OKI C822n Manual
Læs nedenfor 📖 manual på dansk for OKI C822n (136 sider) i kategorien Printer. Denne guide var nyttig for 34 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 2 brugere
Side 1/136

- 1 -

- 2 -
Over deze handleiding
Termen in dit document
In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt.
Opmerking
●Biedt belangrijke informatie over handelingen. Zorg ervoor dat u secties met deze markering leest.
Memo
●Biedt extra informatie over handelingen. Het is raadzaam secties met deze markering te lezen.
Meer info
●Geeft aan waar u terechtkunt voor meer informatie of gerelateerde informatie.
WAARSCHUWING
●Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk
letsel.
LET OP
●Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat
kan leiden.
Symbolen in dit document
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt.
Symbolen Beschrijving
[ ] ●Verwijst naar namen van menu's op het scherm.
●Verwijst naar namen van menu's, vensters en dialoogvensters op de computer.
" " ●Verwijst naar berichten en invoertekst op het scherm.
●Verwijst naar bestandsnamen op de computer.
●Verwijst naar rubrieken die u kunt raadplegen.
Knop/toets < > Verwijst naar een hardwareknop op het bedieningspaneel of een toets op het toetsenbord
van de computer.
> Geeft aan hoe u naar het gewenste onderdeel kunt gaan in het menu van deze printer of op
de computer.
Uw printer
Verwijst naar de printer die u wilt gebruiken of selecteren.

- 3 -
Notatie die in deze handleiding wordt gebruikt
De volgende notaties worden mogelijk gebruikt in deze handleiding.
●C822n/C822dn → C822
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® 7 64-bit Edition → Windows 7 (64-bits versie)
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Vista® 64-bit Edition → Windows Vista (64-bits versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2008 R2 64-bit Edition → Windows Server 2008 R2*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2008 64-bit Edition → Windows Server 2008 (64-bits
versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® XP x64 Edition → Windows XP (x64-versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2003 x64 Edition → Windows Server 2003 (x64-
versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® 7 → Windows 7 *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Vista® → Windows Vista *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2008 → Windows Server 2008 *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® XP → Windows XP *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2003 → Windows Server 2003 *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® 2000 → Windows 2000
●Algemene naam voor Windows 7, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows XP, Windows
Server 2003 en Windows 2000 → Windows
* Als er geen speciale beschrijving is, verwijst Windows 7, Windows Vista, Windows Server 2008,
Windows XP en Windows Server 2003 ook naar de 64-bits versie. (Windows Server 2008 verwijst
ook naar de 64-bits versie en Windows Server 2008 R2.)
Als er geen speciale beschrijving is, verwijst Windows naar Windows 7, verwijst Mac OS X naar Mac OS
X 10.7 en verwijst "printer" naar de C822dn voor voorbeelden in dit document.
Afhankelijk van uw besturingssysteem of model kan de beschrijving in dit document verschillen.

- 4 -
Inhoud
Over deze handleiding .............................................................................2
Termen in dit document ............................................................................................. 2
Symbolen in dit document .......................................................................................... 2
Notatie die in deze handleiding wordt gebruikt .............................................................. 3
1. Handige afdrukfuncties ................................................... ..... 8
Afdrukken op enveloppen ........................................................................................... 8
Afdrukken op etiketten .............................................................................................. 9
Afdrukken op papier van een aangepast formaat ......................................................... 10
Handmatig afdrukken .............................................................................................. 12
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (meerdere pagina's afdrukken) ............. 13
Dubbelzijdig afdrukken ............................................................................................ 14
Schalen naar pagina's ............................................................................................. 15
Pagina's sorteren .................................................................................................... 16
Boekje afdrukken .................................................................................................... 17
Omslag afdrukken ................................................................................................... 18
Poster afdrukken .................................................................................................... 18
Afdrukkwaliteit (resolutie) wijzigen ............................................................................ 19
Foto's verbeteren .................................................................................................... 20
Afdrukgegevens in kleur afdrukken in grijstinten ......................................................... 20
Fijne lijnen benadrukken .......................................................................................... 21
Automatische cassetteselectie .................................................................................. 21
Automatische cassettewisseling ................................................................................ 22
Toner besparen ....................................................................................................... 23
Beveiligd afdrukken ................................................................................................. 24
Gecodeerd beveiligd afdrukken ................................................................................. 25
Afdrukken met een watermerk .................................................................................. 26
Overlays afdrukken ................................................................................................. 27
Afdrukgegevens opslaan .......................................................................................... 28
De driverinstellingen opslaan .................................................................................... 29
De standaardinstellingen van de driver wijzigen .......................................................... 29
Printerlettertypen gebruiken ..................................................................................... 30
Computerlettertypen gebruiken ................................................................................ 30
Een afdrukbuffer gebruiken ...................................................................................... 31
De monochrome modus wijzigen ............................................................................... 31
Afdrukken naar bestand ........................................................................................... 32
Emulatiemodus wijzigen .......................................................................................... 33

- 5 -
Inhoud
2. Kleur aanpassen ................................................................ 34
Kleur aanpassen op het bedieningspaneel ................................................34
Kleurregistratie aanpassen ....................................................................................... 34
De dichtheid aanpassen ........................................................................................... 34
De kleurbalans (dichtheid) aanpassen ........................................................................ 35
Kleur aanpassen op de computer ............................................................36
Kleurkoppeling (Automatisch) ................................................................................... 36
Kleurkoppeling (Ofce-kleur) .................................................................................... 37
Kleurkoppeling (Graphic Pro) .................................................................................... 37
Kleurkoppeling (geen kleurkoppeling) ........................................................................ 38
Zwarte afwerking wijzigen ........................................................................................ 38
Witte ruimte tussen tekst en achtergrond verwijderen (Zwart overdrukken) .................... 39
Afdrukresultaten voor inkt simuleren ........................................................................ 40
Kleur aanpassen met Color Correct Utility .................................................41
Paletkleur wijzigen .................................................................................................. 41
Gammawaarde of tint wijzigen .................................................................................. 42
Afdrukken met aangepaste kleurinstellingen ............................................................... 42
Kleurcorrectie-instellingen opslaan ............................................................................ 43
Kleurcorrectie-instellingen importeren ....................................................................... 43
Kleurcorrectie-instellingen verwijderen ...................................................................... 44
Kleur instellen met Color Swatch Utility .................................................... 45
Kleurmonster afdrukken .......................................................................................... 45
Een bestand afdrukken met de gewenste kleur ........................................................... 46
3. Printerinstellingen wijzigen ............................................... 47
De huidige instellingen controleren .......................................................... 47
Afdrukinformatie afdrukken ...................................................................................... 47
De apparaatinstellingen wijzigen ............................................................. 48
Beheerderinst. ........................................................................................................ 48
Overige instellingen ................................................................................................ 48
Lijst van de instellingenmenu's ................................................................................. 49

- 6 -
Inhoud
4. Hulpprogramma's gebruiken ............................................. 63
Overzicht van de hulpprogramma's ..........................................................63
Hulpprogramma's installeren .................................................................. 65
Hulpprogramma's voor Windows/Mac OS X ............................................... 66
Webpagina ............................................................................................................. 66
Hulpprogramma's voor Windows ............................................................. 68
Conguration Tool ................................................................................................... 68
Operator Panel Language Setup ................................................................................ 72
Network Card Setup ................................................................................................ 73
OKI LPR Utility........................................................................................................ 74
Network Extension .................................................................................................. 77
TELNET ................................................................................................................. 78
Hulpprogramma's voor Mac OS X ............................................................ 80
Panel Language Setup ............................................................................................. 80
Network Card Setup ................................................................................................ 81
5. Netwerkinstellingen .......................................................... 82
Onderdelen waarvoor netwerkinstellingen kunnen worden ingesteld ............. 82
IP-adres instellen ................................................................................ 111
Netwerkinstellingen wijzigen vanaf de webpagina .................................... 115
Het einde van de levensduur van verbruiksartikelen en fouten via e-mail melden
(e-mailmelding) .....................................................................................................115
Toegang controleren op basis van IP-adres (IP-ltering) ..............................................116
Toegang controleren op basis van MAC-adres (MAC-adresltering) ................................117
Afdrukken zonder printerdriver (direct afdrukken) ......................................................117
Communicatie coderen via SSL/TLS ..........................................................................118
Communicatie coderen via IPSec .............................................................................121
SNMPv3 gebruiken .................................................................................................123
IPv6 gebruiken ......................................................................................................124
IEEE 802.1X gebruiken ...........................................................................................125
EtherTalk-instellingen wijzigen (alleen voor Mac OS X) ................................................126
Andere handelingen ............................................................................ 127
Netwerkinstellingen initialiseren ...............................................................................127
DHCP gebruiken ....................................................................................................127

- 7 -
Inhoud
6. Problemen verhelpen ....................................................... 129
Initialiseren ........................................................................................ 129
Een SD-geheugenkaart initialiseren ..........................................................................129
Flashgeheugen initialiseren .....................................................................................130
De printerinstellingen resetten .................................................................................131
De printerdrivers verwijderen of bijwerken ............................................. 132
Een printerdriver verwijderen ..................................................................................132
Een printerdriver bijwerken .....................................................................................133
Index .................................................................................... 135

- 8 -
1
1. Handige afdrukfuncties
1. Handige afdrukfuncties
In dit hoofdstuk vindt u uitleg over geavanceerde afdrukfuncties.
Memo
●Het scherm en de procedure kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem, de toepassingen en de versie van de
printerdriver die u gebruikt. In deze sectie worden Kladblok in Windows en Teksteditor in Mac OS X als voorbeelden gebruikt.
Meer info
●Voor meer informatie over het instellen van onderdelen in de printerdriver raadpleegt u de online Help van de printerdriver.
Afdrukken op enveloppen
U kunt afdrukken op enveloppen door het
ingestelde papierformaat te wijzigen en de
universele cassette en het uitvoervak met de
afdrukzijde naar boven te gebruiken.
Stel het papierformaat van de universele
cassette in op het bedieningspaneel en
stel vervolgens afdrukinstellingen zoals
papierformaat en papiercassette in via de
printerdriver.
Opmerking
●Het papier kan kromgetrokken of gekreukeld zijn na het
afdrukken. Zorg ervoor dat er geen probleem is door een
testafdruk te maken.
●Enveloppen moet worden geplaatst met het adres naar
boven.
- Com-10-, DL- en C5-enveloppen moeten worden
geplaatst met de ap naar boven, gezien vanaf de
invoerrichting.
- C4-enveloppen moeten worden geplaatst met de ap
naar rechts, gezien vanaf de invoerrichting.
Com-10, DL, C5 C4
Memo
●Selecteer niet dubbelzijdig afdrukken voor enveloppen.
Meer info
●Voor informatie over welke enveloppen kunnen worden
gebruikt, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
●Handmatig afdrukken is ook beschikbaar voor het
afdrukken op enveloppen. Voor meer informatie over
handmatig afdrukken raadpleegt u "Handmatig afdrukken"
op p. 12.
1 Plaats papier in de universele cassette.
Meer info
●Raadpleeg "Papier in de printer plaatsen" in de
Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
2 Open aan de achterzijde van de printer
het uitvoervak met de afdrukzijde naar
boven.
3 Op het bedieningspaneel drukt u op de
toets <Fn>.
4 Druk op de toetsen <9> en <0> en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
5 Druk op de bladerknop om
[Envelop*] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
* Selecteer een type envelop.
6 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
7 Open op de computer het bestand dat u
wilt afdrukken.
8 Congureer het papierformaat, de
papierbron en de afdrukstand in de
printerdriver en druk af.
Voor Windows
1 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
2 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
3 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Envelop*] bij [Size].
* Selecteer een type envelop.
4 Selecteer [Universele Lade] bij
[Bron:].

- 9 -
1
1. Handige afdrukfuncties
5
Selecteer de afdrukstand bij [Oriëntatie].
- Selecteer [Staand] voor enveloppen die
aan de zijkant worden geopend.
- Selecteer [Liggend] voor enveloppen die
aan de bovenkant worden geopend.
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Voor Mac OS X
1 In het menu [Archief] selecteert u
[Pagina-instelling].
2 Selecteer [Envelop*] bij
[Papierformaat].
* Selecteer een type envelop.
3 Selecteer de afdrukstand bij
[Oriëntatie] en klik vervolgens op
[OK].
- Selecteer [Staand] voor enveloppen die
aan de zijkant worden geopend.
- Selecteer [Liggend] voor enveloppen die
aan de bovenkant worden geopend.
4 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
5 Selecteer [Setup] in het venstermenu.
6 Selecteer [Universele Lade] bij
[Papierbron].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Afdrukken op etiketten
U kunt afdrukken op etiketten door de ingestelde
papiersoort te wijzigen en de universele cassette
en het uitvoervak met de afdrukzijde naar boven
te gebruiken.
Stel op het bedieningspaneel het papierformaat
en de papiersoort voor de universele cassette
in. Vervolgens stelt u afdrukinstellingen zoals
het papierformaat en de papiercassette in via de
printerdriver.
Memo
●Selecteer niet dubbelzijdig afdrukken voor etiketten.
Meer info
●Voor informatie over beschikbare etiketten raadpleegt u
de Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
●Handmatig afdrukken is ook beschikbaar voor het
afdrukken op etiketten. Voor meer informatie over
handmatig afdrukken raadpleegt u "Handmatig afdrukken"
op p. 12.
1 Plaats papier in de universele cassette.
Meer info
●Raadpleeg "Papier in de printer plaatsen" in de
Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
2 Open aan de achterzijde van de printer
het uitvoervak met de afdrukzijde naar
boven.
Memo
●Als u altijd op etiketten afdrukt vanuit de
universele cassette, registreert u het papier op het
bedieningspaneel. Als u één keer afdrukt vanuit deze
cassette, gaat u verder met de afdrukprocedures via
de printerdriver.
3 Druk op de toets <Fn>.
4 Voer <9> en <0> in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
5 Druk op de bladerknop om [A4]
of [Letter] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
6 Druk op de knop <BACK (TERUG)> en
controleer dat [Cong univ. cassette]
wordt weergegeven.
7 Druk op de bladerknop om
[papiersoort] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
8 Druk op de bladerknop om [Etiket]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.

