Miele H 4302B Manual

Miele Ovn H 4302B

Læs gratis den danske manual til Miele H 4302B (62 sider) i kategorien Ovn. Denne vejledning er vurderet som hjælpsom af 20 personer og har en gennemsnitlig bedømmelse på 4.5 stjerner ud af 10.5 anmeldelser. Har du et spørgsmål om Miele H 4302B, eller vil du spørge andre brugere om produktet?

Side 1/62
Gebruiks- en montagehandleiding
Ovens
H 4302 B, H 4402 B,
H 4312 B, H 4412 B
Lees beslist de gebruiks- en montage-
handleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat. M.-Nr. 07 802 520
nl-NL
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................11
Algemeen .......................................................12
H 4302 B, H 4402 B ................................................12
H 4312 B, H 4412 B ................................................13
Uitvoering........................................................14
Ovenelektronica ................................................14
Koelventilator ..................................................14
PerfectClean-veredelde oppervlakken ...............................14
Katalytisch geëmailleerde oppervlakken .............................14
Verzinkbare bedieningselementen ..................................14
Toebehoren ......................................................15
Universele bakplaat en rooster.....................................15
Bedieningselementen .............................................16
Functieschakelaar .................................................16
Temperatuurschakelaar.............................................16
Controlelampje temperatuur y....................................16
Ovenfuncties ....................................................17
Schakelklok .....................................................18
Bedieningselementen ..............................................18
Principe van de bediening...........................................18
Dagtijd voor het eerst instellen .......................................19
Dagtijd veranderen ..............................................19
Akoestisch signaal veranderen .......................................19
Kookwekker gebruiken .............................................20
Kookwekker instellen ............................................20
Kookwekkertijd controleren en veranderen ...........................20
Kookwekkertijd wissen ...........................................20
Vóór gebruik.....................................................21
Bediening .......................................................22
Eenvoudig gebruik.................................................22
Voorverwarmen ...................................................22
Bereidingstijd instellen (automatisch uitschakelen) .......................23
Bereidingstijd controleren en veranderen ............................23
Bereidingstijd wissen ............................................23
Inhoud
3
Aanwijzingen voor het bakken ......................................24
Temperatuur, bereidingstijd .........................................24
Bakvormen.......................................................24
Bakpapier .....................................................24
Universele bakplaat .............................................25
Bakvorm ......................................................25
Niveau ..........................................................25
Diepvriesproducten ................................................25
Tabellen bakken ..................................................26
Hetelucht plus U.................................................26
Boven-Onderwarmte V............................................27
Intensief bakken O...............................................28
Aanwijzingen voor het braden ......................................29
Tips ............................................................30
Bruinering .....................................................30
Rusten........................................................30
Gevogelte braden...............................................30
Diepgevroren vlees braden .......................................30
Tabel braden.....................................................31
Aanwijzingen voor het grilleren .....................................32
Instellingen.......................................................32
Vlees voorbereiden ................................................33
Grilleren op het rooster .............................................33
Tips ............................................................33
Tabel grilleren ...................................................34
Inmaken ........................................................35
Ontdooien .......................................................36
Koken ..........................................................37
Het bereiden van kant-en-klaargerechten...............................37
Gratineren .......................................................38
Aanwijzingen voor keuringsinstituten ................................39
Geteste gerechten volgens EN 60350..................................39
Energie-efficiëntieklasse volgens EN 50304 .............................39
Inhoud
4
Reiniging en onderhoud ...........................................40
Front............................................................40
Toebehoren ......................................................41
Universele bakplaat .............................................41
Rooster, geleiderails .............................................41
Ovenruimte ......................................................41
Dichting, binnenkant deur ........................................41
PerfectClean-veredeld email .........................................42
Katalytisch email ..................................................44
Deur verwijderen ..................................................45
Deur uit elkaar halen.............................................46
Deur terugplaatsen ................................................49
Geleiderails verwijderen ............................................50
Achterwand demonteren ............................................50
Verwarmingselement bovenwarmte/grill laten zakken......................51
Storingen en foutmeldingen ........................................52
Klantcontacten ...................................................54
Bij te bestellen accessoires ........................................55
Elektrische aansluiting ............................................58
Inbouw oven .....................................................59
Inhoud
5
Dit apparaat voldoet aan de gelden-
de veiligheidsvoorschriften. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en mon-
tagehandleiding aandachtig door,
voordat u het apparaat in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u be-
langrijke instructies met betrekking
tot inbouw, veiligheid, gebruik en
onderhoud.
Bewaar de gebruiks- en montage-
handleiding en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar!
Verantwoord gebruik
~Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor particulier huishoudelijk gebruik
(of daarmee vergelijkbaar).
~Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel voor
het bakken, braden, grilleren, ontdooi-
en, koken, inmaken en drogen van voe-
dingsmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. Miele
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die wordt veroorzaakt door
gebruik voor andere doeleinden dan
hier aangegeven of door foutieve be-
diening.
~Dit apparaat mag alleen worden ge-
bruikt door personen die in staat zijn
het apparaat veilig te bedienen en die
volledig op de hoogte zijn van de in-
houd van de gebruiksaanwijzing!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Kinderen
~Houd kinderen in de gaten wanneer
zij zich in de buurt van het apparaat be-
vinden. Laat kinderen nooit met het ap-
paraat spelen.
~Kinderen mogen het apparaat alleen
zonder toezicht gebruiken als ze weten
hoe ze het apparaat veilig moeten be-
dienen. De kinderen moeten zich be-
wust zijn van de gevaren van een fou-
tieve bediening.
~Zorg dat kinderen uit de buurt van
het apparaat blijven als het in werking
is. Het apparaat wordt heet bij het deur-
glas, het bedieningspaneel en bij de
openingen waar de ovenlucht vrijkomt.
De huid van kinderen is gevoeliger voor
hoge temperaturen dan de huid van
volwassenen.
Bij het fornuis worden ook de kookzo-
nes heet.
Daarnaast kunnen kinderen zich
branden als ze hete pannen en schalen
omlaag trekken!
Technische veiligheid
~Laat installatie-, onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden uitsluitend door
vakmensen uitvoeren die door de fabri-
kant zijn geautoriseerd. Ondeskundig
uitgevoerde werkzaamheden leveren
grote risico's op voor de gebruiker. De
fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk
worden gesteld.
~Controleer het apparaat voor de in-
bouw op zichtbare schade. Neem een
beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Een beschadigd apparaat kan uw vei-
ligheid in gevaar brengen.
