanaal toe te
voegen—het zogenaamde “surroundachterkanaal”.
DTS-ES heeft twee signaalformaten met een verschillende
opnamemethode van het surroundsignaal—DTS-ES Discrete 6,1ch
en DTS-ES Matrix 6,1ch.
•U kunt Virtual Surround Back (zie bladzijde 23) gebruiken tijdens
weergave van DTS-ES software. Met deze functie worden de
signalen voor het surroundachterkanaal via de normale
suroundluidsprekers weergegeven zodat u toch zonder gebruik van
surroundachterluidsprekers een goed surroundachtereffect krijgt.
DTS 96/24
De laatste jaren is er steeds meer interesse in een hogere
bemonsteringswaarde voor zowel opname en reproductie in de
huiskamer. Hogere bemonsteringswaarden geven een breder
frequentiebereik en hogere bitdiepten leveren een breder dynamisch
bereik.
DTS 96/24 is een multikanaal digitaal signaalformaat (fs 96 kHz/
24 bits) dat door Digital Theater Systems, Inc. werd geïntroduceerd,
voor een “betere geluidskwaliteit dan CD” in uw huiskamer.
•De indicator licht op wanneer DTS 96/24 signalen
worden herkend. U kunt het 5,1 kanaal geluid met de volledige
kwaliteit beluisteren.
Wat is Lineair PCM?
Dit zijn de niet-gecomprimeerde digitale audiodata die voor
DVD’s, CD’s en Video-CD’s worden gebruikt.
DVD’s hebben 2 kanalen met een bemonsteringswaarde van
48/96 kHz en een kwantisatie van 16/20/24 bits. CD’s en Video-
CD’s daarentegen blijven beperkt tot 2 kanalen met 44,1 kHz en
16 bits.
•De indicator licht op wanneer Lineaire PCM
signalen worden ontvangen.
Wat is Dual Mono?
Dual Mono is gemakkelijk te begrijpen wanneer u denkt aan
tweetalige uitzendingen of het MTS (Multichannel Television
Sound) formaat dat voor TV-programma’s wordt gebruikt (Dual
Mono is echter niet identiek aan deze analoge formaten).
Dit formaat wordt nu gebruikt voor Dolby Digital, DTS, etc. Dit
formaat maakt het mogelijk om twee afzonderlijke kanalen (ook
het hoofdkanaal en subkanaal genoemd) gescheiden op te
nemen.
•De indicator licht op wanneer een Dual Mono
signaal wordt ontvangen. U kunt nu het gewenste, te
beluisteren kanaal kiezen (zie bladzijde 22).
Bij gebruik van de surroundfunctie wordt het geluid
weergegeven via de geactiveerde luidsprekers die voor de
surroundfunctie vereist zijn.
•Indien “NONE” voor de surroundluidsprekers of de
middenluidspreker is gekozen, worden de signalen voor deze
kanalen naar de voorluidsprekers gestuurd en via de
voorluidsprekers weergegeven.
•Indien “NONE” voor zowel de surroundluidsprekers als de
middenluidsprekers is gekozen, worden de signalen met het
originele JVC 3D-PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voor
het reproduceren van het surroundeffect via uitsluitend
voorluidsprekers) verwerkt. De 3D-PHONIC indicator licht op het
display op.
3D Hoofdtelefoonfunctie—3D H PHONE
Indien u een van de surroundfuncties activeert wanneer de
voorluidsprekers zijn uitgeschakeld, wordt ongeacht het type
software dat u afspeelt de 3D hoofdtelefoonfunctie geactiveerd.
“3D H PHONE” verschijnt op het display en de DSP en
H.PHONE indicators lichten tevens op.
*1
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”,
“Pro Logic” en het symbool double-D zijn handelsmerken van
Dolby Laboratories.
*2
“DTS” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc.

29
Nederlands
NL26-30_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:22 am
: Geschikt voor audiobronnen
: Geschikt voor videobronnen
Gebruik van de DSP-modus
Dit toestel activeert automatisch een van de vele beschikbare DSP-modus. De vastgelegde basisinstellingen en andere
gemaakte instellingen (zie bladzijden 19 tot 25) worden automatisch toegepast.