- 11 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Aangepaste formaten opgeven
Om papier van een aangepast formaat te
plaatsen, moet u de breedte en lengte van
het papier registreren voordat u afdrukt. Het
formaatbereik dat u kunt instellen, varieert
afhankelijk van de papiercassette.
Cassette Beschikbaar formaatbereik
Cassette 1 Breedte:
105 tot 297 mm (4,1 tot 11,7 inch)
Lengte:
148 tot 431 mm (5,8 tot 17,0 inch)
Cassette 2
(optie)
Breedte:
148 tot 297 mm (5,8 tot 11,7 inch)
Lengte:
182 tot 431 mm (7,2 tot 17,0 inch)
Universele
cassette
Breedte:
64 tot 297 mm (2,5 tot 11,7 inch)
Lengte:
90 tot 1.321 mm (3,5 tot 52,0 inch)
Opmerking
●U kunt de instelling [Aangepast] alleen congureren
wanneer [Papierformaat] ingesteld is op [Aangepast].
●Het beschikbare formaatbereik voor dubbelzijdig
afdrukken is hetzelfde als dat voor cassette 2.
1 Op het bedieningspaneel drukt u op de
knop <ENTER>.
2 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Menus] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Controleer dat [cassetteconguratie]
is geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
4 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Cassetteconguratie] te
selecteren voor de papiercassette waarin
u het papier hebt geplaatst, en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
5 Controleer dat [Papierformaat] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
6 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Aangepast] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
7 Druk op de knop <BACK (TERUG)>.
8 Druk op de bladerknop om
[X-afmeting] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
9 Voer de papierbreedte in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
10 Druk op de knop <BACK (TERUG)>.
11 Druk op de bladerknop om
[Y-afmeting] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
12 Voer de papierlengte in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
13 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver waarvoor u
een aangepast formaat wilt opgeven
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
3 Op het tabblad [Setup] klikt u op
[Papierinvoeropties].
4 Klik op [Aangepast formaat].
5 Voer een naam in en de afmetingen in.
a Voer in het vak [Naam] een naam
voor het nieuwe formaat in.
b Voer in de vakken [Breedte] en
[Length] de afmetingen van het
nieuwe formaat in.
6 Klik op [Toevoegen] om het
aangepaste papierformaat op te slaan in
de lijst en klik vervolgens op [OK].
U kunt maximaal 32 aangepaste formaten
opslaan.
7 Klik op [OK] totdat het dialoogvenster
[Voorkeursinstellingen voor
afdrukken] wordt gesloten.
8 Open het bestand dat u wilt afdrukken.

- 12 -
1
1. Handige afdrukfuncties
9 Selecteer het geregistreerde
papierformaat in de printerdriver
en start het afdrukken vanaf het
dialoogvenster om af te drukken.
Meer info
●Voor informatie over hoe u papier opgeeft in de
printerdriver, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
Voor Mac OS X
Opmerking
●In de PS-printerdriver voor Mac OS X kan een
papierformaat buiten het beschikbare bereik worden
ingesteld. Maar de afdruktaak zal dan niet goed worden
afgedrukt. Stel daarom een papierformaat binnen het
beschikbare bereik in.
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Pagina-instelling].
3 Selecteer [Aangepaste formaten
beheren] bij [Papierformaat].
4 Klik op [+] om een item toe te
voegen aan de lijst met aangepaste
papierformaten.
5 Dubbelklik op [2-zijdig (Duplex)
afdrukken] en voer een naam in voor
het aangepaste papierformaat.
6 Voer in de vakken [Breedte] en
[Hoogte] de afmetingen in.
7 Klik op [OK].
8 Klik op [OK].
9 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
10 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Handmatig afdrukken
U kunt een document afdrukken door papier
handmatig in te invoeren via de universele
cassette. De printer drukt dan af op één vel
papier per keer. Telkens wanneer een pagina
wordt afgedrukt, verschijnt het bericht "Plaats
papier MPTray %Media Size% Druk op de
knop ONLINE". Druk op de knop <ON LINE
(ONLINE)> om door te gaan met het afdrukken.
1 Plaats papier in de universele cassette.
Meer info
●Raadpleeg "Papier in de printer plaatsen" in de
Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
2 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3 Congureer de instellingen voor
handmatig afdrukken in de printerdriver,
en druk af.
Voor Windows
1 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
2 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
3 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Universele Lade] bij [Bron:].
4 Klik op [Papierinvoeropties].
5 Schakel het selectievakje [Gebruik de
universeellade voor handmatige
invoer] in en klik vervolgens op [OK].
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
7 Wanneer op het bedieningspaneel
een bericht verschijnt waarin u wordt
gevraagd papier te plaatsen in de
universele cassette, drukt u op de knop
<ON LINE (ONLINE)>.
Als u een document met meerdere pagina's
afdrukt, verschijnt hetzelfde bericht telkens
wanneer een pagina is afgedrukt.

- 13 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Voor Mac OS X
1 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
2 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
3 Selecteer [Setup] in het venstermenu.
4 Selecteer [Universele Lade] bij
[Papierbron].
5 Klik op [Printer Options].
6 Schakel het selectievakje [Gebruik de
universeellade voor handmatige
invoer] in.
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
8 Wanneer op het bedieningspaneel
een bericht verschijnt waarin u wordt
gevraagd papier te plaatsen in de
universele cassette, drukt u op de knop
<ON LINE (ONLINE)>.
Als u een document met meerdere pagina's
afdrukt, verschijnt hetzelfde bericht telkens
wanneer een pagina is afgedrukt.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Meerdere pagina's op één vel
papier combineren (meerdere
pagina's afdrukken)
U kunt meerdere pagina's van een document op
één zijde van een vel papier afdrukken.
12
34
Opmerking
●Deze functie verkleint het paginaformaat van uw
document dat u wilt afdrukken. Het midden van de afdruk
bevindt zich mogelijk niet in het midden van het papier.
●Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige
toepassingen.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u bij
[Afwerkingmodus] het aantal pagina's
dat u wilt afdrukken op elk vel.
5 Klik op [Opties].
6 Geef de instellingen op voor [Pagina's
per blad], [Paginaranden],
[Paginalayout] en [Rugmarge], en
klik vervolgens op [OK].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.

- 14 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Selecteer [Lay-out] in het venstermenu.
4 Selecteer bij [Pagina's per blad] het
aantal pagina's dat u wilt afdrukken op
elk vel.
5 Geef de instellingen op voor
[Bijsnijden] en [Richting van
indeling].
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt afdrukken op beide zijden van een vel
papier.
●Papierformaat dat kan worden gebruikt voor
dubbelzijdig afdrukken
A3, A4, A5, B4, B5, Letter, Legal 13, Legal 13,5,
Legal 14, Executive, Tabloid, 8K (260 x 368 mm,
270 x 390 mm, 273 x 394 mm), 16K
(197 x 273 mm, 195 x 270 mm, 184 x 260 mm),
aangepast formaat
A6 kan niet worden gebruikt voor dubbelzijdig
afdrukken.
●Papiergewicht dat kan worden gebruikt voor
dubbelzijdig afdrukken
64 tot 220 g/m2
Gebruik geen papiergewicht dat buiten het
bovenstaande bereik valt.
Dit kan papierstoringen veroorzaken.
Opmerking
●Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige
toepassingen.
Memo
●De breedte en lengte van aangepaste formaten die
kunnen worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken, zijn
als volgt.
- Breedte: 148 tot 297 mm (5,8 tot 11,7 inch)
- Lengte: 182 tot 431,8 mm (7,2 tot 17,0 inch)
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Lange zijde] of [Korte zijde] bij
[Dubbelzijdig afdrukken].
5 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.

- 16 -
1
1. Handige afdrukfuncties
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Pagina's sorteren
U kunt meerdere exemplaren afdrukken van
documenten met meerdere pagina's.
Opmerking
●Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige
toepassingen.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Selecteer het aantal exemplaren dat u
wilt afdrukken in de vervolgkeuzelijst
[Exemplaren] en schakel het
selectievakje [Sorteren] in.
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.7 selecteert
u [Papierverwerking] in het
venstermenu.
4 Schakel het selectievakje [Sorteer
pagina's] ([Sorteren] voor Mac
OS X 10.5 en 10.6) in en voer bij
[Exemplaren] het aantal af te drukken
exemplaren in.
Voor Mac OS X 10.3.9 tot 10.4.11 schakelt u
het selectievakje [Sorteren] in bij [Aantal en
pagina's] en voert u het aantal af te drukken
exemplaren in bij [Exemplaren].
5 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].

- 17 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Boekje afdrukken
U kunt documenten met meerdere pagina's zo
afdrukken dat de pagina's zodanig zijn geordend
en gerangschikt dat de uiteindelijke uitvoer tot
een boekje kan worden gevouwen.
12
13
5
7
9
11
Opmerking
●Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige
toepassingen.
●Deze functie is niet beschikbaar voor de printerdriver voor
Mac OS X.
●Watermerken worden niet goed afgedrukt met deze
functie.
●Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer u de
modus voor gecodeerd beveiligd afdrukken gebruikt
vanaf een clientcomputer die de printer deelt met een
afdrukserver.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Boekje] bij [Afwerkingmodus].
5 Klik op [Opties] en stel vervolgens
indien nodig de opties in voor het
afdrukken van een boekje.
- [Handtekening]: Geef het aantal
pagina's per zijde van elk vel papier op.
- [Van rechts naar links]: Druk het
boekje zo af dat de bindrug zich aan de
rechterkant bevindt.
6 Klik op [OK].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Wanneer u een A5-boekje maakt met behulp van A4-
vellen, selecteert u [A4] als papierformaat.
●Wanneer u deze functie niet kunt selecteren, klikt u
op [starten] > [Apparaten en printers], klikt u
vervolgens met de rechtermuisknop op het pictogram
Uw printer
en selecteert u daarna [Eigenschappen]
> [
Uw printer (PCL)
] > [Geavanceerd…] >
[Afdrukprocessor] > [OPLAPP3] > [OK].

- 18 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Omslag afdrukken
U kunt de eerste pagina van een afdruktaak
invoeren vanuit een bepaalde cassette en de
resterende pagina's invoeren vanuit een een
andere cassette. Deze functie is handig wanneer
u een bepaalde papiersoort wilt gebruiken voor
de omslag en een andere papiersoort voor de
pagina's binnenin.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] klikt u op
[Papierinvoeropties].
5 Schakel het selectievakje [Gebruik
andere bron voor de eerste pagina]
in.
6 Selecteer bij [Bron:] de cassette van
waaruit u papier wilt invoeren en klik
vervolgens op [OK].
Selecteer indien nodig een papiergewicht in de
vervolgkeuzelijst [Gewicht].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Poster afdrukken
U kunt een poster afdrukken door één document
in delen te verdelen en deze op meerdere vellen
papier af te drukken. Elk deel wordt vergroot
afgedrukt op een afzonderlijk vel papier. U kunt
de afzonderlijke vellen dan combineren tot een
poster.
12
34
Opmerking
●Deze functie is niet beschikbaar wanneer u gebruikmaakt
van een NetBEUI- of IPP-netwerk.
●Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer u de
modus voor gecodeerd beveiligd afdrukken gebruikt
vanaf een clientcomputer die de printer deelt met een
afdrukserver.
Memo
●Wanneer u poster van A3-formaat maakt met behulp van
twee vellen papier van A4-formaat, selecteert u [A4] als
papierformaat en selecteert u [2] bij [Vergroten].
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup]
selecteert u [Posterafdruk] bij
[Afwerkingmodus].
5 Klik op [Opties].
6 Stel indien nodig waarden in bij
[Vergroten], [Toevoegen
registratietekens] of [Toevoegen
overlapping] en druk vervolgens op
[OK].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.

- 19 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Memo
●Als u deze functie niet kunt selecteren, klikt u op
[Starten] > [Apparaten en printers], klikt u vervolgens
met de rechtermuisknop op het pictogram
Uw printer
en selecteert u daarna [Printereigenschappen]
> [
Uw printer (PCL)
] > [Geavanceerd] >
[Afdrukprocessor] > [OPLAPP3] > [OK].
Afdrukkwaliteit (resolutie)
wijzigen
U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen aan uw
behoeften.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Selecteer een afdrukkwaliteitsniveau bij
[Kwaliteit].
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Taakopties] in het
venstermenu.
5 Selecteer een afdrukkwaliteitsniveau bij
[Afdrukkwaliteit].
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].

- 20 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Foto's verbeteren
U kunt foto's zo afdrukken dat ze er levendiger
uitzien.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Schakel het selectievakje
[Fotoverbetering] in.
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Selecteer [Taakopties] in het
venstermenu.
4 Schakel het selectievakje
[Fotoverbetering] in.
5 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Afdrukgegevens in kleur
afdrukken in grijstinten
U kunt kleurendocumenten afdrukken in
grijstinten.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Monochrome].
5 Klik op [OK].
Memo
●Door [Monochrome] te selecteren in de printerdriver,
kunt u een kleurendocument afdrukken in grijstinten, zelfs
wanneer de tonercartridges voor cyaan, magenta en geel
leeg zijn.
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Kleur] in het venstermenu.
5 Selecteer [Grijswaarden].
6 Klik op [Druk af].
Memo
●Door [Grijswaarden] te selecteren in de printerdriver,
kunt u een kleurendocument afdrukken in grijstinten, zelfs
wanneer de tonercartridges voor cyaan, magenta en geel
leeg zijn.
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].

- 21 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Fijne lijnen benadrukken
U kunt jne lijnen en kleine tekens duidelijker
afdrukken.
Memo
●Deze functie is standaard ingeschakeld.
●Bij sommige toepassingen kan de ruimte in barcodes te
smal worden als deze functie ingeschakeld is. Als dat het
geval is, schakelt u deze functie uit.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Klik op [Geavanceerd].
6 Stel [Adjust ultra ne lines] in op
[Aan] en klik vervolgens op [OK].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Automatische cassetteselectie
U kunt in de printerdriver instellen dat de printer
automatisch overschakelt naar een andere
papiercassette waarin papier van hetzelfde
formaat geplaatst is.
Stel eerst op het bedieningspaneel in dat
de universele cassette beschikbaar is voor
automatische selectie. Stel vervolgens de functie
voor automatische cassetteselectie in via de
printerdriver.
Opmerking
●Zorg ervoor dat u een papierformaat instelt voor
cassette 1, cassette 2 (optie) en de universele cassette.
Het beschikbare papierformaat varieert afhankelijk
van de cassette. Voor meer informatie raadpleegt u de
Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
Memo
●In de standaardinstellingen is [cassettegebruik]
ingesteld op [Niet gebruiken]. Als de
standaardinstellingen actief zijn, wordt de universele
cassette niet ondersteund door de functie voor
automatische cassettewisseling.
1 Druk op de toets <Fn>.
Memo
●Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
2 Voer <9> en <5> in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Druk op de bladerknop om [When
Mismatching] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
4 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
5 Geef een papiercassette op in de
printerdriver en druk af.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Automatisch] bij [Bron:].