~De elektrische veiligheid van het ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aar-
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage-
gaan of aan deze fundamentele veilig-
heidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij
twijfel de huisinstallatie door een vak-
man inspecteren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ontbrekende of beschadigde aard-
draad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
~Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje te ver-
gelijken met de waarden van het elektri-
citeitsnet. Deze gegevens moeten be-
slist overeenkomen om beschadiging
van het apparaat te voorkomen. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
~Het apparaat mag niet via een stek-
kerdoos of verlengsnoer op het elektri-
citeitsnet worden aangesloten. Hiermee
kan een veilig gebruik van het apparaat
niet worden gewaarborgd. Er kan bij-
voorbeeld oververhitting ontstaan.
~Gebruik het apparaat alleen als het
is ingebouwd, zodat de veiligheid ge-
waarborgd is.
~Open in geen geval de ommanteling
van het apparaat.
Wanneer onderdelen worden aange-
raakt die onder spanning staan of wan-
neer elektrische of mechanische onder-
delen worden veranderd, levert dit ge-
vaar op voor de gebruiker. Het kan er
tevens toe leiden dat het apparaat niet
meer goed functioneert.
~Als dit apparaat binnen de garantie-
periode defect raakt, mag het alleen
door Miele worden gerepareerd, an-
ders vervalt de garantie.
~Bij installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden dient het apparaat
spanningsvrij te worden gemaakt. Het
apparaat is alleen dan spanningsvrij als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
De hoofdschakelaar van de huisin-
stallatie is uitgeschakeld.
De zekering van de huisinstallatie is
er geheel uitgedraaid.
De stekker is uit het stopcontact ge-
trokken. Trek daarbij aan de stekker
en niet aan de aansluitkabel.
~Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor-
den vervangen. Alleen van die onder-
delen kan Miele garanderen dat zij aan
de veiligheidseisen voldoen.
~Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze door Miele worden ver-
vangen of door een door de fabrikant
geautoriseerde vakman.
~Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire lo-
catie (bijvoorbeeld een boot of camper)
worden ingebouwd en aangesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Veilig gebruik
,Pas op! Bepaalde delen van de
oven worden zeer heet. U kunt zich
hieraan branden!
~Draag altijd ovenwanten als u hete
gerechten in de oven zet of eruit haalt,
of als u in de ovenruimte bezig bent.
Let vooral op het verwarmingselement
voor de bovenwarmte/grill. U kunt zich
anders branden!
~Houd het apparaat goed in de gaten
als u met olie en vetten werkt. Olie en
vet kunnen bij oververhitting vlam vat-
ten. Brandgevaar!
~Houdt u zich bij de ovenfuncties
"Grill Y" en "Circulatiegrill \" aan de
aanbevolen bereidingstijden. Bij een te
lange bereiding drogen de gerechten
uit en kunnen zelfs ontbranden. Brand-
gevaar!
~Gebruik de ovenfuncties "Grill Y"
en "Circulatiegrill \" niet voor het af-
bakken van broodjes of brood en voor
het drogen van bloemen of kruiden.
Brandgevaar!
Gebruik hiervoor de ovenfunctie "Hete-
lucht plus U"of
"Boven-Onderwarmte V".
~Bij de bereiding van gerechten wor-
den vaak alcoholische dranken ge-
bruikt, zoals rum, cognac of wijn. Door
de hoge temperaturen verdampt de al-
cohol. Deze dampen kunnen onder on-
gunstige omstandigheden vlam vatten
wanneer ze in aanraking komen met
hete verwarmingselementen. Brandge-
vaar!
~Dek gerechten altijd af als u ze in de
oven bewaart. Het vocht uit de ge-
rechten kan corrosie veroorzaken. Bo-
vendien voorkomt u zo dat de ge-
rechten uitdrogen.
~Schakel het apparaat niet uit, als u
de restwarmte wilt benutten om ge-
rechten warm te houden.
Stel de laagste temperatuur in, maar
kies geen andere ovenfunctie.
Schakel de oven in geen geval uit, an-
ders stijgt de luchtvochtigheid in het
apparaat, wat leidt tot
corrosie in de ovenruimte.
schade aan het bedieningspaneel,
het werkblad en de ombouwkast.
~Leg nooit aluminiumfolie op de bo-
dem van de oven, wanneer u de oven-
functies "Boven-Onderwarmte V" / "In-
tensief bakken O" / "Gratineren K"/
"Snelopwarmen S" gebruikt.
Door de warmteophoping kan het email
barsten of loslaten. Zet ook geen pan-
nen, schalen of bakplaten op de bo-
dem van het apparaat.
Als u een bakplaat van een ander merk
gebruikt, moet de afstand tussen de
onderkant van de bakplaat en de bo-
dem van de oven minimaal 6 cm zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~Giet nooit koud water op de bakpla-
ten of in de ovenruimte, zolang deze
heet zijn. Er vormt zich anders water-
damp die brandwonden kan veroorza-
ken. Het email kan door het tempera-
tuurverschil beschadigd raken.
~Zorg dat voedsel altijd voldoende
wordt verwarmd. Eventuele bacteriën in
het eten worden alleen gedood als de
temperatuur hoog genoeg is (ü70 °C)
en lang genoeg wordt aangehouden
(ü10 min.). Kies bij twijfel een iets
langere tijd. Het is belangrijk dat de
temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is.
Roer de gerechten daarom regelmatig
door of draai ze om.
~Gebruik alleen kunststof servies-
goed dat ovenbestendig is. Ander
kunststof serviesgoed smelt bij hoge
temperaturen, waardoor de oven be-
schadigd kan raken.
~Gebruik voor het inmaken geen con-
servenblikken en verwarm deze ook
niet in de oven. De blikken kunnen door
overdruk uiteenspatten. Hierdoor kan
persoonlijk letsel ontstaan en schade
aan de oven.
~Schuif geen pannen en dergelijke
over de bodem van de oven heen en
weer, anders beschadigt u het opper-
vlak van de bodem.
~Ga nooit op de geopende deur zit-
ten of staan. Plaats er ook geen zware
voorwerpen op. Er mag ook niets tus-
sen de deur en de ovenruimte vastge-
klemd raken. De oven kan anders be-
schadigd raken.
De deur mag met maximaal 15 kg wor-
den belast.
~Gebruik het apparaat niet om er een
ruimte mee te verwarmen. Door de
hoge temperaturen in het apparaat kun-
nen licht ontvlambare voorwerpen, die
zich in de buurt van het apparaat be-
vinden, vlam vatten.
Toebehoren
~Toebehoren mogen alleen dan wor-
den aan- of ingebouwd, als deze uit-
drukkelijk door Miele zijn vrijgegeven.