Snelle reflecties
Reflecties via
achterkant
Reproductie van een geluidsveld
Het geluid wat u hoort in een concertzaal, kerk, etc. bestaat uit het
directe geluid en het indirecte geluid—de snelle reflecties en
reflecties via de achterkant en achtermuren. Het directe geluid
bereikt uw gehoor zonder reflecties, dus direct. De indirecte
geluiden daarentegen worden vertraagd door de afstand tot het
plafond en de muren. Deze directe en indirecte geluiden zijn de
belangrijkste elementen van de akoestische surroundeffecten.
DSP-modus kunnen deze belangrijkste elementen simuleren voor
een geluidsweergave met een aanwezigheidsgevoel, alsof u
werkelijk bijvoorbeeld in de zaal “aanwezig” bent.
Introductie van de DSP-modus
De DSP biedt u de volgende functies—
•Digitale Akoestiek Processor (DAP) functies—HALL 1, HALL 2,
LIVE CLUB, DANCE CLUB, PAVILION, THEATER 1,
THEATER 2
•ALL CH STEREO
•MONO FILM—Voor alle soorten 2-kanaal signalen (inclusief het
Dual Mono signaal)
3D Hoofdtelefoonfunctie—3D H PHONE
Indien u op DSP drukt wanneer de voorluidsprekers zijn
uitgeschakeld, wordt ongeacht het type software dat u afspeelt
de 3D hoofdtelefoonfunctie geactiveerd. “3D H PHONE”
verschijnt op het display en de DSP en H.PHONE indicators
lichten tevens op.
Voor gebruik van de DSP-modus, drukt u op de toets DSP zodat
de DSP-modus als volgt veranderen.
De DSP indicator licht tevens op het display op.
=
HALL 1 =
HALL 2 =
LIVE CLUB
=
DANCE CLUB =
PAVILION =
ALL CH STEREO
= THEATER 1 =
THEATER 2 =
MONO FILM
=
(Terug naar het begin)
Digitale Akoestiek Processor (DAP) functies
U kunt de volgende DAP-functies gebruiken voor een weergave met
een akoestisch geluidsveld in uw huiskamer.
HALL 1: Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een grote,
schoenendoos-vormige zaal die voornamelijk voor
klassieke concerten is ontworpen. (Het aantal
stoelen is ongeveer 2000.)
HALL 2: Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een grote
wijngaard-vormige zaal die voornamelijk voor
klassieke concerten is ontworpen. (Het aantal
stoelen is ongeveer 2000.)
LIVE CLUB: Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een “live”
muziekclub met een laag plafond.
DANCE CLUB: Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
swingende discotheque.
PAVILION: Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een hal
met een hoog plafond voor bijvoorbeeld
tentoonstellingen.
THEATER 1*:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een groot
theater met ongeveer 600 stoelen.
THEATER 2*:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een klein
theater met ongeveer 300 stoelen.
*
De ingebouwde Dolby Pro Logic II decoder wordt geactiveerd bij
weergave van een 2-kanaal analoge of digitale bron. De
PRO LOGIC
indicator licht op.
Bij gebruik van de DAP-functie wordt er geluid via alle
aangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven.
•Indien de instelling voor de surroundluidsprekers op “NONE”
is gesteld, wordt de originele JVC 3D-PHONIC verwerking (dat
werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect via
uitsluitend de voorluidsprekers) gebruikt. De 3D-PHONIC
indicator licht op het display op.
Directe geluiden
Zie verder op de volgende bladzijde

30
Nederlands
NL26-30_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:22 am
DSP
All Channel Stereo
Met deze functie krijgt u een groter stereo geluidsveld via alle
aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers.
•U kunt “ALL CH STEREO” niet kiezen indien “NONE”, voor de
surroundluidsprekers is gekozen.
Mono Film
Gebruik deze functie voor en betere akoestiek en geluidsveld in uw
luisterruimte bij het bekijken van mono videosoftware (analoge en
2-kanaal digitale signalen).