- 22 -
1
1. Handige afdrukfuncties
5 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Setup] in het venstermenu.
5 Selecteer [Automatisch] bij
[Papierbron].
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Automatische
cassettewisseling
U kunt automatisch wisselen tussen
papiercassettes voor het invoeren van papier.
Als een cassette plots geen papier meer bevat
tijdens het afdrukken, zoekt de printer een
andere cassette met hetzelfde papierformaat in
de printerdriver en begint de printer papier in te
voeren vanuit die cassette.
Deze functie is handig voor grote afdruktaken op
hetzelfde papierformaat.
Stel eerst op het bedieningspaneel in dat
de universele cassette beschikbaar is voor
automatische selectie. Stel vervolgens de functie
voor automatische cassettewisseling in via de
printerdriver.
Opmerking
●Zorg ervoor dat u dezelfde waarden (papierformaat,
papiersoort, papiergewicht) instelt voor elke cassette
die wordt gebruikt voor de functie voor automatische
cassettewisseling. Het beschikbare papierformaat
varieert afhankelijk van de cassette. Voor meer
informatie raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
Memo
●In de standaardinstellingen is [cassettegebruik]
ingesteld op [Niet gebruiken]. Als de
standaardinstellingen actief zijn, wordt de universele
cassette niet ondersteund door de functie voor
automatische cassettewisseling.
1 Druk op de toets <Fn>.
Memo
●Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
2 Voer <9> en <5> in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Druk op de bladerknop om [When
Mismatching] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
4 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
5 Congureer in het dialoogvenster de
papiercassette-instelling.

- 23 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] klikt u op
[Papierinvoeropties].
5 Schakel bij [Papierinvoeropties]
het selectievakje [Automatische
verandering van cassette] in en klik
vervolgens op [OK].
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Setup] in het venstermenu.
5 Klik op [Printer Options].
6 Schakel het selectievakje
[Automatische lade wisseling] in.
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Toner besparen
U kunt uw documenten afdrukken met minder
toner.
Deze functie regelt de hoeveelheid toner door de
hele pagina lichter af te drukken.
U kunt de hoeveelheid toner als volgt tot drie
niveaus aanpassen:
[Printerinstelling]: Hiermee drukt u af met de
printerinstelling.
[Uit]: Hiermee drukt u af met een normale
dichtheid zonder toner te besparen.
[Besparingsinstelling Laag]: Hiermee drukt u
af met een ietwat lagere dichtheid.
[Besparingsinstelling Gemiddeld]: Hiermee
drukt u af met een lage dichtheid.
[Besparingsinstelling Hoog]: Hiermee drukt u
af met een zeer lage dichtheid.
Memo
●De dichtheid van afgedrukte afbeeldingen kan variëren
met deze functie afhankelijk van het document dat wordt
afgedrukt.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op tabblad [Setup] selecteert u in de
vervolgkeuzelijst [Toner besparen] een
geschikte waarde.
5 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.

- 24 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Kleur] in het venstermenu.
5 Selecteer een geschikte waarde bij
[Tonerbesparing].
6 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Beveiligd afdrukken
U kunt een wachtwoord toewijzen aan een
afdruktaak, zodat deze alleen kan worden
afgedrukt als het wachtwoord wordt ingevoerd
op het bedieningspaneel.
Om deze functie te gebruiken, moet de
printer uitgerust zijn met de optionele SD-
geheugenkaartkit.
Opmerking
●Als de in de wachtrij geplaatste gegevens niet op de SD-
geheugenkaart kunnen worden opgeslagen doordat er
te weinig geheugenruimte is, verschijnt een bericht dat
aangeeft dat de gegevens ongeldig zijn.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Selecteer [Beveiligde afdruk] bij
[Taaktype].
6 Voer in het vak [Taaknaam]
een taaknaam in, en in het vak
[Taak wachtwoord:] een wachtwoord.
Als u het selectievakje [Vraag taaknaam
voor iedere afdruktaak] inschakelt, wordt u
gevraagd de taaknaam in te voeren wanneer u de
afdruktaak verzendt naar de printer.
7 Klik op [OK].
8 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
De afdruktaak wordt verzonden naar de printer
maar wordt niet afgedrukt.
9 Druk op de toets <Fn>.
Memo
●Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
10 Voer <0>, <0> en <2> in met behulp
van het toetsenblok met tien toetsen en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.

- 25 -
1
1. Handige afdrukfuncties
11 Voer in het vak [Password] het
wachtwoord in dat u hebt ingesteld in
stap 6 en druk vervolgens op de knop
<ENTER> om de taak te zoeken.
- Druk op de toets <CLEAR (WISSEN)> als
u een verkeerd nummer hebt ingevoerd.
- Druk op de knop <CANCEL (ANNULEREN)>
als u het zoeken naar de taak wilt
stopzetten.
12 Zorg ervoor dat [Afdrukken] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Als u [Verwijderen] selecteert, kunt u de
afdruktaak annuleren.
13 Voer het aantal exemplaren in en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
Opmerking
●Als u het wachtwoord bent vergeten dat u voor een taak
hebt ingesteld en de taak niet afdrukt wanneer deze naar
de printer is verzonden, blijft deze opgeslagen op de SD-
geheugenkaart.
Voor informatie over hoe u de taak die is opgeslagen
op de SD-geheugenkaart verwijdert, raadpleegt
u "Ongewenste taken van een SD-geheugenkaart
verwijderen" op p. 71.
Gecodeerd beveiligd
afdrukken
U kunt uw documenten coderen voordat u deze
vanaf een computer naar de printer verzendt. Op
die manier kunt u voorkomen dat onbevoegden
toegang krijgen tot vertrouwelijke informatie.
Het document blijft in een gecodeerde indeling
opgeslagen op de SD-geheugenkaart in de
printer en worden pas afgedrukt wanneer u
op het bedieningspaneel het geregistreerde
wachtwoord invoert.
De afdruktaak die is opgeslagen op de SD-
geheugenkaart, wordt automatisch verwijderd
na het afdrukken of als deze na het verstrijken
van een bepaalde tijd niet is afgedrukt. Als er
een fout optreedt wanneer de gegevens worden
verzonden of als wordt gedetecteerd dat een
onbevoegde gebruiker probeert de taak te
openen, wordt deze automatisch verwijderd.
Opmerking
●Met de tijd die verstrijkt terwijl de printer uitgeschakeld
is, wordt geen rekening gehouden voor de opslagperiode
op de SD-geheugenkaart.
●Als de printer automatisch is uitgeschakeld via de
slaapstand, wordt met de tijd die verstrijkt terwijl
de printer zich in de slaapstand bevond geen
rekening gehouden voor de opslagperiode op de SD-
geheugenkaart.
●Als de in de wachtrij geplaatste gegevens niet op de SD-
geheugenkaart kunnen worden opgeslagen doordat er
te weinig geheugenruimte is, verschijnt een bericht dat
aangeeft dat de gegevens ongeldig zijn.
●Als de in de wachtrij geplaatste gegevens niet op de
SD-geheugenkaart kunnen worden opgeslagen doordat
er te weinig geheugenruimte is, verschijnt een bericht
dat aangeeft dat de gegevens ongeldig zijn en wordt de
afdruktaak niet gestart. In dat geval kunt u voorkomen
dat de in de wachtrij geplaatste gegevens steeds meer
geheugenruimte in beslag nemen door de opslagperiode
van een afdruktaak te verkorten in een printerdriver.
●U kunt deze functie niet gebruiken als u de modus voor
het afdrukken van een poster of de modus voor het
afdrukken van een boekje gebruikt en als u de printer
deelt met een afdrukserver.
●Wanneer u deze functie gebruikt, schakelt u het
selectievakje [Voorrang geven aan de hostrelease]
uit. Voor meer informatie raadpleegt u "Een afdrukbuffer
gebruiken" op p. 31.

- 26 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Selecteer [Veilig versleuteld printen].
6 Voer in het vak [Password] een
wachtwoord in en congureer indien
nodig andere opties.
Meer info
●Voor meer informatie over de opties raadpleegt u de
uitleg van de printerdriver op uw computerscherm.
7 Klik op [OK].
8 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
De afdruktaak wordt verzonden naar de printer
maar wordt niet afgedrukt.
9 Druk op de toets <Fn>.
Memo
●Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
10 Voer <0>, <0> en <1> in met behulp
van het toetsenblok met tien toetsen en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
11 Voer in het vak [Password] het
wachtwoord in dat u hebt ingesteld in
stap 6 en druk vervolgens op de knop
<ENTER> om de taak te zoeken.
- Druk op de toets <CLEAR (WISSEN)> als
u een verkeerd nummer hebt ingevoerd.
- Druk op de knop <CANCEL (ANNULEREN)>
als u het zoeken naar de taak wilt
stopzetten.
12 Zorg ervoor dat [Afdrukken] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Als u [Verwijderen] selecteert, kunt u de
afdruktaak verwijderen. Alle gecodeerde
taken met hetzelfde wachtwoord worden ook
verwijderd.
Afdrukken met een watermerk
U kunt een watermerk als aanvulling op de tekst
van een document afdrukken.
Opmerking
●Watermerken worden niet goed afgedrukt met de modus
voor het afdrukken van een boekje.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Uitbreiden].
5 Klik op [Watermerken].
6 Klik op [New].
7 Geef een tekst, grootte, hoek, rand
(bijsnijden) en positie op voor het
watermerk en klik vervolgens op [OK].
8 Klik op [OK].
9 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.

- 27 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Overlays afdrukken
U kunt overlays zoals logo's of formulieren
afdrukken op documenten.
Om deze functie te gebruiken, moet de
printer uitgerust zijn met de optionele SD-
geheugenkaartkit.
Meer info
● Voor meer informatie over Conguration Tool en hoe u
Conguration Tool installeert, raadpleegt u "Conguration
Tool" op p. 68.
1 Maak een overlay met Conguration Tool
en registreer deze op de printer.
Meer info
●"Afdrukinformatie afdrukken" op p. 47.
2 Denieer de overlay via de printerdriver
en druk af.
Voor Windows
Memo
●Een overlay is een groep formulieren. Er kunnen drie
formulieren worden geregistreerd in een overlay.
De formulieren worden over elkaar afgedrukt in de
volgorde waarin ze zijn geregistreerd. Het formulier dat
het laatst is geregistreerd, wordt bovenaan afgedrukt.
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Uitbreiden].
5 Klik op [Overlays].
6 Schakel het selectievakje [Afdrukken
met actieve overlays] in.
7 Klik op [Deniëren overlays].
8 Voer bij [Overlay naam] een naam
voor de overlay in.
9 Voer bij [ID] het id van het formulier in
dat u hebt geregistreerd in Conguration
Tool.
10 Selecteer in de vervolgkeuzelijst
[Afdrukken op Pagina's] de pagina's
van het document waarop u de overlay
wilt afdrukken.
11 Klik op [Toevoegen].
12 Klik op [Sluiten].
13 Selecteer bij [Gedenieerde overlays]
de overlay die u wilt gebruiken en klik
vervolgens op [Toevoegen].
14 Klik op [OK].
15 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Meer info
●"Conguration Tool" op p. 68.

- 28 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Afdrukgegevens opslaan
U kunt afdrukgegevens opslaan op de SD-
geheugenkaart die in de printer is geïnstalleerd
en deze wanneer nodig afdrukken vanaf het
bedieningspaneel door een wachtwoord in te
voeren.
Opmerking
●Als de in de wachtrij geplaatste gegevens niet op de SD-
geheugenkaart kunnen worden opgeslagen doordat er
te weinig geheugenruimte is, verschijnt een bericht dat
aangeeft dat de gegevens ongeldig zijn.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Schakel het selectievakje [Opslaan om
opnieuw af te drukken] in.
6 Voer in het vak [Taaknaam] een
taaknaam in, en in het vak [Taak
wachtwoord:] een wachtwoord.
Als u het selectievakje [Vraag taaknaam
voor iedere afdruktaak] inschakelt, wordt u
gevraagd de taaknaam in te voeren wanneer u de
taak verzendt naar de printer.
7 Klik op [OK].
8 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
De afdruktaak wordt verzonden naar de printer
maar wordt niet afgedrukt.
9 Druk op de toets <Fn>.
Memo
●Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
10 Voer <0>, <0> en <2> in met behulp
van het toetsenblok met tien toetsen en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
11 Voer in het vak [Password] het
wachtwoord in dat u hebt ingesteld in
stap 6 en druk vervolgens op de knop
<ENTER> om de taak te zoeken.
- Druk op de toets <CLEAR (WISSEN)> als
u een verkeerd nummer hebt ingevoerd.
- Druk op de knop <CANCEL (ANNULEREN)>
als u het zoeken naar de taak wilt
stopzetten.
12 Zorg ervoor dat [Afdrukken] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Als u [Verwijderen] selecteert, kunt u de
afdruktaak verwijderen.
13 Voer het aantal exemplaren in en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
Meer info
● U kunt opgeslagen afdrukgegevens met Conguration
Tool verwijderen. Voor meer informatie raadpleegt
u "Ongewenste taken van een SD-geheugenkaart
verwijderen" op p. 71.

- 29 -
1
1. Handige afdrukfuncties
De driverinstellingen opslaan
U kunt de instellingen van de printerdriver
opslaan.
Voor Windows
De instellingen opslaan
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver die u wilt instellen
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
3 Congureer de afdrukinstellingen die u
wilt opslaan.
4 Op het tabblad [Setup] selecteert
u [Opslaan instellingen
stuurprogramma] in de
vervolgkeuzelijst [Stuurprogramma-
instellingen] en klikt u vervolgens op
[Opslaan].
5 Geef een naam op voor de instelling die u
wilt opslaan en klik vervolgens op [OK].
Als u het selectievakje [Toevoegen
media-instellingen] inschakelt, wordt de
papierconguratie op het tabblad [Setup] ook
opgeslagen.
6 Klik op [OK] om het dialoogvenster
voor het instellen van het afdrukken te
sluiten.
Memo
●Tot 14 formulieren kunnen worden opgeslagen.
De opgeslagen instellingen
gebruiken
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u bij
[Stuurprogramma-instellingen] een
instelling die u wilt gebruiken.
5 Druk af.
De standaardinstellingen van
de driver wijzigen
U kunt afdrukinstellingen die u vaak gebruikt,
gebruiken als standaardinstellingen voor de
printerdriver.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver die u wilt wijzigen
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
3 Congureer de afdrukinstellingen die u
wilt gebruiken als standaardinstellingen
voor de driver.
4 Klik op [OK].
Voor Mac OS X
1 Open een bestand.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Congureer de afdrukinstellingen die u
wilt gebruiken als standaardinstellingen
voor de driver.
4 Selecteer [Bewaar huidige
instellingen als voorinstelling…]
([Bewaar als…] voor Mac OS X 10.3.9
to 10.6) bij [Voorinstellingen].
5 Voer een naam voor de instellingen in en
klik vervolgens op [OK].
6 Klik op [Cancel].
Opmerking
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].