Als er andere onderdelen worden aan-
of ingebouwd, kan Miele niet voor de
gevolgen instaan en kan er geen be-
roep worden gedaan op bepalingen
met betrekking tot garantie en product-
aansprakelijkheid.
Als de "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" niet worden opge-
volgd, kan de fabrikant niet aanspra-
kelijk worden gesteld voor schade
die daarvan het gevolg is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri-
aal remt de afvalproductie en het ge-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge-
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor-
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
11
H 4302 B, H 4402 B
aFunctieschakelaar
bTemperatuurschakelaar
cControlelampje temperatuur y
dVerwarmingselement voor "Bovenwarmte"/"Grilleren"
eKatalytisch geëmailleerde achterwand met aanzuigopening voor de ventilator
fGeleiderails met vier niveaus
gDeur
Algemeen
12
H 4312 B, H 4412 B
aFunctieschakelaar
bDigitale klok met toetsen O,Qen P
cTemperatuurschakelaar
dControlelampje temperatuur y
eVerwarmingselement voor "Bovenwarmte"/"Grilleren"
fKatalytisch geëmailleerde achterwand met aanzuigopening voor de ventilator
gGeleiderails met vier niveaus
hDeur
Algemeen
13
Toebehoren
De volgende accessoires worden bij
het apparaat geleverd.
Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij
uw vakhandelaar of bij Miele. Meer in-
formatie vindt u in het gelijknamige
hoofdstuk.
Universele bakplaat en rooster
De universele bakplaat en het rooster
hebben een uittrekbeveiliging die voor-
komt dat u deze onderdelen per ongeluk
helemaal uit de geleiderails trekt, terwijl
u ze slechts gedeeltelijk uit de oven
wilde trekken.
Bij het inschuiven moet de uittrekbe-
veiliging zich aan de achterkant be-
vinden.
De bakplaat en het rooster kunnen nu
alleen uit de oven worden gehaald als u
ze optilt.
Algemeen
15
Voor de bereiding van de meest uiteenlopende gerechten, kunt u kiezen uit een
reeks van functies.
Ovenfuncties Opmerkingen
UHetelucht plus Voor bakken en braden.
Er kunnen meerdere niveaus tegelijk worden gebruikt.
De temperatuurinstelling is lager dan bij
"Boven-Onderwarmte V", omdat de warmte door de
luchtstroom het voedingsmiddel meteen bereikt.
OIntensief bakken Voor het bakken van taarten met vochtige bovenlaag.
Niet geschikt voor het bakken van plat gebak en niet
voor braden (de fond wordt anders te donker).
VBoven-
Onderwarmte
Voor het bakken en braden van traditionele recepten.
Voor het bereiden van soufflés.
Kies voor het bereiden van oudere recepten een tem-
peratuur die 10° lager is dan in het recept staat aan-
gegeven.
De bereidingstijd verandert niet.
KGratineren Voor het bereiden van ovenschotels en gratins die
een krokant laagje moeten krijgen.
YGrill Voor het grilleren van platte stukken vlees en voor
bruineren.
\Circulatiegrill Voor het grilleren van gerechten met een grote diame-
ter, zoals een rollade of een kip.
De temperatuurinstelling is lager dan bij "Grill Y",
omdat de warmte door de luchtstroom het voedings-
middel meteen bereikt.
POntdooien Voor het behoedzaam ontdooien van diepvriespro-
ducten.
SSnelopwarmen Voor het voorverwarmen van de ovenruimte.
Aansluitend moet u de gewenste ovenfunctie instel-
len.
Ovenfuncties
17
De schakelklok kan (afhankelijk van het
model)
de dagtijd aangeven.
als kookwekker worden gebruikt.
de oven automatisch uitschakelen
als u een bereidingstijd invoert.
Bedieningselementen
I3 l00
ß
l
Voor de bediening van de schakelklok
gebruikt u de toetsen Q,Pen Oen
het display.
Toets Functie
Q Functie "Kookwekker l"
oproepen
Functie "Bereidingstijd
l" oproepen
Invoer opslaan
Pen OFunctie "Dagtijd ß"op
-
roepen
PTijden verlengen
OTijden verkorten
Akoestisch signaal ver-
anderen
Principe van de bediening
Als u een functie oproept, knippert het
betreffende symbool ("l", "l"of"ß") in
het display.
U kunt een tijd invoeren, zolang het
symbool knippert (ca. 7 seconden).
Als de tijd verstreken is, moet u
eerst weer het symbool oproepen.
Telkens als u op de toets Pof Odrukt,
verspringt de tijd 1 minuut.
Als u de toetsen ingedrukt houdt, ver-
springt de tijd versneld.
Na ca. 7 seconden wordt de inge-
voerde waarde automatisch opgesla-
gen en brandt het symbool continu.
Om de waarde op te slaan, kunt u ook
op de toets Qdrukken.
Schakelklok
18
Dagtijd voor het eerst instellen
Bij apparaten met een schakelklok
moet u eerst de dagtijd instellen, voor-
dat u de oven kunt gebruiken.
000
ß
Na het aansluiten van het apparaat
knippert in het display "0k00".
^Druk tegelijk op de toetsen Pen O.
^Zolang de punt "ß" in het display
knippert, kunt u de dagtijd met de
toets Pof Oinstellen.
De klok heeft een 24-uursweergave.
Na ca. 7 seconden wordt de inge-
voerde waarde automatisch opgesla-
gen en brandt de punt "ß" continu.
De dagtijd loopt in minuten af.
Dagtijd veranderen
^Druk tegelijk op de toetsen Pen O.
^Zolang de punt "ß" in het display
knippert, kunt u de dagtijd met de
toets Pof Oinstellen.
De klok heeft een 24-uursweergave.
De dagtijd loopt in minuten af.
Na een stroomstoring moet de tijd op-
nieuw worden ingesteld.
Akoestisch signaal veranderen
U kunt kiezen uit drie verschillende
akoestische signalen.
^Druk zo lang op de toets Ototdat u
een signaal hoort.
Telkens als u daarna op de toets O
drukt, hoort u een ander signaal.
Na ca. 7 seconden wordt het signaal
dat het laatst is gekozen automatisch
overgenomen.
Na een stroomstoring wordt het akoes-
tische signaal weer op de fabrieksin-
stelling gezet.
Schakelklok
19
Kookwekker gebruiken
De kookwekker kunt u onder meer ge-
bruiken als u iets buiten de oven be-
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekker ook tegelijk met
een ingevoerde bereidingstijd ge-
bruiken, bijvoorbeeld om een gerecht
na een bepaalde tijd te kruiden of het
met vocht te besprenkelen.