Er wordt met deze functie een surroundeffect toegevoegd en de
geluidslokalisatie van bijvoorbeeld de acteurs/actrices wordt
aanzienlijk verbeterd. Deze functie kan niet voor multikanaal
digitale signalen worden gebruikt.
Met “MONO FILM” geactiveerd wordt het geluid via alle
aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers uitgestuurd.
•Indien “NONE” voor de surroundluidsprekers is gekozen,
orden de signalen met het originele JVC 3D-PHONIC systeem
(dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van het
surroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt. De
3D-PHONIC indicator licht op het display op.
•“MONO FILM” wordt geannuleerd en er wordt een andere
passende surroundfunctie geactiveerd indien de binnenkomende
2-kanaal signalen veranderen naar een ander digitaal signaaltype.
Activeren van de DSP-modus
Door een van de DSP-modus voor een bron te activeren, worden
automatisch de met het instel- en regelmenu gemaakte en
vastgelegde instellingen opgeroepen (zie bladzijden 19 tot 25).
1 Kies een bron en start de weergave.
2 Druk herhaaldelijk op de toets DSP totdat de
gewenst DSP-modi op het display wordt getoond.
•Door iedere druk op de toets verandert de DSP-modi als volgt:
=
HALL 1 =
HALL 2 =
LIVE CLUB
=
DANCE CLUB =
PAVILION =
ALL CH STEREO
= THEATER 1 =
THEATER 2 =
MONO FILM
=
(Terug naar het begin)
Opmerking:
Indien “NONE” , voor de surroundluidsprekers is gekozen, worden de
signalen voor de DSP-functies met 3D-PHONIC verwerkt (de
3D-PHONIC indicator licht tevens op).
Instellen van het effectniveau (behalve All Channel Stereo) en de
middentoon, zie bladzijde 25.
Annuleren van de DSP-modus
Druk op de toets SURROUND/DSP OFF.
Geluid dat met normale stereo wordt gereproduceerd
Geluid dat met All Channel Stereo wordt gereproduceerd
Gebruik van de DSP-modus

31
Nederlands
NL31-34_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:28 am
Bediening van JVC audio- en videocomponenten
Met de afstandsbediening van deze receiver kunnen ook andere audio- en beeldapparaten van JVC worden bediend
omdat de signalen die voor het bedienen van andere JVC-apparaten nodig zijn standaard in de afstandsbediening zijn
ingebouwd.
Tuner
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
FM/AM: Hiermee schakelt u heen en weer tussen FM en
AM (MG).
Na een druk op de toets FM/AM kunt u de volgende bedieningen
voor de tuner uitvoeren:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een
voorkeurzender selecteren.
Druk voor kanaalnummer 5 op de toets met het
cijfer 5.
Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en daarna
op 5.
Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en daarna
op 10.
PTY SEARCH: Hiermee kunt u met een PTY-code naar een
radioprogramma laten zoeken.
PTY 9,( PTY: Hiermee selecteert u een PTY-code.
DISPLAY MODE: De Radio Data System signalen tonen.
TA/NEWS/INFO: Instellen van programmas voor de Enhanced
Other Networks-functie (TA, NEWS, INFO).
FM MODE: Veranderen van de FM-ontvangstfunctie.
CD-speler
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een CD-speler:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
track.
7:Hiermee stopt u het afspelen.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op 3
om weer verder te gaan.
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track
selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot
slot op 10.
Geluidsapparatuur bedienen
Bediening van het geluid (Versterker)
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
STANDBY/ON AUDIO:
In- of uitschakelen van de receiver.
VOLUME +/–:Instellen van het volumeniveau.
MUTING: Dempen of weer activeren van het geluid.
ANALOG/DIGITAL: Afwisselend kiezen van de analoge en digitale
ingang.
DIMMER: Dimmen of verhelderen van het display.
SLEEP: Instellen van de inslaaptimer.
SURROUND: Activeren en kiezen van surroundfuncties.
DSP: Activeren en kiezen van DSP-functies.
SURROUND/DSP OFF:
Uitschakelen van de surroundfuncties en
DSP-functies.