- 31 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Een afdrukbuffer gebruiken
U kunt een afdruktaak in de wachtrij plaatsen
op de SD-geheugenkaart die in de printer is
geïnstalleerd. Deze functie maakt geheugen vrij
op uw computer, zodat deze andere taken sneller
kan verwerken terwijl de printer actief is op de
achtergrond.
Opmerking
●Als de in de wachtrij geplaatste gegevens niet op de SD-
geheugenkaart kunnen worden opgeslagen doordat er
te weinig geheugenruimte is, verschijnt een bericht dat
aangeeft dat de gegevens ongeldig zijn.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op het tabblad [Taakopties].
5 Klik op [Geavanceerd].
6 Blader naar beneden op het
computerscherm. Zorg ervoor dat
[Takenwachtrij] is ingesteld op [Aan]
en klik vervolgens op [OK].
7 Start het afdrukken via het
dialoogvenster om af te drukken.
De monochrome modus
wijzigen
U kunt de afdrukmodus voor monochrome
pagina's aanpassen.
Memo
●Om toegang te krijgen tot het menu [Beheerdersinst.],
hebt u het beheerderswachtwoord nodig. Het
standaardwachtwoord is "aaaaaa".
1 Op het bedieningspaneel drukt u op de
knop <ENTER>.
2 Druk op de bladerknop om
[Beheerdersinst.] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Voer het beheerderswachtwoord in met
behulp van het toetsenblok met tien
toetsen.
4 Druk op de knop <ENTER>.
5 Druk op de bladerknop om
[Afdrukinstellingen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
6 Druk op de bladerknop om
[Monochrome modus] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
7 Selecteer een snelheidsmodus en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
- [Automatisch]:
Als de eerste pagina een monochrome
pagina is, wordt deze alleen met de image
drum voor zwart afgedrukt. Wanneer
een kleurenpagina verschijnt, wordt
deze afgedrukt met de vier image drums
voor kleuren. Daarna wordt zelfs een
monochrome pagina afgedrukt met de vier
image drums voor kleuren.
- [Kleurmodus]:
Altijd afgedrukt met de vier image drums
voor kleuren.
- [Normale modus]:
Een monochrome pagina wordt alleen met
de image drum voor zwart afgedrukt. Een
kleurenpagina wordt afgedrukt met de vier
image drums voor kleuren.
8 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.

- 32 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Afdrukken naar bestand
U kunt een document afdrukken naar een
bestand, zonder het af te drukken op papier.
Opmerking
●U moet op uw computer aangemeld zijn als Administrator.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram [OKI C822] en selecteer
vervolgens [Eigenschappen van
printer].
3 Klik op het tabblad [Poorten].
4 Selecteer in de lijst met poorten [FILE:]
en klik vervolgens op [OK].
5 Start het afdrukken via het
dialoogvenster om af te drukken.
6 Selecteer de naam van het bestand en
klik vervolgens op [OK].
Voor Mac OS X
Opmerking
●Deze functie is beschikbaar wanneer de printer zich in de
status bevindt waarin er kan worden afgedrukt.
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Taakopties] in het
venstermenu.
5 Klik op [Geavanceerd].
6
Schakel het selectievakje [Uitvoeren naar
bestand] in.
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
8 Start de Finder en selecteer [Ga naar
map…] in het menu [Ga].
9 Voer [/tmp] in.
10 Klik op [Ga].
11 Het bestand [_OkiOutput_.dat] wordt
aangemaakt in de weergegeven map.

- 33 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Emulatiemodus wijzigen
U kunt de emulatiemodus wijzigen.
Memo
●Om toegang te krijgen tot het menu [Beheerdersinst.],
hebt u het beheerderswachtwoord nodig. Het
standaardwachtwoord is "aaaaaa".
1 Op het bedieningspaneel drukt u op de
knop <ENTER>.
2 Druk op de bladerknop om
[Beheerdersinst.] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Voer het beheerderswachtwoord in met
behulp van het toetsenblok met tien
toetsen.
4 Druk op de knop <ENTER>.
5 Druk op de bladerknop om
[Afdrukinstellingen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
6 Zorg ervoor dat [Printertaal] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
7 Druk op de bladerknop om een
emulatiemodus te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
8 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.

- 34 -
2
2. Kleur aanpassen
2. Kleur aanpassen
In dit hoofdstuk worden de verschillende manieren uitgelegd om kleur aan te passen.
Memo
●In dit hoofdstuk zal Kladblok worden gebruikt als voorbeeld in Windows en Teksteditor als voorbeeld in Mac OS X. De stappen
kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing of de versie van de printerdriver die u gebruikt.
Kleur aanpassen op het bedieningspaneel
Deze sectie beschrijft de methode om kleur voor de printer aan te passen via het bedieningspaneel.
Kleurregistratie aanpassen
De printer past automatisch de kleurregistratie
aan wanneer het netsnoer wordt aangesloten
of ontkoppeld, de kap aan de bovenzijde wordt
geopend of gesloten, en telkens wanneer 400
pagina's doorlopend worden afgedrukt.
U kunt de kleurregistratie ook handmatig
aanpassen als u niet tevreden bent over de
kwaliteit van de kleur op de afdrukken.
1 Druk op de toets <Fn>.
Memo
●Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
2 Voer <3>, <0> en <1> in met behulp
van het toetsenblok met tien toetsen en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Zorg ervoor dat [Uitvoeren] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Memo
●Het bericht [Bezig kleuren aan te passen] wordt
weergegeven op de tweede regel (onder [Klaar voor
afdruk]) op het bedieningspaneel tijdens het aanpassen
van de kleurregistratie.
De dichtheid aanpassen
De printer past automatisch de dichtheid aan als
een tonercartridge, een image drum of een band
is vervangen en telkens wanneer 500 pagina's
doorlopend worden afgedrukt.
U kunt de dichtheid ook handmatig aanpassen
als u niet tevreden over de dichtheid op de
afdrukken.
1 Druk op de toets <Fn>.
Memo
●Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
2 Voer <3>, <0> en <0> in met behulp
van het toetsenblok met tien toetsen en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Zorg ervoor dat [Uitvoeren] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Memo
●Het bericht [Bezig dichtheid aan te passen] wordt
weergegeven op de tweede regel (onder [Klaar voor
afdruk]) op het bedieningspaneel tijdens het aanpassen
van de dichtheid.

- 36 -
Kleur aanpassen op de computer
2
2. Kleur aanpassen
Kleur aanpassen op de computer
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u kleur kunt aanpassen wanneer u afdrukt. U kunt de kleur via een
printerdriver aanpassen om meer bevredigende documenten af te drukken.
Kleurkoppeling betekent dat u kleur van documenten beheert en aanpast om ervoor te zorgen dat er
kleurconsistentie is tussen invoer- en uitvoerapparaten.
Er zijn functies voor kleurkoppeling: [Ofcekleur] en [Graphic Pro] ([Kleur (gebruikersinstellingen)]
als u een XPS-driver gebruikt). Als u Mac OS X gebruikt, kunt u ook gebruikmaken van [ColorSync] om
kleurkoppeling uit te voeren.
Kleurkoppeling (Automatisch)
Als u voornamelijk zakelijke documenten
gebruikt, is Automatisch geschikt.
Kleurkoppeling wordt toegepast door
afdrukgegevens in de RGB-kleurruimte te
converteren naar de CMYK-kleurruimte van de
printer.
Opmerking
●Deze functie ondersteunt alleen RGB-kleurgegevens.
●Als u CMYK-kleurgegevens wilt beheren, gebruikt u de
functie Graphic Pro.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Bij [Kleurinstelling] klikt u op [Detail].
Selecteer vervolgens [Automatisch] en
klik daarna op [OK].
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Kleur] in het venstermenu.
5 Selecteer [Automatisch] en klik
vervolgens op [Druk af].
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].

- 37 -
Kleur aanpassen op de computer
2
2. Kleur aanpassen
Kleurkoppeling (Ofce-kleur)
Als u voornamelijk zakelijke documenten
gebruikt, is Ofce-kleur geschikt. Kleurkoppeling
wordt toegepast door afdrukgegevens in de
RGB-kleurruimte te converteren naar de CMYK-
kleurruimte van de printer.
Opmerking
●Deze functie ondersteunt alleen RGB-kleurgegevens.
●Als u CMYK-kleurgegevens wilt beheren, gebruikt u de
functie Graphic Pro.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Bij [Kleurinstelling] klikt u op [Detail].
Selecteer vervolgens [Ofce Pro] en
klik daarna op [OK].
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Kleur] in het venstermenu.
5 Selecteer [Ofcekleur] of
[Automatisch] en klik vervolgens op
[Druk af].
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Kleurkoppeling (Graphic Pro)
De functie Graphic Pro is geschikt voor het
gebruik van dtp-software. U kunt de simulatie
van het afdrukken met CMYK-uitvoerapparaten
instellen.
Als u ICC-proelen gebruikt voor een invoer-/
uitvoerapparaat bij kleurkoppeling, moet
u vooraf een ICC-proel registreren op de
printer. Voor het registreren van ICC-proelen
raadpleegt u "Een ICC-proel registreren" op
p.70.
Opmerking
● Er kunnen geen koppelingsproelen voor CMYK worden
opgegeven.
● Wanneer u ICC-proelen installeert met de PC-
printerdriver voor Windows, klikt u achtereenvolgens op
het tabblad [Lay-out] en [Geavanceerd] en selecteert u
vervolgens [ICM-methode] bij [ICM uitgeschakeld].
●Deze functie is niet beschikbaar voor de XPS-printerdriver
voor Windows.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Bij [Kleurinstelling] klikt u op [Detail].
Selecteer vervolgens [Graphic Pro] en
klik daarna op [OK].

- 38 -
Kleur aanpassen op de computer
2
2. Kleur aanpassen
Kleurkoppeling (geen
kleurkoppeling)
U kunt de afdrukken in de opgegeven kleuren
afdrukken zonder kleur aan te passen op de
printer of via een printerdriver. Deze functie is
geschikt als kleurkoppeling wordt uitgevoerd
met een toepassing.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Bij [Kleurinstelling] klikt u op
[Detail]. Selecteer vervolgens [Geen
kleuraanpassing] en klik daarna op
[OK].
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Kleur] in het venstermenu.
5 Selecteer [Geen kleuraanpassing] of
[Automatisch] en klik vervolgens op
[Druk af].
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Zwarte afwerking wijzigen
U kunt de zwarte afwerking wijzigen wanneer
u in kleur afdrukt. De instelling voor zwarte
afwerking kan worden gebruikt wanneer
[Ofcekleur] of [Graphic Pro] geselecteerd is
in de printerdriver.
Er zijn twee typen zwarte afwerking:
samengesteld zwart (afgedrukt met CMYK-toner)
en puur zwart (afgedrukt met alleen zwarte
toner).
Er zijn twee typen zwarte afwerking: het ene
type bestaat uit cyaantoner (C), magentatoner
(M), gele toner (Y) en zwarte toner (K), terwijl
het andere alleen uit zwarte toner (K) bestaat.
Een zwarte afwerking met CMYK-toners is
geschikt voor het afdrukken van foto's. Een
zwarte afwerking met alleen zwarte toner is
alleen geschikt voor het afdrukken van zwarte
tekst of afbeeldingen.
Als u de functie [Ofcekleur] gebruikt, kunt u
ook de automatische instelling selecteren. Met
de automatische instelling wordt de geschikte
methode automatisch geselecteerd om het
document af te drukken. Als Automatisch
geselecteerd is, wordt de geschikte methode
ingesteld wanneer u afdrukt.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Bij [Kleurinstelling] klikt u op [Detail].
Selecteer vervolgens [Ofce Pro] of
[Graphic Pro].
5 Selecteer bij [Zwarte afwerking] de
methode om zwart af te drukken.
6 Klik op [OK] het venster Details te
sluiten.
7 Klik op [OK].

- 39 -
Kleur aanpassen op de computer
2
2. Kleur aanpassen
Voor Mac OS X
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
4 Selecteer [Kleur] in het venstermenu.
5 Selecteer [Ofcekleur] en klik
vervolgens op [Opties].
6 Selecteer bij [Zwarte afwerking] de
methode om zwart af te drukken.
7 Klik op [OK].
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Witte ruimte tussen tekst
en achtergrond verwijderen
(Zwart overdrukken)
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden,
kunt u de functie voor zwart overdrukken
instellen en zo de witte ruimte tussen zwarte
letters en gekleurde achtergrond verminderen.
Opmerking
●Deze functie kan niet worden gebruikt in sommige
toepassingen.
●Deze functie kan worden gebruikt wanneer u alleen tekst
afdrukt op een achtergrondkleur.
●Als de tonerlaag dik is, hecht de toner mogelijk niet goed.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Taakopties] selecteert
u [Geavanceerd].
5 Stel [Zwart overdrukken] in op [Aan]
en klik vervolgens op [OK].

- 40 -
Kleur aanpassen op de computer
2
2. Kleur aanpassen
Afdrukresultaten voor inkt
simuleren
U kunt uitvoer simuleren, zoals die van een
offsetdrukpers, door het aanpassen van de
CMYK-kleurgegevens.
Opmerking
●De XPS-printerdriver voor Windows kan niet worden
gebruikt voor deze functie.
●Deze functie kan worden gebruikt wanneer [Ofcekleur]
of [Graphic Pro] geselecteerd is bij [Kleurmodus].
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op [Detail] bij [Kleurinstelling].
Selecteer vervolgens [Graphic Pro].
5 Selecteer [Printersimulatie].
6 Selecteer via [Invoerproel]
en [Simulatie doelproel] de
inktmogelijkheid die u wilt simuleren en
klik vervolgens op [OK].