U kunt de kookwekker instellen op een
tijd tussen 1 minuut en 23 uur en 59 mi-
nuten.
Kookwekker instellen
^Druk zo vaak op de toets Qtotdat in
het display het symbool "l" knippert.
000
ß
l
In het display verschijnt "0k00".
^Zolang het symbool "l" knippert,
kunt u een kookwekkertijd instellen.
Nadat de tijd is opgeslagen, verschijnt
in het display weer de dagtijd. Aan het
symbool "l" kunt u zien dat een kook-
wekkertijd is ingesteld.
Na afloop van de kookwekkertijd
knippert het symbool "l".
klinkt ca. 7 minuten een akoestisch
signaal.
^Druk op de toets Q.
De akoestische en optische signalen
worden uitgezet.
Kookwekkertijd controleren en
veranderen
^Druk zo vaak op de toets Qtotdat in
het display het symbool "l" knippert.
De resterende kookwekkertijd wordt
weergegeven.
De laatste minuut loopt in seconden af.
^Zolang het symbool "l" knippert,
kunt u de kookwekkertijd veranderen.
Kookwekkertijd wissen
^Druk zo vaak op de toets Qtotdat in
het display het symbool "l" knippert.
^Zolang het symbool "l" knippert,
kunt u met de toets Ode kookwek-
kertijd op "0k00" zetten. Maar u kunt
ook tegelijk op de toetsen Pen O
drukken.
De kookwekkertijd wordt gewist en in
het display verschijnt de dagtijd.
Schakelklok
20
Als de bedieningselementen bij afle-
vering verzonken zijn, moet u deze
eerst indrukken. De schakelaars ko-
men dan tevoorschijn, waarna u het
apparaat kunt bedienen.
Bij apparaten met een schakelklok
moet u eerst de dagtijd instellen,
voordat u de oven kunt gebruiken.
Verwijder
eventueel aanwezige stickers
op de accessoires/bodem van
de ovenruimte.
eventueel aanwezige afstand-
houders van kurk aan de zijkant,
boven in de ovenruimte.
een eventueel aanwezige
beschermfolie van het front van
het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht uit het
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
Voordat u de oven gebruikt, raden wij u
aan
de accessoires uit de ovenruimte te
halen en af te wassen.
het apparaat één keer leeg te ver-
hitten. Onaangename geurtjes die
bij nieuwe apparaten vaak ontstaan,
verdwijnen dan snel.
^Verwijder voordat u de oven inscha-
kelt eerst eventuele verontreinigingen
en verpakkingsresten uit de oven-
ruimte. Gebruik hiervoor een vochtige
doek.
^Druk op de functieschakelaar en de
temperatuurschakelaar, zodat deze
naar buiten komen.
^Kies de ovenfunctie "Hetelucht plus
U".
^Kies de hoogste temperatuur.
^Verhit de lege ovenruimte gedurende
minimaal een uur.
Zorg voor een goede ventilatie van
de keuken. U voorkomt zo dat de
geurtjes in andere vertrekken te rui-
ken zijn.
^Wacht totdat de ovenruimte weer af-
gekoeld is.
^Reinig de ovenruimte daarna met een
sopje van warm water en mild reini-
gingsmiddel. Wrijf de ruimte daarna
weer droog.
Sluit de deur pas als de ovenruimte
droog is.
Bij apparaten met een schakelklok
kunt u de oven automatisch laten uit-
schakelen (zie de rubriek "Bereidings-
tijd instellen").
Vóór gebruik
21
Eenvoudig gebruik
^Plaats het gerecht in de oven.
^Kies met de functieschakelaar een
ovenfunctie.
De ovenverlichting gaat aan.
^Stel met de temperatuurschakelaar
de temperatuur in.
De ovenverwarming en de ventilator
worden ingeschakeld.
^Na de bereiding haalt u het gerecht
uit de oven.
Zet de functie- en de temperatuur-
schakelaar op "0".
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de inbouwkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog een tijd-
je lopen.
De ventilator wordt automatisch uitge-
schakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.
Voorverwarmen
De meeste gerechten kunt u in de kou-
de oven zetten. Zo wordt ook de warm-
te van de opwarmfase benut.
Alleen in enkele gevallen is het zinvol
de oven voor te verwarmen:
U
V
voor het bakken van donker
brooddeeg.
voor het braden van rosbief
en filet.
Vvoor gebak met een korte
baktijd (tot ca. 30 minuten).
voor het bakken van fijne
deegsoorten (biscuit).
Gebruik voor het voorverwarmen bij
pizza en gevoelige deegsoorten (zo-
als biscuit en koekjes) niet de oven-
functie "Snelopwarmen S", anders
worden deze producten aan de bo-
venkant te snel bruin.
Ga als volgt te werk als u de oven wilt
voorverwarmen:
^Kies "Snelopwarmen S".
^Stel de temperatuur in.
De ovenverwarming wordt ingescha-
keld.
^Zodra het controlelampje voor de
temperatuur yvoor het eerst uitgaat,
kunt u de gewenste ovenfunctie in-
stellen en het gerecht in de oven
plaatsen.
Bediening
22
Bereidingstijd instellen
(automatisch uitschakelen)
U kunt de oven automatisch laten uit-
schakelen als u een bereidingstijd in-
voert.
^Plaats het gerecht in de oven.
^Kies de ovenfunctie en stel de tem-
peratuur in.
U kunt een bereidingstijd van maximaal
10 uur instellen.
^Druk zo vaak op de toets Qtotdat in
het display het symbool "l" knippert.
0l00
ß
In het display verschijnt "0k00".
^Zolang het symbool "l" knippert,
kunt u met de toetsen Pen Oeen
bereidingstijd invoeren.
Nadat de tijd is opgeslagen, verschijnt
in het display weer de dagtijd. Aan het
symbool "l" kunt u zien dat een berei-
dingstijd is ingesteld.
Na afloop van de bereidingstijd
wordt de ovenverwarming automa-
tisch uitgeschakeld.
blijft de ventilator draaien.
klinkt ca. 7 minuten een akoestisch
signaal.
knippert het symbool "l".
^Druk op de toets Q.
De akoestische en optische signalen
worden uitgezet.
Zodra u de toets Qindrukt, gaat de
ovenverwarming weer aan. Schakel
het apparaat daarom altijd uit als u
het niet meer wilt gebruiken.
Bereidingstijd controleren en
veranderen
^Druk zo vaak op de toets Qtotdat in
het display het symbool "l" knippert.