Nadat u SOUND hebt ingedrukt kunt u met de cijfertoetsen de
volgende functies uitvoeren:
FRONT L en daarna op LEVEL +/–:Instellen van het
uitgangsniveau voor de
linkervoorluidspreker.
FRONT R en daarna op LEVEL +/–:Instellen van het
uitgangsniveau voor de
rechtervoorluidspreker.
CENTER en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
uitgangsniveau voor de
middenluidspreker.
SURR L en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
uitgangsniveau voor de
linkersurroundluidspreker.
SURR R en daarna op LEVEL +/–: Instellen van het
uitgangsniveau voor de
rechtersurroundluidspreker.
SUBWFR en daarna op LEVEL +/–:
Instellen van het uitgangsniveau
voor de subwoofer.
EFFECT: Instellen van het effectniveau.
TEST: Activeren of uitschakelen van
de testtoon.
Opmerking:
Druk, nadat u het geluid hebt ingesteld, op de toets voor het
selecteren van een afspeelbron om de geselecteerde bron met de
cijfertoetsen van de afstandsbediening te kunnen bedienen. Als u dit
niet doet, kunt u de afspeelbron niet met de cijfertoetsen bedienen.
BELANGRIJK:
Bediening van JVC audio-en videocomponenten met gebruik van de bijgeleverde afstandsbediening:
•Bij gebruik van de afstandsbediening, richt de afstandsbediening recht naar de afstandsbedieningssensor op het aangesloten component,
dus niet naar de receiver.
•Raadpleeg ook de handleiding van het apparaat dat u met de afstandsbediening wilt bedienen.
•Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee soorten bedieningssignalen—afstandsbedieningscode “A” en “B”. Alvorens deze
afstandsbediening in gebruik te nemen moet u controleren dat de afstandsbedieningscode voor de videorecorder op “A” is gesteld.
Zie verder op de volgende bladzijde

32
Nederlands
NL31-34_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:28 am
Beeldapparatuur bedienen
Videorecorder
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
STANDBY/ON VCR: In- of uitschakelen van de
videorecorder.
VCR CH +/–:Veranderen van TV-kanaal voor de videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor een
videorecorder uitvoeren:
3:Hiermee start u het afspelen.
REW: Hiermee spoelt u een videoband terug.
FF: Snel doorspoelen van de band.
7:Stoppen van de weergave, opname, snel terug- of
doorspoelen.
8:Pauzeren van de weergave en opname. Druk op 3
om weer verder te gaan.
REC PAUSE: Opnamepauze.
Voor het starten van de opname, drukt u op deze
toets en vervolgens op 3.
DVD-speler
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
STANDBY/ON DVD: In- of uitschakelen van de DVD-speler.
Na een druk op DVD kunt u de volgende bedieningen voor een
DVD-speler uitvoeren:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige)
kapittel.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende kapittel.
7:Hiermee stopt u het afspelen.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op 3 om weer
verder te gaan.
Na een druk op DVD kunt u deze
toetsen voor bedieningen met het
DVD-menu gebruiken.
Opmerking:
Voor meer informatie over de
bediening van de DVD-speler
verwijzen we u naar de handleiding
van de DVD-speler.
TV
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
STANDBY/ON TV: Hiermee schakelt u de TV aan/uit.
TV CH +/– : Hiermee gaat u naar een ander kanaal.
TV VOLUME +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen.
TV/VIDEO: Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV
of VIDEO).
Nadat u op de toets TV SOUND hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een TV:
1 – 9, 0, 100+ (+10): Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren.
RETURN (10): Hiermee kunt u heen en weer schakelen
tussen het kanaal dat de vorige keer was
geselecteerd en het kanaal dat nu is
geselecteerd.
MENU
ENTER
4
7/P
10
2
8
6
CD-wisselaar
Nadat u op de toets CD-DISC hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een CD-wisselaar:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
track.
7:Hiermee stopt u het afspelen.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op 3
om weer verder te gaan.
1 – 6, 7/P: Hiermee selecteert u het nummer van een CD die
in de wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een CD-wisselaar:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track
selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot
slot op 10.
Voorbeeld:
•Kiezen van CD-nummer 4, track-nummer 12 en starten van de
weergave.