- 41 -
Kleur aanpassen met Color Correct Utility
2
2. Kleur aanpassen
Kleur aanpassen met Color Correct Utility
In deze sectie vindt u uitleg over Color Correct Utility, het hulpprogramma voor kleurcorrectie. U kunt
de geselecteerde kleuren van het palet in software zoals Microsoft Excel, opgeven met Color Correct
Utility.
Opmerking
●Stel de instellingen in voor elke printerdriver.
●U moet aangemeld zijn als Administrator om kleurkoppeling te kunnen uitvoeren met behulp van Color Correct Utility.
Meer info
●Voor meer informatie over hoe u Color Correct Utility installeert, raadpleegt u "Hulpprogramma's installeren" op p.65.
Paletkleur wijzigen
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Alle programm's] >
[OkiData] > [Color Correct Utility] >
[Color Correct Utility].
2 Selecteer [Ofce Palette Tuning] en
klik vervolgens op [Volgende].
3 Selecteer de printer en klik vervolgens
op [Volgende].
4 Selecteer de naam van de gewenste
instelling en klik vervolgens op
[Voorbeeld].
Het kleurmonster wordt afgedrukt.
5 Klik op [Volgende].
6 Klik op [Print Palette].
Het kleurmonster voor de aanpassing wordt
afgedrukt.
7 Vergelijk de kleuren van het
kleurenpalet op het scherm met die
van het afgedrukte kleurmonster voor
aanpassing.
Kleuren gemarkeerd met een kruis kunnen niet
worden aangepast.
8 Klik op de kleur die u wilt aanpassen.
9 Controleer elk aanpasbaar bereik in het
vervolgkeuzemenu voor X en Y.
De aanpasbare waarde varieert afhankelijk van de
kleur.
10 Controleer het afgedrukte kleurmonster
om de meest geschikte kleur te
selecteren die u wilt binnen het
aanpasbare bereik, en controleer
vervolgens de X- en Y-waarden.
11 Selecteer de waarden die u hebt
gecontroleerd in stap 10, en klik
vervolgens op [OK].
12 Klik op [Print Palette] en controleer of
de aangepaste kleur meer overeenkomt
met de gewenste kleur. Klik vervolgens
op [Volgende].
Als u kleur verder wilt wijzigen of andere kleuren
wilt wijzigen, herhaalt u stappen 8 tot en met 11.
13 Voer een naam in waaronder u dit
wilt opslaan en klik vervolgens op
[Opslaan].
Er verschijnt een dialoogvenster.
14 Klik op [OK].
15 Klik op [Einde].

- 42 -
Kleur aanpassen met Color Correct Utility
2
2. Kleur aanpassen
Gammawaarde of tint wijzigen
U kunt de toon aanpassen door de
gammawaarde aan te passen en u kunt de
uitvoerkleur aanpassen door de tint aan te
passen.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Alle programm's] >
[OkiData] > [Color Correct Utility] >
[Color Correct Utility].
2 Selecteer [Aanpassing van tint en
verzadiging.] en klik vervolgens op
[Volgende].
3 Selecteer de printer en klik vervolgens
op [Volgende].
4 Selecteer de standaardmodus en klik
vervolgens op [Volgende].
5 Stel waar nodig de instellingen in door
de schuifbalk in te stellen.
Als u het selectievakje [Niet-aangepaste
kleur van de printer gebruiken] inschakelt,
wordt 100 procent van elke kleur gebruikt voor
het afdrukken en is de schuifbalk voor de tint
vergrendeld.
6 Klik op [Print Test].
7 Controleer het afdrukresultaat.
Als u niet tevreden bent over het resultaat,
herhaalt u stappen 5 tot en met 6.
8 Klik op [Volgende].
9 Voer een naam in en klik vervolgens op
[Opslaan].
Er verschijnt een dialoogvenster.
10 Klik op [OK].
11 Klik op [Einde].
Afdrukken met aangepaste
kleurinstellingen
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Klik op [Detail] bij [Kleurinstelling].
Selecteer vervolgens [Ofce Pro].
5 Selecteer [Colour Correct Utility-
instellingen] en selecteer vervolgens
de instelling die u hebt gemaakt met
Color Correct Utility. Klik daarna op
[OK].

- 43 -
Kleur aanpassen met Color Correct Utility
2
2. Kleur aanpassen
Kleurcorrectie-instellingen
opslaan
U kunt de aangepaste kleurinstellingen opslaan
in een bestand.
Opmerking
●U hebt beheerdersrechten nodig voor deze functie.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Alle programm's] >
[OkiData] > [Color Correct Utility] >
[Color Correct Utility].
2 Selecteer [Import/Export Color
Settings.] en klik vervolgens op
[Volgende].
3 Selecteer de printer en klik vervolgens
op [Volgende].
4 Klik op [Exporteren].
5 Selecteer de instellingen die u wilt
downloaden en klik vervolgens op
[Exporteren].
6 Geef de bestandsnaam en de map op
waarin u het bestand wilt opslaan en klik
vervolgens op [Opslaan].
7 Klik op [OK].
8 Klik op [Einde].
Kleurcorrectie-instellingen
importeren
U kunt kleurcorrectie-instellingen importeren uit
bestanden.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Alle programm's] >
[OkiData] > [Color Correct Utility] >
[Color Correct Utility].
2 Selecteer [Import/Export Color
Settings.] en klik vervolgens op
[Volgende].
3 Selecteer de printer en klik vervolgens
op [Volgende].
4 Klik op [Importeren].
5 Selecteer het bestand en klik vervolgens
op [Open].
6 Selecteer de instellingen die u wilt
importeren en klik vervolgens op
[Importeren].
7 Controleer dat de instelling is
geïmporteerd en klik vervolgens op
[Einde].

- 44 -
Kleur aanpassen met Color Correct Utility
2
2. Kleur aanpassen
Kleurcorrectie-instellingen
verwijderen
U kunt overbodige instellingsbestanden
verwijderen.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Alle programm's] >
[OkiData] > [Color Correct Utility] >
[Color Correct Utility].
2 Selecteer [Import/Export Color
Settings.] en klik vervolgens op
[Volgende].
3 Selecteer de printer en klik vervolgens
op [Volgende].
4 Selecteer het bestand dat u wilt
verwijderen en klik vervolgens op
[Verwijderen].
Er verschijnt een dialoogvenster.
5 In het bevestigingsvenster klikt u op
[Ja].
6 Controleer dat de instelling is verwijderd
en klik vervolgens op [Einde].

- 45 -
Kleur instellen met Color Swatch Utility
2
2. Kleur aanpassen
Kleur instellen met Color Swatch Utility
In deze sectie vindt u uitleg over Color Swatch Utility, het hulpprogramma voor kleurmonsters. Met
behulp van Color Swatch Utility kunt u het RGB-kleurmonster afdrukken dat is ingebouwd in de printer.
U kunt de RGB-waarden controleren aan de hand van het RGB-kleurmonster en desgewenst de kleuren
afdrukken.
Opmerking
●Dit hulpprogramma kan niet worden gebruikt in Mac OS X.
Memo
●Wanneer een printerdriver wordt geïnstalleerd, wordt tegelijkertijd Color Swatch Utility geïnstalleerd.
Kleurmonster afdrukken
1 Klik op [Starten] en selecteer
vervolgens [Alle programma's] >
[OkiData] > [Color Swatch Utility] >
[Color Swatch Utility].
2 Klik op [Afdrukken].
3 Selecteer bij [Naam] de printer.
4 Klik op [OK].
Er wordt een kleurmonster afgedrukt.
5 Controleer op het kleurmonster de
kleuren die u wilt afdrukken en noteer
vervolgens de RGB-waarden.
Het kleurmonster aanpassen
Als u de gewenste kleur niet kunt vinden in stap
5 onder "Kleurmonster afdrukken", volgt u de
onderstaande procedures om de kleur aan te
passen.
1 Klik op [Switch].
2 Klik op [Detail].
3 Stel de drie schuifbalken in totdat de
gewenste kleur wordt weergegeven.
4 Klik op [Sluiten].
5 Klik op [Afdrukken].
6 Selecteer bij [Naam] de printer.
7 Klik op [OK].
8 Controleer dat de kleur wordt aangepast
zoals u wilt.
Memo
●Als u niet tevreden bent over het afdrukresultaat, herhaalt
u stappen 1 tot en met 8.

- 46 -
Kleur instellen met Color Swatch Utility
2
2. Kleur aanpassen
Een bestand afdrukken met de
gewenste kleur
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Bepaal voor welke tekst of afbeelding u
de RGB-waarden wilt aanpassen in een
toepassing.
3 Druk het bestand af.
Memo
●Voor meer informatie over hoe u de kleur kunt opgeven
in de toepassing, raadpleegt u de handleiding van de
toepassing.
●Wanneer u kleurmonsters en het gewenste bestand
afdrukt, moet u dezelfde printerdriverinstellingen
gebruiken.

- 48 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
De apparaatinstellingen wijzigen
Deze sectie beschrijft de basisprocedure om de apparaatinstellingen te wijzigen.
Meer info
●Voor meer informatie over de menustructuur van de apparaatinstellingen raadpleegt u "Lijst van de instellingenmenu's" op
p.49.
Beheerderinst.
Om toegang te krijgen tot het menu
[Beheerdersinst.], hebt u het
beheerderswachtwoord nodig.
Memo
●Het standaardwachtwoord is "aaaaaa".
1 Druk op de knop <ENTER> om het
menu voor de apparaatinstellingen te
openen.
2 Druk op de bladerknop om
[Beheerdersinst.] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Voer het beheerderswachtwoord in met
behulp van het toetsenblok met tien
toetsen.
4 Druk op de knop <ENTER>.
5 Druk op de bladerknop om het
instellingenmenu te selecteren waarvoor
u een instelling wilt wijzigen, en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
6 Wijzig de instelling en druk vervolgens
op de knop <ENTER>.
7 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
Overige instellingen
1 Druk op de knop <ENTER> om het
menu voor de apparaatinstellingen te
openen.
2 Druk op de bladerknop om het
instellingenmenu te selecteren waarvoor
u een instelling wilt wijzigen, en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Wijzig de instelling en druk vervolgens
op de knop <ENTER>.
4 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.

- 50 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Onderdeel Beschrijving
Netwerk Printer Naam Hier ziet u de naam van de printer.
Short Printer
Name
Hier ziet u de korte naam van de printer.
IPv4 Address Hier ziet u het IPv4-adres van de printer.
Subnet Mask Hier ziet u het subnetmasker van de printer.
Gateway Adres Hier ziet u het gatewayadres van de printer.
MAC Adres Hier ziet u het MAC-adres van de printer.
Network FW
Versie
Hier ziet u de versie van de netwerkrmware.
Web Remote
Versie
Hier ziet u de versie van de webpagina.
IPv6 Address
(Local)
Hier ziet u het IPv6-adres (lokaal) van de printer.
IPv6 Address
(Global)
Hier ziet u het IPv6-adres (globaal) van de printer.
Systeem Printer
Serienummer
Hier ziet u het serienummer van de printer.
Printernummer Hier ziet u het printernummer.
Partijnummer Hier ziet u het partijnummer van de printer.
CU-versie Hier ziet u het versienummer van de rmware van de regeleenheid.
PU-versie Hier ziet u het versienummer van de rmware van de afdrukeenheid.
Totaal geheugen Hier ziet u de totale capaciteit van al het geïnstalleerde RAM-geheugen.
Flashgeheugen Hier ziet u de totale capaciteit van al het ashgeheugen dat is geïnstalleerd.
SD-kaart Hier ziet u de capaciteit van de SD-geheugenkaart.
Info afdrukken
Onderdeel Beschrijving
Info afdrukken Conguratie Hiermee drukt u informatie af over de conguratie van de printer.
Netwerk Hiermee drukt u informatie af over de netwerkinstellingen.
Voorbeeldpagina Hiermee drukt u een voorbeeldpagina af.
Bestandslijst Hiermee drukt u een lijst af met bestanden van afdruktaken.
PCL Font Lijst Hiermee drukt u de lijst met voorbeelden van de PCL-lettertypen af.
HP-GL2-palet Hiermee drukt u kleurvoorbeelden af van de lijnen die ingesteld zijn in het
menu.
Verbruiksrapport Hiermee drukt u het totale aantal taaklogboeken af.
Foutenlogboek Hiermee drukt u een foutenlogboek af.
Kleurenproellijst Hiermee drukt u de lijst met kleurenproelen af.
ID-controlepatroon Hiermee drukt u een ingebouwd id-controlepatroon af, dat wordt gebruikt
voor de detectie van een defect id.
Machinestatus Hiermee drukt u informatie af over de printer.
Beveiligde taak afdr.
Onderdeel Beschrijving
Encrypted
opdracht
Invoeren Voer het wachtwoord in om de gecodeerde afdruktaak met vericatie uit te
voeren.
Encrypted
opdracht
Selecteer dit om een gecodeerde afdruktaak met vericatie (Encrypted
opdracht) af te drukken die is opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
Opdracht
opgeslagen
Invoeren Voer het wachtwoord in om de gecodeerde afdruktaak met vericatie uit te
voeren.
Opdracht
opgeslagen
Selecteer dit om een afdruktaak met vericatie (Beveiligde taak) af te
drukken die is opgeslagen op de SD-geheugenkaart.

- 51 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Menu's
Opmerking
●De fabriekinstellingen zijn verschillend afhankelijk van de regio waar de printer wordt gebruikt.
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
cassettecon-
guratie
Cong univ.
cassette
Papierformaat A4 [LEF] Hiermee selecteert u een papierformaat voor
de universele cassette.
X-afmeting 210 millimeter Hiermee stelt u de breedte in van een
aangepast papierformaat voor de universele
cassette.
Y-afmeting 297 millimeter Hiermee stelt u de lengte in van een
aangepast papierformaat voor de universele
cassette.
papiersoort Gewoon Hiermee selecteert u een papiersoort voor de
universele cassette.
Papiergewicht Licht Hiermee selecteert u een papiergewicht voor
de universele cassette.
cassettege-
bruik
Niet gebruiken Hiermee stelt u het gebruik van de universele
cassette in.
Cong cas-
sette1
Papierformaat Cassetteformaat Hiermee selecteert u een papierformaat voor
cassette 1.
X-afmeting 210 millimeter Hiermee stelt u de breedte in van een
aangepast papierformaat voor cassette 1.
Y-afmeting 297 millimeter Hiermee stelt u de lengte in van een
aangepast papierformaat voor cassette 1.
papiersoort Gewoon Hiermee selecteert u een papiersoort voor
cassette 1.
Papiergewicht Licht Hiermee selecteert u een papiergewicht voor
cassette 1.
Legal-papier Legal14 Hiermee selecteert u een Legal-papierformaat
voor cassette 1.
Ander formaat 16K(184x260mm)
[SEF]
Hiermee selecteert u een
standaardpapierformaat voor cassette 1.
Cong
cassette2
* Dit wordt
weergegeven
wanneer een
optionele
cassette
geïnstalleerd
is.
Papierformaat Cassetteformaat Hiermee selecteert u een papierformaat voor
cassette 2.
X-afmeting 210 millimeter Hiermee stelt u de breedte in van een
aangepast papierformaat voor cassette 2.
Y-afmeting 297 millimeter Hiermee stelt u de lengte in van een
aangepast papierformaat voor cassette 2.
papiersoort Gewoon Hiermee selecteert u een papiersoort voor
cassette 2.
Papiergewicht Licht Hiermee selecteert u een papiergewicht voor
cassette 2.
Legal-papier Legal14 Hiermee selecteert u een Legal-papierformaat
voor cassette 2.
Ander formaat 16K(184x260mm)
[SEF]
Hiermee selecteert u een
standaardpapierformaat voor cassette 2.

- 52 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
cassettecon-
guratie
Papierinvoer cassette 1 Hiermee selecteert u een papiercassette.
Automatische lade wisseling Aan Hiermee stelt u in of de functie voor
automatische cassettewisseling moet
ingeschakeld zijn.
Tray Sequence Omlaag Hiermee stelt u de prioriteit qua
cassettevolgorde in voor de functie voor
automatische cassetteselectie/automatische
cassettewisseling.
Maateenheid millimeter Hiermee stelt u de maateenheid in die wordt
gebruikt voor het aangepaste papierformaat.
Laatste pagina duplex Lege pagina over-
slaan
Wanneer [Lege pagina overslaan]
geselecteerd is, wordt de laatste pagina van
een dubbelzijdige afdruktaak met een oneven
aantal pagina's enkelzijdig afgedrukt.
Wanneer [Altijd afdrukken] geselecteerd
is, drukt de printer een document altijd in
de modus voor dubbelzijdig afdrukken af
als de modus voor dubbelzijdig afdrukken
geselecteerd is. Sommige toepassingen
werken mogelijk niet correct.

- 53 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
Systeemaan-
passing
Power Save time 1 minuten Hiermee stelt u in hoeveel minuten de printer
wacht voordat deze overschakelt naar de
energiespaarstand.
Slaaptijd 15 minuten Hiermee stelt u in na hoeveel tijd de printer
overschakelt van de energiespaarstand naar
de slaapstand.
Autom. uitschakelen na 4 uur Hiermee stelt u in na hoeveel tijd de printer
wordt uitgeschakeld wanneer deze zich in de
stand-bystand bevindt.
Te wissen bericht ONLINE Hiermee stelt u de tijd in voor het verwijderen
van wisbare waarschuwingen.
Autom. doorgaan UIT Hiermee stelt u in of de printer automatisch
herstelt wanneer het geheugen vol is of
wanneer om een cassette wordt gevraagd.
Handmatige timeout 60 seconden Hiermee stelt u in hoeveel seconden de
printer wacht voordat deze papier invoert
vanuit de papiercassette voor handmatige
invoer.
Wachttijd 40 seconden Hiermee stelt u in hoeveel seconden de
printer wacht voordat deze een afdruktaak
gedwongen afdrukt nadat het verzenden van
de gegevens is gestopt.
Toner bijna op Doorgaan Hiermee stelt u in of de printer het afdrukken
moet stopzetten of verder zetten wanneer een
fout optreedt doordat een toner bijna op is.
Herstel papierstoring Aan Hiermee stelt u in of de printer probeert om
pagina's die zijn verloren gegaan als gevolg
van een papierstoring, opnieuw af te drukken
zodra de papierstoring is verholpen.
Foutenrapport UIT Hiermee stelt u in of de details van een fout
moeten worden afgedrukt wanneer er een
interne fout optreedt.
Afdrukpos.
aanpas.
X-pos. aanpas-
sen
0,00 millimeter Hiermee past u (in stappen van 0,25 mm)
de positie van de totale afdruk aan, haaks
(liggende afdrukstand) op de richting waarin
het papier zich beweegt.
Y-pos. aanpas-
sen
0,00 millimeter Hiermee past u (in stappen van 0,25 mm)
de positie van de totale afdruk aan, parallel
(staande afdrukstand) aan de richting waarin
het papier zich beweegt.
Duplex x-pos.
aanp.
0,00 millimeter Hiermee past u (in stappen van 0,25 mm) de
positie van de totale afdruk op de achterzijde
in de modus voor dubbelzijdig afdrukken aan,
haaks (liggende afdrukstand) op de richting
waarin het papier zich beweegt.
Duplex y-pos.
aanp.
0,00 millimeter Hiermee past u (in stappen van 0,25 mm) de
positie van de totale afdruk op de achterzijde
in de modus voor dubbelzijdig afdrukken aan,
parallel (staande afdrukstand) aan de richting
waarin het papier zich beweegt.
Papier Zwart instelling 0 Hiermee stelt u waarden in om jne
aanpassingen te doen als het afdrukresultaat
vaag is of kleine vlekjes vertoont wanneer u
in zwart afdrukt op gewoon papier. Verlaag
de waarde als er kleine vlekjes zijn in
afdrukgebieden met een hoge dichtheid.
Verhoog de waarde als de afgedrukte pagina's
vaag zijn.

- 54 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
Systeemaan-
passing
Papier Kleur instelling 0 Hiermee stelt u waarden in om jne
aanpassingen te doen als het afdrukresultaat
vaag is of kleine vlekjes vertoont wanneer u
in kleur afdrukt op gewoon papier. Verlaag
de waarde als er kleine vlekjes zijn in
afdrukgebieden met een hoge dichtheid.
Verhoog de waarde als de afgedrukte pagina's
vaag zijn.
Trans. Zwart instelling 0 Hiermee stelt u waarden in om jne
aanpassingen te doen als het afdrukresultaat
vaag is of kleine vlekjes vertoont wanneer u
in zwart afdrukt op transparanten. Verlaag
de waarde als er kleine vlekjes zijn in
afdrukgebieden met een hoge dichtheid.
Verhoog de waarde als de afgedrukte pagina's
vaag zijn.
Trans. Kleur instelling 0 Hiermee stelt u waarden in om jne
aanpassingen te doen als het afdrukresultaat
vaag is of kleine vlekjes vertoont wanneer
u in kleur afdrukt op transparanten. Verlaag
de waarde als er kleine vlekjes zijn in
afdrukgebieden met een hoge dichtheid.
Verhoog de waarde als de afgedrukte pagina's
vaag zijn.
SMR instelling 0 Hiermee corrigeert u variaties in
afdrukresultaten die worden veroorzaakt door
temperatuur- en vochtigheidsomstandigheden
en verschillen in afdrukdichtheid en
-frequentie. Wijzig de instelling als de
afdrukkwaliteit ongelijk is.
BG instelling 0 Hiermee corrigeert u variaties in
afdrukresultaten die worden veroorzaakt door
temperatuur- en vochtigheidsomstandigheden
en verschillen in afdrukdichtheid en
-frequentie. Wijzig de instelling als de
achtergrond donker is.
Drum Cleaning UIT Hiermee stelt u in of de drum moet draaien
voordat u afdrukt om horizontale witte
strepen op de afdruk te beperken. Merk op
dat het draaien van de drum de levensduur
verkort.
Hex. dump (NULL) Hiermee drukt u de gegevens af die in
hexadecimale dumpindeling zijn ontvangen
van de hostcomputer. Wanneer de printer
wordt uitgeschakeld, schakelt deze over van
de modus Hex. dump naar de normale modus.

- 55 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Beheerderinst.
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
Beheerders-
inst.
Netwerk in-
stellingen
TCP/IP Ingeschakeld Hiermee stelt u in of TCP/IP moet
ingeschakeld zijn.
IP Versie IP v4 Hiermee selecteert u de versie van IP.
NetBEUI Uitgeschakeld Hiermee stelt u in of NetBEUI moet
ingeschakeld zijn.
NetBIOS over TCP Ingeschakeld Hiermee stelt u in of NetBIOS via TCP
moet ingeschakeld zijn.
NetWare Uitgeschakeld Hiermee stelt u in of NetWare moet
ingeschakeld zijn.
EtherTalk Uitgeschakeld Hiermee stelt u in of EtherTalk moet
ingeschakeld zijn.
IP Adres instelling Automatisch Hiermee stelt u de methode voor het
instellen van het IP-adres in.
IPv4 Address xxx.xxx.xxx.xxx Hiermee stelt u het IP-adres in.
Subnet Mask xxx.xxx.xxx.xxx Hiermee stelt u het subnetmasker in.
Gateway Adres xxx.xxx.xxx.xxx Hiermee stelt u het gatewayadres
(standaardrouter) in.
Web Ingeschakeld Hiermee stelt u in of Web moet
ingeschakeld zijn.
Telnet Uitgeschakeld Hiermee stelt u in of Telnet moet
ingeschakeld zijn.
FTP Uitgeschakeld Hiermee stelt u in of FTP moet
ingeschakeld zijn.
IPSec Uitgeschakeld Dit verschijnt alleen wanneer [IPSec]
ingeschakeld is en alleen de mogelijkheid
om dit uit te schakelen is beschikbaar.
SNMP Ingeschakeld Hiermee stelt u in of SNMP moet
ingeschakeld zijn.
Netwerk Schaal Normaal Wanneer [Normaal] geselecteerd
is, werkt de printer goed, zelfs als
deze is aangesloten op een hub met
omspannende boomstructuurfunctie. De
opstarttijd van de printer is echter langer
wanneer de printer is aangesloten op een
klein LAN met twee of drie computers.
Hub Link instellingen Auto Negotiate Hiermee stelt u de methode in voor het
aansluiten van de printer op een hub.
TCP ACK Type1 Hiermee stelt u het type TCP-bevestiging
in.
Fabrieks instellingen? (NULL) Hiermee stelt u het menu Netwerk
instellingen in op de beginwaarden.
Afdrukinstel-
lingen
Printertaal Automatisch Hiermee selecteert u de printertaal.
Exemplaren 1 Hiermee stelt u het aantal exemplaren
in.
Dubbelzijdig UIT Hiermee stelt u het dubbelzijdig
afdrukken in.
Inbinden Lange zijde Hiermee stelt u de inbindpositie in voor
dubbelzijdig afdrukken.
Mediacontrole Ingeschakeld Hiermee stelt u in of er moet worden
gecontroleerd of het papierformaat van
de cassette en het papierformaat van het
document overeenkomen.
Resolutie 600dpi Hiermee stelt u de resolutie in.

- 56 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
Beheerders-
inst.
Afdrukinstel-
lingen
Toner-
bespa-
ring
Tonerbe-
sparingsni-
veau
UIT Hiermee wijzigt u het
tonerbesparingsniveau. Met [UIT]
schakelt u de tonerspaarstand uit. Er
wordt 15% toner bespaard met [Low],
35% met [Middle] en 50% met [Hoog].
Kleur Alles Hiermee stelt u in of de tonerspaarstand
moet worden gebruikt voor het
afdrukken van 100% zwart.
Monochrome modus Automatisch Hiermee stelt u de afdrukmodus in voor
zwart-wit pagina's.
Stand. afdrukstand Staand Hiermee stelt u de afdrukstand in. Niet
beschikbaar voor PS-gegevens.
Paginalengte 64regels Hiermee stelt u het aantal regels tekst
per pagina in.
Bewerkgrootte Cassetteformaat Hiermee stelt u de grootte van
het afdrukgebied op pagina's in
voor wanneer de computer geen
papierformaat opgeeft aan de printer.
X-afmeting 210 millimeter Hiermee stelt u de standaardbreedte in
van aangepast papier.
Y-afmeting 297 millimeter Hiermee stelt u de standaardlengte in
van aangepast papier.
PCL-instelling Herkomst lettertype Ingebouwd2 Hiermee stelt u de locatie in van het PCL-
standaardlettertype.
Lettertypenummer C1 Hiermee stelt u het PCL-
lettertypenummer in.
Letterhoogte 12,00 punten Hiermee stelt u de hoogte in van het
PCL-standaardlettertype. De hoogte
wordt weergegeven met twee cijfers
achter de komma (in stappen van 0,25
punten).
Symbol Set WIN3.1J Hiermee selecteert u een PCL-
symbolenset.
A4-afdrukbreedte 78 kolommen Hiermee stelt u het aantal kolommen
in voor automatische LF (Line Feed,
regelopschuiving) op A4-papier bij PCL.
Het aantal kolommen is gebaseerd op
wanneer de tekenafstand 10 cpi is en
de modus voor automatische CR/LF
(Carriage Return, regelterugloop/Line
Feed, regelopschuiving) uitgeschakeld is.
Geen lege pagina UIT Hiermee stelt u in of een lege pagina
moet worden uitgevoerd wanneer een
FF-opdracht (Form Feed, papierdoorvoer)
(0CH) wordt ontvangen bij PCL.
CR-functie CR Hiermee stelt u in wat de printer doet
wanneer een CR-code (Carriage Return,
regelterugloop) wordt ontvangen bij PCL.
LF-functie LF Hiermee stelt u in wat de printer doet
wanneer een LF-code (Line Feed,
regelopschuiving) wordt ontvangen bij
PCL.
Afdrukmarge Normaal Hiermee stelt u het niet-afdrukbare
gebied van pagina's in.

- 58 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
Beheerders-
inst.
EPSON FX
Setup
Tekenafstand 10 cpi Geeft de tekenhoogte op.
Tekenset SET-2 Geeft een tekenset op.
Symbol Set IBM-437 Geeft een symboolset op.
Karakter O Uitgeschakeld Geeft de stijl op die een φ (9B) en ¥
(9D) vervangt door (ou) en Φ (zero).
Teken nul Normaal Geeft de stijl op van O (zero).
Regelafstand 6 lpi Stelt de lijnafstand in.
Geen lege pagina Uit Stelt in of een blanco vel al dan niet
moet worden uitgeworpen.
Alleen beschikbaar wanneer enkelzijdig
is ingesteld.
CR-functie CR Stelt de prestaties in wanneer de CR-
code wordt ontvangen.
Regellengte 80 kolommen Geeft het aantal tekens per lijn op.
Paginalengte 11,7 inch Geeft de lengte van het papier op.
Bovenrand 0,0 inch Stelt de positie in vanaf de bovenrand
van het papier.
Linkermarge 0,0 inch Stelt in hoeveel de horizontale
startpositie voor de afdruk naar rechts
moet worden verschoven.
Fit to Letter Uitgeschakeld Stelt de afdrukmodus in die
afdrukgegevens kan passend maken,
equivalent met 11" (66 lijnen) in het
afdrukbare gebied van het Letter-
formaat.
Teksthoogte Hetzelfde Stelt de hoogte in van een teken.
Cont. papiermodus Uit Stelt de bewerkingsrichting van papier
dat wordt ondersteund door een A3-
printer, in op Liggend.
Kleurinstel-
lingen
Inktsimulatie UIT Met de unieke ingebouwde
processimulatie-engine kan de printer de
standaardafdrukkleuren simuleren.
UCR Low Hiermee selecteert u de dikte van de
tonerlaag in. Wanneer bij donkere
afdrukken het papier krult, kunt u
[Gemiddeld] of [Hoog] selecteren om de
krulling te helpen verminderen.
CMY-dichtheid 100% Uitgeschakeld Hiermee selecteert u of gebieden met de
toonwaarde CMY100% met 100% C, M
en Y moeten worden uitgevoerd.
CMYK Conversion Aan Wanneer [UIT] geselecteerd is,
vereenvoudigt de printer het
conversieproces voor CMYK-gegevens bij
afdrukken met PostScript, waardoor de
verwerkingstijd korter is.
Geheugenin-
stellingen
Ontvangstbuffer Automatisch Hiermee stelt u de grootte van de
buffer in die u wilt gebruiken voor het
ontvangen van gegevens.
Bron opslaan UIT Hiermee stelt u de grootte van de ruimte
in die u wilt gebruiken voor het bewaren
van netwerkbronnen.
Flashgeheu-
gen
Initialiseren (NULL) Hiermee initialiseert u het ingebouwde
ashgeheugen.

- 59 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
Beheerders-
inst.
SD-kaart inst. Initialiseren (NULL)
Partitie
aanpas-
sen
PCL nn% 20% Hiermee stelt u de partitiegrootte in.
Common
mm%
50%
Common
ll%
30%
<Toepas-
sen>
(NULL)
Partitie formatteren PCL
Systeemin-
stellingen
Einde levensduur
status
Ingeschakeld Hiermee stelt u in of op het LCD-scherm
een waarschuwing moet worden gegeven
wanneer een drum, de fuser of de band
bijna aan het einde van zijn levensduur
is.
LED bijna op Ingeschakeld Hiermee stelt u in of via het
desbetreffende LED-lampje een
waarschuwing moet worden gegeven
wanneer een drum, de fuser of de band
bijna aan het einde van zijn levensduur
is.
Display in de ruststand Tonerniveau Hiermee selecteert u de informatie
die op het scherm wordt weergegeven
wanneer de printer inactief is.
Contrast scherm 0 Hiermee past u het contrast aan van het
LCD-scherm van het bedieningspaneel.
Geluid instel-
len
Aantal ongeld. bewerk. UIT Hiermee stelt u het volume in van het
geluid dat weerklinkt bij ongeldige
handelingen.
Aantal fouten UIT Hiermee stelt u het volume in van het
geluid dat weerklinkt bij fouten.
Stroom inst. Energiespaarstand Ingeschakeld Hiermee stelt u in of de
energiespaarstand moet ingeschakeld
zijn.
Slaap Ingeschakeld Hiermee stelt u in of de slaapstand moet
ingeschakeld zijn.
Autom. uitschakelen Autom. cong. Hiermee stelt u in of de functie voor
automatisch uitschakelen moet
ingeschakeld zijn.
Wachtwoord
wijzigen
Nieuw wachtwoord (NULL) Hiermee stelt u een nieuw wachtwoord
in voor toegang tot het menu
[Beheerdersinst.] en [Boot Menu].
Controleren (NULL) Voer ter controle het nieuwe
wachtwoord in dat u hebt ingesteld bij
[Nieuw wachtwoord].
Het wachtwoord dat u invoert, moet uit
6 tot 12 alfanumerieke tekens bestaan
(geen hoofdletters).
Instellingen Beginwaarden (NULL) Hiermee stelt u het EEPROM-geheugen
van de processor opnieuw in om de
instellingen van het gebruikersmenu te
initialiseren.
Instellingen opslaan (NULL) Hiermee slaat u de instellingen van het
huidige menu op.
Instellingen herstellen (NULL) Hiermee herstelt u de instellingen van
het opgeslagen menu.

- 61 -
De apparaatinstellingen wijzigen
3
3. Printerinstellingen wijzigen
Boot Menu
Onderdeel Fabrieksinstel-
ling Beschrijving
Boot Menu USB Setup USB Enable Hiermee stelt u in of de USB-interface moet
ingeschakeld zijn.
Speed 480Mbps Hiermee stelt u de maximale
overdrachtsnelheid van de USB-interface in.
Soft Reset Disable Hiermee stelt u in of de Soft Reset-opdracht
moet ingeschakeld zijn.
Ofine Receive Disable Hiermee stelt u in of de functie moet
ingeschakeld zijn die de ontvangststatus van
gegevens behoudt zonder verandering van
het interfacesignaal in het geval er een fout
optreedt.
Serial Number Enable Hiermee stelt u in of het USB-serienummer
moet ingeschakeld zijn.
Security Setup Job Limitation Off Hiermee stelt u de modus voor taakbeperking
in.
Wanneer de printer ingesteld is op
[Encrypted opdracht], is het afdrukken van
andere gegevens dan opgegeven gegevens
(alleen een gecodeerde afdruktaak met
vericatie kan worden opgegeven) beperkt.
Dit item wordt weergegeven wanneer de
optionele SD-geheugenkaart geïnstalleerd is
in de printer.
Make Secure
SD Card
(NULL) Hiermee schakelt u codering in voor
gegevens die worden opgeslagen op een SD-
geheugenkaart.
Make Normal
SD Card
(NULL) Hiermee schakelt u codering uit voor
gegevens die worden opgeslagen op een SD-
geheugenkaart.
Reset Cipher
Key
(NULL) Hiermee stelt u de cijfersleutel die wordt
gebruikt voor een gecodeerde SD-
geheugenkaart opnieuw in.
Wanneer dit proces is voltooid, kunnen de
gegevens die zijn opgeslagen op de SD-
geheugenkaart niet meer worden hersteld.
Storage Setup Check File
System
(NULL) Hiermee lost u inconsistenties op tussen
het daadwerkelijke (beschikbare) geheugen
en het beschikbare geheugen dat wordt
weergegeven. Hiermee voert u herstel van
beheergegevens (FAT-gegevens) uit voor een
bestandssysteem. Deze bewerking wordt
toegepast op elk bestandssysteem.
Check All
Sectors
(NULL) Hiermee voert u herstel uit van defecte
gegevens op de SD-geheugenkaart en lost u
inconsistenties op tussen het daadwerkelijke
(beschikbare) geheugen en het beschikbare
geheugen dat wordt weergegeven.
Enable SD Card Yes Als de printer niet kan worden ingeschakeld
als gevolg van een beschadigde SD-
geheugenkaart, selecteert u [Nee]. Zo kan
de printer worden ingeschakeld alsof er geen
SD-geheugenkaart geïnstalleerd is, zelfs als
een SD-geheugenkaart geïnstalleerd is in de
printer.
Erase SD Card (NULL) Dit item wordt weergegeven wanneer een SD-
geheugenkaart geïnstalleerd is.
Deze functie wist alle gegevens op de SD-
geheugenkaart.

- 63 -
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
4. Hulpprogramma's gebruiken
Dit hoofdstuk beschrijft nuttige softwarefuncties voor het gebruik van uw printer.
Overzicht van de hulpprogramma's
Hieronder vindt u een lijst met hulpprogramma's die u kunt gebruiken voor uw printer. Voor meer
informatie over hoe u deze hulpprogramma's gebruikt, raadpleegt u de desbetreffende secties.
Hulpprogramma's voor Windows/Mac OS X
Onderdeel Functies Details Systeemvereisten Meer info
Network Card Setup Printerin-
stellingen
U kunt de instellingen voor
het netwerk congureren.
●Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server 2008
R2/
Windows Server 2008/
Windows XP/
Windows Server 2003/
Windows 2000
●Mac OS X 10.3.9-10.7
pagina. 73
pagina. 81
Print Display Language
Setup/Panel Language Setup
Printerin-
stellingen
U kunt de taal van het
bedieningspaneel of de
menu's wijzigen.
pagina. 72
pagina. 80
Hulpprogramma's voor Windows
Onderdeel Functies Details Systeemvereisten Meer info
Color Correct Utility Afdrukken Hiermee past u de
kleurkoppeling aan. Het
hulpprogramma kan de
toon van de kleuruitvoer
aanpassen voor het
kleurenpalet. Ook kunt u
hiermee de tint aanpassen en
de algemene nuance van de
kleuruitvoer.
Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server 2008 R2/
Windows Server 2008/
Windows XP/
Windows Server 2003/
Windows 2000
pagina. 41
Conguration Tool Printerin-
stellingen
Hiermee registreert u de
netwerkinstellingen van de
printer of een ICC-proel
in de SD-geheugenkaart
van deze printer. Hiermee
kunt u ook de instellingen
of het proel beheren. Het
geregistreerde ICC-proel
kan worden gebruikt voor de
functie voor kleurkoppeling
in de modus [Graphic Pro]
van de printerdriver. Hiermee
kunt u ook gegevens voor
formulieren registreren en
verwijderen en opgeslagen
taken beheren.
Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server 2008 R2/
Windows Server 2008/
Windows XP/
Windows Server 2003/
Windows 2000
Voor Windows 2000
moet het volgende
geïnstalleerd zijn
●Service Pack 4
●Internet Explorer 5.5
SP1 of een hogere
versie
●KB891861 (http://
support.microsoft.com/
?kbid=891861)
pagina. 68

- 64 -
Overzicht van de hulpprogramma's
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Onderdeel Functies Details Systeemvereisten Meer info
Color Swatch Utility Afdrukken Hiermee drukt u een
kleurmonster af. U kunt
dit hulpprogramma
gebruiken om afgedrukte
kleuren te controleren.
Dit hulpprogramma wordt
automatisch geïnstalleerd
wanneer u een printerdriver
installeert.
Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server 2008 R2/
Windows Server 2008/
Windows XP/
Windows Server 2003/
Windows 2000
pagina. 35
OKI LPR Utility Afdrukken U kunt een document
afdrukken via de
netwerkaansluiting,
afdruktaken beheren en
de status van de printer
controleren. Wanneer een
IP-adres van de printer is
gewijzigd, wordt de instelling
automatisch gewijzigd.
Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server 2008 R2/
Windows Server 2008/
Windows XP/
Windows Server 2003/
Windows 2000
pagina. 74
Network Extension De printer
beheren
U kunt de printerinstellingen
controleren vanaf de
printerdriver en u kunt opties
instellen. Dit hulpprogramma
wordt automatisch
geïnstalleerd wanneer u een
printerdriver installeert via
een netwerkaansluiting.
Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server 2008 R2/
Windows Server 2008/
Windows XP/
Windows Server 2003/
Windows 2000
Een computer die
gebruikmaakt van TCP/IP.
pagina. 77

- 65 -
Hulpprogramma's installeren
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Hulpprogramma's installeren
Als u een hulpprogramma wilt gebruiken, volgt
u de onderstaande procedure voor Windows. In
Mac OS X kunt u het kopiëren door het te slepen
naar de gewenste plaats. U kunt ook dit ook
direct uitvoeren vanaf de dvd-rom met software.
Voor Windows
1 Plaats de dvd-rom met software in uw
computer.
2 Klik op [Setup.exe uitvoeren].
Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer]
verschijnt, klikt u op [Ja].
3 Selecteer een taal en klik vervolgens op
[Volgende].
4 Selecteer de printer en klik vervolgens
op [Volgende].
5 Lees de gebruiksrechtovereenkomst en
selecteer vervolgens [Ik ga akkoord].
6 Lees [Environmental advice
for Users] en klik vervolgens op
[Volgende].
7 Selecteer het hulpprogramma dat u wilt
installeren en klik vervolgens op de knop
om al het geselecteerde gezamenlijk te
installeren.
8 Klik op [Einde].
Voor Mac OS X
1 Plaats de dvd-rom met software in de
computer.
2 Dubbelklik op de map [OKI] >
[Hulpprogramma's].
3 Kopieer de map die u wilt installeren
door deze te slepen naar de gewenste
map.
Memo
●Om te starten, dubbelklikt u in de map op het pictogram
van het hulpprogramma.

- 66 -
Hulpprogramma's voor Windows/Mac OS X
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Hulpprogramma's voor Windows/Mac OS X
In deze sectie vindt u uitleg over webpagina's die zowel in Windows als in Mac OS X kunnen worden
gebruikt.
Wanneer u deze webpagina's gebruikt, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan.
●TCP/IP moet ingeschakeld zijn.
●Een van de volgende browsers moet geïnstalleerd zijn: Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger,
Safari 3.0 of hoger, of Firefox 3.0 of hoger.
Memo
●Ofwel stelt u de beveiligingsinstellingen in uw browser in op een gemiddeld niveau, ofwel schakelt u cookies in.
●Om toegang te krijgen tot het menu [Beheerdersinst.], hebt u het beheerderswachtwoord nodig. Het standaardwachtwoord
is "aaaaaa".
Webpagina
U kunt de volgende handelingen uitvoeren vanaf
de webpagina.
●De status van de printer weergeven.
● Proelen maken.
●De cassettes, het netwerk, de standaardfuncties
en de printerinstellingen congureren.
●De takenlijst weergeven.
●Een PDF afdrukken zonder een printerdriver.
●De functies voor geautomatiseerde verzending
en opslag van verzendingsgegevens
congureren.
●Een koppeling maken naar veelgebruikte
webpagina's.
Memo
●Om de printerinstellingen te wijzigen op de webpagina,
moet u ingelogd zijn als beheerder.
Meer info
●Voor meer informatie over hoe u de netwerkinstellingen
congureert, raadpleegt u "Netwerkinstellingen wijzigen
vanaf de webpagina" op p.115.
De webpagina voor de printer
openen
1 Start uw webbrowser.
2 Typ "http:// (het IP-adres van de
printer)" in de adresbalk en druk
vervolgens op de toets <Invoeren>.
Meer info
●Om te weten wat het IP-adres van de printer
is, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
Inloggen als beheerder
Opmerking
●U moet beheerdersrechten hebben door in te loggen als
beheerder.
Memo
●Het standaardwachtwoord van de beheerder van de
printer is "aaaaaa".
1 Klik op de hoofdpagina op
[Administrator Login].
2 Voer "root" in bij [Username] en voer
het wachtwoord van de beheerder in bij
[Password]. Klik vervolgens op [OK].
In Mac OS X typt u "root" bij [Naam] en voert
u het wachtwoord van de beheerder van de
printer in bij [Password]. Vervolgens klikt u op
[Aanmelden].

- 68 -
Hulpprogramma's voor Windows
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Hulpprogramma's voor Windows
In deze sectie vindt u uitleg over hulpprogramma's die u kunt gebruiken in Windows.
Conguration Tool
In Conguration Tool kunt u meerdere printers
beheren en instellingen wijzigen.
Met Conguration Tool kunt u het volgende
doen.
●Informatie over de printer weergeven
● Een ICC-proel registreren en beheren
●Gegevens voor formulieren registreren en
verwijderen
●Opgeslagen taken beheren
●Netwerkinstellingen
Om gebruik te maken van Conguration Tool in
Windows 2000, moet het volgende geïnstalleerd
zijn.
●Service Pack 4
●Internet Explorer 5.5 SP1 of een hogere versie
●KB891861 (http://support.microsoft.
com/?kbid=891861)
Installatie
Er kunnen indien nodig invoegtoepassingen
worden geïnstalleerd.
De volgende 2 invoegtoepassingen zijn
beschikbaar.
●Invoegtoepassing Network Setting
●Invoegtoepassing Storage Manager
Memo
●U kunt later extra invoegtoepassingen installeren.
Meer info
● Voor informatie over hoe u Conguration Tool installeert,
raadpleegt u "Hulpprogramma's installeren" op p.65.
De printer registreren
Wanneer u Conguration Tool gebruikt of een
nieuwe printer toevoegt, registreert u de printer
in Conguration Tool.
1 Selecteer [starten], [Alle programm's]
> [OkiData] > [Conguration Tool] >
[Conguration Tool].
2 Selecteer [Register Device] in het
menu [Tools].
De zoekresultaten worden weergegeven.
3 Selecteer de printer en klik vervolgens
op [Register].
4 In het bevestigingsvenster klikt u op
[Ja].
Een printer verwijderen
U kunt een geregistreerde printer verwijderen.
1 Klik in [Registered device Table] met
de rechtermuisknop op de printer.
2 Selecteer [Remove device].
3 In het bevestigingsvenster klikt u op
[Ja].
De status van de printer controleren
U kunt de status en informatie van de printer
controleren.
1 Selecteer in [Registered Device Table]
de printer.
2 Klik op het tabblad [Device Info].
Memo
●Als de printer aangesloten is op het netwerk, wordt
[Device Status] weergegeven.
●Als u informatie wilt bijwerken, klikt u op [Update Device
Information].

- 69 -
Hulpprogramma's voor Windows
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Invoegtoepassing Network Setting
U kunt het netwerk instellen met Conguration
Tool. Installeer de invoegtoepassing Network
Setting voordat u de instellingen instelt.
Meer info
● Voor informatie over hoe u Conguration Tool installeert,
raadpleegt u "Hulpprogramma's installeren" op p.65.
Pictogram
De betekenis van elk pictogram wordt hieronder
weergegeven.
Picto-
gram Details
Hiermee zoekt u opnieuw naar de printer.
Hiermee wijzigt u de zoekcriteria voor het
zoeken naar de printer.
Hiermee wijzigt u het IP-adres van de
printer.
Hiermee start u de printer opnieuw op.
Hiermee wijzigt u het wachtwoord voor het
netwerk.
Hiermee opent u de webpagina voor de
printer.
Zoeken naar de printer in het
netwerk
Hiermee zoekt u naar de printer.
1 Selecteer [Network Setting] in het
menu [Plug-ins].
2 Selecteer [Apparaten detecteren].
De zoekresultaten worden weergegeven.
Het IP-adres wijzigen
Hiermee wijzigt u het IP-adres van de printer.
1 Selecteer de printer in de lijst met
apparaten.
2 Klik op het pictogram .
3 Wijzig waar nodig de instellingen.
4 Klik op [OK].
5 Voer het wachtwoord voor het netwerk
in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord zijn de laatste 6
alfanumerieke tekens van het MAC-adres.
6 Klik op [OK] om de printer opnieuw op
te starten.
Invoegtoepassing Storage Manager
Met behulp van de invoegtoepassing Storage
Manager kunt u taken beheren die zijn
opgeslagen op printers en formulieren,
lettertypen en ICC-proelen beheren die worden
gebruikt voor het afdrukken.
Opmerking
●Een gecodeerde beveiligde taak wordt niet ondersteund
door de functie voor taakbeheer.
●Een functie zoals overlay is beschikbaar, zelfs als het
model niet is uitgerust met een SD-geheugenkaart.
Pictogram
De betekenis van elk pictogram wordt hieronder
weergegeven.
Picto-
gram Details
Hiermee maakt u een project.
Hiermee opent u een bestaand project.
Hiermee overschrijft u en slaat u het
bestand op met het geselecteerde project.
Hiermee wijst u een nieuwe naam toe aan
het geselecteerde project en slaat u dit op
in een bestand.
Hiermee voegt u een bestand toe aan een
project.
Hiermee verwijdert u het geselecteerde
bestand uit het project.
Hiermee geeft u het dialoogvenster Filter
Macro File (Macrobestand lteren) weer.
Hiermee converteert u het geselecteerde
project naar een indeling die rechtstreeks
kan worden gedownload naar een apparaat
en maakt u een nieuw bestand.
Hiermee verzendt u een bestaand
downloadbestand naar het apparaat dat
geselecteerd is in het gebied voor het
selecteren van apparaten.
Hiermee verzendt u het geselecteerde
project naar het apparaat dat geselecteerd
is in het gebied voor het selecteren van
apparaten.
Hiermee verzendt u het bestand dat
geselecteerd is in het projectvenster naar
het apparaat dat geselecteerd is in het
gebied voor het selecteren van apparaten.
Hiermee geeft u het venster Job
Management (Taakbeheer) weer voor het
apparaat dat geselecteerd is in het gebied
voor het selecteren van apparaten.
Hiermee geeft u het venster Administrator
Functions (Beheerdersfuncties) weer voor
het apparaat dat geselecteerd is in het
gebied voor het selecteren van apparaten.

- 70 -
Hulpprogramma's voor Windows
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Een ICC-proel registreren
Hiermee kunt u printerproelen registreren en
bewerken.
Hieronder vindt u uitleg over enkele van de
functies.
Opmerking
● Wanneer u de functionaliteit voor proelbeheer gebruikt,
is het raadzaam de invoegtoepassing User Setting te
installeren.
Meer info
●Voor informatie over hoe u de invoegtoepassing
installeert, raadpleegt u "Installatie" op p.68.
Een ICC-proel registreren
1 Selecteer [Storage Manager] in het
menu [Plug-ins].
2 Klik op het pictogram en maak
vervolgens een nieuw project.
3 Klik op het pictogram en selecteer
vervolgens [Kleurkoppelingsbestand
(.ICC, .ICM)] bij [Type bestanden].
4 Selecteer het proel dat u wilt
registreren en klik vervolgens op
[Open].
5 Selecteer bij [Proeltype] het type
proel dat u wilt registreren.
6 Klik op [Component] van het
geregistreerde proel. Het
dialoogvenster [Storage Manager]
wordt weergegeven.
7 Selecteer een getal dat u wilt registreren
voor het proel.
De geregistreerde getallen worden weergegeven
op een gele achtergrond.
8 Voer in het veld [Opmerking] indien
nodig opmerkingen in.
9 Klik op [OK].
10 Selecteer de printer in de lijst met
apparaten.
11 Klik op het pictogram en verzend het
geregistreerde proel naar de printer.
12 Controleer dat het voltooiingsbericht
wordt weergegeven en klik vervolgens
op [OK].
Formulieren registreren (overlay
voor formulieren)
U kunt overlays zoals logo's of formulieren
maken en registreren, die u dan kunt afdrukken.
Hier wordt uitgelegd hoe u formulieren
registreert.
Meer info
●Voor informatie over hoe u overlays afdrukt, raadpleegt u
"Overlays afdrukken" op p.27.
Memo
●Wanneer u een PS-printerdriver voor Windows gebruikt,
hebt u beheerdersrechten nodig.
●De XPS-printerdriver voor Windows kan niet worden
gebruikt.
Een formulier maken
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van
Uw printer
en selecteer
vervolgens de benodigde driver via
[Eigenschappen van printer].
3 Klik op het tabblad [Poorten], selecteer
vervolgens [FILE:] bij [Afdrukpoort]
en klik daarna op [OK].
4 Selecteer een formulier dat u wilt
registreren op de printer.
Wanneer u de PCL-printerdriver voor Windows
gebruikt, gaat u naar stap 9.
5 Selecteer [Afdrukken] in het menu
[Bestand].
6 Klik op [Voorkeuren].
7 Klik op het tabblad [Taakopties] en klik
vervolgens op [Overlays].
8 Selecteer [Formulier maken].
9 Start een afdruktaak.
10 Voer de bestandsnaam in waaronder u
dit wilt opslaan.
11 Keer terug naar [Printerpoort] op het
tabblad [Poorten].

- 71 -
Hulpprogramma's voor Windows
4
4. Hulpprogramma's gebruiken
Een formulier op de
printer registreren via de
invoegtoepassing Storage
Manager
1 Klik op het pictogram .
2 Klik op het pictogram en selecteer
vervolgens het gemaakte formulier.
3 Klik op het formulierbestand.
4 Voer het id in bij [ID] en klik vervolgens
op [OK].
Opmerking
●U mag [Target Volume] en [Path] niet wijzigen.
Memo
●Wanneer u de PS-printerdriver voor Windows
gebruikt, voert u [Component] in.
5 Selecteer het apparaat in het gebied
voor het selecteren van apparaten onder
aan het venster van de invoegtoepassing
Storage Manager.
6 Selecteer [Send Project Files to
Printer] in het menu [Projects].
7 Klik op het pictogram .
8 Klik op [OK].
De vrije ruimte op SD-
geheugenkaarten of in
ashgeheugen controleren
U kunt de vrije ruimte op SD-geheugenkaarten
of in ashgeheugen controleren.
1 Als u klikt op een apparaatnaam in
het gebied voor het selecteren van
apparaten onder aan het venster van
de invoegtoepassing Storage Manager,
wordt een venster weergegeven voor het
geselecteerde apparaat.
2 Het dialoogvenster geeft de opslag,
partities, mappen en bestanden
weer door te communiceren met het
apparaat.
Ongewenste taken van een SD-
geheugenkaart verwijderen
U kunt afdruktaken op de partitie [COMMON]
van een SD-geheugenkaart verwijderen.
Memo
●Na het opslaan van afdrukgegevens blijft de taak
opgeslagen op de partitie [COMMON]. Als deze niet wordt
verwijderd, neemt de capaciteit van de SD-kaart af.
Opmerking
● Gecodeerde afdruktaken met vericatie kunnen niet
worden verwijderd in de invoegtoepassing Storage
Manager.
1 Als u klikt op het pictogram , wordt
het dialoogvenster Job Management
(Taakbeheer) geopend.
2 Om afdruktaken van een specieke
gebruiker weer te geven, voert u het
wachtwoord in en klikt u vervolgens op
[Taakwachtwoord toepassen].
Als u alle afdruktaken wilt weergeven,
voert u het beheerderswachtwoord
in en klikt u vervolgens op [Apply
administrator password].
"Administrator password"
(Beheerderswachtwoord) is het
wachtwoord voor het beheer van het
apparaat.
3 Selecteer de taak die u wilt verwijderen
en klik vervolgens op het pictogram .
4 Klik op [OK].
Produkt Specifikationer
Mærke: | OKI |
Kategori: | Printer |
Model: | C822n |
Har du brug for hjælp?
Hvis du har brug for hjælp til OKI C822n stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig
Printer OKI Manualer

31 Januar 2025

13 Oktober 2024

5 Oktober 2024

2 Oktober 2024

24 September 2024

20 September 2024

10 September 2024

1 September 2024

31 August 2024

21 August 2024
Printer Manualer
- Printer Nilox
- Printer Sony
- Printer Canon
- Printer Samsung
- Printer Panasonic
- Printer LG
- Printer Mitsubishi
- Printer Sharp
- Printer Lexmark
- Printer Epson
- Printer HP
- Printer D-Link
- Printer Roland
- Printer Toshiba
- Printer Fujifilm
- Printer Nikon
- Printer Kodak
- Printer Brother
- Printer Lenovo
- Printer Olympus
- Printer Triumph-Adler
- Printer AVM
- Printer Dymo
- Printer Thomson
- Printer JVC
- Printer Honeywell
- Printer Citizen
- Printer Olivetti
- Printer Huawei
- Printer Seiko
- Printer Digitus
- Printer Zebra
- Printer Olympia
- Printer Xiaomi
- Printer Dell
- Printer Intermec
- Printer Fujitsu
- Printer MSI
- Printer Polaroid
- Printer Ricoh
- Printer NEC
- Printer Konica-Minolta
- Printer Kyocera
- Printer Avision
- Printer Velleman
- Printer Bixolon
- Printer Sagem
- Printer Pantum
- Printer Xerox
- Printer Renkforce
- Printer Testo
- Printer Ultimaker
- Printer Primera
- Printer Star Micronics
- Printer Star
- Printer Panduit
- Printer ZKTeco
- Printer StarTech.com
- Printer Kogan
- Printer CUSTOM
- Printer Godex
- Printer Equip
- Printer Royal Sovereign
- Printer Argox
- Printer Minolta
- Printer DNP
- Printer Oce
- Printer Metapace
- Printer Ibm
- Printer Tomy
- Printer Approx
- Printer Toshiba TEC
- Printer Frama
- Printer Vupoint Solutions
- Printer Evolis
- Printer Builder
- Printer Fargo
- Printer Brady
- Printer Posiflex
- Printer Datamax-O'neil
- Printer Dascom
- Printer HiTi
- Printer GG Image
- Printer Elite Screens
- Printer DTRONIC
- Printer Phoenix Contact
- Printer Videology
- Printer TSC
- Printer EC Line
- Printer Colop
- Printer Fichero
- Printer Raspberry Pi
- Printer Unitech
- Printer IDP
- Printer Microboards
- Printer Tally Dascom
- Printer CSL
- Printer Nisca
- Printer Epson 7620
- Printer Sawgrass
- Printer Mimaki
Nyeste Printer Manualer

9 April 2025

8 April 2025

2 April 2025

29 Marts 2025

29 Marts 2025

29 Marts 2025

9 Marts 2025

9 Marts 2025

5 Marts 2025

5 Marts 2025