De resterende bereidingstijd wordt
weergegeven.
^Zolang het symbool "l" knippert,
kunt u de bereidingstijd veranderen.
Bereidingstijd wissen
^Druk zo vaak op de toets Qtotdat in
het display het symbool "l" knippert.
^Zolang het symbool "l" knippert,
kunt u met de toets Ode bereidings-
tijd op "0k00" zetten. Maar u kunt ook
tegelijk op de toetsen Pen Odruk-
ken.
Zodra het bereidingsproces is ge-
wist, gaat de verwarming van de
oven aan.
Schakel het apparaat daarom altijd
uit als u het niet meer wilt gebruiken.
Bediening
23
Houdt u zich aan de temperaturen,
niveaus en tijden uit de baktabellen.
Voor een gezonde voeding dienen
de voedingsmiddelen zo behoed-
zaam mogelijk te worden bereid.
Bak taarten, pizza's, patat en derge-
lijke goudgeel en niet donkerbruin.
Temperatuur, bereidingstijd
Voor een behoedzame bereiding en
een gelijkmatige bruinering van cake
en gebak gaat u als volgt te werk:
Houd in principe de laagste tempe-
ratuur uit de tabel aan.
Kies geen hogere temperatuur dan in
de tabel staat aangegeven. Een
hoge temperatuur verkort weliswaar
de baktijd, maar het gebak wordt
vaak niet gelijkmatig bruin en onder
ongunstige omstandigheden ook niet
gaar.
Controleer na afloop van de kortste
baktijd of het gebak gaar is. Prik
daartoe met een houten stokje (bij-
voorbeeld een satéstokje) in het
deeg. Als niets aan het stokje blijft
kleven, is het gebak gaar.
Bakvormen
Materiaal
U
O
Alle temperatuurbestendige ma-
terialen.
VGebruik hiervoor matte en don-
ker gekleurde bakvormen, bij-
voorbeeld vormen van donker
blik, donker email, mat alumini-
um, hittebestendig glas of vor-
men met een anti-aanbaklaag.
Bij lichte vormen van blank ma-
teriaal wordt het gerecht in de
vorm ongelijkmatig of nauwelijks
bruin. Onder ongunstige om-
standigheden wordt het ook niet
gaar.
Bakpapier
De universele bakplaat is
PerfectClean-veredeld. Deze coating
heeft uitstekende
anti-aanbakeigenschappen. Hierdoor
hoeft u de plaat voor het bakken niet in
te vetten of met bakpapier te bedek-
ken.
U kunt het bereide product altijd zonder
moeite loshalen.
Gebruik alleen bakpapier voor
gebak waarbij tijdens de deegberei-
ding natronloog is toegepast (harde
krakelingen en dergelijke). Natron-
loog kan het PerfectClean-veredelde
oppervlak aantasten.
deegsoorten die vanwege hun
hoge eiwitgehalte gemakkelijk
vastkleven, zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makronen.
Aanwijzingen voor het bakken
24
Universele bakplaat
Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek
op de universele bakplaat. Op deze
manier blijft de oven schoon.
Bakvorm
Als u cakes en dergelijke in langwer-
pige vormen bakt, plaats deze dan
dwars in de ovenruimte. De warmtever-
deling in de vorm is dan optimaal en u
bereikt een gelijkmatig bakresultaat.
Niveau
De niveaus worden vanaf de onderkant
geteld.
Bakpla-
ten
Niveau *
U11
2 1 en 3
3 1,2en4**
O1 1 of 2
V1 1 of 2
* Zet gebak in een bakvorm altijd op
het rooster. Gebruik hiervoor niveau
1.
** Gebruik bij vochtig gebak, cake en
brood niet meer dan 2 bakplaten te-
gelijk.
Diepvriesproducten
Stel voor het bakken van
diepvriestaarten,-pizza's en
-stokbroden de laagste temperatuur in
die op de verpakking vermeld staat.
Bak dergelijke producten op het rooster
waarop u bakpapier heeft gelegd. Ge-
bruik niet de universele bakplaat. De
bakplaat kan anders kromtrekken en
niet meer uit de oven worden gehaald
als de plaat heet is. Bij elk volgend ge-
bruik trekt de plaat weer krom.
Voor diepvriesproducten zoals patat,
kroketten en dergelijke kunt u de bak-
plaat wel gebruiken. Leg deze produc-
ten op bakpapier en stel de laagste
temperatuur in die op de verpakking
vermeld staat. Keer de producten re-
gelmatig om.
Aanwijzingen voor het bakken
25
Hetelucht plus U
Taart / cake / gebak Temperatuur
in °C
Aanbevolen
niveau
Tijd 1)
in min.
Roerdeeg
Zandtaart, chocolade-/amandelcake
Tulband
Plaatcake
Marmer-, notencake (vorm)
Vruchtentaart met couverture (bakplaat)
Vruchtentaart (bakplaat)
Vruchtentaart (vorm)
Taartbodem 3)
Koeken/koekjes 3)
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
1
1
1
1
1
1
1
1
1, 3 4)
60–70
65–80
25–40
60–80
45–50
35–45
55–65
25–30
20–25
Biscuitdeeg 3)
Taart (3 - 6 eieren) 3)
Taartbodem (2 eieren) 3)
Biscuitrol 2)
160 – 180
160 – 180
160 – 180
1
1
1
25–35
20–25
20–25
Kneeddeeg
Taartbodem
Kruimeltaart
Koeken/koekjes 3)
Kwarktaart
Appeltaart
Abrikozentaart
Hartige taart 2)
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
150 – 170
190 – 210
1
1
1, 3 4)
1
1
1
1
20–25
45–55
15–25
70–90
50–70
55–75
25–35
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Gistdeeg laten rijzen
Tulband
Kruimeltaart
Vruchtentaart (bakplaat)
Witbrood
Volkorenbrood 2)
Pizza (bakplaat) 3)
Uienbrood
Appelflappen
50
150 – 170
150 – 170
160 – 180
160 – 180
170 – 190
170 – 190
170 – 190
150 – 170
bodem ovenruimte 5)
1
1
1
1
1
1
1
1, 3 4)
15–30
50–60
35–45
40–50
40–50
50–60
35–45
35–45
25–30
Soezendeeg 3), roomsoezen 160 – 180 1, 3 4) 30–40
Bladerdeeg 170 – 190 1, 3 4) 20–25
Eiwitgebak, makronen/bitterkoekjes 120 – 140 1, 3 4) 25–50
1) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
2) Oven voorverwarmen.
3) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
4) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het gebak voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd
nog niet verstreken is.
5) Leg het rooster op de bodem van de ovenruimte en zet de schaal daarop.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
Tabellen bakken
26
Boven-Onderwarmte V
Taart / cake / gebak Temperatuur
in °C
Aanbevolen
niveau
Tijd 1)
in min.
Roerdeeg
Zandtaart, chocolade-/amandelcake
Tulband
Plaatcake 1)
Marmer-, notencake (vorm)
Vruchtentaart met couverture (bakplaat)
Vruchtentaart (bakplaat)
Vruchtentaart (vorm)
Taartbodem 2) 3)
Koeken/koekjes 2) 3)
150 – 170
170 – 190
170 – 190
150 – 170
170 – 190
170 – 190
160 – 180
170 – 190
170 – 190
1
1
2
1
2
2
1
1
2
60–70
65–80
25–40
60–80
45–50
35–45
55–65
20–25
12–20
Biscuitdeeg 2) 3)
Taart (3 - 6 eieren) 2) 3)
Taartbodem (2 eieren) 2) 3)
Biscuitrol 2) 3)
170 – 190
170 – 190
180 – 200
1
1
2
20–35
15–20
12–16
Kneeddeeg
Taartbodem
Kruimeltaart
Koeken/koekjes 2) 3)
Kwarktaart
Appeltaart, afgedekt 2)
Abrikozentaart met couverture 2)
Plaatgebak 2)
170 – 190
170 – 190
170 – 190
170 – 190
170 – 190
170 – 190
220 – 240
2
2
2
1
1
1
1
15–20
45–55
10–20
70–90
45–65
55–75
25–35
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Gistdeeg laten rijzen
Tulband
Kruimeltaart
Vruchtentaart (bakplaat)
Witbrood
Volkorenbrood 2)
Pizza (bakplaat) 2) 3)
Uienbrood 2)
Appelflappen
50
160 – 180
170 – 190
180 – 200
180 – 200
190 – 210
190 – 210
180 – 200
160 – 180
bodem ovenruimte 4)
1
2
2
1
2
1
1
2
15–30
50–60
35–45
40–50
40–50
50–60
30–40
25–35
25–30
Soezendeeg 2) 3), roomsoezen 180 – 200 2 25 – 35
Bladerdeeg 2) 190 – 210 2 15 – 25
Eiwitgebak 2), makronen 120 – 140 2 25 – 50
1) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
2) Oven voorverwarmen.
3) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
4) Leg het rooster op de bodem van de ovenruimte en zet de schaal daarop.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
Tabellen bakken
27
Intensief bakken O
Ideaal voor
taart met een vochtige vulling, zoals pruimentaart en quiche.
taart met couverture waarvan de bodem niet voorgebakken is.
Taart / cake / gebak Temperatuur
in °C
Aanbevolen
niveau
Tijd 1)
in min.
Roerdeeg
Vruchtentaart met couverture (bakplaat) 150 – 170 1 30 – 35
Kneeddeeg
Kwarktaart
Appeltaart, afgedekt
Abrikozentaart met couverture
Plaatgebak
150 – 170
150 – 170
150 – 170
190 – 210
1
1
1
1
65–75
50–60
50–60
25–30
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Pizza (bakplaat) 2)
Uienbrood
170 – 190
170 – 190
1
1
40–50
25–35
1) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
2) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
Tabellen bakken
28
Aanbevelingen Opmerkingen
Ovenfunctie
Hetelucht plus UU kunt ook met "Boven-Onderwarmte V" werken.
Kookgerei
Alle hittebesten-
dige materialen.
Braadslede, braadpan, ovenvaste glazen schaal, braadfo-
lie/braadzakken, Römertopf, rooster op universele bakplaat.
Braden in een pan biedt diverse voordelen:
er blijft genoeg fond over voor een saus.
de oven blijft schoner dan bij braden op het rooster.
Niveau
1e van onderen. Gebruik bij "Boven-Onderwarmte V" voor gevogelte tot 1 kg,
rosbief, filet en vis niveau 2.
Voorverwarmen
Niet vereist. Plaats het kookgerei op het rooster in de koude oven.
Voorverwarmen is alleen nodig bij rosbief en filet.
Temperatuur
Zie tabel.
Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
Stel bij "Hetelucht plus U" een ca. 20 °C lagere tempera-
tuur in dan bij "Boven-Onderwarmte V".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de temperatuur. Stel de
temperatuur vanaf 3 kg ca. 10 °C lager in dan in de tabel is
aangegeven. Het braden duurt dan weliswaar iets langer,
maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet
te dik.
Bij braden op het rooster moet de temperatuur ca. 20 °C
lager worden ingesteld dan bij braden in een pan.
Bereidingstijd
Zie tabel.
Bereidingstijd bepalen: vermenigvuldig de hoogte van het
vlees met de tijd per cm:
rund/wild: 15 – 18 minuten/cm
varken/kalf/lam: 12 – 15 minuten/cm
rosbief/filet:8–10minuten/cm
Aanwijzingen voor het braden
29
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van
de bereidingstijd bruin. Het wordt extra
bruin als u halverwege de tijd het dek-
sel van de pan haalt.
Rusten
Haal het vlees na de bereiding uit de
oven, wikkel het in aluminiumfolie en
laat het ca. 10 minuten staan ("rusten").
Het vlees verliest dan minder vocht als
u het snijdt.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het
gevogelte 10 minuten voor het einde
van de bereiding met licht gezouten
water bestrijkt.
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht tot
ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
eerst te ontdooien. De bereidingstijd
neemt met ca. 20 minuten per kilo toe.
Aanwijzingen voor het braden
30
Gerecht Aanbevolen
niveau
Hetelucht plus UBoven-Onderwarmte V1)
Temperatuur
in °C 2) Tijd
in min.
Temperatuur
in °C 2) Tijd
in min.