1 Druk op CD-DISC, en vervolgens op 4.
2 Druk op CD, en vervolgens op +10, 2.
Indien u een CD-wisselaar voor 200-discs heeft (uitgezonderd de
XL-MC100 en XL-MC301), kunt u de volgende bedieningen met
de cijfertoetsen uitvoeren nadat u CD hebt ingedrukt.
1 Kies een CD-nummer.
2 Kies vervolgens het track-nummer (voer altijd twee cijfers in).
3 Druk op de toets 3 om de weergave te starten.
Voorbeelden:
•Kiezen van CD-nummer 3, track-nummer 2 en starten van de
weergave:
Druk op 3, vervolgens op 0, 2 en dan op 3.
•Kiezen van CD-nummer 10, track-nummer 5 en starten van de
weergave:
Druk op 1, 0, vervolgens op 0, 5 en dan op 3.
•Kiezen van CD-nummer 105, track-nummer 12 en starten van de
weergave:
Druk op 1, 0, 5, vervolgens op 1, 2 en dan op 3.
Opmerking:
In de hierboven beschreven procedure moet u binnen 4 seconden op
de volgende toets drukken.
Bediening van JVC audio- en videocomponenten

34
Nederlands
NL31-34_RX-5062[EN]3.p65 2006.1.20, 11:28 am
Specificaties
Video
Gevoeligheid/Impedantie video-ingang
Composiet video
DVD, VCR, AUX: 1 V(p-p)/75 Ω
Niveau video-uitgang
Composiet video
VCR, MONITOR OUT: 1 V(p-p)/75 Ω
Synchronisatie: Negatief
Signaal/ruis-verhouding: 45 dB
FM tuner (IHF)
Afstembereik: 87,50 MHz tot 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid
Mono: 17,0 dBf (1,9 µV/75 Ω)
50 dB stiltegevoeligheid
Mono: 21,3 dBf (3,2 µV/75 Ω)
Stereo: 41,3 dBf (31,8 µV/75 Ω)
Stereo-scheiding bij OUT (REC): 35 dB bij 1 kHz
AM (MG)-tuner
Afstembereik: 522 kHz tot 1 629 kHz
Algemeen
Vereiste vermogen: AC 230 V , 50 Hz
Stroomverbruik: 140 W (tijdens werking)
0,8 W (in Standby-modus)
Afmetingen (B x H x D): 435 mm x 146,5 mm x 369,5 mm
Gewicht: 7,0 kg
Specificaties en ontwerp kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
Versterker
Uitvoervermogen
Kanalen voor: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven
in 8 Ω bij 1 kHz en met totaal maximaal
10% aan harmonische vervorming.
Kanaal midden: 100 W, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij
1 kHz en met totaal maximaal 10% aan
harmonische vervorming.
Kanalen surround: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven
in 8 Ω bij 1 kHz en met totaal maximaal
10% aan harmonische vervorming.
Audio
Gevoeligheid/Impedantie audio-ingang (1 kHz):
CD, TAPE/CDR, VCR, TV SOUND, DVD, AXU:
220 mV/47 kΩ
Audio-ingang (DIGITAL IN)*
Coaxiaal DIGITAL 1 (DVD): 0,5 V(p-p)/75 Ω
Optisch DIGITAL 2 (CD):
–21 dBm tot –15 dBm (660 nm ±30 nm)
* Heeft betrekking op Lineair PCM, Dolby Digital en DTS
Digital Surround (met sampling-frequentie—32 kHz,
44,1 kHz, 48 kHz)
Opname-uitgangsniveau:
TAPE/CDR, VCR: 220 mV
Signaal-tot-ruis verhouding (’66 IHF/DIN)
CD, TAPE/CDR, VCR, TV SOUND, DVD: 66 dB/62 dB
Frequentierespons (8 Ω)
CD, TAPE/CDR, VCR, TV SOUND, DVD, AXU:
20 Hz tot 20 kHz (±1 dB)
Egalisatie (5 banden)
63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz:
±8 dB (met stappen van 2 dB)

1
Italiano
IT_RX-5062&5060[E]3.p65 2006.01.20, 12:00 am
Indice
Regolazione del suono ................................ 24
Elementi per le impostazioni di base ....................................... 24
Procedura di base ..................................................................... 24
7Regolazione dei modelli di livellamento .............................. 25
7Regolazione dei livelli di uscita dei diffusori ....................... 25
7Regolazione dei parametri di suono per le
modalità Surround e DSP ..................................................... 25
Uso delle modalità Surround ....................... 26
Riproduzione dell’ambiente teatrale ........................................ 26
Uso delle modalità Surround .................................................... 26
Attivazione delle modalità Surround ........................................ 28
7Funzione Automatica della modalità Surround .................... 28
7Attivazione manuale delle modalità Surround ..................... 28
Utilizzo delle modalità DSP ......................... 29
Riproduzione del campo sonoro............................................... 29
Informazioni sulle modalità DSP ............................................. 29
Attivazione delle modalità DSP ............................................... 30
Attivazione di apparecchi audio/video JVC .... 31
Azionamento dei componenti audio......................................... 31
Azionamento dei componenti video......................................... 32
Ricerca guasti ........................................... 33
Specifiche ................................................. 34
Identificazione dei componenti ....................... 2
Operazioni preliminari .................................. 4
Prima dell’installazione .............................................................. 4
Verifica degli accessori in dotazione .......................................... 4
Inserimento delle batterie nel telecomando .................................
4
Collegamento delle antenne FM e AM (MW) ........................... 4
Collegamento dei diffusori e del subwoofer .............................. 5
Collegamento di sistemi audio/video ......................................... 6
7 Collegamenti analogici ........................................................... 6
7 Collegamenti digitali .............................................................. 8
Collegamento del cavo di alimentazione.................................... 8
Operazioni di base........................................ 9
Procedura per il funzionamento quotidiano ............................... 9
Accensione dell’impianto........................................................... 9
Selezione della sorgente ............................................................. 9
Regolazione del volume ........................................................... 10
Attivazione e disattivazione del suono del subwoofer ............. 11
Selezione della modalità d’ingresso analogica o digitale ........ 11
Modifica della luminosità del display ...................................... 12
Attenuazione del segnale in entrata.......................................... 12
Modifica del nome della sorgente ............................................ 12
Silenziamento del suono .......................................................... 13
Utilizzo dello Sleep Timer ....................................................... 13
Ricezione di programmi radiofonici ............... 14
Sintonizzazione manuale .......................................................... 14
Sintonizzazione automatica ...................................................... 14
Selezione della modalità di ricezione FM ................................ 15
Ricezioni di Stazioni FM con Radio Data System (Sistema Dati
Radio)................................................................................. 16
Ricerca di programmi mediante i codici PTY.......................... 17
Commutazione temporanea automatica su altro
programma ......................................................................... 18
Impostazioni di base................................... 19
Impostazione rapida dei diffusori (Quick Speaker Setup) ....... 19
Elementi per le impostazioni di base ....................................... 20
Procedura di base ..................................................................... 20
7Impostazione dei diffusori .................................................... 21
7Impostazione della distanza dei diffusori ............................. 21
7Impostazione dei suoni bassi ................................................ 21
7
Selezione del canale principale o del sottocanale ......................
22
7Impostazione per funzioni surround efficaci ........................ 23
7Impostazione dei terminali di ingresso digitali .................... 23
Questo simbolo indica che è possibile usare SOLO
il telecomando per l’operazione illustrata.
Remote
NOT
Questo simbolo indica che il telecomando NON
può essere utilizzato per l’operazione indicata.
Utilizzare i tasti e i comandi sul pannello
frontale.
Produkt Specifikationer
Mærke: | JVC |
Kategori: | AV-modtager |
Model: | RX-5060BE |
Har du brug for hjælp?
Hvis du har brug for hjælp til JVC RX-5060BE stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig
AV-modtager JVC Manualer
AV-modtager Manualer
Nyeste AV-modtager Manualer
15 Januar 2025
15 Januar 2025
15 Januar 2025
25 August 2024
23 August 2024
23 August 2024
22 August 2024
20 August 2024
20 August 2024
15 August 2024