Rundvlees (ca. 1 kg) 1 170 – 190 100 – 120 190 – 210 100 – 120
Runderfilet,
rosbief, ca. 1 kg 3) 1 190 – 210 45 – 55 200 – 220 45 – 55
Wild (ca. 1 kg) 1 4) 180 – 200 90 – 120 190 – 210 90 – 120
Varkensvlees,
nekstuk, ca. 1 kg
1 170 – 190 100 – 120 200 – 220 100 – 120
Varkensvlees met zwoerd,
ca.2kg
1 150 – 170 160 – 180 180 – 200 120 – 150
Casselerrib, ca. 1 kg 1 170 – 190 60 – 70 200 – 220 60 – 70
Gehakt, ca. 1 kg 1 160 – 180 70 – 80 190 – 210 70 – 80
Kalfsvlees, ca. 1,5 kg 1 4) 170 – 190 100 – 120 190 – 210 100 – 120
Lamsbout, ca. 1,5 kg 1 170 – 190 90 – 120 200 – 220 90 – 120
Lamsrug, ca. 1,5 kg 3) 1 170 – 190 50 – 60 190 – 210 50 – 60
Gevogelte, 0,8–1kg 14) 170 – 190 60 – 70 190 – 210 60 – 70
Gevogelte, ca. 2 kg 1 170 – 190 90 – 110 190 – 210 90 – 110
Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg 1 170 – 190 110 – 130 190 – 210 110 – 130
Gevogelte, ca. 4 kg 1 160 – 180 150 – 180 180 – 200 150 – 180
Moot vis, ca. 1,5 kg 1 4) 160 – 180 35 – 55 190 – 210 35 – 55
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde ovenruimte.
1) Voor braden adviseren wij "Hetelucht plus U".
Maar u kunt ook met "Boven-Onderwarmte V" werken.
2) Temperatuur bij braden in de pan.
Als het vlees op het rooster wordt bereid: temperatuur 20 °C lager instellen.
3) Oven voorverwarmen.
4) Niveau 2 bij "Boven-Onderwarmte V".
De waarden in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.
Tabel braden
31
Voor inmaken adviseren wij de ovenfunctie "Hetelucht plus U".
Geschikte potten
Weckpotten.
Inmaakglazen met schroefdeksel. Gebruik alleen glazen die speciaal voor in-
maken zijn. Deze zijn verkrijgbaar bij de vakhandel.
Gebruik geen conservenblikken!
5 potten 1) Temperatuur Inmaaktijd van-
af het borrelen
2)3)
in min.
Restwarmte
in min.
Fruit, komkom-
mer
150 – 170 °C tot aan het bor-
relen.
Kies daarna de functie "Ver-
lichting T".
geen 25 – 30
Asperges, wor-
tels
150 – 170 °C tot aan het bor-
relen.
Daarna op 100 °C door-
koken.
60-90 25 – 30
Erwten, bonen 90-120 25 – 30
1) Universele bakplaat op niveau 1 van onderen.
2) Borrelen = het gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes.
3) Verlaag de temperatuur tijdig om overkoken te voorkomen.
Na het inmaken
Haal de potten uit het apparaat, leg er een doek overheen en laat ze ca. 24 uur op
een tochtvrije plaats staan. Controleer of alle potten goed dicht zitten.
Inmaken
35
Bij de ovenfunctie "Ontdooien P" cir-
culeert de lucht in de ovenruimte. Het
voedingsmiddel wordt zo heel behoed-
zaam ontdooid.
Let op het volgende:
Haal het diepvriesproduct uit de ver-
pakking en leg het op de universele
bakplaat of in een schaal.
Gebruik voor het ontdooien van ge-
vogelte het rooster met de universele
bakplaat. Zo komt het gevogelte niet
in het vocht te liggen.
,Let bij het ontdooien van gevo-
gelte extra op de hygiëne. Gebruik
het vocht dat bij het ontdooien vrij-
komt niet. De kans op bacteriën is
groot (bijvoorbeeld salmonella).
Vlees, gevogelte en vis hoeven niet
volledig ontdooid te zijn voor verdere
bereiding. Het is voldoende als de
buitenlaag zo zacht is dat de kruiden
goed worden opgenomen.
Tijden voor het ontdooien
De tijden zijn afhankelijk van het ge-
wicht en het soort voedsel dat u ont-
dooit.
Kip,800g.............90–120min.
Vlees, 500 g ............60–90min.
Vlees, 1000 g ..........90–120min.
Braadworst, 500 g .......30–50min.
Vis, 1000 g .............60–90min.
Aardbeien, 300 g ........30–40min.
Boterkoek, 500 g ........20–30min.
Brood, 500 g ...........30–50min.
Ontdooien
36
Het bereiden van kant-en-klaargerechten
Hiervoor adviseren wij de ovenfunctie "Hetelucht plus U".
Bereid diepvriesproducten (zoals pizza) niet op de universele bakplaat. De
bakplaat kan anders kromtrekken en niet meer uit de oven worden gehaald als
de plaat heet is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat weer krom. Gebruik
daarom het rooster en leg onder het diepvriesproduct bakpapier. Voor patat,
kroketten en dergelijke kunt u de bakplaat wel gebruiken.
Voorbeelden van kant-en-klaargerechten
Gerecht Temperatuur
in °C *
Niveau van on-
deren *
Tijd
in min. *
Opmerking
Ovenschotel van aardap-
pelen, pasta of groente
250 1 of 2 20 – 25 gerecht in ovenschaal
Lasagne, cannelloni 190 1 of 2 35 – 40 in geopende verpakking
Stokbrood, gevuld,
panino 200 1 of 2 12 – 15
op het rooster op bakpa-
pier
Pizza, voorgebakken 200 1 of 2 12 – 20 op het rooster op bakpa-
pier
Mini-pizza, voorgebakken 220 1 of 2 8 – 10 op het rooster op bakpa-
pier
Aardappelschijfjes, rösti,
aardappelkroketjes
220 1 of 2 12 – 20 op het rooster op bakpa-
pier
Krakelingen 220 1 of 2 12 – 15 op het rooster op bakpa-
pier
* Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
Koken
37
Geteste gerechten volgens EN 60350
Gerecht Bakvormen Ovenfunctie Niveau van
onderen
Tempe-
ratuur
in °C
Berei-
dingstijd
in min.
Voorver-
warmen
Spritsen
(8.4.1)
1 bakplaat Hetelucht plus 1 140 2) 25-45 nee
2 bakplaten 1) Hetelucht plus 1, 3 140 2) 25-45 nee
1 bakplaat Boven-
Onderwarmte
2 160 2) 15-30 ja
Small
cakes
(8.4.2)
1 bakplaat Hetelucht plus 1 160 2) 25-35 nee
2 bakplaten Hetelucht plus 1, 3 160 2) 25-35 nee
1 bakplaat Boven-
Onderwarmte
2 160 2) 25-35 ja
Biscuittaart
(8.5.1)
springvorm
C26 cm
Hetelucht plus 1 170 2) 30-40 nee
springvorm
C26 cm
Boven-
Onderwarmte
1 180 2) 20-35 ja
Appeltaart
(8.5.2)
springvorm
C20 cm
Hetelucht plus 1 160 2) 105-125 nee
springvorm
C20 cm
Boven-
Onderwarmte
1 180 2) 90-120 nee
Toast (9.1) rooster Grill 3 maximaal 5-8 nee
Biefstuk (9.2) rooster op uni-
versele bak-
plaat
Grill 4 maximaal kant 1:
10-15
kant 2:
5-10
ja, 5 minuten
1) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het gebak voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd nog
niet verstreken is.
2) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
Energie-efficiëntieklasse volgens EN 50304
De energie-efficiëntieklasse Avan deze apparaten is vastgesteld op basis van
EN 50304 en heeft betrekking op de meetwaarden bij de ovenfunctie "Hetelucht
plus U".
Aanwijzingen voor keuringsinstituten
39
,Gebruik voor het reinigen van
het apparaat nooit een stoomreini-
ger. De stoom kan in aanraking ko-
men met delen die onder spanning
staan en kortsluiting veroorzaken.
Front
Verwijder verontreinigingen op het
front bij voorkeur meteen. Als veront-
reinigingen te lang inwerken, kunt u
ze soms niet meer verwijderen en
kunnen de oppervlakken verkleuren
of aangetast worden.
Reinig het front met een schoon spons-
doekje, afwasmiddel en warm water.
Wrijf alles daarna met een zachte doek
droog.
U kunt voor het reinigen ook een
schoon, vochtig microvezeldoekje zon-
der reinigingsmiddel gebruiken.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen onder bepaalde omstandig-
heden glasbreuk tot gevolg hebben.
Alle oppervlakken kunnen verkleu-
ren of aangetast worden als deze
met ongeschikte reinigingsmiddelen
in aanraking komen.
Voorkom dat de oppervlakken be-
schadigd raken. Gebruik voor het rei-
nigen geen:
soda-, ammoniak-, zuur- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen.
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid-
del en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen.
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal.
reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
ovensprays.
glasreinigers.
schurende harde sponzen en
borstels, bijvoorbeeld pannenspons-
jes.
vlekkensponsjes.
scherpe metalen schrapers.
Reiniging en onderhoud
40
Gebruik bij normale verontreinigingen
een zacht keukensponsje, heet water
en afwasmiddel. U kunt eventueel ook
de harde kant van een keukensponsje
gebruiken.
U kunt de onderdelen nog gemakkelij-
ker reinigen, als u de verontreinigingen
eerst enkele minuten laat inweken.
Wis de onderdelen na afloop met
schoon water af. Resten reinigingsmid-
del hebben een negatief effect op de
anti-aanbakwerking.
Bij hardnekkige verontreinigingen
kunt u ovenspray gebruiken.
Haal de katalytisch geëmailleerde
delen uit de oven, voordat u de
ovenruimte met ovenspray inspuit.
Het katalytische email wordt anders
door de ovenspray aangetast.
Laat de te reinigen delen tot kamertem-
peratuur afkoelen. Spuit de oppervlak-
ken met ovenspray in en laat deze kort
(ca. 10 minuten) inwerken. Indien nodig
kunt u na de inwerktijd ook nog de har-
de kant van een keukensponsje ge-
bruiken. Herhaal zo nodig deze stap-
pen. Reinig de oppervlakken vervol-
gens met water en droog de delen af.
Voor vastzittende verontreinigingen
kunt u ook een glasschraper of een
speciaal sponsje gebruiken (bijvoor-
beeld Spontex Spirinett).
Met de genoemde hulpmiddelen kunt u
de oppervlakken altijd goed reinigen.
Maar zelfs als door onjuist onderhoud
de PerfectClean-veredelde oppervlak-
ken beschadigd zijn, blijven de
anti-aanbak- en de reinigingseigen-
schappen vergelijkbaar met die van an-
dere onderhoudsvriendelijke email-
soorten.
Let ook op het volgende:
Vruchtensap of deeg, dat bijvoor-
beeld uit een slecht sluitende bak-
vorm is gelopen, kunt u het beste
verwijderen als de ovenruimte nog
warm is.
Vruchtensap kan blijvende verkleu-
ringen veroorzaken. Ook op de bak-
plaat kunnen na het braden doffe
plekken ontstaan. Dergelijke verkleu-
ringen hebben echter geen effect op
de eigenschappen van de verede-
ling. Probeer de vlekken niet met alle
geweld te verwijderen. Gebruik al-
leen de beschreven reinigingsmidde-
len.
Reiniging en onderhoud
43
^Breng de dichtingen voor de binnen-
ste glasplaat in de daarvoor bestem-
de sleuven aan.
^Zet de binnenste glasplaat met de
opdruk naar beneden in de deur. De
dichtingen mogen daarbij niet ver-
schuiven. De plaat moet zo ver mo-
gelijk worden ingeschoven.
^Plaats de lijst met de dichting voor de
glasplaten.
De dichtingen moeten correct wor-
den aangebracht. Zij voorkomen dat
de hete ovenlucht de deur binnen-
dringt.
^Plaats de geleiders en schroef de lijst
weer vast.
Reiniging en onderhoud
48
Geleiderails verwijderen
,De verwarmingselementen moe-
ten uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
U kunt zich anders branden!
^Trek de geleiderails aan de voorkant
uit de bevestiging en verwijder de
rails.
Het plaatsen gebeurt in omgekeerde
volgorde. Monteer de onderdelen zorg-
vuldig.
Achterwand demonteren
,De verwarmingselementen moe-
ten uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
U kunt zich anders branden!
Afhankelijk van de mate van verontreini-
ging kunt u de achterwand er voor het
reinigen uithalen.
Neem daarbij de instructies in acht uit
de rubriek "Katalytisch email".
^Haal de geleiderails uit de oven.
^Draai de schroeven los en verwijder
de achterwand.
,Gebruik het apparaat niet zon-
der ingebouwde achterwand.
U kunt zich verwonden!
Het plaatsen gebeurt in omgekeerde
volgorde. Monteer de onderdelen zorg-
vuldig.
Reiniging en onderhoud
50
Verwarmingselement
bovenwarmte/grill laten zakken
,De verwarmingselementen moe-
ten uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
U kunt zich anders branden!
^Haal de geleiderails uit de oven.
^Draai de vleugelmoer los en laat het
element zakken.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld omlaag, anders kan het
beschadigd raken.
Plaats alles in omgekeerde volgorde te-
rug.
Draai de vleugelmoer goed vast.
Monteer de onderdelen zorgvuldig.
Reiniging en onderhoud
51


Produkt Specifikationer

Mærke: Miele
Kategori: Ovn
Model: H 4302B

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Miele H 4302B stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig