Panasonic DMC-G80 Lumix Manual

Panasonic Digital kamera DMC-G80 Lumix

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Panasonic DMC-G80 Lumix (339 sider) i kategorien Digital kamera. Denne guide var nyttig for 19 personer og blev bedømt med 5.0 stjerner i gennemsnit af 10 brugere

Side 1/339
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-G80
DMC-G81
Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt
en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
DVQP1010ZA
F0916HN0
until
2016/11/14
Waarschuwingen op het scherm P318
Problemen oplossen P320
De benodigde informatie vinden P2
Inhoud P4
Inhoudsopgave van de functies P9
Menulijst P185
2
De benodigde informatie vinden
In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u
nodig heeft op de volgende pagina’s vinden.
Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen
en snel de informatie vinden.
Zoeken vanuit de Inhoud
Klik op deze icoon om naar Inhoud te springen.
P4
Zoeken in de lijst met functienamen P9
Zoeken in de lijst met druk- en draaiknoppen P14
Zoeken in de lijst met beeldschermen en
iconen P311
Zoeken vanuit de Waarschuwingen op het
schermP318
Zoeken vanuit de Menulijst
Klik op deze icoon om naar Menulijst te springen.
P185
Zoeken vanuit de Problemen oplossenP320
Klik op deze icoon om naar De benodigde informatie vinden te springen.
Klik op deze icoon om terug te keren naar de eerder weergegeven pagina.
Zie de volgende pagina voor details over het gebruik van deze
gebruiksaanwijzing. P3
Wi-FiR-functie P249
3
Gebruik van deze handleiding
De symbolen in de tekst
Klik op een kruisreferentie in de tekst om naar de overeenkomstige pagina te springen.
De beschrijving in deze handleiding is gebaseerd op de onderling verwisselbare lens
(H-FS12060).
Over de aanduiding van de toepasbare modus
Toepasbare modi:
De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn.
Zwarte iconen: toepasbare modussen
Grijze iconen: niet beschikbare modussen
en zullen verschillen, afhankelijk van de opnamemodussen die bij de
standaardinstellingen geregistreerd zijn.
: Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets
te drukken.
: Geeft aan dat de Wi-Fi-instelling gemaakt kan worden door op de
[Wi-Fi]-toets te drukken.
: Tips voor een vakkundig gebruik en opmerkingen over het opnemen.
: Omstandigheden waarin een bepaalde functie niet gebruikt kan worden.
: Wordt vervolgd op de volgende pagina.
In deze gebruiksaanwijzing worden de stappen voor de instelling van een
menu-onderdeel als volgt beschreven.
Voorbeeld: In het [Opname]-menu verandert [Kwaliteit] van [A] in []
> [Opname] > [Kwaliteit] > []
MENU
Wi-Fi
MENU
4
Inhoud
De benodigde informatie vinden ...............................................................................2
Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3
Inhoudsopgave van de functies ................................................................................9
1. Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................12
Standaardaccessoires.............................................................................................13
Namen en functies van de componenten ...............................................................14
Over de Lens ..........................................................................................................17
2. Opstarten/Basisbediening
Het bevestigen van de Schouderriem .....................................................................18
Opladen van de Batterij ..........................................................................................19
• Opladen..........................................................................................................19
• Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering...................................21
Plaatsen/Verwijderen van de batterij.......................................................................24
Plaatsen/Verwijderen van de kaart (optioneel)........................................................25
Kaartinformatie........................................................................................................26
• Formatteren van de kaart (initialisatie) ...........................................................27
• Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd........28
Bevestigen/Verwijderen van de lens .......................................................................30
Openen van de monitor/Instellen van de monitor ...................................................33
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) ..........................................................34
• De klok opnieuw afstellen...............................................................................35
Basisbediening........................................................................................................36
• Tips om mooie opnamen te maken ................................................................36
• Gebruik van de zoeker ...................................................................................37
• Sluiterknop (foto's maken)..............................................................................39
• Filmknop (films opnemen) ..............................................................................39
• Modusknop (voor selectie van een opnamemodus).......................................40
• Modusknop op de voorkant/Modusknop op de achterkant.............................41
• Cursorknoppen/[MENU/SET] knop ................................................................44
• [DISP.]-knop (omschakelen van de weergegeven informatie)........................45
• Aanraakpaneel (Aanraakbediening) ...............................................................48
• Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie..........................................49
Menuonderdelen instellen.......................................................................................51
Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick Menu) ........................................53
• Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu.........................................54
Toekennen van veelgebruikte functies aan de knoppen (functieknoppen) .............55
Tekst Invoeren.........................................................................................................58
5
3. Opnamemodussen
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligent Auto modus) ..........................................................................................59
• Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.]).......62
• Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie
([iHDR]) ..........................................................................................................63
• Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control) ......................64
• Opnemen van beelden door het veranderen van de helderheid of de
kleurtoon ........................................................................................................65
Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd
(Programma AE-modus) .........................................................................................66
Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren.........................68
• Lensopening-Prioriteit AE-modus...................................................................69
• Sluiter-Prioriteit AE-modus .............................................................................69
• Handmatige Belichtingsmodus .......................................................................70
• Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie) ............72
• Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting (OnPush AE)
instellen ..........................................................................................................73
Foto's maken die overeenkomen met de scène die opgenomen wordt
(Scene Guide modus) .............................................................................................74
• Panoramafoto's maken ([Panorama-opname]) ..............................................77
Foto's maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus) ..............79
Films opnemen met de handmatig ingestelde lensopeningwaarde/sluitertijd
(Creatieve Videomodus) .........................................................................................85
• Minimaliseren van werkgeluiden tijdens een filmopname ..............................86
Registreren van uw favoriete instellingen (Voorkeuzemode)..................................87
• Registratie van eigen menu-instellingen (registratie van klantinstellingen)....87
• Opnemen m.b.v. geregistreerde gebruikelijke instelling .................................88
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Automatisch instellen van het brandpunt ................................................................89
• Focusmodus (AFS/AFF/AFC) ........................................................................91
• Auto Focusmodus ..........................................................................................93
• Instellen van de positie van de AF-zone/veranderen van de maat van de
AF-zone..........................................................................................................98
• Instelling van de positie van de AF-zone met de touch pad .........................100
• Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een
aangeraakte positie......................................................................................101
Handmatig instellen van het brandpunt.................................................................102
Vastzetten van het brandpunt en de belichting (AF/AE-vergrendeling) ................105
Belichtingscompensatie ........................................................................................106
De lichtgevoeligheid instellen................................................................................108
De witbalans instellen ...........................................................................................110
6
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Selecteer een drive-modus ...................................................................................114
Opnamen maken met de burstfunctie ...................................................................115
4K-foto's maken ....................................................................................................118
• Opmerkingen over de 4K-fotofunctie............................................................122
Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en bewaren ....................................125
Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking)..............129
• Opnames maken met de Post Focus-functie ...............................................130
• Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto ....132
• Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden
(Focus Stacking) ..........................................................................................133
Opnamen maken met de zelfontspanner ..............................................................135
Foto's maken met Time Lapse Shot/Stop Motion Animatie...................................136
• Automatisch beelden opnemen met ingestelde tijdsintervallen
([Intervalopname]) ........................................................................................136
• Creëren van stopmotion-beelden ([Stop-motionanimatie])...........................138
• Creëren van films uit opgenomen foto's .......................................................140
Foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt
(Bracket opname) .................................................................................................141
• Belichting Bracket.........................................................................................142
• Lensopening Bracket....................................................................................143
• Focus Bracket ..............................................................................................143
6. Stabilisator, zoom en flitser
Beeldstabilisator....................................................................................................144
Beelden maken met de zoom ...............................................................................148
• Vergroten van het telescopische effect.........................................................149
• Zoomen met gebruik van aanraakbediening (Touch zoom) .........................153
Foto’s maken met de flitser ...................................................................................154
Instelling van de flitserfuncties ..............................................................................156
• Veranderen van de afvuurmodus .................................................................156
• Veranderen van de flitsermodus...................................................................157
• Instelling van de 2de gordijnsynchronisatie..................................................159
• De flitsoutput aanpassen ..............................................................................160
• Synchroniseren van de flitser-output met de belichtingscompensatie..........160
Fotograferen met draadloze flitsers ......................................................................161
• Gebruik van andere instellingen voor opnames met draadloze flitsers ........163
7. Films opnemen
Opnemen van films/4K-films .................................................................................164
• Instelling van formaat, grootte en beeldsnelheid..........................................166
• Scherpstellen tijdens het opnemen van een video ([Continu AF])................168
Films opnemen die pannen en zoomen terwijl een vaste camerapositie
gehandhaafd blijft ([4K Live Bijsnijden]) ................................................................169
7
Foto’s maken terwijl u een film maakt ...................................................................172
Opnemen van Snap Movies..................................................................................174
8. Afspelen en bewerken van beelden
Opnamen terugspelen ..........................................................................................177
Bewegende beelden terugspelen .........................................................................178
• Creëren van foto’s uit een video...................................................................179
Omschakelen van de afspeelwijze........................................................................180
• De terugspeelzoom gebruiken .....................................................................180
• Weergeven van meerdere schermen (Multi Playback).................................181
• Beelden afspelen op opnamedatum (Calender Playback) ...........................181
Afspelen van groepsbeelden.................................................................................182
Beelden wissen .....................................................................................................184
9. De menufuncties gebruiken
Menulijst................................................................................................................185
• [Opname]-menu ...........................................................................................185
• [Bewegend beeld]-menu ..............................................................................206
• [Voorkeuze]-menu ........................................................................................209
• [Set-up]-menu...............................................................................................219
• [Afspelen]-menu ...........................................................................................227
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Wat u kunt doen met de Wi-FiR-functie.................................................................249
Functies Wi-Fi .......................................................................................................250
Bediening met een smartphone/tablet ..................................................................252
• Installeren van de “Image App” app voor smartphone/tablet .......................252
• Verbinden met een smartphone/tablet..........................................................253
• Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname) ..........................257
• Afspelen van beelden in de camera .............................................................258
• Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn ....................................258
• Beelden in de camera naar een SNS versturen ...........................................259
• Toevoegen van locatie-informatie afkomstig van de smartphone/
tablet op beelden die in de camera opgeslagen zijn ....................................259
• Samenvoegen van films die met Snap Movie op een smartphone/
tablet opgenomen zijn en uw voorkeur hebben ...........................................261
Weergeven van beelden op een TV......................................................................262
Verzenden van beelden ........................................................................................263
Verzenden van beelden naar een smartphone/tablet ...........................................267
Draadloos afdrukken .............................................................................................268
Beelden naar een AV-apparaat versturen .............................................................269
Beelden naar een PC versturen............................................................................270
Gebruik van web-diensten ....................................................................................272
• Versturen van beelden naar een webservice ...............................................272
• Wanneer u berichten verstuurt naar [Cloud-synchr. service]........................275
8
Registratie bij “LUMIX CLUB” ...............................................................................276
• Over de [LUMIX CLUB] ................................................................................276
Verbindingen .........................................................................................................280
• Verbinden via een draadloos toegangspunt (via het netwerk) .....................281
• De camera rechtstreeks met een ander apparaat verbinden
(rechtsteekse verbinding).............................................................................283
• Snel verbinding maken met dezelfde instellingen als voorheen
([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/[Selecteer doelapparaat uit
favorieten]) ...................................................................................................284
[Wi-Fi setup] Menu ................................................................................................286
11. Aansluiten op andere apparatuur
4K-films op een TV bekijken/4K-films op een PC of recorder bewaren ................288
• Kijken naar films in 4K ..................................................................................288
• Opslaan van 4K-films ...................................................................................289
Beelden terugspelen op een TV-scherm...............................................................290
• Gebruik van VIERA Link (HDMI) ..................................................................293
Bewaren van foto's en films op uw PC..................................................................294
• Software downloaden...................................................................................295
• Beelden naar de PC overbrengen ................................................................297
Bewaren van foto's en films op een recorder........................................................299
Beelden afdrukken ................................................................................................300
Van 3D-beelden genieten......................................................................................303
12. Overige
Optionele accessoires...........................................................................................306
Display Monitor/Display Zoeker ............................................................................311
Waarschuwingen op het scherm ...........................................................................318
Problemen oplossen .............................................................................................320
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...................................................................329
9
Inhoudsopgave van de functies
Opnemen
Opnamefunctie ................................ P40
[Voorvertoning] ................................ P72
[Panorama-opname]........................ P77
[Intervalopname]............................P136
[Stop-motionanimatie] ...................P138
Lensopening Bracket.....................P143
Focus Bracket ...............................P143
[Multi-belicht.] ................................P196
[Stille modus].................................P209
3D-opnames..................................P303
4K-foto
[4K-FOTO].....................................P118
[Post Focus] ..................................P129
Focus (AF/MF)
[Focusfunctie] ..................................P91
[AF mode]........................................P93
Regelen van de positie van de
AF-zone........................................... P98
Manuele Focus..............................P102
[AF/AE vergrend.] ..........................P105
Drive
[Aandrijfstand] ...............................P114
[Burstfunctie] .................................P115
Maximum aantal beelden dat
continu opgenomen kan
worden...........................................P116
[Zelf ontsp.]....................................P135
Beeldkwaliteit en kleurtoon
[Gevoeligheid]................................P108
[Witbalans] .....................................P110
[Fotostijl] ........................................P186
[Filterinstellingen]...........................P188
[Fotoresolutie] ................................P190
[Kwaliteit] .......................................P191
[Schaduw markeren] ......................P193
[Int.dynamiek] ................................P194
[I.resolutie] .....................................P194
[HDR] .............................................P195
[Lang sl.n.red] ................................P200
[Schaduwcomp.] ............................P200
[Diffractiecompensatie] ..................P201
[Kleurruimte] ..................................P201
Belichting
[Touch AE] .......................................P50
[1x drukken-AE] ...............................P73
[AF/AE vergrend.] ..........................P105
Belichtingscompensatie .................P106
Belichting Bracket ..........................P142
[Meetfunctie] ..................................P192
Stabilisator
Dual I.S. .........................................P144
Hybride beeldstabilisator met
5 assen ..........................................P144
Flits
[Flitserfunctie] ................................P157
2e gordijnsynchro ..........................P159
[Flitser instel.].................................P160
Instellingen van draadloze
flitsers ............................................P161
Bewaking
HDMI-uitgang tijdens opname .......P291
Opnemen
10
Films
Creatieve Videomodus ....................P85
[Stille bediening] ..............................P86
[Opname-indeling] .........................P166
[Opn. kwaliteit]...............................P166
Films in 4K.....................................P164
[4K Live Bijsnijden] ........................P169
Foto’s maken terwijl u een film
opneemt ........................................P172
[Snapfilm] ...................................... P174
Beeld
[Helderheidsniveau].......................P206
Audio
[Micr. instellen]...............................P207
[Microfoon begrenzer] ....................P207
[Uitsch. geluid vd wind] ..................P208
[Lens ruisreductie] .........................P208
[Windreductie]................................P308
Beeldscherminstellingen
[Micr. weerg.] .................................P207
[Centrummarkering] .......................P214
[Zebrapatroon] ...............................P215
[Zwart-wit Live View]......................P216
Basisinstellingen
[Formatteren]...................................P27
[Klokinst.].........................................P34
Omschakelen van de weergave ...... P45
Instellen van menu-items ................P51
[Q.MENU] ........................................P53
[Toon] ............................................ P220
[Besparing] ....................................P222
[Resetten] (initialisatie) ..................P225
[Sensorreiniging]............................P226
Klantinstelling
[CUSTOM] in het Quick Menu .........P54
Functieknoppen ...............................P55
Voorkeuzemode...............................P87
[Voorkeuze] Menu..........................P209
Afspelen
Beelden afspelen...........................P177
Films afspelen ...............................P178
Afspeelzoom..................................P180
Multi Playback ...............................P181
Wissen...........................................P184
[Auto review]..................................P217
Instellingen afspelen/weergave
[Diashow].......................................P229
[Roteren]/[Scherm roteren]............P244
Opmaken
Focus Stacking ..............................P133
[RAW-verwerking]..........................P233
[4K-FOTO In Bulk Opslaan]...........P235
[Lichtcompositie] ............................P236
[Retouche wissen] .........................P237
[Nw. rs.]..........................................P242
[Bijsnijden] .....................................P243
Informatie toevoegen
[Locatie vermelden] .......................P232
[Titel bew.] .....................................P238
[Tekst afdr.]....................................P239
Beeldinstellingen
[Favorieten]....................................P245
[Print inst.]......................................P246
[Beveiligen] ....................................P247
Films
Setup/Klant
Afspelen
11
Verbinden
Image App ..................................P252
[WPS (knop)] .........................P281, 283
Directe verbinding .........................P283
Image App
Remote opnemen ..........................P257
Bewaren van beelden....................P258
Versturen van beelden .......... P259, 267
Versturen en toevoegen van
locatie-informatie ...........................P259
Samenvoegen van films die
opgenomen zijn met [Snapfilm] ..... P261
In combinatie met andere apparatuur
Afspelen van beelden op een
TV ..................................................P262
Beelden afdrukken.........................P268
Beelden naar een AV-apparaat
versturen........................................P269
Beelden naar een PC versturen ....P270
Versturen van beelden naar een
web service ....................................P272
Gebruik van
[Cloud-synchr. service] ..................P275
PC
PHOTOfunSTUDIO” ....................P295
“SILKYPIX Developer Studio” .......P296
Beelden naar een PC
overzetten......................................P270
TV
Afspelen van beelden op een TV
scherm...........................................P290
[VIERA link] ...................................P293
Recorder
Dubben ..........................................P299
Printer
PictBridge ......................................P300
Wi-Fi
Verbindingen met andere apparatuur
12
1.Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera
Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende
omstandigheden.
Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen, indien u:
Het toestel laten vallen of er tegen stoten.
Hard op de lens of op de monitor duwt.
Spatbestendigheid
Spatbestendigheid is een term die gebruikt wordt om een extra niveau van bescherming te
beschrijven dat door deze camera geboden wordt tegen de blootstelling aan een minimale
hoeveelheid vocht, water of stof. De spatbestendigheid garandeert niet dat geen schade
berokkend wordt als deze camera rechtstreeks met water in aanraking komt.
Om de mogelijkheid van beschadiging tot een minimum te beperken, dient u te
controleren of de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen zijn:
De spatbestendigheid werkt in combinatie met de lenzen die speciaal ontworpen zijn om dit
kenmerk te ondersteunen.
Controleer of de ingebouwde flitser gesloten is.
Controleer of alle deurtjes, doppen van aansluitingen en deksels van contactpunten veilig
gesloten zijn.
Controleer of u zich op een droge en veilige plaats bevindt wanneer u de batterij, de lens of
de geheugenkaart verwisseld. Controleer na de verwisseling of alle beschermende deurtjes
veilig gesloten zijn.
Als deze camera aan water, zand of ander materiaal blootgesteld wordt, reinig hem dan zo
snel mogelijk en tref daarbij de benodigde voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat
ongeacht welk materiaal de camera binnendringt.
Onder geen enkele omstandigheid dient u onbekende voorwerpen in de camera, of vlakbij de
beeldsensor van de camera, aan te raken of te plaatsen.
Als zand, stof of vloeistoffen zoals waterdruppels op de monitor terechtkomen, veeg die er
dan af met een droge, zachte doek.
Doet u dat niet dan kan de monitor onjuist reageren op aanraakhandelingen.
Als de monitor gesloten wordt met dergelijk vuil erop, kan een slechte werking het gevolg zijn.
Over condensatie (wanneer de lens, de zoeker of de monitor beslagen zijn)
Condens treedt op wanneer de omgevingstemperatuur of de vochtigheid veranderen. Wees
voorzichtig met condensatie omdat dit vlekken en schimmel op de lens, de zoeker en de
monitor veroorzaakt en een slechte werking van de camera.
Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze gedurende 2 uur uit laten staan. De
mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt
komt van de kamertemperatuur.
Als u de camera schudt terwijl deze uitgeschakeld is, kunnen de sensoren bewegen of
kan een ratelend geluid gehoord worden. Het geluid wordt veroorzaakt door de
beeldstabilisator in de body en is geen teken van een slechte werking.
13
1. Voor Gebruik
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te
nemen.
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”.
Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
Batterijlader wordt aangegeven als batterijlader of lader in de tekst.
De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
1. Voor Gebruik
14
Namen en functies van de componenten
Camera
6
4
24 2327 2526
12
7
9
10
20
1 32
22 5
22
13
11
8
18
19 21
16
15
14
17
1Referentieteken focusafstand (P104)
2Statuslampje (P34)/
Lampje Wi-Fi®-verbinding (P250)
3Toestel AAN/UIT (P34)
4Filmknop (P164)
5[ ] (Belichtingscompensatie)-knop (P106)/
[Fn1]-knop (P55)
6Functieknop (Fn11) (P55)
7Functieknop achterop (P41)
8Sluiterknop (P39)
9Modusknop voorkant (P41)
10 Zelfontspannerlampje (P135)/
AF-lamp (P210)
11 Instelknop (P40)
12 Flits (P154)
13
Flitsschoen (bescherming flitsschoen) (P306)
De bescherming van de flitsschoen buiten
het bereik van kinderen houden om het
inslikken ervan te voorkomen.
14
Stereomicrofoon (P207)
Zorg ervoor de microfoon niet te bedekken
met uw vinger. Dat zou het geluid moeilijk
opneembaar kunnen maken.
15 Openingshendel flitser (P154)
16 Diopterinstelring (P37)
17 Drive-modusknop (P114)
18 [MIC]-aansluiting (P307)
19 [REMOTE]-aansluiting (P309)
20 USB-aansluiting (P297, 300)
21 [HDMI]-aansluiting (P290)
22 Lusje voor schouderriem (P18)
23 Knop vrijgave lens (P31)
24 Lensvergrendeling
25 Bevestiging
26 Sensor
27 Pasmarkering voor de lens (P30)
15
1. Voor Gebruik
リヴヰ
ョㄏピ
28
39
40
42
30 31
34
35
3633
32
47 4344
37
41
29
46 45
38
De functieknoppen ([Fn6] tot [Fn10])
De functieknoppen ([Fn6] tot [Fn10]) (P55)
zijn aanraakiconen. Raak de [ ]-tab op het
opnamescherm aan om ze weer te geven.
28 Aanraakscherm (P48)/monitor (P311)
29 [LVF]-knop (P37)/[Fn5]-knop (P55)
30 Zoeker (P37)
31 Oogsensor (P38)
32 Oogdop (P330)
33 [Q.MENU]-knop (P53)/[Fn2]-knop (P55)
34 [(] (Afspeel)-toets (P177)
35 Luidspreker (P220)
36 [DISP.]-knop (P45, 47)
37 [AF/AE LOCK]-knop (P105)
38 Hendel focusfunctie (P89, 102)
39
Cursorknoppen (P44)
3/[ ] (ISO-gevoeligheid) (P108)
1/[ ] (Witbalans) (P110)
2/[ ] (Auto Focus modus) (P93)
4/[Fn3] (P55)
40 [MENU/SET] knop (P44, 51)
41 Kaartklep (P25)
42 [ ] (Wis/Annuleer)-knop (P184)/
[Fn4]-knop (P55)
43 Batterijklep (P24)
44
DC-koppelaardeksel (P310)
Als u een netadapter gebruikt, wees er dan
zeker van dat het DC-koppelstuk van
Panasonic (optioneel) en de netadapter
(optioneel) gebruikt worden.
45 Vrijgavehendel (P24)
46
Deksel voor connector batterijhandgreep
(P309)
Houd het deksel van de connector van de
batterijhandgreep buiten het bereik van
kinderen om inslikken te voorkomen.
47
Montagedeel statief (P335)
Het is niet mogelijk een statief met een
schroeflengte van 5,5 mm of meer veilig op
de camera te bevestigen en vast te zetten.
Dit kan de camera beschadigen.
1. Voor Gebruik
16
Lens
H-FS12060 H-FS14140
H-FS1442A
23
456
1
1237 4 6
23 4 61
1Lensoppervlak
2Focusring (P102)
3Zoomring (P148)
4Contactpunt
5Montagerubber lens (P331)
6Pasmarkering voor de lens (P30)
7O.I.S.-schakelaar (P144)
17
1. Voor Gebruik
Over de Lens
Dit toestel kan de speciale lenzen gebruiken die
compatibel zijn met de specificatie van de lensmontage
van het Micro Four ThirdsTM Systeem (Micro Four Thirds
montage).
U kunt ook een lens van een van de volgende
standaards gebruiken door een montageadapter te bevestigen.
Als een montageadapter voor een Leica lens gebruikt wordt, zet [Opn. zonder lens] (P218) dan
op [ON].
Afhankelijk van de gebruikte lens, zijn bepaalde functies zoals Auto Focus,
Beeldstabilisator en zoomfuncties mogelijk uitgeschakeld of werken anders.
Raadpleeg de website voor details over de gebruikte lens.
De brandpuntlengte die op de gebruikte lens aangeduid wordt, zal dubbel zo lang zijn bij
gebruik op een filmcamera van 35 mm.
(Het zal gelijk zijn aan een lens van 100 mm als een lens van 50 mm gebruikt wordt.)
Voor een opname die vloeiender verloopt, raden wij aan de firmware van de onderling
verwisselbare lens naar de laatste versie te updaten.
Om de meest recente informatie over de firmware te lezen of de firmware te downloaden
kunt u onderstaande ondersteunende website bezoeken:
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Om de firmware-versie van de onderling verwisselbare lens te controleren, dient u de lens op
de body van de camera te bevestigen en [Versie disp.] in het [Set-up]-menu te selecteren.
Lens Montageadapter
Four Thirds™
montagespecificatielens
Montageadapter (DMW-MA1: optioneel)
Leica M Montage onderling verwisselbare lens M Montageadapter (DMW-MA2M: optioneel)
Leica R Montage onderling verwisselbare lens R Montageadapter (DMW-MA3R: optioneel)
Over de lens en de functies
Raadpleeg onze catalogussen/webpagina’s voor de meest recente informatie over
compatibele lenzen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
De firmware van uw onderling verwisselbare lens
18
2. Opstarten/Basisbediening
Het bevestigen van de Schouderriem
We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het
vallen ervan tegen te gaan.
1Haal de schouderriem door het lusje van
de schouderriem op het toestel.
A: Lusje voor schouderriem
2Haal het uiteinde van de
schouderriem door de ring in de richting van
de pijl en haal het vervolgens door de
stopper.
3Haal het uiteinde van de
schouderriem door het gat aan de andere
kant van de stopper.
4Trek aan de schouderriem
en controleer vervolgens of
deze er niet uit zal komen.
Voer stappen 1 tot 4 uit en
bevestig vervolgens de andere
kant van de schouderriem.
Gebruik de schouderriem om uw schouder.
Draag hem niet om uw nek.
Dit kan leiden tot letsel of ongevallen.
Bewaar de schouderriem niet waar er een kind bij kan.
De riem kan per ongeluk om hun nek gewikkeld raken.
A
19
2. Opstarten/Basisbediening
Opladen van de Batterij
Over batterijen die u voor dit toestel kunt gebruiken
Gebruik hiervoor de lader en de batterij.
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij binnenshuis met de lader.
Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele
product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle
batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne
bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke
veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand
of explosie kunnen leiden. Wij informeren u dat wij niet verantwoordelijk zijn
voor eventuele ongelukken of storingen die als gevolg van het gebruik van een
namaakbatterijpakket kunnen plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat veilige
producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele
batterijpakketten van Panasonic.
Opladen
1Steek de batterij in de
goede richting.
2Steek de stekker van de
lader in het
stopcontact.
Het [CHARGE] lampje A
gaat branden en het laden
begint.
plug-in-type inlaattype
2. Opstarten/Basisbediening
20
Over het [CHARGE] lampje
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge
doek.
Oplaadtijd
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt.
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is.
De oplaadtijd voor de batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet
gebruikt is zou langer kunnen zijn dan anders.
Batterijaanduiding
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom opgeraakt is.
(het statuslampje knippert ook)
Laad de batterij of vervang hem door een volledig geladen batterij.
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug.
Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door
kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is.
(Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
Aan: Opladen.
Uit: Opladen is voltooid.
(Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het
laden geheel klaar is.)
Oplaadtijd Ongeveer 140 min
98
AFSAFS
L
4:3
21
2. Opstarten/Basisbediening
Volgens de CIPA (Camera & Imaging Products Association)-standaard
Als een SDHC-geheugenkaart van Panasonic en de bijgeleverde batterij gebruikt
worden.
Foto's maken (wanneer u de monitor gebruikt)
Foto's maken (wanneer u de zoeker gebruikt)
De nummers tussen haakjes duiden op waarden die resulteren als [Batt. Besparende
LVF-Opn.] (P222) op [3SEC] gezet is en werkt zoals beoogd wordt. (Gebaseerd op de
testcondities afkomstig van de CIPA-standaard en gespecificeerd door Panasonic)
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 330 beelden
Opnametijd Ongeveer 165 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 320 beelden
Opnametijd Ongeveer 160 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 330 beelden
Opnametijd Ongeveer 165 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 320 beelden (Ongeveer 800 beelden)
Opnametijd Ongeveer 160 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 310 beelden (Ongeveer 800 beelden)
Opnametijd Ongeveer 155 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 320 beelden (Ongeveer 800 beelden)
Opnametijd Ongeveer 160 min
2. Opstarten/Basisbediening
22
Films opnemen (met gebruik van de monitor)
[AVCHD] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/17M/50i] staat)
[MP4] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/28M/50p] staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 120 min
Huidige opnametijd Ongeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 120 min
Huidige opnametijd Ongeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 120 min
Huidige opnametijd Ongeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 110 min
Huidige opnametijd Ongeveer 55 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 110 min
Huidige opnametijd Ongeveer 55 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 110 min
Huidige opnametijd Ongeveer 55 min
23
2. Opstarten/Basisbediening
[MP4] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [4K/100M/25p] staat)
De huidige opneembare tijd is de tijd die voor de opname beschikbaar is als handelingen, zoals
het in- en uitschakelen van dit toestel, het starten/stoppen van de opname, enz. herhaald
worden.
Afspelen (met gebruik van de monitor)
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
Als de flitser herhaaldelijk gebruikt wordt.
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 90 min
Huidige opnametijd Ongeveer 45 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 90 min
Huidige opnametijd Ongeveer 45 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 90 min
Huidige opnametijd Ongeveer 45 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Terugspeeltijd Ongeveer 220 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140) gebruikt wordt
Terugspeeltijd Ongeveer 230 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Terugspeeltijd Ongeveer 230 min
2. Opstarten/Basisbediening
24
Plaatsen/Verwijderen van de batterij
Controleer of het toestel uit staat.
11: Schuif de vrijgavehendel in de
richting van de pijl (naar de
kant OPEN).
2: Open het batterijdeurtje.
Gebruik altijd originele Panasonic
batterijen.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet.
2Let op bij de richting van plaatsing
van de batterij en plaats hem
volledig naar binnen, tot u een
blokkeergeluid hoort. Controleer
dan of hendel A de batterij
vergrendeld heeft.
Trek hendel A in de richting van
de pijl om de batterij uit te nemen.
31: Sluit de batterijklep.
2: Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
Controleer of er geen vuildeeltjes op de binnenkant (rubber afdichting) van het batterijdeurtje
zitten.
Verwijder de batterij na gebruik.
(Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera
wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
Schakel de camera uit en wacht tot het statuslampje volledig uitgegaan is alvorens de batterij
te verwijderen.
(Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd
kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.)
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de batterij omdat de batterij naar buiten springt.
25
2. Opstarten/Basisbediening
Plaatsen/Verwijderen van de kaart (optioneel)
Controleer of het toestel uit staat.
1Schuif het kaartklepje open.
2Duw er net zolang tegen tot u een “klik
hoort en let op de richting waarin u de kaart
plaatst.
Om de kaart uit te nemen, op de kaart
duwen tot deze “klikt” en de kaart
vervolgens rechtop uitnemen.
A: De verbindingsuiteinden van de kaart niet
aanraken.
31: Sluit het kaartklepje.
2: Schuif het kaartklepje helemaal naar
achteren en sluit het dan goed.
Schakel de camera uit en wacht tot het statuslampje volledig uitgegaan is alvorens de kaart te
verwijderen.
(Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd
kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.)
2. Opstarten/Basisbediening
26
Kaartinformatie
De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
Film-/4K-foto-opnames en snelheidsklassen
Op grond van het [Opname-indeling] (P166) en de [Opn. kwaliteit] (P166) van een film zal
een andere kaart nodig zijn. Om 4K-foto's op te nemen heeft u een kaart met een
snelheidsklasse nodig die 4K-foto-opnames ondersteunt. Gebruik een kaart die aan de
volgende waarden van de SD-snelheidsklasse of de UHS-snelheidsklasse voldoet.
De SD-snelheidsklasse en de UHS-snelheidsklasse zijn de snelheidsklassen voor continu
schrijven. Zie het etiket op de binnenkant, enz., van de kaart, om de snelheidsklasse te
controleren.
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
SD-geheugenkaart
(512 MB tot 2 GB)
Dit toestel is compatibel met UHS-I/UHS-II UHS
Snelheidsklasse 3 standaard SDHC/
SDXC-geheugenkaarten.
De werking van de links aangeduide kaarten is bevestigd
met kaarten van Panasonic.
SDHC-geheugenkaart
(4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart
(48 GB tot 128 GB)
[Opname-indeling]
[Opn. kwaliteit] Snelheidsklasse Voorbeeld van etiket
[AVCHD] Alle Klasse 4 of hoger
[MP4] FHD/HD
[MP4] 4K UHS-snelheidsklasse 3
Als opnames gemaakt worden met de
4K-Foto/Post Focus-functie UHS-snelheidsklasse 3
27
2. Opstarten/Basisbediening
Toegang tot de kaart
De toegangsaanduiding wordt rood als beelden op de kaart opgenomen
worden.
Tijdens de toegang (schrijven van beelden, lezen en wissen,
formatteren, enz.) dit toestel niet uitschakelen, de batterij of de kaart
niet verwijderen of de (optionele) netadapter afsluiten. Stel dit toestel bovendien niet
bloot aan trillingen, stoten of statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
Als u de schrijfbeveiligingsschakelaar A op “LOCK” zet, kunt u de gegevens
misschien niet schrijven, wissen of formatteren of ze op opnamedatum
weergeven.
De gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan als gevolg
van elektromagnetische golven, statische elektriciteit of het kapot gaan van de
camera of de kaart. Wij raden aan belangrijke gegevens op te slaan op een PC
enz.
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
Formatteer de kaart alvorens beelden met dit toestel op te nemen.
Aangezien de gegevens na het formatteren niet teruggewonnen kunnen worden,
dient u van te voren een back-up van de benodigde gegevens te maken.
Selecteer het menu. (P51)
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) wanneer u
formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
Formatteren van de kaart (initialisatie)
> [Set-up] > [Formatteren]
MENU
2. Opstarten/Basisbediening
28
Aantal opnamen
Beeldverhouding [4:3], Kwaliteit [A]
Beeldverhouding [4:3], Kwaliteit [ ]
Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
“h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde.
De opneembare tijd is de totale tijd van alle films die opgenomen zijn.
[AVCHD]
[MP4]
Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd
[Fotoresolutie] 16 GB 32 GB 64 GB 128 GB
L (16M) 1810 3630 7260 14380
M (8M) 3310 6640 13000 25740
S (4M) 5670 11360 21480 42540
[Fotoresolutie] 16 GB 32 GB 64 GB 128 GB
L (16M) 550 1110 2230 4420
M (8M) 640 1290 2580 5120
S (4M) 700 1410 2800 5550
[Opn. kwaliteit] 16 GB 32 GB 64 GB 128 GB
[FHD/28M/50p] 1h10m 2h30m 5h00m 9h55m
[FHD/17M/50i] 2h00m 4h5m 8h15m 16h25m
[FHD/24M/25p]/
[FHD/24M/24p] 1h25m 2h55m 5h50m 11h35m
[Opn. kwaliteit] 16 GB 32 GB 64 GB 128 GB
[4K/100M/30p]/
[4K/100M/25p]/
[4K/100M/24p]
20m00s 41m00s 1h20m 2h45m
[FHD/28M/60p]
[FHD/28M/50p] 1h10m 2h25m 5h00m 9h55m
[FHD/20M/30p]
[FHD/20M/25p] 1h35m 3h15m 6h40m 13h15m
[HD/10M/30p]
[HD/10M/25p] 3h5m 6h20m 12h45m 25h20m
29
2. Opstarten/Basisbediening
Afhankelijk van de opname-omstandigheden en het type kaart kunnen het aantal opneembare
beelden en de beschikbare opnametijd variëren.
AVCHD-films:
Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 29 minuten en 59 seconden overschrijdt.
U kunt zelfs zonder onderbreking doorgaan met opnemen als het bestandsformaat groter is
dan 4 GB maar het filmbestand zal gesplitst worden.
MP4-films met [Opn. kwaliteit]-formaat [FHD] of [HD]:
Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 29 minuten en 59 seconden overschrijdt.
U kunt zelfs zonder onderbreking doorgaan met opnemen als het bestandsformaat groter is
dan 4 GB maar het filmbestand zal gesplitst en afzonderlijk opgenomen/afgespeeld worden.
MP4-films met [Opn. kwaliteit]-formaat [4K]:
Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 29 minuten en 59 seconden overschrijdt.
Als een SDHC-geheugenkaart gebruikt wordt: U kunt zelfs zonder onderbreking doorgaan
met opnemen als het bestandsformaat groter is dan 4 GB maar het filmbestand zal gesplitst
en afzonderlijk opgenomen/afgespeeld worden.
Als een SDXC-geheugenkaart gebruikt wordt: u kunt een film in een enkel bestand opnemen.
De maximaal beschikbare continue opnametijd wordt op het beeldscherm weergegeven.
2. Opstarten/Basisbediening
30
Bevestigen/Verwijderen van de lens
Door de lens te veranderen, zult u de opties die u heeft voor het maken van foto's
vergroten en dus ook het plezier dat u van de camera heeft.
Controleer dat het toestel uitstaat.
Verwissel de lens in een plaats met weinig vuil of stof. Raadpleeg P330 als vuil of stof op de
lens terechtkomen.
1Draai de achterste lensdop A en de body-kap B in de richting van de
pijl om ze los te maken.
2Lijn de pasmarkeringen voor de lens C uit en draai de lens
vervolgens in de richting van de pijl tot de klik gehoord wordt.
Druk niet op de vrijgaveknop van de lens D als u een lens aanbrengt.
Probeer de lens niet te bevestigen wanneer u deze in een hoek met het toestel
vasthoudt omdat er zo krassen op de lensstructuur zouden kunnen komen.
Bevestigen van de lens
 
31
2. Opstarten/Basisbediening
Bevestig de lensdop.
Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens A
drukt, draait u de lens naar de pijl, tot de lens
stopt waarna u deze verwijdert.
Om te voorkomen dat stof en andere deeltjes een opeenhoping vormen op de camera of de
lens, of deze binnendringen, bevestigt u de body-kap op de camera en de achterste lensdop
nadat u de lens van de camera losgemaakt heeft.
Gebruik van de onderling verwisselbare lens
(H-FS12060/H-FS14140/H-FS1442A)
Draai aan de zoomring van de lens.
De lens losmaken
Bediening zoom
T-zijde: Vergroot de onderwerpsafstand
W-zijde: Verbreedt de gezichtshoek
T
W
2. Opstarten/Basisbediening
32
Wanneer u opneemt met sterk achtergrondlicht, zou er zich onregelmatige reflectie
kunnen voordoen binnen de lens. De lenskap reduceert dit fenomeen van ongewenst licht
op de gemaakte beelden en vermindert de contrastdaling. De lenskap neemt het teveel
aan licht weg en verbetert de beeldkwaliteit.
Aanbrengen van de (bloemvormige) lenskap die bij de verwisselbare lenzen
geleverd is (H-FS12060/H-FS14140/H-FS1442A)
Houd de lenskap vast door uw vingers te plaatsen
zoals de afbeelding toont.
Houd de lenskap niet vast op een wijze dat deze
verbogen wordt.
1Lijn het merkteken A ( ) op de lenskap uit met
het merkteken op de top van de lens.
2Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij
klikt en lijn het merkteken B ( ) op de
lenskap uit met het merkteken op de top van de
lens.
De lenskap gebruiken
Tijdelijk opbergen van de lenskap
Voorbeeld: H-FS12060
1Draai de lenskap in de richting van de pijl om hem te verwijderen.
2Lijn het merkteken C ( ) op de lenskap uit met het merkteken op de top van de
lens.
3Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij op zijn plaats klikt.
33
2. Opstarten/Basisbediening
Openen van de monitor/Instellen van de
monitor
Op het moment van aankoop van deze camera bevindt de monitor zich in de camera body.
Haal de monitor tevoorschijn zoals hieronder getoond wordt.
1Open de monitor. (Maximum 180o)
2Deze kan 180o vooruit gedraaid worden.
3De monitor terugzetten in zijn originele positie.
Draai de monitor pas nadat hij ver genoeg geopend is en zorg ervoor geen overmatige
kracht uit te oefenen omdat dan beschadiging kan ontstaan.
Opnames bij ongeacht welke hoek
De monitor kan naar goeddunken gedraaid worden. Dit is handig want het stelt u in staat
om opnames onder verschillende hoeken te nemen, door eenvoudig de monitor af te
stellen.
Als de monitor niet gebruikt wordt, wordt aangeraden hem te sluiten met naar binnen gekeerd
scherm, om vuil en krassen te voorkomen.
Foto’s maken onder een hoge hoek Foto's maken onder een lage hoek
2. Opstarten/Basisbediening
34
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
1Zet het toestel aan.
Als de camera ingeschakeld wordt, zal het
controlelampje van de status 1 groen gaan branden.
Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op stap 4.
2Op [MENU/SET] drukken.
3Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk
op [MENU/SET].
4Op [MENU/SET] drukken.
5Druk op 2/1 om de items te selecteren (jaar,
maand, dag, uur, minuten) en druk op 3/4 om
ze in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
Instelling van weergavevolgorde en formaat
tijdweergave.
Om het instelscherm voor de volgorde/tijd weer te geven,
selecteert u [Indeling] en drukt u vervolgens op [MENU/
SET].
6Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
:
:
35
2. Opstarten/Basisbediening
7Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan
op [MENU/SET].
8Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk
dan op [MENU/SET].
9Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
Selecteer [Klokinst.] in het [Set-up]-menu. (P51)
De klok kan opnieuw ingesteld worden, zoals getoond wordt in de stappen 5 en 6 op P34.
De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij.
(De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij
op te laden.)
Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [Tekst afdr.] of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
De klok opnieuw afstellen
2. Opstarten/Basisbediening
36
Basisbediening
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden
en uw benen een beetje spreiden.
Dek de flitser, het AF Assist-lampje A, de microfoon B of de luidspreker C niet af met
uw vingers of andere voorwerpen.
Wanneer u foto's maakt, zorg er dan voor dat u stabiel staat en u niet tegen iemand of iets
anders in de nabijheid kan botsen.
Spoort de richting van de camera op (Richtingsdetectiefunctie)
Deze functie spoort de verticale richting op wanneer u
opneemt met de camera verticaal gericht.
Wanneer u de opname afspeelt, wordt de opname
automatisch afgebeeld in verticale richting.
(Alleen beschikbaar wanneer [Scherm roteren] (P244)
ingesteld is op [ON].)
Als het toestel verticaal gehouden wordt en aanzienlijk omhoog of omlaag gekanteld wordt voor
het opnemen, kan het zijn dat de Richtingdetectiefunctie niet correct werkt.
Films, 4K-burst-bestanden en foto's die gemaakt zijn met de Post Focus-functie kunnen niet
verticaal weergegeven worden.
Tips om mooie opnamen te maken

37
2. Opstarten/Basisbediening
Stel het diopter zo in dat u de karakters die in de zoeker
getoond worden, duidelijk kunt zien.
Druk op [LVF] om tussen de monitor en de zoeker te
schakelen.
A[LVF]-knop
BOogsensor
U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P55)
Druk op [LVF].
¢Als [Oogsensor AF] in het [Voorkeuze]-menu op [ON] gezet is, stelt de camera automatisch
het brandpunt in als de oogsensor geactiveerd is. De camera laat geen pieptoon horen als
scherp gesteld wordt met [Oogsensor AF].
Gebruik van de zoeker
Diopter afstellen
Schakelen tussen Monitor/Zoeker
Automatisch schakelen
tussen zoeker/monitor¢Weergave zoeker¢Weergave monitor
ョㄏブ
2. Opstarten/Basisbediening
38
Opmerkingen over automatisch schakelen tussen zoeker/monitor
Het automatisch schakelen tussen zoeker/monitor stelt de oogsensor in staat de
weergave automatisch naar de zoeker te schakelen als u uw oog of een voorwerp er
vlakbij brengt.
Als u de functie voor het automatische schakelen tussen de zoeker/monitor inschakelt en de
“On-monitor recording information screen” (P46) op de monitor weergeeft, kan [Batt.
Besparende LVF-Opn.] in [Besparing] (P222) gebruikt worden zodat u het batterijverbruik kunt
verlagen.
De oogsensor werkt mogelijk niet goed afhankelijk van de vorm van uw brillenglazen, de
manier waarop u de camera vasthoudt of fel licht rondom het oculair. Druk in dat geval op [LVF]
om de weergave om te schakelen.
Tijdens afspelen van film of een diavoorstelling, schakelt de camera niet automatisch de
display naar de Zoeker met de oogsensor.
De oogsensor werkt niet afhankelijk van de hoek van de monitor.
Instellen van de gevoeligheid van de oogsensor en het automatisch schakelen
tussen de Monitor en de Zoeker
>[Voorkeuze] > [Oogsensor]
[Gevoeligheid] Dit zal de gevoeligheid van de oogsensor instellen.
[LVF/Scherm]
Dit zal de methode van schakelen tussen de monitor en de zoeker instellen.
[LVF/MON AUTO] (automatisch schakelen tussen de monitor en de
zoeker)/
[LVF] (zoeker)/[MON] (monitor)
Als u op [LVF] drukt om de weergave om te schakelen, zal ook de instelling
van [LVF/Scherm] omgeschakeld worden.
MENU
39
2. Opstarten/Basisbediening
De sluiterknop werkt in twee stappen. Druk erop om een foto te maken.
De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp
te stellen.
ALensopening
BSluitertijd
CAanduiding scherpstelling
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
weergegeven.
(Het zal rood knipperen als de correcte belichting niet bereikt
wordt, tenzij de flitser ingesteld is.)
Is het onderwerp eenmaal scherp gesteld, dan wordt de
aanduiding voor de scherpstelling weergegeven. (is het
onderwerp niet scherp gesteld, dan knippert deze aanduiding.)
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
Er kunnen geen foto's gemaakt worden zolang niet scherp gesteld wordt, als [Prio.
focus/ontspan] (P211) op [FOCUS] gezet is.
Zelfs als u tijdens de bediening van het menu of het afspelen van beelden de sluiterknop tot
halverwege indrukt, kunt u de camera onmiddellijk gereed maken voor de opname.
Start het opnemen door op de bewegend
beeldknop te drukken.
Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
Stop het opnemen door weer op de bewegend
beeldknop te drukken.
Sluiterknop (foto's maken)
Filmknop (films opnemen)
60
60
603.5
3.5
3.5
C
AB
2. Opstarten/Basisbediening
40
Selecteer de functie door de functieknop te
draaien.
Draai de functieknop langzaam om de gewenste functie te
selecteren.
Modusknop (voor selectie van een opnamemodus)
Intelligent Auto modus (P59)
Intelligent Auto Plus modus (P60)
Programma AE-modus (P66)
Lensopening-Prioriteit AE-modus (P69)
Sluiter-Prioriteit AE-modus (P69)
Handmatige Belichtingsmodus (P70)
Creatieve Videomodus (P85)
/Voorkeuzemode (P87)
Scene Guide modus (P74)
Creative Control modus (P79)
41
2. Opstarten/Basisbediening
Draaien:
De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de
diverse instellingen.
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening van de modusknop op de voorkant/achterkant
als volgt:
Stelt u in staat de lensopening, de sluitertijd en andere instellingen uit te voeren als u zich
in de ///-modussen bevindt.
In [Instellingen wieltje] in het [Voorkeuze]-menu kunt u de werkwijze van de modusknop op de
voorkant en van de modusknop op de achterkant veranderen. (P43)
Modusknop op de voorkant/Modusknop op de achterkant
bijv. terwijl u de modusknop op de
voorkant naar links of rechts draait
bijv. terwijl u de modusknop op de
achterkant naar links of rechts draait
Modusknop Modusknop op de voorkant Modusknop op de achterkant
(P66) programmawisseling Programmawisseling
(P69) Lensopeningwaarde Lensopeningwaarde
(P69) Sluitertijd Sluitertijd
(P70) Lensopeningwaarde Sluitertijd
2. Opstarten/Basisbediening
42
Tijdelijk veranderen van de items die aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend zijn ([Dialwerking])
U kunt de items die aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend zijn tijdelijk veranderen met gebruik
van de functieknop waaraan [Dialwerking] toegekend is.
[Dialwerking] is op het moment van aankoop aan [Fn11]
toegekend. (P55)
AFunctieknop [Fn11]
U kunt de items die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/achterkant toegekend moeten
worden, instellen in [Instelling dialwerking] in [Instellingen wieltje] in het [Voorkeuze]-menu.
(P43)
1Druk op [Fn11].
Er zal een gids weergegeven worden die de items toont die
tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/achterkant
toegekend zijn.
Als geen handelingen verricht worden, zal de gids binnen enkele seconden verdwijnen.
2Draai aan de modusknoppen op de voor-/achterkant
terwijl de gids weergegeven wordt.
De instellingen van de aan de knoppen toegekende items
zullen veranderen.
3Druk op [MENU/SET] en stel in.
U kunt deze stap ook uitvoeren door een van onderstaande handelingen te verrichten.
Druk de sluiterknop tot halverwege in
Druk op [Fn11]
De items die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/achterkant toegekend zijn, kunnen
alleen gebruikt worden terwijl de gids (stap 1) of het instellingenscherm (stap 2)
weergegeven wordt.
A
989898
0
ISOISOISOISO
WBWBWBWB
WB
WBWBWB
WBWBWBWBWBWBWB
AWB
AWB
ISOISOISOISO
43
2. Opstarten/Basisbediening
Instellen van de werkmethoden van de modusknop op de voorkant en de
modusknop op de achterkant
> [Voorkeuze] > [Instellingen wieltje]
[Wieltje toewijzen (F/SS)]
Kent de bediening van de lensopeningwaarde en de sluitertijd
toe in de handmatige belichtingsmodus.
[F SS]:
Kent de lensopeningwaarde toe aan de modusknop op de
voorkant en de sluitertijd aan de modusknop op de achterkant.
[SS F]:
Kent de sluitertijd toe aan de modusknop op de voorkant en de
lensopeningwaarde aan de modusknop op de achterkant.
[Draairichting (F/SS)]
Verandert de rotatierichting van de modusknoppen voor het
instellen van de lensopeningwaarde en de sluitertijd.
[]/[]
[Belichtingscomp.]
Kent de belichtingscompensatie toe aan de modusknop op de
voorkant of aan de modusknop op de achterkant, zodat deze
onmiddellijk bijgesteld kan worden.
[] (Modusknop op de voorkant)/[ ] (Modusknop op de
achterkant)/[OFF]
[Instelling dialwerking]
Stelt de items in die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend moeten worden wanneer u op de
functieknop drukt waaraan [Dialwerking] toegekend is.
[] ([Dialwerking])/[ ] ([Dialwerking])
De volgende items kunnen ingesteld worden.
[Fotostijl] (P186)
[Filtereffect] (P79, 188)
[Aspectratio] (P189)
[AF mode] (P93)
[4K-FOTO] (P118)
[Schaduw markeren]
(P193)
[Int.dynamiek] (P194)
[I.resolutie] (P194)
[Flitserfunctie] (P157)
[Flitser instel.] (P160)
[Gevoeligheid] (P108)
[Witbalans] (P110)
[Schaduw markeren] maakt gebruik van twee
modusknoppen. Het zal automatisch aan beide
modusknoppen toegekend worden als u hem aan één van de
twee toekent.
MENU
2. Opstarten/Basisbediening
44
Op de cursorknop drukken:
Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
Op [MENU/SET] drukken:
De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
Deze gebruiksaanwijzing geeft de op-, neer-, links- en
rechtsbeweging van de cursorknop weer als 3/4/2/1.
Door [Cursortoets vergrend.] aan een functieknop toe te kennen, kunt u de cursorknoppen en
de [MENU/SET]-knop uitschakelen. (P55)
Cursorknoppen/[MENU/SET] knop
リヴヰ
ョㄏピ
リヴヰ
ョㄏピ
45
2. Opstarten/Basisbediening
Druk op [DISP.] om de op het scherm weergegeven
informatie om te schakelen.
Als de informatie op het scherm niet langer weergegeven wordt
omdat gedurende bepaalde tijd geen handeling uitgevoerd
werd, druk dan op de [DISP.]-knop of raak het scherm aan om
de informatie opnieuw weer te geven.
Omschakelen van de weergavemethode van de zoeker/monitor
[ ] (zoekerstijl): maakt de beelden iets kleiner zodat de compositie van de beelden beter
bekeken kan worden.
[ ] (monitorstijl): vergroot de beelden, die het gehele scherm zullen vullen zodat de
details bekeken kunnen worden.
[ ] Lay-out van de Live View zoeker-stijl (voorbeeld van de weergave van de
zoeker-stijl)
[DISP.]-knop (omschakelen van de weergegeven informatie)
In de opnamemodus
>[Voorkeuze] > [LVF disp. stijl]
>[Voorkeuze] > [Scherm disp. stijl]
Met informatie
(gedetailleerde
informatie)
Met informatie
Met informatie
(gedetailleerde
informatie,
weergave
kantelsensor)
Met informatie
(weergave van de
kantelsensor)
ュリヴヱハ
MENU
MENU
50p
AFS
AFS
L
4:3
98
0
98
0
50p
AFS
AFS
L
4:3
98
0
98
0
2. Opstarten/Basisbediening
46
[ ] Lay-out van de monitor-stijl (voorbeeld van de weergave van de monitor-stijl)
¢Als het opname-informatiescherm op de monitor weergegeven wordt, kunt u het gewenste
item aanraken en de instelling ervan rechtstreeks veranderen.
Als u [LVF/Scherm disp. Stijl] toekent aan [Fn knopinstelling] (P55) in het [Voorkeuze]-menu
kunt u bij iedere druk op de toegekende functieknop de weergavestijl van de monitor of de
zoeker veranderen ([ ]/[ ]) die op dat moment in gebruik is.
Over de weergave van de kantelsensor
Met de kantelsensor afgebeeld, is het makkelijk om de kanteling van de camera, enz. te
corrigeren.
Wanneer de kanteling van de camera klein is, verandert de indicator naar groen.
Zelfs na het corrigeren van de kanteling, zou er nog steeds een fout kunnen blijven bestaan
van ongeveer n1°.
Wanneer er aanzienlijk omhoog of omlaag gekanteld wordt voor het opnemen, zou de
weergave van de kantelsensor niet correct weergegeven kunnen worden en zou de
Richtingsdetectiefunctie (P36) niet correct kunnen werken.
Met informatie Zonder informatie
Met informatie
(weergave
kantelsensor)
Zonder informatie
(weergave van de
kantelsensor)
Uitgezet Opname-informat
ie op de monitor¢
AHorizontale richting: Kanteling naar links toe corrigeren
BVerticale richting: Corrigeren neerwaartse kanteling
50p
989898
AFSAFS
L
4:3
0
50p
989898
AFSAFS
L
4:3
0
AFSAFS
98
AWB
0 0
0
Fn
ISO
AUTO
Wi-Fi
L
4:3
 
47
2. Opstarten/Basisbediening
¢Dit wordt weergegeven als [Highlight] (P215) in het [Voorkeuze]-menu op [ON] staat.
Sommige beeldschermen kunnen voor bepaalde bestanden die u afspeelt niet weergegeven
worden, zoals voor film of 4K-burst-bestanden.
In de afspeelmodus
Met informatie
Weergave van
gedetailleerde
informatie
Weergave
histogram
Zonder informatie
(weergave
highlight)¢
Zonder informatie
60F3.5
0
AWBAWB
1/98981/98
2
00
L
4:3
100-0001
F3.5 60
P
sRGB
AFS
200
0
WBWB
ISOISO
AWB
STD.STD.STD.
L
4:3
10:00 1. DEC.2016
F3.5 60
1/98
ISO
200
0
100-0001
2. Opstarten/Basisbediening
48
Het aanraakpaneel van dit toestel is capacitatief. Raak het paneel rechtstreeks aan met
uw blote vinger.
Aanraken
Aanraken en loslaten van het aanraakscherm.
Verslepen
Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten.
Knijpen (vergroten/verkleinen)
Spreid het aanraakpaneel met twee vingers uiteen
(vergroten) of knijp het samen (verkleinen).
Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
Als u een in de handel verkrijgbaar beschermvel voor de monitor gebruikt, neem dan de
instructies in acht die bij het vel verstrekt worden.
(sommige beschermvellen voor monitors kunnen het zicht of de werking verslechteren.)
In deze gevallen niet beschikbaar:
Het kan zijn dat het aanraakpaneel in de volgende gevallen niet normaal werkt.
Als het door een gehandschoende hand aangeraakt wordt
Als het aanraakpaneel nat is
Aanraakpaneel (Aanraakbediening)
Fn7
Fn6
Fn8
Fn9
SNAP
Fn10
AABBB
2.0X2.0X2.0X2.0X
49
2. Opstarten/Basisbediening
Toepasbare modi:
Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden
en wordt de foto automatisch gemaakt.
Annuleren van de Touch Shutter-functie
Raak [ ] aan.
Als het afdrukken met de touch shutter mislukt, wordt de AF-zone rood en verdwijnt.
Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie
Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie
1Raak [ ] aan.
2Raak [ ] aan.
De icoon zal in [ ] veranderen en het wordt mogelijk
een foto te maken met de Touch Shutter-functie.
3Raak het scherp te stellen onderwerp aan en
neem de foto.
De foto kan gemaakt worden wanneer het brandpunt
verkregen is.
×
AE
AE
2. Opstarten/Basisbediening
50
Toepasbare modi:
U kunt de helderheid van een aangeraakte positie gemakkelijk optimaliseren. Als het
gezicht van het onderwerp donker lijkt, kunt u het scherm helderder maken
overeenkomstig de helderheid van het gezicht.
Annuleren van de Touch AE-functie
Raak [ ] aan.
[Meetfunctie] keert terug naar de oorspronkelijk instelling en de optimaliseringspositie van de
helderheid wordt geannuleerd.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Bij het gebruik van de digitale zoom
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
Als [Touch AF] in [Touch inst.] van het [Voorkeuze]-menu op [AF+AE] gezet is. (P101)
Eenvoudig optimaliseren van de helderheid van een bepaalde zone (Touch AE)
1Raak [ ] aan.
2Raak [ ] aan.
Het instellingenscherm voor de optimaliseringspositie
van de helderheid wordt weergegeven.
De [Meetfunctie] wordt op [ ] gezet, die uitsluitend
voor Touch AE gebruikt wordt.
3Raak het onderwerp aan waarvoor u de
helderheid wilt optimaliseren.
Door [Reset] aan te raken, keert de optimalisatiepositie
van de helderheid terug naar het midden.
4Raak [Inst.] aan.
AE
AE
AE
5HVHW
ュリヴヱハ
,QVW
51
2. Opstarten/Basisbediening
Menuonderdelen instellen
U kunt of de knoppen bedienen of de monitor aanraken om menu-items in te stellen.
1Op [MENU/SET] drukken.
Het [Set-up]-menu bevat enkele belangrijke instellingen die op de klok en de stroom van de
camera betrekking hebben.
Controleer de instellingen van dit menu alvorens de camera te gaan gebruiken.
[Opname] (P185)
In dit menu kunt u de beeldverhouding, het aantal pixels, 4K-foto's en
andere aspecten van de beelden die u aan het opnemen bent instellen.
[Bewegend beeld]
(P206)
Dit menu laat u de [Opname-indeling], [Opn. kwaliteit], en andere
aspecten voor filmopnames instellen.
[Voorkeuze] (P209)
De werking van het toestel, zoals het weergeven van het beeldscherm
en de werking van de knoppen, kan naar goeddunken ingesteld worden.
[Set-up] (P219)
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de toon van de
werkingspiep selecteren en andere instellingen die het
gemakkelijker voor u maken om de camera te hanteren maken.
U kunt ook de instellingen van de functies die met Wi-Fi verband
houden configureren.
[Afspelen] (P227) Dit menu laat u de Bescherming, Knip- of Afdrukinstellingen, enz.
van gemaakte beelden instellen.
2Druk op 3/4 van de cursorknop om het
menu-item te selecteren en druk op
[MENU/SET].
Het menu-item kan ook geselecteerd worden door
aan de modusknop op de achterkant te draaien.
U kunt ook naar het volgende scherm gaan door op
[DISP.] te drukken.
(bij aanraakbediening)
Raak het menu-onderdeel aan.
Er kan van pagina veranderd worden door [ ]/[ ] aan te raken.
2. Opstarten/Basisbediening
52
Er zijn functies die niet ingesteld of gebruikt kunnen worden, afhankelijk van de modussen of
de menu-instellingen die op de camera gebruikt worden.
3Druk op 3/4 van de cursorknop om de
instelling te selecteren en druk op
[MENU/SET].
U kunt de instelling ook selecteren door aan de
modusknop op de achterkant te draaien.
Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de
instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een
andere manier wordt weergegeven.
(bij aanraakbediening)
Raak de in te stellen instelling aan.
Schakelen naar andere menu’s
1Druk op 2.
2Druk op 3/4 om een menuselectie-icoon te
selecteren, zoals [ ].
U kunt de iconen voor het omschakelen van het menu
ook selecteren door aan de modusknop op de voorkant
te draaien.
3Op [MENU/SET] drukken.
(bij aanraakbediening)
Raak een menuselectie-icoon aan, zoals [ ].
Sluit het menu
Druk op [ ] aan of druk de sluiterknop tot
halverwege in.
(bij aanraakbediening)
Raak [ ] aan.
53
2. Opstarten/Basisbediening
Snel oproepen van veelgebruikte menu's
(Quick Menu)
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden
worden.
De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de
functie of een weergavestijl waar het toestel zich in bevindt.
1Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te
geven.
U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P55)
2Draai aan de modusknop op de voorkant om
het menu-item te selecteren.
3Draai aan de modusknop op de achterkant
om de instelling te selecteren.
4Druk op [Q.MENU] om het menu te verlaten
als de instelling eenmaal voltooid is.
U kunt ook items instellen door op de cursorknoppen 3/4/2/1 te drukken.
Opname-informatie op de monitor in [ ] (Monitorstijl)
(P45)
Selecteer het item door op de knop [Q.MENU] te drukken en
door aan de modusknop op de achterkant te draaien en
selecteer de instelling vervolgens door aan de modusknop op
de voorkant te draaien.
U kunt de instelling ook met 3/4/2/1 en [MENU/SET]
uitvoeren.
Fn2
AFSAFS
AU
TO
603.5
AWB
50p
L
4:3
0
50p
AFSAFS
AU
TO
603.5
AWB
L
4:3
0
AFS
AFS
98
AWB
0 0
0
Fn
ISO
AUTO
Wi-Fi
L
4:3
2. Opstarten/Basisbediening
54
Als [Q.MENU] (P217) in het [Voorkeuze]-menu op [CUSTOM] gezet is, kan het Quick
Menu naar wens veranderd worden.
Er kunnen tot 15 items in het Quick Menu ingesteld worden.
1Druk op 4 om [ ] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
2Druk op 3/4/2/1 om het menu-item in de bovenste
rij te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
3Druk op 2/1 om de lege ruimte op de onderste
regel te selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
AItems die ingesteld kunnen worden
BIngestelde items
U kunt het menu-item ook instellen door het van de
bovenste naar de onderste regel te verslepen.
Als er geen lege ruimte op de onderste regel is, kunt u een bestaand item vervangen door
een nieuw item door het bestaande item te selecteren.
Om de instelling te wissen, verplaatst u zich naar de onderste rij door op 4 te drukken en
vervolgens een te wissen item te selecteren waarna u op [MENU/SET] drukt.
4Druk op [ ].
Het zal naar het beeldscherm van stap 1 terugkeren.
Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm te schakelen.
Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu
L
4:3
AFS
12345
L
4:3
AFS
A
B
55
2. Opstarten/Basisbediening
Toekennen van veelgebruikte functies aan de
knoppen (functieknoppen)
U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen.
Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop.
1Selecteer het menu. (P51)
2Druk op 3/4 om de functieknop waaraan u een
functie wilt toekennen te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
3Druk op 3/4 om de functie die u wilt toekennen te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in
opnamemodus] ingesteld kunnen worden P56.
Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in afspeelmodus] ingesteld
kunnen worden P57.
Selecteer [Terug naar standaard] om de instellingen van de default-functieknop opnieuw
in te stellen.
Configureren van de instelling van de functieknoppen vanuit het beeldscherm
met opname-informatie op de monitor
Het aanraken van [Fn] op het beeldscherm met opname-informatie op de monitor (P45)
stelt u ook in staat het scherm weer te geven in stap 2.
Snel functies toekennen
Het scherm voor de toekenning van de knop, dat weergegeven wordt in bovenstaande
stap 3, kan weergegeven worden door een functieknop (ongeacht welke van [Fn1] tot
[Fn5] of [Fn11]) 2 seconden lang ingedrukt te houden.
In sommige gevallen kan het scherm voor de toekenning van functies niet weergegeven
worden, afhankelijk van de modus of het weergegeven beeldscherm.
> [Voorkeuze] > [Fn knopinstelling]>
[Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus]
MENU
2. Opstarten/Basisbediening
56
U kunt de toegekende functies gebruiken door tijdens de opname op een functieknop te
drukken.
Gebruik van de functieknoppen met aanraakhandelingen
1Raak [ ] aan.
2Raak [Fn6], [Fn7], [Fn8], [Fn9] of [Fn10] aan.
Functies die toegekend kunnen worden in [Instelling in opnamemodus]
Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen
Menu [Opname]/Opnamefuncties
[Belichtingscomp.] (P106): [Fn1]¢
[Wi-Fi] (P250): [Fn6]¢
[Q.MENU] (P53): [Fn2]¢
[LVF/Scherm] (P37): [Fn5]¢
[LVF/Scherm disp. Stijl] (P46)
[AF/AE LOCK] (P105)
[AF AAN] (P104, 105)
[Voorvertoning] (P72): [Fn4]¢
[1x drukken-AE] (P73)
[Touch AE] (P50)
[Niveaumeting] (P46): [Fn7]¢
[Focus instellen] (P57)
[Zoombediening] (P148)
[Cursortoets vergrend.] (P57)
[Dialwerking] (P42): [Fn11]¢
[Fotostijl] (P186)
[Filtereffect] (P79, 188)
[Aspectratio] (P189)
[Fotoresolutie] (P190)
[Kwaliteit] (P191)
[AFS/AFF] (P92)
[Meetfunctie] (P192)
[Burstsnelh.] (P115)
[4K-FOTO] (P118): [Fn10]¢
[Zelf ontsp.] (P135)
[Bracket] (P141)
[Schaduw markeren] (P193)
[Int.dynamiek] (P194)
[I.resolutie] (P194)
[HDR] (P195)
[Sluitertype] (P197)
[Flitserfunctie] (P157)
[Flitser instel.] (P160)
[Draadloze Flitser instellen] (P162)
[Ex. Tele Conv.]
(foto’s/films) (P149)
[Dig. zoom] (P151)
[Stabilisatie] (P144)
[Gevoeligheid] (P108)
[Witbalans] (P110)
[AF mode/MF] (P93, 102)
[Terug naar standaard]
Menu [Bewegend beeld]
[4K Live Bijsnijden] (P169)
[Snapfilm] (P174): [Fn9]¢
[Filmopnamestnd]
([Opname-indeling] (P166)/[Opn. kwaliteit]
(P166))
[Foto/film] (P172)
[Mic.veld aanpassen] (P307)
Fn7
Fn6
Fn8
Fn9
SNAP
Fn10
57
2. Opstarten/Basisbediening
¢Instelling van de functieknoppen op het moment van aankoop.
Als [Focus instellen] ingesteld is, is het mogelijk om het beeldscherm voor de instelling van of
de AF-zone of MF Assist weer te geven.
De werking van de cursorknop en [MENU/SET] zijn uitgeschakeld als [Cursortoets vergrend.]
ingesteld is. Druk opnieuw op de functieknop om ze in te schakelen.
In deze gevallen niet beschikbaar:
[Fn2] kan in de volgende gevallen niet gebruikt worden.
Als opnames gemaakt worden met [ ] ([4K-burst (S/S)]) van de 4K-fotofunctie
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
[Fn4] kan in de volgende gevallen niet gebruikt worden.
Intelligent Auto Plus modus
Creative Control modus
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
[Fn6], [Fn7], [Fn8], [Fn9] en [Fn10] kunnen niet gebruikt worden wanneer de zoeker in gebruik is.
U kunt een toegekende functie rechtstreeks op een geselecteerd beeld instellen door
tijdens het afspelen op de functieknop te drukken.
Voorbeeld: Wanneer [Fn2] op [Favorieten] gezet is
1Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
2Druk op [Fn2] en stel het beeld vervolgens in als
[Favorieten].
Functies die toegekend kunnen worden in [Instelling in afspeelmodus]
De volgende functies kunnen aan de knop toegekend worden: [Fn1], [Fn2], [Fn5] of [Fn11].
¢Instelling van de functieknoppen op het moment van aankoop.
Menu [Voorkeuze]
[Stille modus] (P209): [Fn3]¢
[Peaking] (P213)
[Histogram] (P214): [Fn8]¢
[Richtlijnen] (P214)
[Zebrapatroon] (P215)
[Zwart-wit Live View] (P216)
[Opn.gebied] (P217)
[Stapsg. zoom] (P152)
[Zoom snelheid] (P152)
[Touch scherm] (P218)
Gebruik van de functieknoppen tijdens het afspelen
[Afspelen]-menu/Afspeelfuncties
[Wi-Fi] (P250): [Fn1]¢
[LVF/Scherm] (P37): [Fn5]¢
[Favorieten] (P245): [Fn2]¢
[Print inst.] (P246)
[Beveiligen] (P247)
[Apart wissen] (P184)
[Uit]: [Fn11]¢
[Terug naar standaard]
1/981/98
1/98
1/98
2. Opstarten/Basisbediening
58
Tekst Invoeren
1Druk op 3/4/2/1 om tekst te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET] om deze te
registreren.
Beweeg de cursor naar [ ] en druk vervolgens op
[MENU/SET] om de tekst om te schakelen tussen [A]
(hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en [&]
(speciale lettertekens).
Om dezelfde karakters in een rij in te voeren, beweegt u de cursor door de modusknop
op de achterkant naar rechts te draaien.
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden door de cursor naar het item t
verplaatsen en op [MENU/SET] te drukken:
[]]: Een spatie invoeren
[Wissen]: Karakter wissen
[ ]: beweegt de cursor voor de invoerpositie naar links
[ ]: beweegt de cursor voor de invoerpositie naar rechts
Er kan een maximum van 30 letters ingevoerd worden.
(Maximum van 9 letters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.])
Er kan een maximum van 15 karakters ingevoerd worden voor [ ], [ ], [], [] en [].
(maximaal 6 karakters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.])
2Druk op 3/4/2/1 om de cursor te verplaatsen naar [Inst.] en druk
vervolgens op [MENU/SET] om tekstinput te beëindigen.
59
3. Opnamemodussen
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligent Auto modus)
Opnamefunctie:
In deze modus maakt de camera optimale instellingen voor het onderwerp en de scène,
dus wordt het aanbevolen als u wenst de instellingen aan de camera over te laten zonder
erover na te moeten denken.
1Zet de modusknop op [¦].
De camera zal schakelen naar de meest recentelijk
gebruikte van de Intelligent Auto Plus modus of de
Intelligent Auto modus.
Op het moment van aankoop is de modus op de
Intelligent Auto Plus modus gezet.
2Lijn het scherm uit met het onderwerp.
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert,
wordt de icoon van de scène in kwestie in het blauw
gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert
naar zijn gewoonlijke rode kleur. (Automatische
scènedetectie)
3. Opnamemodussen
60
De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie)
( : Tijdens het maken van foto's, : Tijdens het maken van films)
Schakelen tussen de Intelligent Auto Plus modus en de Intelligent Auto modus
Selecteer de [ ] of de [ ]-tab op het menuscherm, druk op 1 om [ ] of [ ] te
selecteren en druk op [MENU/SET].
[i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro] [i-Nachtportret]¢1[i-Nachtl.schap]
[iHandh.
nachtop.]¢2[i-Voedsel] [i-Baby]¢3[i-Zonsonderg.] [i-Zacht licht]
¢1 Alleen weergegeven als de ingebouwde flitser geopend is.
¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat. (P62)
¢3 Als [Gezicht herk.] op [ON] gezet is, zal [ ] weergegeven worden
voor verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld
waren, maar alleen wanneer het gezicht/oog van een persoon
jonger dan 3 jaar gedetecteerd wordt.
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de
standaardinstellingen ingesteld zijn.
Als de opname uitgevoerd wordt met de 4K Photo- of de Post
Focus-functie werkt de scènedetectie op dezelfde manier als
wanneer een film opgenomen wordt.
¦
Het is ook mogelijk om het selectiescherm
weer te geven door op het opnamescherm
de icoon van de opnamemodus aan te
raken.
61
3. Opnamemodussen
De Intelligent Auto Plus modus stelt u in staat bepaalde instellingen aan te passen, zoals
de helderheid en de kleurtoon, terwijl de Intelligent Auto modus ook voor andere
instellingen gebruikt wordt zodat u foto's kunt maken die beter bij uw voorkeur passen. Om
gemakkelijker foto's te maken, gebruikt u de Intelligent Auto modus.
(±: mogelijk, : niet mogelijk)
Auto Focus, Gezichts-/Oogdetectie en Gezichtsherkenning
De Auto Focusmodus wordt automatisch op [š] gezet. Als u het onderwerp aanraakt, zal
de functie AF Tracking werken. De functie AF Tracking (P95) zal ook werken als u op 2
drukt en de sluiterknop vervolgens tot halverwege indrukt.
Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is en een gezicht gedetecteerd
wordt dat lijkt op het geregistreerde gezicht, dan wordt [R] weergegeven op
de rechter bovenkant van [ ], [ ] en [ ].
Over de flitser
Als de flitser open is, stelt de camera automatisch [ ], [ ] (AUTO/Rode-ogen-afname)
[ ] of [ ] in om bij het type onderwerp en de helderheid te passen.
Open de flits wanneer de flits gebruikt moet worden. (P154)
Wanneer [ ] of [ ] ingesteld is, is de rode-ogenverwijdering ingeschakeld.
De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [ ] of [ ].
Scènedetectie
Als bijvoorbeeld een statief gebruikt wordt en het toestel beoordeelt dat het schudden van het
toestel minimaal is wanneer de Scènedetectie als [ ] geïdentificeerd is, zal de sluitertijd lager
zijn dan normaal. Let op dat u het toestel tijdens het fotograferen niet beweegt.
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen verschillende soorten scènes voor
hetzelfde onderwerp geselecteerd worden.
Intelligent Auto Plus
modus Intelligent Auto modus
Instellen van de
helderheid ±
Instellen van de
kleurtoon ±
Defocus Control ±
Menu's die ingesteld
kunnen worden Veel Weinig
Tegenlichtcompensatie
Bij tegenlicht ziet het onderwerp er donkerder uit en zal de camera automatisch proberen om
dit te corrigeren door de helderheid van het beeld te verhogen.
In de Intelligent Auto Plus modus of de Intelligent Auto modus werkt de
tegenlichtcompensatie automatisch.
3. Opnamemodussen
62
Opnamefunctie:
Als [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen
de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en
uit een enkel beeld bestaan.
Deze modus is nuttig als u prachtige nachtopnames wilt maken met zo weinig mogelijk
beweging en ruis van het toestel en zonder een statief te gebruiken.
De gezichtshoek zal iets smaller worden.
Beweeg de camera niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
De flitser staat vast op [Œ] (flitser gedwongen uitgeschakeld).
In deze gevallen niet beschikbaar:
[iHandh. nachtop.] werkt niet voor de foto's die tijdens het opnemen van een film gemaakt zijn.
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer in de burst-modus opgenomen wordt
Tijdens opname met de Bracket-functie
Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [ ], [ ] of [ ]
Wanneer [Ex. tele conv.] in [Opname] ingesteld is
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.])
> [Opname] > [iHandh. nachtop.] > [ON]/[OFF]
MENU
63
3. Opnamemodussen
Opnamefunctie:
Is er bijvoorbeeld een sterk contrast tussen de achtergrond en het onderwerp, dan worden
meerdere foto's met verschillende belichtingen opgenomen en gecombineerd voor de
creatie van één enkele foto met een rijke gradatie.
[iHDR] werkt automatisch zoals vereist wordt. [ ] wordt dan op het scherm
weergegeven.
De gezichtshoek zal iets smaller worden.
Beweeg de camera niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
U kunt de volgende foto niet nemen, zolang de combinatie van beelden niet compleet is.
Een bewegend onderwerp kan met onnatuurlijke wazigheid opgenomen worden.
In deze gevallen niet beschikbaar:
[iHDR] werkt niet voor de foto's die tijdens het opnemen van een film gemaakt zijn.
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Wanneer u opneemt m.b.v. de flits
Wanneer in de burst-modus opgenomen wordt
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Tijdens opname met de Bracket-functie
Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [ ], [ ] of [ ]
Wanneer [Ex. tele conv.] in het [Opname]-menu ingesteld is
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie
([iHDR])
> [Opname] > [iHDR] > [ON]/[OFF]
MENU
3. Opnamemodussen
64
Opnamefunctie:
1Druk op [Fn4] om het instellingenscherm weer te geven.
2Stel de wazigheid in door aan de modusknop op de
achterkant te draaien.
Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het opnamescherm.
Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [Fn4] te drukken zal de
instelling gewist worden.
Als het aanraakscherm gebruikt wordt
1Raak [ ] aan.
2Raak [ ] aan om het instellingenbeeldscherm te laten
weergeven.
3Versleep de belichtingsmeter om de wazigheid in te
stellen.
Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het
opnamescherm.
Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op
[Fn4] te drukken zal de instelling gewist worden.
De Auto Focusmodus is op [Ø] ingesteld.
De positie van de AF-zone kan ingesteld worden door het scherm aan te raken (de grootte van
de zone kan niet veranderd worden).
Al naargelang de gebruikte lens kan een lensgeluid gehoord worden als Defocus Control
gebruikt wordt. Dit komt door de opening van de lens en duidt niet op een storing.
Al naargelang de gebruikte lens kan het werkgeluid van Defocus Control opgenomen worden
tijdens het opnemen van een video, als deze functie gebruikt wordt.
Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
Sterke defocus Zwakke defocus
SS
SS
SS
F
F
250500
4.0 5.6 8.0
3060125
65
3. Opnamemodussen
Opnamefunctie:
Instelling helderheid
1Druk op [ ].
2Draai aan de modusknop op de achterkant om de
helderheid in te stellen.
U kunt de instelling van de belichtingsbracket aanpassen
door op 3/4 te drukken terwijl het instellingenscherm van
de helderheid weergegeven wordt. (P142)
Druk op [ ] om terug te keren naar het opnamescherm.
Kleurinstelling
1Druk op 1 om het instellingenscherm weer te geven.
2Draai aan de modusknop op de achterkant om de
kleur in te stellen.
Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te
keren.
Verander de instellingen door het aanraakscherm te
gebruiken
1Raak [ ] aan.
2Raak het item aan dat u wenst in te stellen.
[]: Kleurtoon
[ ]: Helderheid
3Versleep de schuifbalk om in te stellen.
Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te
keren.
De instelling voor kleur zal opnieuw de fabriekswaarden (centrumpunt) aannemen wanneer dit
toestel uitgeschakeld wordt of als de camera op een andere opnamemodus gezet wordt.
Opnemen van beelden door het veranderen van de helderheid of de
kleurtoon
+1+1 +2+2 +3+3 +4+4 +5+5
-
5
-
5
-
4
-
4
-
3
-
3
-
2
-
2
-
1
-
100
+1
+1
OFF
OFF
A
AB
B
B
3. Opnamemodussen
66
Foto's maken met automatisch ingestelde
lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus)
Opnamefunctie:
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu
te veranderen.
1Zet de modusknop op [ ].
2Druk de sluiterknop tot halverwege in om de
diafragmawaarde en de waarde van de
sluitersnelheid op het beeldscherm weer te
geven.
ALensopeningwaarde
BSluitertijd
Als de geschikte belichting niet wordt gevonden wanneer de sluiterknop tot halverwege
wordt ingedrukt, worden de diafragmawaarde en de sluitertijd rood knipperend
weergegeven.
98
98
9860
60
603.5
3.5
3.5
2
00
0
r98
r98
r98
BA
67
3. Opnamemodussen
In programma AE-functie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen
zonder de belichting te wijzigen. Dit heet programmaschakeling.
U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een
bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te
stellen als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
1Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde
van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven.
2Voer Programme Shift uit terwijl de waarden
(ongeveer 10 seconden lang) weergegeven worden,
door aan de modusknop op de achterkant of de
modusknop op de voorkant te draaien.
AAanduiding Programme Shift
Om Programme Shift te wissen, schakelt u dit toestel uit of draait u aan de modusknop op
de voor-/achterkant tot de aanduiding van Programme Shift verdwijnt.
De Programme Shift kan gemakkelijk geannuleerd worden door een functieknop op
[1x drukken-AE] te zetten. (P73)
In deze gevallen niet beschikbaar:
Programme Shift is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Als de ISO-gevoeligheid op [ ] gezet is
Programmaschakeling
60
60
604.0
4.0
4.0
2
00
SS
SS
SS
F
F
0
98
98
98
250 15
4.0 5.6 8.0
3060125
A
3. Opnamemodussen
68
Opnamen maken door het diafragma/de
sluitertijd te specificeren
Opnamefunctie:
De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde zullen niet op het opnamescherm zichtbaar
zijn. Gebruik [Voorvertoning] om het opnamescherm te controleren. (P72)
De helderheid van het scherm en van de opgenomen beelden kunnen verschillen. Controleer
de beelden op het afspeelscherm.
Draai aan de modusknop op voor-/achterkant om de belichtingsmeter weer te geven. De
ongeschikte zones van het bereik worden rood weergegeven.
Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
(voorbeeld: in de
handmatige
belichtingsmodus)
ABelichtingsmeter
BLensopeningwaarde
CSluitertijd
Lensopeni
ngwaarde Klein
Het wordt gemakkelijker
om de achtergrond
onscherp te maken.
Groot
Het wordt gemakkelijk
om de scherpstelling te
handhaven tot aan de
achtergrond.
Sluitertijd
Langzaam
Het wordt gemakkelijker
om beweging uit te
drukken.
Snel
Het wordt gemakkelijker
om de beweging te
bevriezen.
F
1258
5.64.0 8.0 11
603015
3030305.6
00
+3
SSSS
SSSS
A
CB
69
3. Opnamemodussen
Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het
onderwerp automatisch optimaliseren.
1Stel de functieknop in op [ ].
2Stel de lensopeningwaarde in door aan de
modusknop op de voorkant of op de
achterkant te draaien.
ALensopeningwaarde
BBelichtingsmeter
Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie van deze ring dan
op [A] om de instellingen van de modusknop op de voor-/achterkant te activeren. Op posities
anders dan [A] zal de instelling van de ring de prioriteit hebben.
Als u de sluitertijd instelt, zal de camera de lensopeningwaarde voor de helderheid van het
onderwerp automatisch optimaliseren.
1Stel de functieknop in op [ ].
2Stel de sluitertijd in door aan de modusknop
op de voorkant of op de achterkant te
draaien.
ASluitertijd
BBelichtingsmeter
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/160
van een seconde. (P159)
Lensopening-Prioriteit AE-modus
Sluiter-Prioriteit AE-modus
8.0
8.0
8.0
60 4
4.0 5.6 8.0 11 16
81530
SS
SSS
SSS
F
F
B
A
F
F
60
8.0 5.6 4.0
250 500125
1
000
SS
SS
SSSS
250
250
250
AB
3. Opnamemodussen
70
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
1Stel de functieknop in op [ ].
2Draai aan de modusknop op de achterkant
om de sluitertijd in te stellen en draai aan de
modusknop op de voorkant om de
lensopeningwaarde in te stellen.
ABelichtingsmeter
BLensopeningwaarde
CSluitertijd
DHulp bij handmatige belichting
Optimaliseren van de ISO-gevoeligheid voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde
Als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is, stelt de camera de ISO-gevoeligheid
automatisch in zodat de belichting geschikt zal zijn voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde.
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan het zijn dat geen geschikte belichting
ingesteld wordt of dat de ISO-gevoeligheid hoger wordt.
Handmatige belichtingsassistentie
De handmatige-belichtingsassistentie is een benadering. Wij raden aan de opnamen op het
weergavescherm te controleren.
Wanneer u een lens gebruikt met een openingsring, heeft de instelling van de openingsring de
prioriteit.
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/160
van een seconde. (P159)
Handmatige Belichtingsmodus
Sluitertijd (Sec.)
[B] (Bol), 60 tot 1/4000 (met de mechanische sluiter)
[B] (Bulb), 60 tot 1/2000 (met de elektronische voorste gordijnsluiter)
1 tot 1/16000 (met de elektronische sluiter)
De belichting is goed.
Stel een hogere sluitertijd of een grotere openingswaarde in.
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere openingswaarde in.
F
1258
5.64.0 8.0 11
603015
3030305.6
00
+3
SSSS
SSSS
CB
A
D
000
++
30
+
30
000
3
3
71
3. Opnamemodussen
Over [B] (Bol)
Als u de sluitertijd op [B] zet, zal de sluiter openblijven terwijl de sluiterknop volledig
ingedrukt wordt (tot ongeveer 120 seconden).
De sluiter sluit als u de ontspanknop loslaat.
Gebruik deze functie als u de sluiter open wilt laten voor een lange tijd om opnamen van
vuurwerk, nachtscènes enz. te maken.
Het kan alleen gebruikt worden in de Manuele Belichtingsfunctie.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Als een opname met gebruik van de flitser gemaakt wordt (alleen als [Flits-synchro] op [2ND]
gezet is)
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Tijdens opname met de Bracket-functie
Wanneer [HDR] op [ON] gezet is
Als de elektronische sluiter gebruikt wordt
Wanneer [Stille modus] op [ON] gezet is
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
We raden aan een statief te gebruiken, dan wel de afstandsbediening van de sluiter
(DMW-RSL1: optioneel) als u foto's maakt terwijl de sluitertijd op [B] gezet is.
Raadpleeg P309 voor informatie over de afstandsbediening van de sluiter.
Als u foto's maakt met de sluitersnelheid op [B] kan ruis zichtbaar worden. Om
beeldruis te voorkomen,. adviseren wij om [Lang sl.n.red] in het [Opname]-menu op
[ON] te zetten voordat u gaat fotograferen. (P200)
3. Opnamemodussen
72
Toepasbare modi:
De effecten van de lensopening en de sluitersnelheid kunnen met gebruik van de
preview-modus gecontroleerd worden.
Bevestig de effecten van de lensopening: U kunt de velddiepte (daadwerkelijk focusbereik)
controleren voordat u een foto neemt door de diafragma-lamellen te sluiten op de waarde van
de lensopening die u instelt.
Bevestig de effecten van de sluitersnelheid: De beweging kan bevestigd worden door het
huidige beeld weer te geven, dat bij die sluitersnelheid opgenomen gaat worden.
1Stel een functieknop in op [Voorvertoning]. (P55)
De volgende stap is een voorbeeld waarin [Voorvertoning] aan [Fn4] toegekend is.
2Schakel naar het bevestigingsscherm door op [Fn4] te drukken.
Telkens wanneer op [Fn4] gedrukt wordt, wordt het scherm omgeschakeld.
Eigenschappen velddiepte
¢1 Opnameomstandigheden
¢2 Voorbeeld: Als u een opname met een wazige achtergrond wilt maken enz.
¢3 Voorbeeld: Als u een opname wilt maken waarbij alles, inclusief achtergrond enz., is
scherpgesteld.
In de previewfunctie kunnen ook opnamen worden gemaakt.
Bereik voor controle van sluitertijdeffect bedraagt 8 seconden tot 1/16000e van een seconde.
In deze gevallen niet beschikbaar:
De Preview-modus is niet beschikbaar voor opnames met [ ] ([4K-voorburst]) van de
4K-Foto-functie.
Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie)
Normaal opnamescherm
Preview-scherm effect
lensopening
Effect lensopening: ±
Effect sluitertijd: —
Preview-scherm effect
sluitertijd
Effect lensopening: ±
Effect sluitertijd: ±
¢1
Lensopeningwaarde Klein Groot
Focuslengte van de lens Tele Breed
Afstand tot het onderwerp Dichtbij Veraf
Velddiepte (effectief focusbereik) Ondiep (Smal)¢2 Diep (Breed)¢3
6OXLWHUWLMGHIIHFWWRHJHYRHJG
Fn4
3UHYLHZYROWRRLG
Fn4
73
3. Opnamemodussen
Toepasbare modi:
Wanneer de belichtingsinstelling te helder of te donker is, kunt u één druk-AE gebruiken
om een geschikte belichtingsinstelling te verkrijgen.
1Stel een functieknop in op [1x drukken-AE]. (P55)
2(Als de belichting niet geschikt is)
Druk op de functieknop.
De belichtingsmeter wordt afgebeeld en de opening- en sluitertijd worden veranderd om
een geschikte belichting te geven.
In de volgende gevallen, kan er geen gepaste belichting ingesteld worden.
Wanneer het onderwerp extreem donker is en het niet mogelijk is voldoende belichting
te verkrijgen door de lensopening of de sluitertijd te veranderen
Wanneer u opneemt m.b.v. de flits
In Previewfunctie (P72)
Wanneer u een lens gebruikt die een openingsring bevat
Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting (OnPush
AE) instellen
Hoe te weten als de belichting niet geschikt is
Als de lensopeningwaarden en de sluitertijd rood knipperen wanneer de sluiterknop tot de
helft ingedrukt wordt.
Als de handmatige belichtingsassistentie (P70) anders is dan in de handmatige
belichtingsmodus.
Knippert rood
De belichting is veranderd om een
geschikte belichting te
verstrekken.
00
-
3
-
3
2
00
4000400040003.53.53.5
989898
2
00
15 250
4.0 5.6 8.0
1256030
60
60
603.5
0
SS
SSS
S
SS
F
F
3. Opnamemodussen
74
Foto's maken die overeenkomen met de scène
die opgenomen wordt (Scene Guide modus)
Opnamefunctie:
Als u een scène selecteert die overeen moet komen met het onderwerp en de
opname-omstandigheden, zal de camera de optimale belichting, kleur en focus instellen
en u zo in staat stellen een opname te maken die passend is voor de scène.
1Zet de modusknop op [ ].
2Druk op 2/1 om de scène te selecteren.
De scène kan ook geselecteerd worden door een
voorbeeldbeeld of de schuifbalk te verslepen.
3Op [MENU/SET] drukken.
Om de Scene Guide modus te veranderen, selecteert u de [ ]-tab op het menuscherm,
selecteert u [Scène wijzigen] en drukt u vervolgens op [MENU/SET]. U kunt terugkeren naar
stap 2 op P74.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de Scene Guide modus omdat het toestel
ze automatisch op de optimale instelling zet.
Items anders dan de instelling van de beeldkwaliteit in [Fotostijl]
[Gevoeligheid]
[Filterinstellingen]
[Meetfunctie]
[Schaduw markeren]
[HDR]
[Multi-belicht.]
[Dig. zoom]
Ofschoon de witbalans voor bepaalde scènes vast op [AWB] staat, kunt u de witbalans (P112)
afstemmen of witbalans bracketing (P113) gebruiken door op het opnamescherm op de
cursortoets 1 te drukken.
Afhankelijk van de scène kan het opnamescherm er uitzien alsof frames ontbreken.
Het is ook mogelijk om het selectiescherm weer te geven door op
het opnamescherm de icoon van de opnamemodus aan te raken.
8
75
3. Opnamemodussen
Weergave van de beschrijving van iedere scène en opnametips
Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van de scène weergegeven wordt.
Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, worden een gedetailleerde uitleg en tips
weergegeven.
Soorten Scene Guide modussen
Normale weergave Gidsweergave Lijstweergave
[Geprononceerd portret] [Zachte huid]
Het verzachtende effect wordt
ook toegepast op het deel dat
een kleurtoon heeft die lijkt op
die van de huid van een
onderwerp heeft.
Deze modus is misschien niet
doeltreffend bij onvoldoende
verlichting.
[Zacht tegenlicht] [Scherp tegenlicht]
[Ontspannen atmosfeer] [Kindergezicht]
Raak het gezicht aan.
Er wordt een foto gemaakt
met de scherpstelling en de
belichting die voor de
aangeraakte locatie ingesteld
zijn.
[Landschap] [Blauwe lucht]
[Romantische zonsondergang]
[Levendige zonsondergang]
3. Opnamemodussen
76
[Glinsterend water]
Het sterrenfilter dat op deze
wijze gebruikt wordt, kan
glinstering veroorzaken op
onderwerpen anders dan
wateroppervlakken.
[Heldere nachtopname]
[Koele nachtopname] [Warme nachtopname]
[Artistieke nachtopname] [Fonkelende verlichting]
[Nachtop. uit hand]
Beweeg het toestel niet
tijdens het continu
fotograferen nadat op de
sluiterknop gedrukt is.
De gezichtshoek zal iets
smaller worden.
[Nachtportret]
Wij raden u aan een statief en
de zelfontspanner te
gebruiken.
Als [Nachtportret]
geselecteerd is, houd het
onderwerp dan ongeveer
1 seconde stil nadat de foto
genomen is.
[Bloemen]
Voor het maken van close-ups
raden wij aan dat u de flitser
sluit en het gebruik ervan
vermijdt.
[Gerechten]
Voor het maken van close-ups
raden wij aan dat u de flitser
sluit en het gebruik ervan
vermijdt.
[Desserts]
Voor het maken van close-ups
raden wij aan dat u de flitser
sluit en het gebruik ervan
vermijdt.
[Bewegende dieren]
De begininstelling van het AF
Assist-lampje is [OFF].
[Sport] [Monochroom]
[Panorama-opname]
77
3. Opnamemodussen
Als [Panorama-opname] geselecteerd is worden horizontale/verticale richtlijnen weergegeven
nadat een scherm weergegeven is waarin u gevraagd werd de opnamerichting te controleren.
1Druk de sluiterknop tot halverwege in om scherp te stellen.
2Druk de sluiterknop volledig in maak met de camera een kleine cirkelbeweging
in de richting van de pijl op het scherm.
3Druk de sluiterknop nog een keer in om de beeldopname te eindigen.
Het opnemen kan tevens beëindigd worden door de camera stil te houden tijdens het opnemen.
Het opnemen kan tevens beëindigd worden door de camera naar het einde van de richtlijn
te bewegen.
Veranderen van de opnamerichting en de gezichtshoek (beeldformaat) van
panoramafoto's
>
[Opname]>[Panorama-instellingen]
Het aantal opnamepixels in de horizontale en verticale richtingen van het panoramabeeld varieert
afhankelijk van het beeldformaat,
de opnamerichting en het aantal gecombineerde beelden.
Het maximale aantal pixels wordt hieronder afgebeeld.
Panoramafoto's maken ([Panorama-opname])
Opnemen van links naar rechts
Beeldformaat: [STANDARD] Beeldformaat: [WIDE]
Beweeg de camera op een contante snelheid.
Beelden zouden niet goed gemaakt kunnen worden als de
camera te snel of te langzaam bewogen wordt.
AOpnamerichting en
panoramabeweging
(Richtlijn)
[Richting] Stelt de opnamerichting in.
[Fotoresolutie] Stelt de gezichtshoek in (beeldformaat).
[STANDARD]/[WIDE]
Beeldformaat Opnamerichting
Horizontale Resolutie
Verticale Resolutie
[STANDARD]
Horizontaal 8176 pixels 1920 pixels
Verticaal 2560 pixels 7680 pixels
[WIDE]
Horizontaal 8176 pixels 960 pixels
Verticaal 1280 pixels 7680 pixels
A
MENU
3. Opnamemodussen
78
Techniek voor Panorama Shot-functie
Over afspelen
Door op
3
te drukken, zal het afspelen automatisch in dezelfde
richting als die van de opname langs gelopen worden.
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden tijdens het
langslopen.
¢
Als het afspelen gepauzeerd wordt, kunt u vooruit en achteruit scrollen door het scherm te verslepen.
Als de schuifbalk aangeraakt wordt, springt de afspeelpositie naar de aangeraakte positie.
Als de brandpuntafstand groot is, zoals wanneer een telelens bevestigd is, beweeg de camera
dan langzaam.
De focus, witbalans en belichting zijn op de optimale waarden vastgesteld voor het eerste beeld.
Als een resultaat zou, als de focus of de helderheid aanzienlijk veranderd wordt tijdens opname,
het gehele panoramabeeld niet op de geschikte focus of helderheid gemaakt kunnen worden.
Wanneer er meervoudige beelden gecombineerd worden om een enkel panoramabeeld te
creëren, zou het onderwerp vervormd eruit kunnen zien of zouden de verbindingspunten in
bepaalde gevallen zichtbaar kunnen zijn.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Er zou geen panoramabeeld gecreëerd kunnen worden of de beelden zouden niet goed
gecombineerd kunnen worden wanneer u de volgende onderwerpen opneemt of onder de
opname-omstandigheden die hieronder genoemd worden.
Onderwerpen met een enkele, uniforme kleur of terugkerend patroon (zoals de lucht of een strand)
Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, auto, golven, bloemen, in de waaiende wind, enz.)
Onderwerpen waar de kleur of het patroon in een korte tijd veranderen (zoals een beeld dat
op een display verschijnt)
Donkere plekken
Plaatsen met flikkerende lichtbronnen zoals fluorescent licht of kaarsen
ABeweeg de camera in de opnamerichting
zonder deze te schudden.
Als de camera te veel geschud wordt,
zouden er geen beelden gemaakt kunnen
worden of zou het gemaakte panoramabeeld
smaller (kleiner) kunnen worden.
BBeweeg het toestel naar de rand van het
bereik dat u wenst op te nemen.
(De rand van het bereik zal niet het in het
laatste frame opgenomen worden)
3Start panorama afspelen/Pauze¢
4Stop
1/981/981/981/98
79
3. Opnamemodussen
Foto's maken met verschillende beeldeffecten
(Creative Control modus)
Opnamefunctie:
In deze modus maakt u opnames met extra beeldeffecten.
U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren
en deze op het scherm na te kijken.
1Stel de functieknop in op [ ].
2Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te
selecteren.
AWeergave voorvertoning
U kunt de beeldeffecten (filters) ook selecteren door de
voorbeeldbeelden aan te raken.
3Op [MENU/SET] drukken.
Als u de [ ]-tab op het menuscherm selecteert, kunt u de
volgende menu-items selecteren:
[Filtereffect]: Geeft het selectiescherm van het beeldeffect
(filter) weer.
[Gelijktijdig zond. filter]: Stelt u in staat de camera in te stellen
voor het gelijktijdig met en zonder beeldeffect maken van een
foto. (P189)
Witbalans zal vastgesteld zijn op [AWB] en [Gevoeligheid] zal vastgesteld zijn op [AUTO].
Afhankelijk van het beeldeffect kan het opnamescherm er uitzien alsof frames ontbreken.
Het is ook mogelijk om het
selectiescherm weer te geven door
op het opnamescherm de icoon van
de opnamemodus aan te raken.
A
EXPS
EXPS
3. Opnamemodussen
80
Weergave van de beschrijving van ieder beeldeffect
Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van het beeldeffect weergegeven
wordt.
Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, wordt een uitleg van ieder beeldeffect
weergegeven.
Soorten beeldeffecten
Normale weergave Gidsweergave Lijstweergave
[Expressief] [Retro] [Vroeger]
[Overbelichting] [Donker] [Sepia]
[Zwart-wit] [Dynamisch zwart/
wit]
[Ruw zwart-wit]
[Zacht zwart-wit] [Expressieve
indruk]
[Hoge dynamiek]
[Kruisproces]
[Speelgoedcam.effect]
[Speelgoedcamera
levendig]
[Bleach bypass] [Miniatuureffect] [Zachte focus]
[Fantasie] [Sterfilter] [Kleuraccent]
[Zonneschijn]
81
3. Opnamemodussen
Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect])
1Druk op [Fn3] om het instellingenscherm weer te geven.
Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van
[ ] en van [ ].
2Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te
verplaatsen.
U kunt het in-focus gedeelte ook bewegen door het scherm
van het opnamescherm aan te raken.
Raak [ ] aan om de richting van de opname in te stellen
(defocus richting).
3Draai aan de modusknop op de achterkant om de
grootte van het in-focus gedeelte te veranderen.
Het gedeelte kan ook vergroot/verkleind worden door dit op het scherm samen te knijpen/
te spreiden (P48).
Als u op [DISP.] drukt zal het in-focus gedeelte weer op de fabrieksinstelling gezet
worden.
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Er wordt geen geluid opgenomen in video's.
Ongeveer 1/8 van de tijdsduur wordt opgenomen.
(Als u gedurende 8 minuten opneemt, zal de daaruit volgende video-opname ongeveer
1 minuut lang zijn.)
De weergegeven beschikbare opnametijd is ongeveer 8 keer.
Afhankelijk van de snelheid van de frame-snelheid van de film kunnen de opnametijd van de
film en de beschikbare opnametijd van bovenstaande waarden afwijken.
Als de opname van bewegende beelden na korte tijd eindigt, kan het zijn dat de camera nog
even doorgaat met opnemen.
Stel de kleur in die u overlaat ([Kleuraccent])
1Druk op [Fn3] om het instellingenscherm weer te geven.
Het instelscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ]
en van [ ].
2Selecteer de over te laten kleur door het kader te
bewegen met 3/4/2/1.
U kunt de kleur die u wenst over te laten ook selecteren
door het scherm aan te raken.
Door op [DISP.] te drukken, zal het kader weer naar het
midden terugkeren.
3Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Afhankelijk van het onderwerp kan het zijn dat de ingestelde kleur niet overgelaten wordt.
3. Opnamemodussen
82
Instelling van de positie en de grootte van de lichtbron ([Zonneschijn])
1Druk op [Fn3] om het instellingenscherm weer te geven.
Het instelscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ]
en van [ ].
2Druk op 3
/
4
/
2
/
1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen.
De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken.
3U kunt de grootte van de lichtbron ook regelen door
aan de modusknop op de achterkant te draaien.
De weergave kan ook vergroot/verkleind worden door deze op het scherm samen te
knijpen/te spreiden.
Als u op [DISP.] drukt zal de instelling van de lichtbron weer op de fabrieksinstelling gezet worden.
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
De sterkte en de kleuren van de effecten kunnen gemakkelijk afgesteld worden om ze
overeen te doen komen met uw preferenties.
1Druk op 1 om het instellingenscherm weer te geven.
2Draai aan de modusknop op de achterkant om in te
stellen.
Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te
keren.
Punt waarop het midden van de lichtbron
geplaatst kan worden
Er kan een natuurlijker aanblik gecreëerd worden door
het midden van de lichtbron buiten het beeld te plaatsen.
Pas het effect aan om het overeen te doen komen met uw preferenties
Beeldeffect Items die ingesteld kunnen worden
[Expressief] Frisheid Zwak uitgedrukte
kleuren Popkleuren
[Retro] Kleur Geelachtige tint Roodachtige tint
[Vroeger] Contrast Laag contrast Hoog contrast
[Overbelichting] Kleur Roze-achtige tint Aquamarijn-achtige
tint
[Donker] Kleur Roodachtige tint Blauwachtige tint
[Sepia] Contrast Laag contrast Hoog contrast
83
3. Opnamemodussen
Beeldeffect Items die ingesteld kunnen worden
[Zwart-wit] Kleur Geelachtige tint Blauwachtige tint
[Dynamisch zwart/
wit] Contrast Laag contrast Hoog contrast
[Ruw zwart-wit] Zanderigheid Minder zanderig Zanderiger
[Zacht zwart-wit] Mate van defocus Zwakke defocus Sterke defocus
[Expressieve
indruk] Frisheid Zwart-wit Popkleuren
[Hoge dynamiek] Frisheid Zwart-wit Popkleuren
[Kruisproces] Kleur Groenachtige tint/Blauwachtige tint/Geelachtige
tint/Roodachtige tint
[Speelgoedcam.effect]
Kleur Oranje-achtige tint Blauwachtige tint
[Speelgoedcamera
levendig]
Zone met afgenomen
helderheid aan de
randen
Klein Groot
[Bleach bypass] Contrast Laag contrast Hoog contrast
[Miniatuureffect] Frisheid Zwak uitgedrukte
kleuren Popkleuren
[Zachte focus] Mate van defocus Zwakke defocus Sterke defocus
[Fantasie] Frisheid Zwak uitgedrukte
kleuren Popkleuren
[Sterfilter]
Lengte van de lichtstralen
Kort Lang
Aantal lichtstralen
Kleiner Groter
Hoek van de lichtstralen
Draai naar links Draai naar rechts
[Kleuraccent] Hoeveelheid
overgelaten kleur
Kleine hoeveelheid
kleur
Grote hoeveelheid
kleur
[Zonneschijn] Kleur Geelachtige tint/Roodachtige tint/Blauwachtige
tint/Witachtige tint
3. Opnamemodussen
84
1Druk op [Fn4] om het instellingenscherm weer te
geven.
2Draai aan de modusknop op de achterkant om in te
stellen.
Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het
opnamescherm.
Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op
[Fn4] te drukken zal de instelling gewist worden.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
1Druk op [ ].
2Draai aan de modusknop op de achterkant om in te
stellen.
U kunt de instelling van de belichtingsbracket aanpassen
door op 3/4 te drukken terwijl het instellingenscherm van
de helderheid weergegeven wordt. (P142)
Druk op [ ] om terug te keren naar het opnamescherm.
Verander de instellingen door het aanraakpaneel te
gebruiken
1Raak [ ] aan.
2Raak het item aan dat u wenst in te stellen.
[ ]: Stelt een beeldeffect af
[ ]: Defocus-niveau
[ ]: Helderheid
3Versleep de schuifbalk om in te stellen.
Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te
keren.
Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
Instelling helderheid
EXPS
SSSSSS
FF
250500
4.0 5.6 8.0
3060125
+1+1 +2+2 +3+3 +4+4 +5+5
-
5
-
5
-
4
-
4
-
3
-
3
-
2
-
2
-
1
-
100
+1
+1
OFF
OFF
EXPS
EXPS
85
3. Opnamemodussen
Films opnemen met de handmatig ingestelde
lensopeningwaarde/sluitertijd (Creatieve Videomodus)
Opnamefunctie:
Het is mogelijk om de openingswaarde en de sluitersnelheid manueel te veranderen en
video’s op te nemen.
1Zet de modusknop op [ ].
2Selecteer het menu. (P51)
De handelingen die nodig zijn voor het veranderen van de lensopeningwaarde of de
sluitertijd zijn dezelfde als voor het instellen van de modusknop op , , of .
3Druk op de filmknop (of op de sluiterknop) om de opname te starten.
4Druk opnieuw op de filmknop (of op de sluiterknop) om de opname te
stoppen.
Als [Belicht.stand] op [M] gezet is, zal [AUTO] van de ISO-gevoeligheid op [200] gezet worden.
> [Bewegend beeld] > [Belicht.stand] > [P]/[A]/[S]/[M]
Het is ook mogelijk om het selectiescherm weer te geven door
op het opnamescherm de icoon van de opnamemodus aan te
raken.
MENU
P
3. Opnamemodussen
86
Het bedrijfsgeluid van de zoom of knopwerking zou opgenomen kunnen worden wanneer
deze gehanteerd worden tijdens de opname van een bewegend beeld.
Het gebruik van de aanraakiconen maakt de stille werking tijdens het opnemen van films
mogelijk.
1Start de opname.
2Raak [ ] aan.
3Raak de icoon aan.
4Versleep de schuifbalk om in te stellen.
De snelheid van de werking varieert en is
afhankelijk van de positie die u aanraakt.
5Stop de opname.
Minimaliseren van werkgeluiden tijdens een filmopname
Zoom
(als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die compatibel is
met power zoom)
Lensopeningwaarde
Sluitertijd
Belichtingscompensatie
ISO-gevoeligheid
Bijstelling microfoonniveau
[ ]/[ ] Verandert de instelling langzaam
[ ]/[ ] Verandert de instelling snel
F
SS
ISO
87
3. Opnamemodussen
Registreren van uw favoriete instellingen
(Voorkeuzemode)
Opnamefunctie:
Er kunnen 4 reeksen huidige camera-instellingen geregistreerd worden met gebruik van
[Geh voorkeursinst.]. ( , , , )
Begininstelling van de AE-programmafunctie is aan het begin geregistreerd als de standaard
instellingen.
Voorbereiding:
Stel van tevoren de opnamemodus in die u wenst te bewaren en selecteer de gewenste
menu-instellingen op het toestel.
Selecteer het menu. (P51)
U kunt tot drie voorkeurinstellingen op van de modusknop registreren.
De volgende menu-items zijn niet als klantinstellingen geregistreerd.
Registratie van eigen menu-instellingen (registratie van
klantinstellingen)
> [Voorkeuze] > [Geh voorkeursinst.] >
Voorkeurinstelling waar u de instellingen wilt registreren
Menu [Opname] Menu [Set-up]
Gegevens geregistreerd met [Gezicht
herk.]
De [Profiel instellen]-instelling
Alle menu's
Menu [Voorkeuze] Menu [Afspelen]
[Touch scrollen]
[Menugids]
[Scherm roteren]
[Foto’s sorteren]
[Wissen bevestigen]
MENU
3. Opnamemodussen
88
U kunt gemakkelijk de instellingen die u geregistreerd heeft met [Geh voorkeursinst.]
oproepen.
Stel de modusknop in op [ ] of [ ]
De overeenkomstige voorkeurinstelling zal opgeroepen worden. Als u de modusknop op [ ]
zet, zal de voorkeurinstelling die u de laatste keer gebruikt heeft opgeroepen worden.
Veranderen van een klantinstelling in [ ]
1Zet de modusknop op [ ].
2Druk op [MENU/SET] om het menu af te beelden.
3Druk op 2/1 om de standaardinstelling te selecteren die u wilt gebruiken en
druk vervolgens op [MENU/SET].
De bewaring van de geselecteerde custom-instellingen wordt op
het scherm weergegeven.
De geregistreerde inhoud veranderen
De geregistreerde inhouden veranderen niet wanneer de menu-instelling tijdelijk
veranderd wordt met de modusknop die op of gezet wordt. Om de geregistreerde
instellingen te veranderen, dient u over de geregistreerde inhoud heen te schrijven m.b.v.
[Geh voorkeursinst.] op het klantinstellingenmenu.
Opnemen m.b.v. geregistreerde gebruikelijke instelling
Het is ook mogelijk om het selectiescherm weer te geven door op
het opnamescherm de icoon van de opnamemodus aan te raken.
C2-1C2-1C2-1
C2-1
C2-1
C2-1
89
4. Instellingen van focus, helderheid
(belichting) en kleurtoon
Automatisch instellen van het brandpunt
Door de Focusmodus of de Auto Focusmodus voor het onderwerp of de opnamesituatie
optimaal in te stellen, kunt u de camera verschillende scènes automatisch scherp laten stellen.
1Zet de hendel van de focusmodus op [AFS/
AFF] of [AFC].
De Focusmodus zal ingesteld worden. (P91)
2Druk op 2 ().
3Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
De Auto Focusmodus zal ingesteld worden. (P93)
4Druk de sluiterknop tot halverwege in.
Auto Focus zal geactiveerd worden.
De brandpuntaanduiding wordt als [ ] in een donkere omgeving weergegeven en het
scherpstellen kan langer duren dan normaal.
Als de camera na de weergave van [ ] sterren in de nachtlucht detecteert, zal Starlight AF
geactiveerd worden. Als het brandpunt verkregen wordt, zullen de brandpuntaanduiding
[ ] en de scherp gestelde AF-zones weergegeven worden. (De detectie met Starlight AF
werkt alleen voor ongeveer 1/3 van de middelste zone van het scherm.)
Focus
Wanneer er scherpgesteld
is op het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Aanduiding voor de
scherpstelling AAan Knippert
AF-zone BGroen —
Geluid Biept 2 keer
リヴヰ
ョㄏピ
60
60
603.5
3.5
3.5
B
A
LOW
LOW
STAR
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
90
Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het
brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in.
Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk is
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast.
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet.
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt
van zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij.
91
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Toepasbare modi:
De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt.
Focusmodus (AFS/AFF/AFC)
Onderdeel Scène (aanbevolen)
[AFS/
AFF]
[AFS]
(Auto
Focus
Single)
Onderwerp staat stil
(Landschaps-,
verjaardagsfoto, enz.)
“AFS” is een afkorting van
“Auto Focus Single”.
De scherpte wordt
automatisch ingesteld als de
sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt. De scherpstelling wordt
vastgezet als de knop tot halverwege ingedrukt
wordt.
[AFF]
(Auto
Focus
Flexible)
Beweging kan niet
voorzien worden
(Kinderen, huisdieren,
enz.)
“AFF” is een afkorting van
“Auto Focus Flexible”.
In deze modus, wordt het
scherpstellen automatisch
uitgevoerd wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt.
Als het onderwerp beweegt terwijl de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de
focus gecorrigeerd om automatisch overeen te
komen met de beweging.
[AFC]
(Auto Focus
Continuous)
Het onderwerp beweegt
(Sport, treinen, enz.)
“AFC” is een afkorting van
“Auto Focus Continuous”.
In deze modus wordt het
scherpstellen, terwijl de
ontspanknop tot de helft
ingedrukt gehouden wordt, constant uitgevoerd
om overeen te komen met de beweging van het
onderwerp.
Wanneer het onderwerp beweegt, wordt het
scherpstellen uitgevoerd door de positie van het
onderwerp te voorspellen op het moment van
opname. (Bewegingsvoorspelling)
[MF] Stel handmatig scherp. (P102)
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
92
[AFS/AFF] van de hendel van de Focusmodus
In [AFS/AFF] in het [Opname]-menu of het [Bewegend beeld]-menu, kunt u [AFS] of [AFF]
aan [AFS/AFF] van de hendel van de Focusmodus toekennen.
De instellingen van de Focusmodus van [AFF] en [AFC] werken in de volgende situaties op
dezelfde manier als [AFS]:
Creatieve Videomodus
Als opnames gemaakt worden met [ ] ([4K-burst (S/S)]) van de 4K-fotofunctie
In situaties met weinig licht
Als de Scene Guide modus op [Panorama-opname] gezet is, zijn [AFF] en [AFC] niet
beschikbaar.
[AFF] is niet beschikbaar voor opnames net 4K-foto's. [Continu AF] werkt tijdens de opname.
De instelling van de Focusmodus kan niet veranderd worden als de opname met de Post
Focus-functie uitgevoerd wordt.
Wanneer u opneemt met gebruik van [AFF], [AFC]
In [AF-Gevoeligheid] in het [Voorkeuze]-menu kunt u de brandpuntgevoeligheid instellen die
geschikt is voor de beweging van het onderwerp. (P211)
Het kan enige tijd duren om scherp te stellen als u het zoomhendeltje van Wide naar Tele zet
of plotseling van een onderwerp dat ver weg is op een onderwerp dichtbij scherpstelt.
Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen.
Terwijl de ontspanknop tot de helft ingedrukt is, zou er trilling op het scherm gezien kunnen
worden.
93
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Toepasbare modi:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
Auto Focusmodus
([Gezicht/ogen
detecteren])
De camera detecteert automatisch iemands gezicht
en ogen.
Het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt
zal scherp gesteld zijn terwijl de belichting voor het
gezicht geoptimaliseerd wordt.
(Als [Meetfunctie] op [ ] gezet is)
Er kunnen tot 15 gezichten gedetecteerd worden. Alleen de ogen van
een scherp gesteld gezicht kunnen gedetecteerd worden.
U kunt het oog dat scherp gesteld moeten worden veranderen. (P95)
De positie en de maat van de AF-zone kunnen veranderd worden.
(P98)
([Tracking])
De camera stelt scherp op het onderwerp dat u
aangeeft.
De belichting zal voor dat onderwerp
geoptimaliseerd worden.
(Als [Meetfunctie] op [ ] gezet is.)
De scherpstelling en de belichting zullen het
onderwerp zelf blijven volgen als dit beweegt (dynamic tracking). (P95)
([49-zone])
Er kunnen tot 49 AF-zones scherp gesteld worden.
Dit is zelfs werkzaam als een onderwerp zich niet in
het midden van het scherm bevindt.
U kunt de zones selecteren die scherp gesteld
moeten worden. (P99)
, enz.
([Voorkeur multi])
U kunt uit de 49 AF-zones de optimale vorm van de
AF-zone voor het onderwerp vrij instellen. (P96)
([1-zone])
Het toestel stelt scherp op het onderwerp in de
AF-zone op het scherm.
De positie en de maat van de AF-zone kunnen
veranderd worden. (P98)
([Spot])
U kunt een preciezere focus verkrijgen op een punt
dat kleiner is dan [Ø].
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt zal het
scherm waarop u de scherpstelling kunt controleren
vergroot worden.
De focuspositie kan ingesteld worden op een
vergroot scherm. (P99)
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
94
Beperkingen van de Auto Focusmodus
In de volgende gevallen is de AF-modus vastgezet op [Ø].
Bij het gebruik van de digitale zoom
[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
De Auto Focusmodus wordt vastgezet op [š] als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is.
De Auto Focusmodus kan in de volgende gevallen niet ingesteld worden.
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Als [Trekfocus] in [Snapfilm] op [ON] gezet is
([Gezicht/ogen detecteren])
Deze kan in de volgende gevallen niet op [š] gezet worden.
[Heldere nachtopname]/[Koele nachtopname]/[Warme nachtopname]/[Artistieke
nachtopname]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Gerechten]/[Desserts] (Scene
Guide modus)
([Tracking])
[ ] kan niet gebruikt worden met [Intervalopname].
In de volgende gevallen, werkt [ ] als [Ø].
[Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Bloemen]/[Monochroom] (Scene Guide modus)
[Sepia]/[Zwart-wit]/[Dynamisch zwart/wit]/[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Zachte focus]/
[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control modus)
[Zwart-wit]/[L.Zwart-wit] ([Fotostijl])
([Spot])
In de volgende gevallen, werkt [ ] als [Ø].
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Bij 4K-foto-opnames
Deze kan in de volgende gevallen niet op [ ] gezet worden.
[AFF]/[AFC] (Focus-functie)
Druk de sluiterknop tot halverwege in om de compositie in te stellen
Wanneer het onderwerp zich niet in het midden bevindt van de samenstelling in [Ø],
kunt u het onderwerp in de AF-zone brengen, de scherpstelling en de belichting
vaststellen door de sluitertijd tot de helft in te drukken, het toestel verplaatsen naar de
samenstelling die u wilt terwijl u de ontspanknop tot de helft ingedrukt houdt en dan het
beeld maken.
(Alleen als de focusmodus op [AFS] gezet is.)
95
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Als de camera een gezicht detecteert, zullen de AF-zone en
het teken dat aangeeft dat het oog scherp gesteld is,
weergegeven worden.
AOog dat scherp gesteld moeten worden
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de
frame groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
Veranderen van het oog dat scherp gesteld moeten worden
Raak het oog aan dat scherp gesteld moeten worden.
Raak het oog in het gele kader aan. Als u een andere plaats
aanraakt, zal het instelingenscherm voor de AF-zone
weergegeven worden. (P98)
Als u [ ] aanraakt of op [MENU/SET] drukt, zal de instelling
voor het scherpstellen van het oog gewist worden.
De oogdetectie kan niet veranderd worden als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is.
De camera kan in bepaalde situaties mogelijk geen gezichten detecteren, zoals wanneer de
onderwerpen snel bewegen. In dergelijke situaties voert de camera [ ] uit.
Plaatst het kader van de AF Tracking rond het onderwerp
en druk de sluiterknop tot halverwege in.
AAF-volgframe
De AF-zone wordt groen zodra de camera het onderwerp waarneemt.
De AF-zone wordt geel als de sluiterknop wordt losgelaten.
De vergrendeling wordt gewist als op [MENU/SET] wordt gedrukt.
Raak het onderwerp aan.
Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd.
De AF-zone wordt geel terwijl het onderwerp vergrendeld wordt.
De vergrendeling wordt geannuleerd als [ ] aangeraakt wordt.
Als deze niet vergrendelt, zal de AF-zone in het rood knipperen en verdwijnen.
In situaties waarin Tracking AF niet correct werkt wegens bepaalde opname-omstandigheden,
zoals wanneer het onderwerp klein is of in een donkere locatie, zal [Ø] uitgevoerd worden.
Over [š] ([Gezicht/ogen detecteren])
Vergrendelen van het te volgen onderwerp ( [Tracking])
Knopbediening
Aanraakbediening
A
A
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
96
U kunt uit de 49 AF-zones de optimale vorm van de AF-zone voor het onderwerp vrij
instellen.
1Druk op 2 ().
2Selecteer een Custom Multi icoon ([ ], enz.) en druk op 3.
3Druk op 2/1 om een instelling te selecteren.
ADe huidige vorm van de AF-zone
4Op 4 drukken.
5Selecteer de AF-zones.
De geselecteerde AF-zones worden geel weergegeven.
Instellen van de vorm van de AF-zone ([Voorkeur multi])
([Horizontaal
patroon])
Horizontale lijn
Deze vorm is handig
voor het maken van
panoramafoto's of
gelijkaardige
opnames.
([Verticaal
patroon])
Verticale lijn
Deze vorm is handig
voor het opnemen van
onderwerpen zoals
gebouwen.
([Cent.
patroon])
In het midden
geplaatst cluster
Deze vorm is handig
als u wilt scherpstellen
op het middengebied.
//
([Klant1]/
[Klant2]/
[Klant3])
U kunt een eigen instelling selecteren.
ヤピヤビヤヒ
A
ヤヒ
ヤビ
ヤピ
97
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Wanneer u [ ]/[ ]/[ ] selecteert
Wanneer u [ ]/[ ]/[ ] selecteert
Sleep uw vinger over de delen die u als AF-zones wilt
instellen.
Als u een van de geselecteerde AF-zones aanraakt, zal de
selectie van de zone gewist worden.
Druk op 3/4/2/1 om de AF-zone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
om hem in te stellen (te herhalen).
De instelling wordt gewist als opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt.
Als u op [DISP.] drukt, zullen alle selecties worden gewist.
6Op [Fn2] drukken.
De ingestelde AF-zone op [ ], [ ] of []
registreren
1Druk op het scherm in stap 3 op P96 op 3.
2Druk op 3/4 om een bestemming te selecteren waarin de instelling
geregistreerd zal worden en druk op [MENU/SET].
Als dit toestel uitgeschakeld wordt, zal de instelling die bijgesteld is met [ ]/[ ]/[ ]
opnieuw op de fabrieksinstelling gezet worden.
Knopbediening
Aanraakbediening
Beschrijving
van de
bediening
3/4/2/1Aanraken Beweegt de
positie
/Open-/
dichtknijpen
Verandert het
formaat
(3 niveaus)
[DISP.] [Reset]
Stelt opnieuw de
fabrieksinstelling
in
Aanraakbediening
Knopbediening
ヤヒ
ヤビ
ヤピ
ヤヒ
ヤビ
ヤピ
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
98
Toepasbare modi:
Als [š], [ ], [Ø] of [ ] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en
het formaat van de AF-zone veranderen.
Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd.
U kunt het instellingenscherm van de AF-zone ook weergeven door het opnamescherm aan te
raken (als [Touch AF] van [Touch inst.] in het [Voorkeuze]-menu op [AF] gezet is).
De puntfocussing kan ook verplaatst worden om overeen te komen met de AF-zone wanneer
de [Meetfunctie] (P192) ingesteld is op [ ].
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Bij het gebruik van de digitale zoom
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
De positie en de maat van de AF-zone kunnen veranderd worden.
1Druk op 2 ().
2Selecteer [š] of [Ø] en druk op 4.
3
Veranderen van de positie en het formaat van de AF-zone.
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt in de aangeraakte positie weergegeven
als [š] geselecteerd is.
De instelling van de AF-zone wordt geannuleerd als op [MENU/SET] gedrukt wordt of
[ ] aangeraakt wordt.
Instellen van de positie van de AF-zone/veranderen van de maat van de
AF-zone
Als [š], [Ø] geselecteerd worden
Knopbediening
Aanraakbediening
Beschrijving van de bediening
3/4/2/1Aanraken Beweegt de AF-zone.
Open-/
dichtknijpen Vergroot/verkleint de AF-zone met kleine stappen.
sVergroot/verkleint de AF-zone met grote stappen.
[DISP.] [Reset]
Verplaatst de AF-zone terug naar het midden.
Als u opnieuw op de knop drukt, zal het formaat van
het kader weer op de fabrieksinstelling gezet worden.
99
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
U kunt de brandpuntpositie instellen door de groep AF-zones te
selecteren.
De 49 AF-zones zijn in groepen verdeeld waarvan ieder uit
9 zones bestaat (uit 6 of 4 zones op de rand van het scherm).
1Druk op 2 ().
2Selecteer [ ] en druk op 4.
3Druk op 3/4/2/1 om een AF-zonegroep te selecteren.
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Alleen de weergave van [i] (middelpunt van de geselecteerde
groep) zal op het beeldscherm blijven.
De instelling van het kader van de AF-zone wordt geannuleerd als
op [MENU/SET] gedrukt wordt of [ ] aangeraakt wordt.
U kunt de scherpstelpositie op precieze wijze instellen door het scherm te vergroten.
De focuspositie kan niet op de rand van het beeldscherm ingesteld worden.
1Druk op 2 ().
2Selecteer [ ] en druk op 4.
3Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie in te stellen en
druk vervolgens op [MENU/SET].
4Beweeg [+] naar de positie die scherp gesteld moet
worden.
Als het beeld in de venstermodus weergegeven wordt, kunt u het beeld ongeveer 3k tot 6k
vergroten/verkleinen; als het beeld op het volledige scherm weergegeven wordt, kunt u het
beeld ongeveer 3k tot 10k vergroten/verkleinen.
U kunt ook opnames maken door [ ] aan te raken.
5Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Wanneer u [ ] selecteert
Wanneer u [ ] selecteert
Knopbediening
Aanraakbediening
Beschrijving van de bediening
3/4/2/1Aanraken Beweegt [+].
Open-/
dichtknijpen Vergroot/verkleint het scherm met kleine stappen.
sVergroot/verkleint het scherm met grote stappen.
s
Schakelt naar de vergrote weergave (venstermodus/
volledig scherm)
[DISP.] [Reset] Plaatst [+] terug naar het midden.
Voorbeelden van een groep
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
100
Toepasbare modi:
U kunt de AF-zone die op de zoeker weergegeven wordt
verplaatsen door de monitor aan te raken.
Druk de sluiterknop tot halverwege in om de brandpuntpositie te bepalen.
Als u op [DISP.] drukt voordat de brandpuntpositie bepaald is, keert het kader van de AF-zone
terug naar de centrale positie.
Om het kader van de AF-zone te wissen terwijl Auto Focus mode (P93) op [š]([Gezicht/ogen
detecteren]), [ ] ([Tracking]) of [ ] ([49-zone]) gezet is, drukt u op [MENU/SET].
De Touch Shutter-functie (P49) wordt uitgeschakeld wanneer [Touchpad AF] wordt gebruikt.
In deze gevallen niet beschikbaar:
[Touchpad AF] werkt niet in de volgende gevallen:
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
Als [Trekfocus] in [Snapfilm] op [ON] gezet is
Instelling van de positie van de AF-zone met de touch pad
>[Voorkeuze] > [Touch inst.] > [Touchpad AF]
[EXACT]
Verplaatst de AF-zone van de
zoeker door aanraking van de
gewenste positie op de
touchpad.
[OFFSET]
Verplaatst de AF-zone van de
zoeker met de afstand
waarover u de touchpad
versleept. (P48)
[OFF]
MENU
101
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Toepasbare modi:
U kunt de scherpstelling en de helderheid van de positie die u aangeraakt heeft optimaliseren.
1Selecteer het menu. (P51)
2Raak het onderwerp aan waarvoor u de
helderheid wilt optimaliseren.
De positie voor de optimalisering van de helderheid
wordt op het midden van de AF-zone weergegeven. De
positie volgt de beweging van de AF-zone.
De [Meetfunctie] wordt op [ ] gezet, die uitsluitend
voor Touch AE gebruikt wordt.
Als u [Reset] aanraakt, worden de optimaliseringspositie van de helderheid en de
AF-zone naar het midden teruggezet.
3Raak [Inst.] aan.
De AF-zone met dezelfde functie als [
Ø
] wordt op de aangeraakte positie weergegeven.
De aanraking van [ ] (of [ ] als [
Ø
] geselecteerd is) zal de [AF+AE]-instelling wissen.
Wanneer opnames met Touch Shutter gemaakt worden, worden de scherpstelling en de
helderheid van de aangeraakte positie geoptimaliseerd voordat de opname plaatsvindt.
Aan de rand van het scherm kan het focussen beïnvloed worden door de helderheid rondom
de aangeraakte plek.
In deze gevallen niet beschikbaar:
[AF+AE], die het brandpunt en de helderheid optimaliseert, werkt in de volgende gevallen niet.
Bij het gebruik van de digitale zoom
Als de AF-zone ingesteld is met gebruik van de cursorknop
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een aangeraakte
positie
> [Voorkeuze] > [Touch inst.] > [Touch AF] > [AF+AE]
Als de achtergrond te helder geworden is, enz., kan
dit contrast met de achtergrond bijgesteld worden
door de belichting te compenseren.
MENU
5HVHW
ュリヴヱハ
,QVW
AE
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
102
Handmatig instellen van het brandpunt
Toepasbare modi:
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens
en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
1Zet de hendel van de focusmodus op [MF].
2Druk op 2 ().
3Druk op 3/4/2/1 om de brandpuntpositie in te stellen en druk op
[MENU/SET].
Het hulpscherm wordt weergegeven dat de zone
vergroot. (MF Assist)
U kunt de zone ook vergroten door aan de focusring te
draaien, de focushendel te bewegen, een open gaande
knijpbeweging (P48) op het scherm te maken of door het
scherm twee keer aan te raken.
U kunt de brandpuntpositie ook instellen door het
beeldscherm (P48) te verslepen.
Door op [DISP.] te drukken, wordt de brandpuntpositie opnieuw op het midden gezet.
4Scherpstellen.
De handelingen die gebruikt worden om handmatig scherp te stellen variëren
afhankelijk van de lens.
Gebruik van een onderling
verwisselbare lens (H-FS12060/
H-FS14140/H-FS1442A) met een
focusring
Draai naar A kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Draai naar B kant:
Stelt scherp op
onderwerpen ver
weg
Gebruik van de onderling verwisselbare
lens met een focushendel
Verplaats naar C
kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Verplaats naar D
kant:
Stelt scherp op onderwerpen ver weg
De scherpstelsnelheid varieert afhankelijk
van hoe ver u de focushendel verplaatst.
A
B
C
D
103
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
AMF Assist (vergroot scherm)
BPeaking
CMF-gids
De in-focus gedeeltes zullen geaccentueerd worden.
(Peaking)
U kunt controleren of het scherp gestelde punt zich
vlakbij of veraf bevindt. (MF-gids)
U kunt de volgende handelingen verrichten:
¢Als een onderling verwisselbare lens zonder focusring gebruikt wordt, kunt u deze
handelingen uitvoeren nadat u op 4 gedrukt heeft, om het scherm weer te geven dat
u in staat stelt de te vergroten zone in te stellen.
Als het beeld in de venstermodus weergegeven wordt, kunt u het beeld ongeveer 3k
tot 6k vergroten/verkleinen; als het beeld op het volledige scherm weergegeven wordt,
kunt u het beeld ongeveer 3k tot 10k vergroten/verkleinen.
Gebruik van een onderling verwisselbare lens zonder focusring
Druk op 1: Stelt scherp op een onderwerp
dichtbij
Druk op 2: Stelt scherp op onderwerpen ver
weg
ASchuifbalk
Door op 2/1 te drukken en te blijven drukken,
zal de focussnelheid vergroot worden.
Het scherpstellen kan ook uitgevoerd worden door de schuifbalk te verslepen.
Knopbediening
Aanraakbediening
Beschrijving van de bediening
3/4/2/1¢Slepen Beweegt de vergrote zone
.
Open-/
dichtknijpen
Vergroot/verkleint het scherm met kleine
stappen.
sVergroot/verkleint het scherm met grote
stappen.
s
Schakelt naar de vergrote weergave
(venstermodus/volledig scherm)
.
[DISP.]¢[Reset]¢Zet de te vergroten AF-zone weer terug op het
midden.
リヴヰ
ョㄏピ
AF
+
A
AF
+
C
B
A
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
104
5Druk de sluiterknop tot halverwege in.
U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [MENU/SET] te drukken.
Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel
te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan.
MF Assist of de MF-gids worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van de gebruikte
lens. MF Assist kan echter weergegeven worden door het toestel rechtstreeks te bedienen,
met het aanraakscherm of een knop.
Het referentieteken van de focusafstand A is een merkteken dat
gebruikt wordt om de focusafstand te meten.
Gebruik dit bij het maken van foto's met de handmatige scherpstelling
of voor close-ups.
Snel scherpstellen met gebruik van Auto Focus
Als [AF/AE LOCK] op Manuele Focus geduwd wordt, zal Auto Focus werkzaam zijn.
Auto Focus werkt in het midden van het frame.
Auto Focus werkt ook met de volgende handelingen.
Indrukken van de functieknop waaraan [AF AAN] toegekend is
Door aanraking van [ ]
Door verslepen van de monitor en het loslaten van uw vinger
op het punt waarop u wilt scherpstellen.
Deze functie is niet beschikbaar als [4K Live Bijsnijden]
ingesteld is.
> [Voorkeuze] > [AF/AE vergrend.] > [AF-ON]
MENU
AF
AF
105
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Vastzetten van het brandpunt en de belichting
(AF/AE-vergrendeling)
Toepasbare modi:
Dit is handig wanneer u een opname wilt maken van een onderwerp dat zich buiten de
AF-zone bevindt of wanneer het contrast te sterk is en u niet de juiste belichting vindt.
1Lijn het scherm uit met het onderwerp.
2Houd [AF/AE LOCK] ingedrukt om de focus
of de belichting vast te zetten.
Als u [AF/AE LOCK] loslaat, zal AF/AE-vergrendeling
gewist worden.
In de fabrieksinstelling is alleen de belichting vergrendeld.
3Terwijl u op [AF/AE LOCK] drukt, beweegt u
het toestel als of u het beeld samenstelt, en
drukt u de sluiterknop vervolgens geheel in.
AAE vergrendelingsaanwijzing
Instelling van de functies van [AF/AE LOCK]
AF-vergrendeling is alleen effectief wanneer u beelden maakt in handmatige belichtingsfunctie.
De AE-vergrendeling is alleen effectief wanneer u beelden maakt met de Handmatige
Scherpstelling.
Er kan weer scherpgesteld worden op het onderwerp door de ontspanknop tot de helft in te
drukken zelfs wanneer AE vergrendeld is.
Programmaschakeling kan ingesteld worden zelfs wanneer AE vergrendeld is.
> [Voorkeuze] > [AF/AE vergrend.]
[AE LOCK] Alleen de belichting is vergrendeld.
Als de belichting ingesteld is, wordt [AEL] weergegeven.
[AF LOCK] Alleen de focus is ontgrendeld.
Als op het onderwerp scherp gesteld is, wordt [AFL] weergegeven.
[AF/AE LOCK]
Zowel focus en belichting zijn vergrendeld.
[AEL] en [AFL] worden weergegeven als de focus en de belichting
geoptimaliseerd zijn.
[AF-ON] Auto focus wordt uitgevoerd.
2
0
0
60
3.5
AEL
AELAEL
AEL
0
0
A
MENU
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
106
Belichtingscompensatie
Toepasbare modi:
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond.
1Druk op [ ].
U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P55)
2Draai de functieknop om de belichting te
compenseren.
ABelichting Bracket
BBelichtingscompensatie
C[Flitser instel.]
U kunt onderstaande handelingen uitvoeren terwijl het
beeldscherm van de belichtingscompensatie
weergegeven wordt.
U kunt de functies tussen de modusknop op de achterkant en de modusknop op de
voorkant schakelen door op [DISP.] te drukken.
3Druk op [ ] om in te stellen.
U kunt ook de sluiterknop tot halverwege indrukken om in te stellen.
Compenseert de belichting
Past de werking van de flitser aan (P160)
3/4Stelt de belichtingsbracket in (P142)
Onderbelichting Juiste belichting Overbelichting
De belichting positief
compenseren.
De belichting negatief
compenseren.
Fn1
+3+3
0
OFF
OFF
+
3
+3
+1+1 +2+2 +3+3
-
5
-
5
-
4
-
4
-
3
-
3
-
2
-
2
-
1
-
100
+1
+1
+5+5+4+4
A
B
C
107
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
U kunt de waarde van de belichtingscompensatie instellen binnen het bereik tussen j5 EV en
i5 EV.
U kunt een waarde instellen tussen j3 EV en i3 EV terwijl u een film opneemt of een opname
maakt met de 4K Photo- of de Post Focus-functie.
Als [Auto. belichtingscomp.] in [Flitser] in het [Opname]-menu op [ON] gezet is, zal de
helderheid van de flitser automatisch op het geschikte niveau voor de geselecteerde
belichtingscompensatie gezet worden. (P160)
Als de belichtingswaarde buiten het bereik van j3 EV tot i3 EV ligt, zal de helderheid van het
opnamescherm niet meer veranderen.
Er wordt aanbevolen om voor de opnames de daadwerkelijke helderheid van het opgenomen
beeld te controleren met Auto Review of op het afspeelscherm.
De ingestelde belichtingscompensatie wordt zelfs opgeslagen als de camera uitgeschakeld
wordt (als [Belichtingscomp. reset] (P224) op [OFF] gezet is)
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
108
De lichtgevoeligheid instellen
Toepasbare modi:
Hiermee kan de gevoeligheid voor het licht (ISO-gevoeligheid) worden ingesteld.
Als u deze hoger zet, kunnen ook op donkere plaatsen opnamen worden gemaakt zonder
dat de opnamen donker worden.
1Druk op 3 ().
2Selecteer de ISO-gevoeligheid door aan de
modusknop op de achterkant te draaien.
U kunt de functies tussen de modusknop op de
achterkant en de modusknop op de voorkant schakelen
door op [DISP.] te drukken.
AInstelling ISO-limiet
BISO-gevoeligheid
3Draai aan de modusknop op de voorkant om
de bovengrens van de ISO-gevoeligheid in te
stellen.
Het zal werken als [Gevoeligheid] op [AUTO] of [ ] gezet is.
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
U kunt ook de sluiterknop tot halverwege indrukken om in te stellen.
リヴヰ
ョㄏピ
AUTO
AUTO
2
00
2
00
4040
ISO
ISO
ISOISOISO
ISOISOISOISOISOISOISO
AUTO
AUTO
ISO
ISO
LIMIT
LIMIT
OFF
OFF
B
A
109
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
¢1 Als de [ISO-limiet] (P199) van het [Opname]-menu op iets anders dan [OFF] gezet is, zal
deze automatisch ingesteld worden binnen de waarde die ingesteld is in [ISO-limiet].
¢2 Alleen beschikbaar als [Uitgebreide ISO] ingesteld is.
Voor informatie over het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P155.
Kan in de volgende gevallen [ ] niet selecteren:
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Handmatige Belichtingsmodus
Als [Multi-belicht.] ingesteld is, is de maximum instelling [ISO3200].
U kunt de volgende instellingen gebruiken in de Creative Video modus wanneer u opnames
maakt met de 4K Photo- of de Post Focus-functie:
[AUTO], [200] tot [6400]
U kunt de ISO-gevoeligheid in de Scene Guide modus alleen instellen als u
[Panorama-opname] gebruikt.
AUTO
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis
van de helderheid.
Maximum [ISO3200] (Met de flitser op [ISO1600])¢1
(Intelligent)
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en
stelt de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens
automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij de beweging
van het onderwerp en de helderheid van de scène passen,
om het schommelen van het onderwerp te minimaliseren.
Maximum [ISO3200] (Met de flitser op [ISO1600])¢1
De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop
tot halverwege ingedrukt wordt. Het verandert voortdurend
om zich aan te passen aan de beweging van het
onderwerp, tot de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
L.100¢2, van 200 tot 25600 De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende
standen.
Kenmerken van de ISO-gevoeligheid
200 25600
Opnamelocatie (aangeraden) Wanneer het licht is (buiten) Wanneer het donker is
Sluitertijd Langzaam Snel
Ruis Minder Verhoogd
Schommelen van het
onderwerp Verhoogd Minder
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
110
De witbalans instellen
Toepasbare modi:
In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit
naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het
dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron.
1Druk op 1 ( ).
2Draai aan de modusknop op de achterkant of
de voorkant om de witbalans te selecteren.
¢[AWB] wordt toegepast als u een film opneemt of de opname uitvoert met de 4K
Photo- of de Post Focus-functie.
[AWB] Automatische afstelling
[V]Wanneer u buiten beelden maakt onder een heldere lucht
[Ð]Wanneer u buiten beelden maakt onder een bewolkte lucht
[î]Wanneer u buiten beelden maakt in de schaduw
[Ñ]Wanneer u beelden maakt onder fel licht
[]
¢Wanneer u beelden maakt met alleen de flits
[]/
[]/
[]/
[]
Stel de witbalanswaarde in. Een gebruik voor het
overeen doen komen van de omstandigheid waarin
u foto’s maakt.
1Druk op 3.
2Plaats een voorwerp zoals een wit stuk papier binnen het frame op
het midden van het scherm en druk op [MENU/SET].
Deze handeling zal de witbalans instellen en brengt u terug naar het
opnamescherm.
Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door de sluiterknop in te
drukken.
De witbalans zou niet correct ingesteld kunnen zijn wanneer het
onderwerp te helder of te donker is. Stel de witbalans opnieuw in nadat u
de juiste helderheid afgesteld heeft.
リヴヰ
ョㄏピ
WB
WBWBWB
WBWBWBWBWBWBWB
AWB
AWB
1
2
3
4
111
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
3Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
U kunt ook de sluiterknop tot halverwege indrukken om in te stellen.
De witbalans wordt alleen berekend voor onderwerpen die binnen het bereik van de flitser van
het toestel liggen. (P155)
In de Scène Guide modus zal het veranderen van de scène of de opnamemodus tot gevolg
hebben dat de instellingen van de witbalans (met inbegrip van de fijnafstelling van de
witbalans) weer op [AWB] gezet worden.
In de Scene Guide modus worden de instellingen gemaakt die geschikt voor iedere scène zijn.
Automatische witbalans
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen
de beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er
meerdere lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit
zit, kan de automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de
witbalans instellen op een andere functie dan [AWB].
1 De automatische witbalans zal met dit bereik werken.
2 Blauwe lucht
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 Zonlicht
6 Wit fluorescerend licht
7 Gloeilamp
8 Zonsopgang en zonsondergang
9 Kaarslicht
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
[]
U kunt de kleurtemperatuur met de hand instellen
om natuurlijke foto's in verschillende
belichtingsomstandigheden te maken.
1Druk op 3.
2Druk op 3/4 om de kleurtemperatuur te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
U kunt de kleur temperatuur instellen van [2500K] tot [10000K].
Onder fluorescente verlichting, LED-verlichting enz., zal de geschikte witbalans
variëren afhankelijk van het verlichtingstype. Gebruik daarom [AWB] of [], [],
[], [].
6500K
1
2
3
4
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
112
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
1Selecteer de witbalans en druk vervolgens op 4.
2Druk op 3/4/2/1 om de witbalans fijn in te stellen.
U kunt ook een fijnere afstelling maken door de grafiek van
de witbalans aan te raken.
Door op [DISP.] te drukken, wordt de positie opnieuw op het midden gezet.
3Op [MENU/SET] drukken.
Als u de witbalans fijn instelt op [A] (amber), zal de icoon van de witbalans op het beeldscherm
oranje worden.
Als u de witbalans fijn instelt op [B] (blauw), zal de icoon van de witbalans o het beeldscherm
blauw worden.
Als u de witbalans fijn instelt op [G] (groen) of op [M] (magenta), zal [_] (groen) of [`]
(magenta) naast de icoon van de witbalans op het beeldscherm verschijnen.
De witbalans fijn afstellen
2 : A (AMBER: ORANJE)
1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG)
3 : G (GROEN: GROENACHTIG)
4 : M (MAGENTA: ROODACHTIG)
GGGGGG
AAAAAABBBBBBB
MMMMMM
113
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Bracket wordt ingesteld op basis van de afstellingen van de witbalansfijnafstelling; met
één druk op de sluiterknop worden automatisch 3 opnamen ineens met verschillende
kleuren gemaakt.
1Verricht de fijnafstelling van de witbalans in stap 2
van “De witbalans fijn afstellen” en stel vervolgens
de bracket in door aan de modusknop op de
achterkant te draaien.
Draai de modusknop op de achterkant naar rechts:
Horizontaal ([A] naar [B])
Draai de modusknop op de achterkant naar links:
Verticaal ([G] naar [M])
U kunt de bracket ook instellen door [ ]/[ ] aan te raken.
2Op [MENU/SET] drukken.
U kunt de witbalansbracket ook instellen in [Bracket] in het [Opname]-menu. (P141)
In deze gevallen niet beschikbaar:
De witbalans bracket werkt niet in de volgende gevallen:
Intelligent Auto modus
Intelligent Auto Plus modus
[Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Bloemen]/
[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
Creative Control modus
Foto's maken terwijl u een film opneemt
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer in de burst-modus opgenomen wordt
Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [ ], [ ] of [ ]
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
Witbalans Bracket
GGGGGG
AAAAAABBBBBBB
MMMMMM
114
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Selecteer een drive-modus
Toepasbare modi:
U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de sluiterknop drukt.
Draai aan de drive-modusknop.
In deze gevallen niet beschikbaar:
De modusinstelling staat vast op [Enkel] als de Scene Guide modus op [Panorama-opname]
gezet is.
[Enkel] Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt slechts één beeld
opgenomen.
[Burstfunctie] (P115) Er worden achtereenvolgende opnames gemaakt terwijl de
sluiterknop ingedrukt is.
[4K-FOTO] (P118) Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt een 4K-foto
gemaakt.
[Post Focus] (P129) Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt een Post
Focus-opname gemaakt.
[Zelf ontsp.] (P135) Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt de opname
gemaakt nadat de ingestelde tijd verstreken is.
[Interval/animatie]
(P136, 138)
De beelden worden opgenomen met Time Lapse Shot of met
Stop-motion-animatie.
115
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Opnamen maken met de burstfunctie
Toepasbare modi:
Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt.
Foto’s die met burst-snelheid [SH] genomen worden, zullen als een enkele burst-groep
opgenomen worden (P182).
1Zet de modusknop van de drive op [ ].
2Stel scherp op het onderwerp en maak een beeld.
De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de
burstfunctie te activeren.
De burst-snelheid instellen
Selecteer het menu. (P51)
¢1 Aantal beelden dat opgenomen kan worden
¢
2 Als de opname gemaakt wordt onder de testvoorwaarden die door Panasonic gespecificeerd zijn.
De burst-snelheid zal halverwege lager worden. De beelden kunnen echter opgenomen worden
zolang de capaciteit van de kaart niet vol is. Afhankelijk van de opname-omstandigheden, zal
het aantal burst-beelden dat opgenomen kan worden verlaagd worden.
Het beeldformaat zal vast op [S] gezet worden als [Burstsnelh.] op [SH] gezet is.
De burst-snelheid kan afhankelijk van de volgende instellingen lager worden.
[Fotoresolutie] (P190)/[Kwaliteit] (P191)/[Gevoeligheid] (P108)/Focusmodus (P91)/[Prio.
focus/ontspan] (P211)
>[Opname] > [Burstsnelh.]
[SH]
(Superhoge
snelheid)
[H]
(Hoge
snelheid)
[M]
(Medium
snelheid)
[L]
(Lage
snelheid)
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
Mechanische
sluiter,
Elektronische
voorste
gordijnsluiter
9 (AFS)
6 (AFC) 62
Elektronische
sluiter 40 10 (AFS)
6 (AFC) 62
Live View tijdens Burstfunctie Geen Geen Beschikbaar Beschikbaar
¢1
Met
RAW-bestanden 45 of meer¢2
Zonder
RAW-bestanden Max. 120 300 of meer¢2
AFSAFS
L
4:3
H
MENU
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
116
Het maximum aantal beelden dat continu opgenomen kan worden
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, zal het maximum
aantal beelden dat u continu kunt opnemen verschijnen. U kunt
controleren hoeveel beelden bij benadering opgenomen kunnen
worden voordat de burst-snelheid afneemt.
Voorbeeld: als 20 beelden opgenomen kunnen worden: [r20]
Is de opname eenmaal van start gegaan, dan zal het maximum aantal beelden dat opgenomen
kan worden afnemen. Als [r0] verschijnt, zal de burst-snelheid afnemen.
Als [r99+] weergegeven wordt, kunt u tot 100 of meer beelden continu opnemen.
Scherpstellen in burstfunctie
De manier om scherp te stellen varieert en is afhankelijk van de instelling van de
focusmodus (P91) en de instelling van de [Prio. focus/ontspan] (P211) in het
[Voorkeuze]-menu.
¢1 Als het onderwerp donker is, of als de burst-snelheid op [SH] gezet is, wordt de focus vast
ingesteld op het eerste beeld.
¢2 De burstsnelheid kan lager worden omdat de camera voortdurend scherpstelt op het object.
¢3 De burstsnelheid krijgt voorrang en de focus wordt geschat binnen het mogelijke bereik.
Focusmodus [Prio. focus/ontspan] Focus
[AFS] [AFS/AFF]: [FOCUS] Bij de eerste opname
[AFS/AFF]: [RELEASE]
[AFF]¢1[AFS/AFF]: [FOCUS] Normale scherpstelling¢2
[AFS/AFF]: [RELEASE] Voorspelde scherpstelling¢3
[AFC]¢1[AFC]: [FOCUS] Normale scherpstelling¢2
[AFC]: [RELEASE] Voorspelde scherpstelling¢3
[MF] Focus ingesteld met handmatige focus
2020r20
0
2
00
117
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
We raden aan de afstandsbediening van de sluiter (DMW-RSL1: optioneel) te gebruiken als u
de sluiterknop volledig ingedrukt wilt houden wanneer u foto's maakt in de burst-modus.
Raadpleeg P309 voor informatie over de afstandsbediening van de sluiter.
Als de burst-snelheid op [SH] of [H] gezet is (terwijl de focusmodus op [AFS] of [MF] staat),
geldt de belichting, die vast staat op de instellingen die voor het eerste beeld gebruikt werden,
ook voor de volgende beelden.
Als de burst-snelheid op [H] gezet is (terwijl de focusmodus [AFF] of [AFC]), [M] of [L] is, wordt
de belichting telkens wanneer u een foto neemt aangepast.
Het kan enige tijd vergen om de foto's die met de Burst-modus gemaakt zijn op de kaart
te bewaren. Als u tijdens het opslaan continu foto's maakt, neemt het maximaal aantal te
maken beelden af. Voor het continu fotograferen wordt het gebruik aangeraden van een
high speed geheugenkaart.
In deze gevallen niet beschikbaar:
De Burstfunctie wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld.
[Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Bloemen]/
[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn]
(Creative Control modus)
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Als een opname gemaakt wordt met gebruik van de flitser (behalve als [Burstsnelh.] op [SH]
gezet is)
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
118
4K-foto's maken
Toepasbare modi:
U kunt het gewenste moment kiezen uit een burst-opname van foto's die gemaakt zijn met
30 frames/seconde en dat moment bewaren als een foto met (ongev.) 8 miljoen pixels.
1Maak een 4K-foto.
2Selecteer en bewaar de foto's.
3De foto is compleet.
Gebruik een kaart met UHS-snelheidsklasse 3 om 4K-foto's te maken. (P26)
Als 4K-foto's gemaakt worden, is de gezichtshoek smaller.
1Zet de modusknop van de drive op [ ].
2Selecteer het menu. (P51)
>[Opname] > [4K-FOTO] > [Opnamemethode]
MENU
119
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
¢1 Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 29 minuten en 59 seconden overschrijdt.
Als een SDHC-geheugenkaart gebruikt wordt, kunt u zelfs zonder onderbreking doorgaan
met opnemen als het bestandsformaat groter is dan 4 GB maar het 4K-burst-bestand zal
gesplitst worden en afzonderlijk opgenomen/afgespeeld worden.
Als een SDXC-geheugenkaart gebruikt wordt, kunt u een 4K-foto in een enkel bestand
opnemen.
¢2 De audio wordt niet afgespeeld als u het afspelen met de camera uitvoert.
3Druk de sluiterknop tot halverwege in om het menu te verlaten.
[]
[4K-burst]¢1
Voor het vastleggen van de beste
opname van een snel bewegend
onderwerp (bijv. sport, vliegtuigen, treinen)
De burst-opname wordt uitgevoerd terwijl op
de sluiterknop gedrukt wordt en deze
ingedrukt gehouden blijft.
Het sluitergeluid zal herhaaldelijk hoorbaar zijn.
AOp drukken in ingedrukt houden
BHet opnemen wordt uitgevoerd
Audio-opname: niet beschikbaar
[]
[4K-burst (S/S)]¢1
“S/S” is een
afkorting voor
“Start/Stop”.
Voor het vastleggen van onvoorspelbare
fotomomenten (bijv. planten, dieren,
kinderen)
De burst-opname start als op de sluiterknop
gedrukt wordt en stopt wanneer er opnieuw
opgedrukt wordt. Er zullen start- en
stoptonen klinken.
CStart (Eerste)
DStop (Tweede)
EHet opnemen wordt uitgevoerd
Audio-opname: beschikbaar¢2
[]
[4K-voorburst]
Om opnames te maken zodra zich een
fotomoment voordoet
(bijv. het moment waarop met een bal
gegooid wordt)
De burst-opname wordt gedurende
ongeveer 1 seconde uitgevoerd voor en na
het moment waarin op de sluiterknop gedrukt wordt. Het sluitergeluid
zal slechts één keer klinken.
FOngeveer 1 seconde
GHet opnemen wordt uitgevoerd
Opname-lengte: ongeveer
2 seconden Audio-opname: niet beschikbaar
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
120
4Maak een 4K-foto.
[]
[4K-burst]
1Druk de sluiterknop tot halverwege in.
ABeschikbare opnametijd
2Druk de sluiterknop volledig in en houd hem
ingedrukt zo lang als u wilt dat de opname
uitgevoerd wordt.
Druk de knop kort van tevoren volledig in. De
opname start ongeveer 0,5 seconde nadat de knop
volledig ingedrukt werd.
Als u Auto Focus gebruikt, zal [Continu AF] werken
tijdens de opname. Het brandpunt zal continu bijgesteld worden.
Als u uw vinger van de sluiterknop wegneemt onmiddellijk nadat de
opname gestart is, kan een periode van tot ongeveer 1,5 seconde
na het moment waarop u uw vinger wegnam opgenomen worden.
[]
[4K-burst (S/S)]
1Druk de sluiterknop volledig in om de opname
te starten.
BBeschikbare opnametijd
Als u Auto Focus gebruikt, zal [Continu AF] werken
tijdens de opname. Het brandpunt zal continu
bijgesteld worden.
2Druk de sluiterknop opnieuw volledig in op de
opname te stoppen.
Markers toevoegen om beelden te selecteren en te bewaren
U kunt markers toevoegen als u tijdens de opname op [Fn2] drukt (tot
40 markers per opname). Wanneer beelden uit een 4K-burst-bestand
geselecteerd en bewaard worden, kunt u naar de posities springen
waarop u markers toegevoegd heeft.
[]
[4K-voorburst]
Druk de sluiterknop geheel in.
CAantal opnames dat gemaakt kan worden
Auto Focus stelt het brandpunt continu bij en stelt ook de
belichting continu bij, behalve in de handmatige
belichtingsmodus.
Bij een opname met [ ] ([4K-voorburst]) kunnen
beelden mogelijk niet net zo vloeiend weergegeven
worden als tijdens het opnemen met het gewone
opnamescherm.
Opnametips
In de situaties waarin u het brandpunt en de belichting wilt
vergrendelen, zoals wanneer het onderwerp zich niet in het midden
bevindt, gebruikt u [AF/AE LOCK]. (P105)
AFSAFS
4K
3
0
R
5m0404s
R
5m04s
A
AFSAFS
4K
3
0
R
5m0404s
R
5m04s
B
120012001200
AFSAFS
4K
3
0
C
121
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
De camera zal een burst-opname van een 4K-foto maken en die bewaren als een
4K-burst-bestand in MP4-formaat.
Als [Auto review] ingeschakeld is, zal het scherm voor de beeldselectie automatisch
weergegeven worden. Druk de sluiterknop tot halverwege in om het opnamescherm weer te
geven en de opname voort te zetten.
Raadpleeg voor informatie over het selecteren en bewaren van beelden uit de opgenomen
4K-burst-bestanden P125.
Om het bewegen van de camera te reduceren, raden wij aan dat u een statief en de
afstandsbediening van de sluiter (DMW-RSL1: optioneel) (P309) gebruikt als u
[Lichtcompositie] (P236) gebruikt.
Instellen van Loop-opnamen ([4K-burst (S/S)])
Met [ ] ([4K-burst (S/S)]) kunt u opnames maken terwijl de oudste gegevens die
opgenomen zijn gewist worden zodat u kunt blijven opnemen terwijl u op een fotomoment
wacht, zonder dat het nodig is de kaart te vervangen.
Wanneer u de opname eenmaal start, zal het 4K-burst-bestand opgenomen worden en om de
ongeveer 2 minuten gesplitst worden.
Ongeveer de laatste 10 minuten (tot ongeveer 12 minuten) zullen opgeslagen worden. Het
voorafgaande gedeelte zal worden gewist.
Selecteer het menu. (P51)
Instellingen: [ON]/[OFF]
Wij adviseren dat u een voldoende geladen batterij of een (optionele) netadapter
gebruikt.
Het is mogelijk om tot 29 minuten en 59 seconden achter elkaar op te nemen.
[ ] wordt tijdens het opnemen weergegeven.
De beschikbare opnametijd en de verstreken opnametijd worden tijdens de opname niet
weergegeven.
[Loop-recording] is niet mogelijk als er onvoldoende vrije ruimte op de kaart is.
Leeg raken batterij en temperatuur camera
Als de omgevingstemperatuur hoog is of continu een 4K-foto-opname gemaakt wordt, kan de
camera [ ] weergegeven en kan de opname stoppen (als [ ] ([4K-voorburst])
geselecteerd is, verandert de instelling in [ ] ([4K-burst]) voordat de opname stopt). Wacht
tot de camera afgekoeld is.
Als [ ] ([4K-voorburst]) ingesteld is, raakt de batterij sneller leeg en stijgt de
temperatuur van de camera. Selecteer [ ] ([4K-voorburst]) alleen tijdens de opname.
> [Opname] > [4K-FOTO] > [Loop-recording]
MENU
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
122
Veranderen van de beeldverhouding
Door [Aspectratio] in het [Opname]-menu te selecteren, kunt u de beeldverhouding van
4K-foto's veranderen.
Het onderwerp opnemen met minder waas
U kunt de wazigheid van het onderwerp verlagen door een snellere sluitertijd in te stellen.
1Zet de modusknop op [ ].
2Stel de sluitertijd in door aan de modusknop op de achterkant of de voorkant te
draaien.
Sluitergeluid voor het maken van 4K-foto's
Als [ ] (
[4K-burst]
) of [ ] (
[4K-voorburst]
) gebruikt wordt kunt u de instellingen van het
geluid van de elektronische sluiter veranderen in [E-shutter vol] en [E-Shuttertoon].
(P220)
Voor opnames met [ ] ([4K-burst (S/S)]) kan het volume van de start-/stoptoon ingesteld
worden in [Beep volume].
U kunt de hogesnelheid burst-opname snel ten uitvoer brengen met gebruik van de
4K-fotofunctie in combinatie met [Stille modus].
Scènes die niet geschikt zijn voor de 4K-fotofunctie
Opnames in uiterst heldere locaties of binnenshuis
Als onderwerpen op een extreem heldere plaats opgenomen worden, of onder
fluorescente/LED-verlichting, kan de kleurtoon of de helderheid van het beeld veranderen
en kunnen horizontale strepen op het beeld verschijnen.
Het verlagen van de sluitertijd kan het effect van de horizontale strepen verkleinen.
Onderwerpen die snel in horizontale richting bewegen
Als u een onderwerp opneemt dat snel in horizontale richting beweegt, kan het onderwerp
op de opgenomen beelden vervormd lijken.
Opmerkingen over de 4K-fotofunctie
Approximatieve sluitertijd voor buitenopnames onder goede weersomstandigheden.
1/1000 seconde of sneller.
Als u de sluitertijd verhoogt, wordt de ISO-gevoeligheid groter hetgeen de ruis op het
scherm kan doen toenemen.
123
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Instelling voor de 4K Photo-functie van de camera
De instelling van de camera wordt automatisch geoptimaliseerd voor de 4K
Photo-opname.
De volgende items van het [Opname]-menu staan vast op onderstaande instellingen:
4K-burst-bestanden worden opgenomen met onderstaande instellingen:
Instellingen in het [Bewegend beeld]-menu worden niet toegepast op 4K-burst-bestanden.
Als met de 4K Photo-functie opgenomen wordt, zijn de bereiken van de volgende functies
anders dan de bereiken die beschikbaar zijn voor het nemen van foto's:
Sluitertijd: 1/30ste tot 1/16000ste
Belichtingscompensatie: j3 EV tot i3EV
ISO-gevoeligheid: [AUTO], 200 tot 6400
De volgende menu-items zijn uitgeschakeld:
[Fotoresolutie]
[4K] (8M)
[4:3]: (3328k2496)
[3:2]: (3504k2336)
[16:9]: (3840k2160)
[1:1]: (2880k2880)
[Kwaliteit] [A]
[Sluitertype] [ESHTR]
[Opname-indeling] [MP4] [Continu AF] [ON]
[Opn. kwaliteit] [4K/100M/30p]
[Helderheidsniveau]
[0s255]
Tijdens het opnemen met de 4K Photo-functie zijn de volgende functies uitgeschakeld:
Flitser
Bracket-opname
Programmaschakeling
Focusmodus (AFF)
[AF mode] ( )
[MF assist] ([ ] (Alleen [4K-voorburst]))
Witbalans ()
[Opname]
[Fotoresolutie]/[Kwaliteit]/[AFS/AFF]/[Bracket]/[iHandh. nachtop.]/[iHDR]/
[HDR]/[Panorama-instellingen]/[Sluitertype]/[Sluitervertraging]/[Flitser]/
[Uitgebreide ISO]/[Lang sl.n.red]/[Schaduwcomp.]/[Ex. tele conv.]/
[Kleurruimte]/[Gezicht herk.]/[Profiel instellen]
[Voorkeuze] [Opn.gebied]
[Set-up] [Besparing] ([ ] (Alleen [4K-voorburst]))
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
124
De volgende veranderen treden op als 4K-foto's gemaakt worden:
De [I.resolutie]-instelling verandert van [EXTENDED] in [LOW].
[Bestemming] in [Reisdatum] kan niet opgenomen worden.
[Gelijktijdig zond. filter] is niet beschikbaar.
Het is niet mogelijk de HDMI-uitgang te gebruiken.
Als met [ ] ([4K-voorburst]) opgenomen wordt, is [Stapsg. zoom] in [Powerzoomlens]
uitgeschakeld.
De scènedetectie in de Intelligent Auto modus werkt op dezelfde manier als wanneer een film
opgenomen wordt.
Als de drive-modus op 4K-foto gezet is, is het niet mogelijk foto's te maken terwijl een film
opgenomen wordt (alleen als [ ] ([Fotoprioriteit]) ingesteld is).
In deze gevallen niet beschikbaar:
De 4K-fotofunctie is uitgeschakeld als de volgende instellingen gebruikt worden:
[Scherp tegenlicht]/[Glinsterend water]/[Artistieke nachtopname]/[Fonkelende verlichting]/
[Nachtop. uit hand]/[Nachtportret]/[Bloemen]/[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn]
(Creative Control modus)
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
125
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en
bewaren
Dit deel beschrijft hoe beelden in het 4K-burst-bestand geselecteerd en bewaard worden.
Raadpleeg P118 voor informatie over hoe 4K-burst-bestanden opgenomen moeten
worden.
1Selecteer een beeld met de [ ]-icoon op het afspeelscherm en
druk op 3.
U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon
[].
Als het beeld opgenomen was met [ ] ([4K-voorburst]), ga dan verder met stap 3.
2Versleep de schuifbalk om een grove selectie van
scènes te maken.
Raadpleeg P126 voor informatie over hoe het
diabeeldscherm gebruikt moet worden.
Als het beeld opgenomen werd met [ ] ([4K-burst]) of
[ ] ([4K-burst (S/S)]) kunt u de scènes daarvan op het
4K-burst-afspeelscherm selecteren door [ ] (Fn1) aan te
raken. (P127)
3Versleep de frames om het frame te selecteren dat u
als foto wilt bewaren.
U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op 2/1 te
drukken.
4Raak [ ] aan om het beeld te bewaren.
De foto wordt in JPEG-formaat bewaard.
De foto zal bewaard worden met de opname-informatie (Exif informatie) met inbegrip van de
informatie over de sluitertijd, de lensopening en de ISO-gevoeligheid.
U kunt de foto's die gemaakt werden tijdens een periode van 5 seconden in één
keer bewaren met gebruik van [4K-FOTO In Bulk Opslaan] in het [Afspelen]-menu.
(P235)
Fn2
Fn1
Diascherm
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
126
<Diascherm>
Tijdens de werking met markers kunt u naar de markers springen die u toegevoegd had, of
naar het begin of het eind van het 4K-burst-bestand. Druk opnieuw op [Fn2] om naar de
oorspronkelijke werking terug te keren.
Knopbediening
Aanraakbediening
Beschrijving van de bediening
2/1Slepen
Selecteer een frame dat u als een foto wilt bewaren.
U kunt een frame uit 60 frames selecteren (continue
burst-tijd van ongeveer 2 seconden).
Selecteer
/
>
[MENU/SET]
/
Geeft de vorige of de volgende 45 frames als diavoorstelling weer.
Door opnieuw op dezelfde knop te drukken, zullen de
frames weergegeven worden die op de volgende frames
volgen dan wel de frames die aan de vorige voorafgaan.
sAanraken/
Verslepen
Selecteert het frame dat weergegeven moet worden en geeft
de frames die het geselecteerde beeld voorafgaan en volgen
weer als een diavoorstelling.
Open-/
dichtknijpen
Vergroot/verkleint de weergave
s
Selecteert een frame terwijl de vergrote weergave
gehandhaafd blijft
(tijdens vergrote weergave)
3/4/2/1Slepen Beweegt de vergrote zone (tijdens vergrote weergave)
[Fn1] Geeft het 4K-burst-afspeelscherm weer.
[Fn2] Schakelt naar de werking met markers
s/ Voegt een marker toe/wist een marker
s
De in-focus gedeeltes worden met een kleur geaccentueerd.
([Peaking])
Schakelt om in de volgorde [OFF]>[ON] ([LOW]) > [ON]
([HIGH]).
[MENU/SET] Bewaart het beeld
Knopbediening Aanraakbediening Beschrijving van de bediening
1Beweegt naar het volgende merkteken.
2Beweegt naar het vorige merkteken.
Fn2
Fn1
Positie van het
weergegeven frame
127
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
<4K-burst-afspeelscherm>
Raak het scherm twee keer aan om de weergave te vergroten. Om naar de oorspronkelijk
weergave terug te keren, raakt u het vergrote scherm twee keer aan.
Om beelden afkomstig van 4K-burst-bestanden te selecteren en op een PC te bewaren,
gebruikt u de software “PHOTOfunSTUDIO”. (P295)
Houd er rekening mee dat het niet mogelijk is een 4K-burst-bestand als een film te bewerken.
Knopbediening
Aanraakbediening
Beschrijving van de bediening
3/ Continu afspelen/Pauze (tijdens continu afspelen)
4/ Continu achteruit/Pauze (tijdens continu terugspoelen)
1/ Snel vooruit/Frame-by-frame vooruit (tijdens pauze)
2/ Snel achteruit/Frame-by-frame achteruit (tijdens pauze)
sAanraken/
Verslepen
Selecteert de weer te geven frames (tijdens pauze)
Open-/
dichtknijpen
Vergroot/verkleint de weergave (tijdens pauze)
sSelecteert een frame terwijl de vergrote weergave
gehandhaafd blijft (tijdens de vergrote weergave)
3/4/2/1Slepen Beweegt de vergrote zone (tijdens vergrote weergave)
[Fn1] Geeft het diascherm weer (tijdens pauze)
[Fn2] Schakelt naar de werking met markers
s/ Voegt een marker toe/wist een marker
s
De in-focus gedeeltes worden met een kleur geaccentueerd.
([Peaking])
Schakelt om in de volgorde [OFF]>[ON] ([LOW]) > [ON]
([HIGH]).
[MENU/SET] Bewaart de foto (tijdens pauze)
Fn2
Fn1
Fn2
Tijdens continu afspelenTijdens pauze
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
128
Selecteren en bewaren van beelden op het TV-scherm
Zet [HDMI-functie (afspelen)] (P223) op [AUTO] of [4K].
Als verbinding gemaakt wordt met een TV die geen 4K-films ondersteunt, selecteer dan
[AUTO].
Zet [VIERA link] in [TV-verbinding] op [OFF].
Als u 4K-burst-bestanden op een TV weergeeft die met de camera verbonden is, zullen ze
alleen op het 4K-burst-afspeelscherm weergegeven worden.
Zelfs als u de SD-kaart in een SD-kaartsleuf van een 4K-compatibele TV steekt, kunt u geen
4K-burst-bestanden afspelen die opgenomen zijn met [Aspectratio] op een andere optie dan
[16:9].
(Met ingang van september 2016)
Afhankelijk van de TV waarmee verbinding gemaakt wordt, kunnen de 4K-burst-bestanden
mogelijk niet correct afgespeeld worden.
129
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Het brandpunt na de opname controleren
(Post Focus/Focus Stacking)
Toepasbare modi:
De camera kan burst-opnames uitvoeren met dezelfde beeldkwaliteit als 4K-foto-opnames
terwijl de focus automatisch naar de verschillende gebieden verplaatst wordt. Na de
opname kunt u het gewenste gebied op het scherm selecteren en de foto waarin het
geselecteerde gebied scherp gesteld is bewaren.
U kunt ook meerdere beelden met verschilldende focusgebieden samenvoegen om het
focusbereik te verbreden (Focus Stacking).
Deze functie is geschikt voor het opnemen van stilstaande objecten.
Wij adviseren dat u een statief gebruikt tijdens het opnemen van beelden die voor Focus
Stacking gebruikt worden.
Gebruik een kaart met UHS-snelheidsklasse 3. (P26)
De gezichtshoek wordt smaller wanneer de Post Focus-functie in gebruik is.
4K-burst-opname terwijl de
focus automatisch verplaatst
wordt.
Raak het gewenste
focuspunt aan.
Er wordt een foto met het
gewenste focuspunt
gemaakt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
130
1Zet de modusknop van de drive op [ ].
2Bepaal de compositie en druk de sluiterknop tot
halverwege in.
Auto-focus zal de scherpstelgebieden op het scherm
detecteren (met buitensluiting van de randen van het
scherm).
Als er op het scherm geen gebieden zijn die scherp
gesteld kunnen worden, zal de focusweergave (A)
knipperen. In dit geval is het niet mogelijk de opname te
maken.
3Druk de sluiterknop volledig in om de opname te
starten.
Het brandpunt verandert automatisch tijdens het opnemen. Als de icoon (B) verdwijnt,
wordt de opname automatisch beëindigd.
Er zal een film in MP4-formaat opgenomen worden (er zal geen audio opgenomen
worden).
Als [Auto review] ingeschakeld is, zal een scherm weergegeven worden waarin u het
gewenste scherpstelgebied kunt selecteren. (P132)
Opnames maken met de Post Focus-functie
Vanaf het moment dat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt tot het einde
van de opname.
Handhaaf dezelfde afstand tot het onderwerp en dezelfde compositie.
Niet de zoom bedienen.
De cameratemperatuur
Als de omgevingstemperatuur hoog is, als de opname continu uitgevoerd wordt met de Post
Focus-functie of als de temperatuur van de camera stijgt, kan [ ] weergegeven worden
en kan de opname halverwege gestopt worden om de camera te beschermen. Wacht tot de
camera afkoelt.
5
m
04
s
4K
4:3
5m04s
A
B
131
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Beperkingen van de Post Focus-functie
Aangezien de opname met dezelfde beeldkwaliteit als 4K-foto's uitgevoerd wordt, zijn
bepaalde beperkingen van toepassing op opnamefuncties en menu-instellingen. Raadpleeg
voor details Instelling voor de 4K Photo-functie van de camera op P123.
Naast de beperkingen van de 4K Photo-functie zijn de volgende beperkingen van toepassing
op de Post Focus-functie:
De focusmodus staat vast op [AFS].
De Auto Focusmodus is uitgeschakeld.
Bewegende beelden kunnen niet gemaakt worden.
[Dig. zoom] is uitgeschakeld.
De volgende items van het [Voorkeuze]-menu zijn uitgeschakeld:
[Sluiter-focus]/[Prio. focus/ontspan]/[Rest-aanduiding]/[Videotoets]
In deze gevallen niet beschikbaar:
De Post Focus-functie is uitgeschakeld als de volgende instellingen gebruikt worden:
[Scherp tegenlicht]/[Glinsterend water]/[Artistieke nachtopname]/[Fonkelende verlichting]/
[Nachtop. uit hand]/[Nachtportret]/[Bloemen]/[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn]
(Creative Control modus)
Wanneer [Multi-belicht.] ingesteld is
133
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Voeg meerdere foto's, die geëxtraheerd zijn uit beelden die met de Post Focus-functie
opgenomen zijn, samen in een enkele foto met een bredere focusbereik.
AFocus: dichterbij
BFocus: verder weg
1Raak [ ] in stap 2 van “Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en
bewaren van de foto” aan.
U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [Fn1] te drukken.
2Raak de samenvoegingsmethode aan.
Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden (Focus
Stacking)
[Automatisch
samenvoegen]
Selecteert automatisch de foto's die geschikt zijn om samengevoegd
te worden en voegt ze samen in één enkel beeld.
De prioriteit zal gegeven worden aan foto's met een dichterbij
gelegen brandpunt.
De beelden zullen in één enkele foto samengevoegd worden en het
resulterende beeld zal bewaard worden als dit item geselecteerd
wordt.
[Bereik
samenvoegen]
Voegt beelden met een gespecificeerd focusgebied samen in een
enkel beeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
134
3(Wanneer [Bereik samenvoegen] geselecteerd is)
Raak het gewenste focusgebied aan.
Rak het focusgebied opnieuw aan om de selectie te wissen.
Door het scherm te verslepen, kunt u meerdere gebieden
selecteren.
4Raak [ ] aan om de beelden samen te voegen en het resulterende beeld te
bewaren.
De foto zal in JPEG-formaat bewaard worden. De opname-informatie (Exif-informatie) van de
originele foto met de kortste focusafstand, met inbegrip van de sluitertijd, de lensopening en de
ISO-gevoeligheid, zal ook in het nieuwe beeld opgenomen worden.
De camera kan automatisch de verkeerde uitlijning van foto's corrigeren, die veroorzaakt werd
door het bewegen van de camera. Als ze gecorrigeerd zijn, wordt de gezichtshoek een klein
beetje smaller wanneer de foto's samengevoegd worden.
Er kan een onnatuurlijk beeld gecreëerd worden als een onderwerp tijdens de opname
beweegt of als de afstand tussen onderwerpen groot is.
Beelden die heel onscherp zijn, zoals beelden die met een macrolens opgenomen zijn, kunnen
samengevoegd worden in een onnatuurlijk beeld. Als u de opname uitvoert met een grotere
lensopening in Lensopening-Prioriteit AE modus of de handmatige belichtingsmodus ziet het
resulterende beeld er mogelijk minder onnatuurlijk uit.
U bent mogelijk niet in staat Focus Stacking te gebruiken voor beelden die met andere
apparaten opgenomen zijn.
Specificeer minstens twee gebieden.
De in-focus-gebieden tussen de twee gebieden zullen ook
geselecteerd worden en het gecombineerde
in-focus-gebied zal aangeduid worden.
De grijze gebieden duiden op gebieden die, indien
geselecteerd, tot gevolg kunnen hebben dat het
samengevoegde beeld er onnatuurlijk uitziet, en op
gebieden die niet geselecteerd kunnen worden.
Knopbediening
Aanraakbedi
ening
Beschrijving van de
bediening
3/4/2/1Aanraken Selecteert een gebied.
[Fn2] [Inst./annul]
Specificeert/wist een gebied.
[DISP.]
[Alle]
Selecteert alle gebieden.
(Voordat gebieden
geselecteerd worden)
[Reset]
Wist alle selecties.
(Nadat gebieden
geselecteerd zijn)
[MENU/SET]
Voegt beelden samen en
bewaart het resulterende
beeld.
5HVHW
ュリヴヱハ
Fn2
,QVWDQQXO
5HVHW
ュリヴヱハ
Fn2
,QVWDQQXO
135
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Opnamen maken met de zelfontspanner
Toepasbare modi:
1Zet de modusknop van de drive op [ ].
2Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
Focus en belichting zullen ingesteld worden als de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
Na het knipperen van het controlelampje van de
zelfontspanner gaat de opname van start.
Instellen van de zelfontspanner
Selecteer het menu. (P51)
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Onder de volgende omstandigheden kan het niet op [ ] gezet worden.
Wanneer [Gelijktijdig zond. filter] van [Filterinstellingen] op [ON] gezet is
Tijdens opname met de Bracket-functie
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
De zelfontspanner is in de volgende gevallen uitgeschakeld.
Wanneer u bewegende beelden opneemt
>[Opname] > [Zelf ontsp.]
Beeld wordt 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt gemaakt.
Na 10 seconden maakt het toestel 3 foto’s met tussenpozen van ongeveer
2 seconden.
Beeld wordt 2 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt gemaakt.
Wanneer u een statief, enz. gebruikt, is deze instelling handig om de beweging te
vermijden die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop.
MENU
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
138
Deze functie dient niet voor gebruik met een veiligheidscamera.
[Intervalopname] wordt in de volgende gevallen op pauze gezet.
Als de batterij leeg raakt
De camera uitzetten
Tijdens [Intervalopname] kunt u de batterij en de kaart vervangen en vervolgens opnieuw van
start gaan door dit toestel in te schakelen (Houd er rekening mee dat foto's die na de herstart
genomen worden als een afzonderlijke reeks groepsbeelden opgeslagen zullen worden).
Schakel dit toestel uit als u de batterij of de kaart vervangt.
Als [Opname-interval] op een grotere waarde gezet is en de camera automatisch uitgeschakeld
wordt in afwachting van de volgende opname, raden we aan dat u Time Lapse Shot in de Auto
Focusmodus gebruikt.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Nachtop. uit hand]/[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
Toepasbare modi:
Een stop-motionbeeld wordt gecreëerd door beelden samen te voegen.
1Zet de modusknop van de drive op [ ].
2Laat het instellingenscherm weergeven. (P136)
Schakel naar [Stop-motionanimatie] als die niet
geselecteerd is. (P136)
3Druk de sluiterknop tot halverwege in.
Het opnamescherm zal weergegeven worden. U kunt
dezelfde handeling ook uitvoeren door op [ ] te
drukken, en erop te blijven drukken tot het opnamescherm weergegeven wordt.
Creëren van stopmotion-beelden ([Stop-motionanimatie])
[Automatische
opname]
[ON] Maakt automatisch foto's volgens een ingesteld
tijdsinterval.
[OFF] Dit is voor het handmatig, beeld voor beeld, foto's
maken.
[Opname-interval]
(Alleen als [Automatische opname] op [ON] gezet is)
Druk op 2/1 om het opname-interval (seconden) te
selecteren, druk op 3/4 om het in te stellen en druk op
[MENU/SET].
AFS
AFS
L
4:3
139
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
4Druk de ontspanknop geheel in.
Er kunnen tot 9999 frames opgenomen worden.
5Beweeg het onderwerp om de compositie te bepalen.
Herhaal de opname op dezelfde manier.
Als dit toestel tijdens het opnemen uitgeschakeld wordt, zal
een bericht voor het hervatten van de opname
weergegeven worden wanneer het toestel ingeschakeld
word. Door [Ja] te selecteren, kunt u de opname voorzetten vanaf het punt van
onderbreking.
6Raak [ ] aan om de opname te eindigen.
De opname kan ook beëindigd worden door [Interval/
animatie] te selecteren in het [Opname]-menu en
vervolgens op [MENU/SET] te drukken.
Als [Automatische opname] op [ON] gezet is, selecteer
dan [Exit] op het bevestigingsscherm.
(Als [Onderbreken] geselecteerd wordt, druk de
sluiterknop dan volledig in om de opname te hervatten.)
Nadat de opname gestopt is, zal een bevestigingsscherm weergegeven worden waarin u
gevraagd wordt of u verder wilt gaan met de creatie van een film.
Selecteer [Ja] om een film te creëren.
Raadpleeg P140 voor informatie over de creatie van films.
Veranderen van de instellingen van Stop Motion Animatie
U kunt de instellingen in [Interval/animatie] veranderen in het [Opname]-menu.
Toevoegen van beelden aan de stop-motion-animatiegroep
Door [Toevoegen aan fotogroep] in stap 2 te selecteren, zullen groepsbeelden
weergegeven worden die opgenomen zijn met [Stop-motionanimatie].
Selecteer een reeks groepsbeelden en druk vervolgens op [MENU/SET].
Vakkundig opnemen van materialen
Het opnamescherm toont tot twee eerder opgenomen beelden. Gebruik deze als
referentie voor de mate van beweging.
Door op [(] te drukken, kunt u de opgenomen beelden nakijken.
Onnodige foto's kunnen gewist worden door op [ ] te drukken.
Door opnieuw op [(] te drukken, wordt teruggekeerd naar het opnamescherm.
30
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
140
Het kan zijn dat de automatische opname niet plaatsvindt met de ingestelde tijdsintervallen
omdat de opname onder bepaalde omstandigheden tijd vergt, zoals wanneer de flitser bij de
opname gebruikt wordt.
Een beeld kan niet geselecteerd worden in [Toevoegen aan fotogroep] als dit beeld het enige
opgenomen beeld is.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
[Automatische opname] in [Stop-motionanimatie] is voor de volgende functies niet beschikbaar:
[Nachtop. uit hand] (Scene Guide modus)
Om films te creëren nadat foto's genomen zijn, volg dan onderstaande stappen.
1Selecteer de methode voor de creatie van een film.
Het opnameformaat is op [MP4] gezet.
2Druk op 3/4 om [Uitvoer.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
U kunt ook films creëren met gebruik van [Intervalvideo] (P241) of [Stop-motionvideo]
(P241) in het [Afspelen]-menu.
Als een SDHC-geheugenkaart gebruikt wordt, kunt u geen films creëren met een
bestandsformaat groter dan 4 GB.
Als een SDXC-geheugenkaart gebruikt wordt, kunt u films creëren met een bestandsformaat
groter dan 4 GB.
Creëren van films uit opgenomen foto's
[Opn. kwaliteit] Stelt de kwaliteit van de film in.
[Beeldfrequentie]
Stelt het aantal frames per seconde in.
Hoe groter het aantal hoe soepeler de filmbeelden in elkaar
overgaan.
[Serie]
[NORMAL]:
Voegt beelden samen in de opnamevolgorde.
[REVERSE]:
Voegt beelden samen in de omgekeerde opnamevolgorde.
Als een film gecreëerd wordt met een [Opn. kwaliteit]-instelling van [4K/30p], [4K/25p] of
[4K/24p], worden de opnametijden beperkt tot 29 minuten en 59 seconden.
Een film met een [Opn. kwaliteit]-instelling van [FHD/60p], [FHD/50p], [FHD/30p], [FHD/25p],
[HD/30p] of [HD/25p] kan niet gecreëerd worden als de opnametijd langer is dan 29 minuten en
59 seconden of als het bestandsformaat groter is dan 4 GB.
141
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Foto's maken terwijl een instelling automatisch
aangepast wordt (Bracket opname)
Toepasbare modi:
U kunt meerdere foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt door op
de sluiterknop te drukken.
1Selecteer het menu. (P51)
¢Beschikbaar in de Lensopening-Prioriteit AE-modus of als de ISO-gevoeligheid op
[AUTO] gezet is in de handmatige belichtingsmodus.
2Druk op 3/4 om [Meer instellen] te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Raadpleeg voor meer informatie over [Meer instellen] de pagina die iedere functie
beschrijft.
Druk de sluiterknop tot halverwege in om het menu te verlaten.
3Stel scherp op het onderwerp en maak een beeld.
Als de belichtingsbracket geselecteerd wordt, knippert de bracket-weergave tot alle
beelden die u ingesteld heeft opgenomen zijn. Als u de bracket-instellingen verandert of
de camera uitschakelt voordat alle beelden die u ingesteld heeft genomen zijn, zal de
camera de opname herstarten vanaf het eerste beeld.
Om [Type Bracket] te annuleren
Selecteer [OFF] in stap 1.
> [Opname] > [Bracket]> [Type Bracket]
(Belichting Bracket) Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren
terwijl de belichting aangepast wordt. (P142)
(Lensopening Bracket)¢Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren
terwijl de lensopening aangepast wordt. (P143)
(Focus Bracket)
Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren
terwijl de brandpuntpositie aangepast wordt.
(P143)
(Witbalans Bracket)
Druk één keer op de sluiterknop om automatisch
drie foto's te maken met verschillende instellingen
van de witbalans. (P113)
MENU
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
142
In deze gevallen niet beschikbaar:
De bracket-opname wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld.
[Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Bloemen]/
[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn]
(Creative Control modus)
Bij opnames met gebruik van de flitser (behalve voor de witbalansbracket).
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Als opgenomen wordt in de Burst-modus (alleen als [Burstsnelh.] op [SH] gezet is)
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
Over [Meer instellen] (stap 2 in P141)
¢Niet beschikbaar voor burst-opnames. Wanneer de burst-opname gebruikt wordt en de
sluiterknop wordt ingedrukt en ingedrukt gehouden, zal de opname continu uitgevoerd
worden tot een gespecificeerd aantal foto's gemaakt is.
[Stap]: [31/3], [Serie]: [0/s/r]
Wanneer u opnamen maakt met Belichting-bracket nadat u de waarde van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld, worden de foto's met de gekozen
belichtingscompensatie gemaakt.
Belichting Bracket
[Stap]
Stelt het aantal te nemen foto's en het bereik van de
belichtingscompensatie in.
[3•1/3] (neemt drie foto's met een interval van 1/3 EV) tot [7•1]
(neemt zeven foto's met een interval van 1 EV)
[Serie] Stelt de volgorde in waarin de foto's genomen worden.
[Single Shot Instelling]¢
[ ]: neemt één foto telkens wanneer op de sluiterknop gedrukt
wordt.
[ ]: neemt alle foto's waarvan het te nemen aantal ingesteld
was wanneer één keer op de sluiterknop gedrukt wordt.
1ste beeld 2de beeld 3de beeld
d0EV j1/3 EV i1/3 EV
143
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
Opnamefunctie:
Over [Meer instellen] (stap 2 in P141)
Wanneer de burst-opname gebruikt wordt en de sluiterknop wordt ingedrukt en ingedrukt
gehouden, dan zal de opname uitgevoerd worden tot een gespecificeerd aantal foto's gemaakt is.
De beschikbare lensopeningwaarden variëren en zijn afhankelijk van de lens.
Voorbeeld: gebruik van de onderling verwisselbare lens (H-FS12060)
Als de beginpositie op F8.0 gezet is:
1 eerste beeld, 2 tweede beeld, 3 derde beeld... 7 zevende beeld
Over [Meer instellen] (stap 2 in P141)
¢Niet beschikbaar voor burst-opnames. Wanneer de burst-opname gebruikt wordt en de
sluiterknop wordt ingedrukt en ingedrukt gehouden, zal de opname continu uitgevoerd
worden tot een gespecificeerd aantal foto's gemaakt is.
AFocus: dichterbij
BFocus: verder weg
1 eerste beeld, 2 tweede beeld... 5 vijfde beeld...
De beelden die met Focusbracket opgenomen zijn, worden weergegeven als een reeks groepsbeelden. (P182)
Als u foto's wenst samen te voegen met in de handel verkrijgbare software, raden we aan dat u
de [Stap] en [Aantal beelden] instellingen afstelt terwijl u foto's maakt en deze controleert. Met
een lens met kleinere opening zou u een groter aantal foto's nodig kunnen hebben.
Lensopening Bracket
[Aantal beelden]
[3], [5]:
neemt een gespecificeerd aantal foto's met verschillende lensopeningwaarden
binnen het bereik dat op de beginwaarde van de lensopening gebaseerd is.
[ALL]: neemt foto's met gebruik van alle lensopeningwaarden.
Focus Bracket
[Stap]
Stelt het interval tussen de brandpuntposities in.
De afstand waarmee de brandpuntpositie verplaatst in elke stap zal korter
zijn als de beginpositie dichter bij een onderwerp is en andersom als de
beginpositie verder van een onderwerp af ligt, zal de afstand groter zijn.
[Aantal beelden]¢Stelt het aantal te nemen foto's in.
[Serie]
[0/
s
/
r
]:
Beweegt de positie van het brandpunt afwisselend dichterbij en verder
weg binnen het bereik dat op de beginpositie gecentreerd is als u foto's maakt.
[0/r]: Beweegt de positie van het brandpunt verder weg van de
beginpositie als u foto's maakt. Als u wenst foto's samen te voegen om
een beeld te creëren met een grote velddiepte m.b.v. in de handel
verkrijgbare software, raden we aan dat u deze instelling gebruikt.
[Serie]: [0/s/r][Serie]:[0/r]
4.0 5.6 8.0 11 16 22
・ ・
144
6. Stabilisator, zoom en flitser
Beeldstabilisator
De camera kan of de beeldstabilisator in de lens of de beeldstabilisator in de body activeren,
of het kan beide activeren en de jitter zelfs beter doen afnemen. (Dual I.S.-modus)
Dual I.S.2 ( , , ), die een nog doeltreffender correctie verstrekt, wordt ook
ondersteund.
Voor filmopnames kunt u de Hybride Beeldstabilisator met 5 assen gebruiken, die gebruik
maakt van de In-Lens Beeldstabilisator, de In-Body Beeldstabilisator en de Elektronische
Beeldstabilisator.
De te activeren beeldstabilisatoren verschillen afhankelijk van uw lens. De icoon voor de opdat
moment geactiveerde beeldstabilisator wordt op het opnamescherm weergegeven.
¢Als [E-stabilisatie (Video)] op [ON] gezet is
Fotograferen
Wanneer u bewegende
beelden opneemt
Lenzen van Panasonic die compatibel zijn
met de Dual I.S.-modus
(Gebaseerd op de standaard Micro Four
Thirds System)
Raadpleeg onze website voor de meest recente
informatie over compatibele lenzen. (P17)
Als de icoon [ ] of [ ] zelfs niet op
het opnamescherm weergegeven wordt als
een compatibele lens gebruikt wordt, voer
dan een update van de firmware van de lens
uit naar de nieuwste versie. (P17)
Lens + Body
(Dual I.S.)
(///)
Lens + Body
(Dual I.S.) ( / ),
5-Assen Hybride
(/)
¢
Lenzen die compatibel zijn met de
beeldstabilisatorfunctie
(Gebaseerd op standaard Micro Four Thirds
System/standaard Four Thirds System)
Lens of Body
(/)
Lens of Body
(),
5-Assen Hybride
()
¢
Lenzen die niet compatibel zijn met de
beeldstabilisatorfunctie
(Gebaseerd op standaard Micro Four Thirds
System/standaard Four Thirds System)
Body ( / )
Body ( ),
5-Assen Hybride
()
¢
Als een montageadapter voor een Leica
lens (optioneel) gebruikt wordt of een
montageadapter van een andere fabrikant.
145
6. Stabilisator, zoom en flitser
Toepasbare modi:
Als u een onderling verwisselbare lens met O.I.S.-schakelaar gebruikt (zoals H-FS14140),
wordt de stabilisatorfunctie gebruikt als de O.I.S.-schakelaar van de lens op [ON] gezet is (op
het moment van aankoop is [ ] ingesteld).
Selecteer het menu. (P51)
Golfstoring (camerabeweging)
Als de waarschuwing voor het bibberen van het beeld [ ] verschijnt, gebruik dan
[Stabilisatie], een statief, de zelfontspanner (P135) of de afstandsbediening van de
sluiter (DMW-RSL1: optioneel) (P309).
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf
het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt.
We raden in dit geval het gebruik van een statief aan.
Langzame synchr. Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
[Heldere nachtopname]/[Koele nachtopname]/[Warme nachtopname]/[Artistieke
nachtopname]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtportret] (Scene Guide modus)
Als u een langzame sluitertijd instelt
> [Opname] > [Stabilisatie]
[Bedieningsstand]
[]
([Normaal])
Het schudden van de camera is correct voor
op/neer, links/rechts en draaibewegingen.
[]
([Panning])
Toestel schudden wordt gecorrigeerd voor
op/neerbewegingen.
Deze functie is ideaal voor panning (een
methode voor het maken van opnamen
waarbij het toestel gedraaid wordt om de
bewegingen te volgen van een onderwerp dat blijft bewegen in
een vaste richting).
[OFF]
[Stabilisatie] werkt niet. ([ ])
Als een lens met een O.I.S.-schakelaar gebruikt wordt, zet de
schakelaar dan op [OFF].
[E-stabilisatie
(Video)]
Tijdens het opnemen van een film wordt jitter gecorrigeerd langs de verticale
en horizontale as en langs die van verdraaiing, helling en kanteling met
gebruik van de In-Lens Beeldstabilisator, de In-Body Beeldstabilisator en de
Elektronische Beeldstabilisator (Hybride Beeldstabilisator met 5 assen).
[ON]/[OFF]
Als [ON] geselecteerd is, kan de gezichtshoek van de opgenomen film
smaller worden.
[Brandp.afst.
instellen]
Als de brandpuntafstand niet automatisch ingesteld wordt, kunt u die met de
hand instellen. (P146)
Als een handmatig geselecteerde brandpuntafstand ingesteld is, zal een
bevestigingsscherm verschijnen waarin u gevraagd wordt de instelling van de
brandpuntafstand te veranderen nadat u de camera ingeschakeld heeft. Door
[Ja] te selecteren, kunt u [Brandp.afst. instellen] in [Stabilisatie] instellen.
MENU
6. Stabilisator, zoom en flitser
146
1Selecteer het menu. (P51)
2Selecteer de brandpuntlengte van uw lens met 2
/
1.
Er kan een brandpuntlengte met een bereik van 8 mm tot
1000 mm ingesteld worden.
Als de instelling van de brandpuntlengte van uw lens niet
gevonden wordt, selecteer dan een waarde vlakbij de
brandpuntlengte van uw lens.
3Op [MENU/SET] drukken.
Registreren van een brandpuntlengte
1Voer stap 2 in “Instellen van de brandpuntlengte van een lens” uit.
2
Druk op
4
.
3Druk op 2
/
1 om de brandpuntlengte te selecteren
waar overheen geschreven gaat worden en druk
vervolgens op [DISP.].
Er kunnen tot 3 instellingen van brandpuntlengtes
geregistreerd worden.
Instellen van een geregistreerde brandpuntlengte
1Druk op het scherm in stap 2 van “Instellen van de brandpuntlengte van een
lens” op 4.
2Druk op 2
/
1 om de geregistreerde brandpuntlengte te selecterenen druk
vervolgens op [MENU/SET].
Instellen van de brandpuntlengte van een lens
>[Opname] > [Stabilisatie] > [Brandp.afst. instellen]
MENU
147
6. Stabilisator, zoom en flitser
Het kan zijn dat de beeldstabilisator een werkgeluid maakt of tijdens de werking
trillingen produceert. Dit duidt niet op een slechte werking.
Er wordt aanbevolen de beeldstabilisator uit te schakelen als een statief gebruikt wordt.
De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
Wanneer er veel camerabeweging is
Als de zoomuitvergroting erg hoog is
Bij het gebruik van de digitale zoom
Wanneer u opnamen maakt terwijl u een bewegend object volgt
Als de sluitertijd langzamer wordt om binnenshuis opnamen te maken of op donkere plaatsen
Het panningeffect in [ ] is in de volgende gevallen moeilijker te bereiken.
Op fel verlichte plekken zoals bij klaarlichte dag op een zomerse dag
Als de sluitertijd op sneller dan 1/100e staat
Als u de camera te traag beweegt omdat het object niet snel beweegt (De achtergrond wordt
in dit geval niet onscherp genoeg)
Wanneer het toestel het onderwerp niet op bevredigende wijze bijhoudt
In deze gevallen niet beschikbaar:
Zelfs als [Stabilisatie] op [ ] (Normaal) gezet is, zal de instelling, indien u Scene Guide
modus op [Panorama-opname] zet, in [ ] (Panning) veranderen.
In de volgende gevallen zal [Stabilisatie] naar [ ] (Normaal) schakelen, zelfs als het op [ ]
(Panning) gezet was:
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
De hybride beeldstabilisatorfunctie met 5 assen is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Bij het gebruik van de digitale zoom
6. Stabilisator, zoom en flitser
148
Beelden maken met de zoom
Toepasbare modi:
U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om
landschappen, enz., op te nemen.
Optische zoom
T-zijde: Vergroot de onderwerpsafstand
W-zijde: Verbreedt de gezichtshoek
Onderling
verwisselbare lens
met een zoomring
(H-FS12060/
H-FS14140/
H-FS1442A)
Draai aan de zoomring.
De onderling
verwisselbare lens
ondersteunt de power
zoom (elektrisch
werkende zoom)
Beweeg de zoomhendel.
(De zoomsnelheid varieert afhankelijk
van hoe ver u de hendel verplaatst.)
Als u [Zoombediening] aan een
functieknop toekent, kunt u de optische
zoom langzaam bedienen door op 2/1 te
drukken, of snel door op 3/4 te drukken.
Raadpleeg voor informatie over hoe te handelen stap 2 en de
daarop volgende stappen op P150.
Onderling
verwisselbare lens die
geen zoom
ondersteunt
De optische zoom is niet beschikbaar.
T
W
T
W
149
6. Stabilisator, zoom en flitser
Toepasbare modi:
De Extra teleconversielens stelt u in staat om beelden op te nemen die verder uitvergroot
zijn zonder dat dit afbreuk aan de beeldkwaliteit doet.
Zet de beeldgrootte op [M]of [S] (beeldgroottes die met aangeduid worden) en zet de
kwaliteit op [A] of [].
Vergroten van het telescopische effect
[Ex. tele conv.]
Fotograferen [Ex. tele conv.]
([Opname])
1,2k: [ M] ([16:9])
1,4k: [ M] ([4:3]/[3:2]/[1:1])
2,0k: [ S] ([4:3]/[3:2]/[16:9]/[1:1])
Wanneer u bewegende
beelden opneemt
[Ex. tele conv.]
([Bewegend beeld])
2,4k (het filmformaat is op [FHD]
gezet in [Opn. kwaliteit])
3,6k (het filmformaat is op [HD] gezet
in [Opn. kwaliteit])
6. Stabilisator, zoom en flitser
150
Verhoging van de zoomvergroting in stappen
Dit kan alleen gebruikt worden als beelden opgenomen worden.
1Selecteer het menu. (P51)
2Stel een functieknop in op [Zoombediening]. (P55)
3Druk op de functieknop.
4Druk op 2/1 of 3/4.
De zoombediening wordt beëindigd wanneer opnieuw op de functieknop gedrukt wordt of
een bepaalde tijd verstrijkt.
AOptische zoombereik (brandpuntlengte)¢
BExtra teleconversiebereik voor foto-opnames
(zoomvergroting)
¢Deze zoomschuif wordt weergegeven wanneer de
onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die de power zoom ondersteunt.
Er zal een constante zoomsnelheid ingesteld worden.
De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
Vastzetten van de zoomvergroting op het maximum niveau
Selecteer het menu. (P51)
> [Opname] > [Ex. tele conv.] > [ZOOM]
3/1:Tele (Vergroot een ver verwijderd onderwerp)
4/2:Wide (Verbreedt de gezichtshoek)
> [Opname] > [Ex. tele conv.] > [TELE CONV.]
> [Bewegend beeld] > [Ex. tele conv.] > [ON]
[OFF] [TELE CONV.]/[ON]
MENU
EX1.0x EX2.0x
4:3 4:3
B
A
MENU
MENU
4:3 4:3
151
6. Stabilisator, zoom en flitser
Als u [Ex. Tele Conv.] op [Fn knopinstelling] zet (P55), in het [Voorkeuze]-menu, kunt u het
instellingenscherm van de extra teleconversie voor zowel foto's als films weergeven door op de
toegekende functieknop te drukken. Terwijl dit scherm weergegeven wordt, kunt u de instelling
van [Fotoresolutie] veranderen door op [DISP.] te drukken.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Nachtop. uit hand]/[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
[Speelgoedcam.effect]/[Speelgoedcamera levendig] (Creative Control modus)
Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [ ], [ ] of [ ]
Als opgenomen wordt in de Burst-modus (alleen als [Burstsnelh.] op [SH] gezet is)
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer [HDR] op [ON] gezet is
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
Als het MP4-filmformaat op [4K] gezet is in [Opn. kwaliteit]
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
Als het beeld van de camera via de HDMI-verbinding uitgegeven wordt (behalve voor de
Creatieve Video-modus)
Toepasbare modi:
(DMC-G80)
Ofschoon de beeldkwaliteit afneemt telkens wanneer u verder inzoomt, kunt u tot vier keer
verder inzoomen dan de oorspronkelijke zoomvergroting.
(Continu zoomen is niet mogelijk.)
(DMC-G81)
Ofschoon de beeldkwaliteit afneemt telkens wanneer u verder inzoomt, kunt u tot twee
keer verder inzoomen dan de oorspronkelijke zoomvergroting.
(Continu zoomen is niet mogelijk.)
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P135) aan om opnamen te maken.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Speelgoedcam.effect]/[Speelgoedcamera levendig]/[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
[Dig. zoom]
> [Opname] > [Dig. zoom] > [4t]/[2t]
> [Opname] > [Dig. zoom] > [2t]
MENU
MENU
6. Stabilisator, zoom en flitser
152
Toepasbare modi:
Stelt de schermweergave en lenshandelingen in wanneer er een onderling verwisselbare
lens gebruikt wordt die compatibel is met de stroomzoom (elektrisch gehanteerde zoom).
Dit kan alleen geselecteerd worden wanneer een lens gebruikt wordt die compatibel is met
power zoom (elektrisch werkende zoom).
Veranderen van de instellingen voor een power-zoomlens
> [Voorkeuze] > [Powerzoomlens]
[Brandp.afst.
tonen]
Wanneer u zoomt, wordt de
brandpuntafstand afgebeeld en kunt u de
zoompositie bevestigen.
AAanduiding brandpuntafstand
BHuidige brandpuntafstand
[Stapsg. zoom]
Wanneer u de zoom met deze instelling [ON]
hanteert, zal de zoom stoppen op posities die
overeenkomen met vooraf bepaalde
afstanden.
CAanduiding van zoomstap
Deze instelling werkt niet als films of
4K-foto's opgenomen worden met [ ]
([4K-voorburst]).
[Zoom snelheid]
U kunt de zoomsnelheid voor de zoombedieningen instellen.
Als u [Stapsg. zoom] op [ON] zet, zal de zoomsnelheid niet veranderen.
[Foto]:
[H] (Hoge snelheid)/[M] (Middelmatige snelheid)/[L] (Lage snelheid)
[Bewegend beeld]:
[H] (Hoge snelheid)/[M] (Middelmatige snelheid)/[L] (Lage snelheid)
[Zoomring]
Dit kan alleen geselecteerd worden wanneer er een met stroomzoom
compatibele lens met een zoomhendeltje gebruikt wordt en er een zoomring
bevestigd is.
Wanneer er ingesteld is op [OFF], worden de handelingen die bediend
worden door de zoomring uitgeschakeld om accidentele hantering te
voorkomen.
MENU
AB
C
153
6. Stabilisator, zoom en flitser
(De optische zoom en de extra teleconversie voor het maken van foto's zijn
werkzaam)
Als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die geen power zoom ondersteunt
(H-FS12060/H-FS14140/H-FS1442A), kunt u de Extra teleconversie van beelden alleen
bedienen door [Ex. tele conv.] (P149) op [ZOOM] te zetten.
1Raak [ ] aan.
2Raak [ ] aan.
De schuifbalk wordt afgebeeld.
3Voer de zoomhandelingen uit door de
schuifbalk te verslepen.
De zoomsnelheid varieert afhankelijk van de
aangeraakte positie.
Raak [ ] opnieuw aan om de aanraakbediening van de zoom te eindigen.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Bij 4K-foto-opnames
Zoomen met gebruik van aanraakbediening (Touch zoom)
[ ]/[ ] Zoomt langzaam
[ ]/[ ] Zoomt snel
AE
6. Stabilisator, zoom en flitser
154
Foto’s maken met de flitser
Toepasbare modi:
Openen/Sluiten van de ingebouwde flitser
Fotograferen met de flitser wordt mogelijk door de ingebouwde flitser te openen.
ADe flits openen
Verschuif de hendel voor het openen van de flitser.
BDe flits sluiten
Druk op de flits totdat deze klikt.
Het geforceerd sluiten van de flitser kan de camera schade
berokkenen.
Sluit de ingebouwde flitser altijd als u deze niet gebruikt.
De flitsinstelling is vastgesteld op [Œ] terwijl de flits gesloten
wordt.
Wees voorzichtig bij het openen van de flitser omdat de flitser naar buiten springt.
Zorg ervoor dat uw vinger niet klem blijft zitten bij het sluiten van de flitslamp.
In de volgende gevallen staat de flitser vast op [Œ] (flitser geforceerd uit).
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Als opgenomen wordt in de Burst-modus (alleen als [Burstsnelh.] op [SH] gezet is)
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Als de elektronische sluiter gebruikt wordt
Wanneer [HDR] op [ON] gezet is
Wanneer [Stille modus] op [ON] gezet is
Als een beeldeffect in [Filtereffect] van [Filterinstellingen] ingesteld is
Vakkundig gebruik van de flitser
Als u flitsopnamen maakt terwijl de lenskap op de camera zit, kan het onderste gedeelte van
de foto donker worden en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de
lenskap. Verwijder in dit geval de lenskap.
155
6. Stabilisator, zoom en flitser
Beschikbaar flitsbereik (bij benadering)
Wanneer u bepaalde lenzen gebruikt, zou er licht van de flitser
geblokkeerd kunnen worden of het er niet in kunnen slagen
het zichtveld van de lens te dekken en dit kan ervoor zorgen
dat er donkere zones verschijnen in de hieruit voortkomende
beelden.
De afstand waarop het licht van de flits geblokkeerd wordt door de
lens en de afstand waarop licht van de flits geleverd wordt variëren afhankelijk van de lens
die gebruikt wordt. Controleer de afstand tot het onderwerp wanneer u een foto maakt.
Deze bereiken verkregen zijn, de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is en [ISO-limiet] (P199)
op [OFF] gezet is.
Zet de flits niet te dicht bij objecten en sluit de flits niet als hij moet werken. De kleur van de
objecten kan vervormd worden door de hitte of het flitslicht.
Sluit de flitser niet meteen weer aan nadat deze gewerkt heeft omdat er opnamen gemaakt zijn
met Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie enz. Dit veroorzaakt problemen.
Het kan enige tijd vergen om de flitser te laden als u herhaaldelijk foto's maakt. U dient even te
wachten alvorens de volgende foto te maken als de flitsericoon rood knippert om aan te geven
dat de flitser geladen wordt.
Wanneer u een externe flitser aansluit, heeft deze de prioriteit boven de ingebouwde flitser.
Raadpleeg P306 voor de externe flitser.
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Breed Tele
0,5 m tot 7,3 m 0,3 m tot 4,5 m
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140) gebruikt wordt
Breed Tele
0,5 m tot 7,3 m 0,5 m tot 4,5 m
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Breed Tele
0,5 m tot 7,3 m 0,3 m tot 4,5 m
6. Stabilisator, zoom en flitser
156
Instelling van de flitserfuncties
Toepasbare modi:
Selecteer of u wilt dat het afvuren van de flitser automatisch of handmatig plaatsvindt.
1Selecteer het menu. (P51)
2(Wanneer [MANUAL] geselecteerd is)
Selecteer het menu.
3Druk op 2/1 om een item te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
U kunt instellen van [1/1] (volledige helderheid) tot [1/128], in stappen van [1/3].
Dit item is niet beschikbaar als een externe flitser gebruikt wordt.
Veranderen van de afvuurmodus
> [Opname] > [Flitser] > [Flitser functie]
[TTL] De camera zal de flitser-output automatisch instellen.
[MANUAL]
Stelt de lichtsterkteratio van de flitser handmatig in. In [TTL] kunt u zelfs
wanneer u in het donker fotografeert de gewenste foto's maken die
anders te helder door de flitser verlicht zouden worden.
Als [MANUAL] ingesteld is, wordt de lichtsterkteverhouding ([1/1], enz.)
op de flitsericoon op het scherm weergegeven.
> [Opname] > [Flitser] > [Handmatige flitserinstel.]
MENU
MENU
157
6. Stabilisator, zoom en flitser
Toepasbare modi:
De flits instellen voor opnamen.
Selecteer het menu. (P51)
¢Het kan alleen ingesteld worden als [Draadloos] in [Flitser] op [OFF] gezet is en [Flitser
functie] op [TTL] gezet is.
Sommige flitsmodussen zijn misschien niet beschikbaar, afhankelijk van de instellingen van de
externe flitser.
De flits wordt tweemaal geactiveerd.
Het interval tussen de eerste en tweede flits is langer wanneer [ ] of [ ]
ingesteld is. Het onderwerp moet niet bewegen tot de tweede flits geactiveerd
wordt.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Veranderen van de flitsermodus
> [Opname] > [Flitser] > [Flitserfunctie]
([Flitser altijd aan])
([Gdw. aan/
rode-og])¢
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht
de opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw
object achtergrondbelichting heeft of
onder fluorescent licht staat.
([Langz. sync.])
([Lngz. sync./
rode-og])¢
Wanneer u beelden maakt tegen een
achtergrond met donkere achtergrond,
maakt deze functie de sluitertijd langzamer
zodra de flits geactiveerd wordt. Het
landschap met donkere achtergrond zal
helderder lijken.
Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen
op een donkere achtergrond.
Een langzamere sluitertijd gebruiken kan wazigheid door
beweging veroorzaken. Het gebruiken van een statoef kan uw
foto’s verbeteren.
Œ([Gedwongen uit])
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnames te maken op plaatsen waar
het gebruik van een flitser niet toegestaan is.
Dit item is alleen beschikbaar als een externe flitser gebruikt wordt.
MENU
6. Stabilisator, zoom en flitser
158
Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Begininstelling voor de Scene Guide modus)
In de Intelligente Auto modus ( of ) zal de flitser op [ ] of [Œ] gezet worden. (P61)
De flitserinstelling van de Scene Guide modus komt weer op de beginwaarde te staan bij
iedere verandering van scène.
Opnamefunctie ‰ Œ
Programma AE-modus
Lensopening-Prioriteit AE-modus ±±±±±
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Handmatige Belichtingsmodus ±±——±
Scene Guide
modus
[Geprononceerd portret] ±¥——±
[Zachte huid] ±¥——±
[Zacht tegenlicht] ————¥
[Scherp tegenlicht] ¥———±
[Ontspannen atmosfeer] ————¥
[Kindergezicht] ±¥—— ±
[Landschap] ————¥
[Blauwe lucht] ————¥
[Romantische zonsondergang] ————¥
[Levendige zonsondergang] ————¥
[Glinsterend water] ————¥
[Heldere nachtopname] ————¥
[Koele nachtopname] ————¥
[Warme nachtopname] ————¥
[Artistieke nachtopname] ————¥
[Fonkelende verlichting] ————¥
[Nachtop. uit hand] ————¥
[Nachtportret] ———¥±
[Bloemen] ¥———±
[Gerechten] ¥———±
[Desserts] ¥———±
[Bewegende dieren] ¥———±
[Sport] ¥———±
[Monochroom] ¥±±±±
[Panorama-opname] ————¥
159
6. Stabilisator, zoom en flitser
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢Dit wordt 60 seconden in sluiter-prioriteit AE-modus en B (Bol) in de handmatige
belichtingsmodus.
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitertijd die geselecteerd kan worden 1/160 van een
seconde.
In de Intelligent Auto modus ( of ) verandert de sluitertijd, afhankelijk van de
geïdentificeerde scène.
Toepasbare modi:
De functie voor de 2e gordijnsluitersynchronisatie doet de flits werken vlak voordat de
sluiter zich sluit als u opnamen maakt van bewegende beelden zoals een auto met een
lagere sluitertijd.
Selecteer het menu. (P51)
[2nd] wordt weergegeven in het flitsicoon op het beeldscherm als u [Flits-synchro] op [2ND] zet.
Alleen beschikbaar als [Draadloos] in [Flitser] op [OFF] gezet is. (P162)
De [Flits-synchro]-instellingen zijn ook van toepassing op een externe flitser. (P306)
Een snelle sluitertijd heeft mogelijk een slechte invloed op het effect van [Flits-synchro].
U kunt [ ] of [ ] niet instellen wanneer [Flits-synchro] ingesteld is op [2ND].
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/60e¢ tot 1/160e 1 tot 1/4000e
Instelling van de 2de gordijnsynchronisatie
> [Opname] > [Flitser] > [Flits-synchro]
[1ST]
1e gordijnsynchro
De normale methode wanneer u beelden maakt met de flits.
[2ND]
2e gordijnsynchro
De lichtbron verschijnt achter het onderwerp en het beeld
wordt dynamisch.
MENU
6. Stabilisator, zoom en flitser
160
Toepasbare modi:
Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of
onderbelicht zijn.
1Selecteer het menu. (P51)
2Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET].
U kunt van [j3 EV] tot [i3 EV] in stappen van 1/3 EV instellen.
Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
[i] of [j] wordt in de flitsericoon op het beeldscherm weergegeven als het flitsniveau
bijgesteld wordt.
Het kan alleen ingesteld worden als [Draadloos] in [Flitser] op [OFF] gezet is en [Flitser functie]
op [TTL] gezet is. (P156, 162)
De [Flitser instel.]-instelling is ook van toepassing op een externe flitser. (P306)
Toepasbare modi:
Selecteer het menu. (P51)
Instellingen: [ON]/[OFF]
Raadpleeg P106 voor details over de belichtingscompensatie.
De [Auto. belichtingscomp.]-instelling is ook van toepassing op een externe flitser. (P306)
De flitsoutput aanpassen
> [Opname] > [Flitser] > [Flitser instel.]
Synchroniseren van de flitser-output met de belichtingscompensatie
> [Opname] > [Flitser] > [Auto. belichtingscomp.]
MENU
MENU
161
6. Stabilisator, zoom en flitser
Fotograferen met draadloze flitsers
Toepasbare modi:
Door flitsers te gebruiken die de draadloze bediening ondersteunen (DMW-FL200L,
DMW-FL360L, DMW-FL580L: optioneel) kunt u het afgaan van de ingebouwde flitser (of
van een flitser die op de hete schoen van dit toestel bevestigd is), en drie flitsergroepen,
afzonderlijk regelen.
Voorbereiding:
Open de flitser door de hendel voor het openen van de flitser, op dit toestel, te
verschuiven.
Bevestig als alternatief een flitser (DMW-FL200L, DMW-FL360L, DMW-FL580L:
optioneel) op dit toestel.
1Zet de draadloze flitsers op de RC-modus en breng ze in positie.
Stel het kanaal en de groepen voor de draadloze flitser in.
Plaatsen van draadloze flitsers
Breng de draadloze flitser in positie met de draadloze sensor in de richting van de camera
gekeerd.
De volgende afbeelding toont het geschatte controleerbare bereik wanneer u foto's maakt
terwijl u de camera horizontaal houdt. Het controleerbare bereik verschilt en is afhankelijk
van de omringende omgeving.
Plaatsingsbereik Voorbeeld van plaatsing
In dit opstellingsvoorbeeld is flitser C opgesteld om de schaduw van het onderwerp te wissen,
die door flitsers A en B veroorzaakt zal worden.
Het aangeraden aantal draadloze flitsen voor iedere groep is drie of minder.
Als het onderwerp zich te dichtbij bevindt, kan het signaalflitsen van invloed zijn op de
belichting.
Als u [Communicatielicht] op [LOW] zet, of als u de output verlaagt met een diffuser of
gelijkaardig product, zal het effect kleiner zijn.
5m
5m 7m
7m
50°50°
50°50°
30°30°
30°30°
A
B
C
163
6. Stabilisator, zoom en flitser
Tijdens de draadloze opname vuurt een externe flitser een FP-flits af (herhaaldelijk flitsen
bij hoge snelheid). Deze wijze van afvuren maakt fotograferen met de flitser bij een hoge
sluitertijd mogelijk.
Selecteer het menu. (P51)
Instellingen: [ON]/[OFF]
Selecteer het menu. (P51)
Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[LOW]
Gebruik van andere instellingen voor opnames met draadloze flitsers
Inschakelen van FP flitsen voor de draadloze flitsers
> [Opname] > [Flitser] > [Draadl. FP (Focal-Plane)]
Instellen van de output van het communicatielicht
> [Opname] > [Flitser] > [Communicatielicht]
MENU
MENU
164
7. Films opnemen
Opnemen van films/4K-films
Toepasbare modi:
Dit kan volledig hoge definitie bewegende beelden die compatibel zijn met het
AVCHD-formaat of bewegende beelden die opgenomen zijn in MP4 opnemen.
Bovendien kan de camera 4K-films opnemen in MP4. (P166)
De audio zal stereo opgenomen worden.
1Start het opnemen door op de bewegend
beeldknop te drukken.
AVerstreken opnametijd
BBeschikbare opnametijd
Het is mogelijk om geschikte video’s voor iedere functie
op te nemen.
De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
m: minuut, s: seconde
2Stop het opnemen door weer op de
bewegend beeldknop te drukken.
Werkgeluid dat klikt bij het stoppen van de opname
Als u last heeft van het werkgeluid dat het indrukken van de filmknop maakt, probeer
dan het volgende:
Neem de film ongeveer drie seconden langer op en splits het laatste deel van de film
met gebruik van [Splits video] (P240) in het [Afspelen]-menu.
Zet de camera op de Creatieve Video-modus en gebruik een sluiter met
afstandsbediening (optioneel) om een film op te nemen. (P309)
3
s
3
s
3
s
R1m
37
37s
R1m37s
C
B
A
165
7. Films opnemen
Als de omgevingstemperatuur hoog is, of de film continu opgenomen is, kan de camera
mogelijk [ ] weergeven en de opname stoppen om zichzelf te beschermen. Wacht tot de
camera afkoelt.
Het bedrijfsgeluid van de zoom of knopwerking zou opgenomen kunnen worden wanneer deze
gehanteerd worden tijdens de opname van een bewegend beeld.
Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
Wanneer de instelling van de beeldverhouding anders is in foto's en in films, zal de
gezichtshoek veranderen wanneer de filmopname begint.
Als [Opn.gebied] op [ ] gezet is, wordt de gezichtshoek tijdens de filmopname
weergegeven.
De [Gevoeligheid] zal op [AUTO] (voor films) gezet worden als een film opgenomen wordt.
De functies die beschikbaar zijn tijdens het opnemen van films zijn anders al naargelang de
gebruikte lens en het werkgeluid van de lens kan opgenomen worden.
Dit zal opgenomen worden in de volgende categorieën voor bepaalde opnamemodussen.
In deze gevallen niet beschikbaar:
In de volgende gevallen kunnen geen films opgenomen worden.
[Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Bloemen]/[Panorama-opname] (Scene Guide
modus)
[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control
modus)
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt
Geselecteerde opnamemodus Opnamemodus bij het
opnemen van een film
[Scherp tegenlicht] (Scene Guide modus) Portretmodus
[Heldere nachtopname]/[Artistieke nachtopname]/
[Nachtop. uit hand]/[Nachtportret] (Scene Guide modus) Weinig licht functie
7. Films opnemen
166
1Selecteer het menu. (P51)
2Druk op 3/4 om [Opn. kwaliteit] te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Wanneer [AVCHD] geselecteerd is
¢1 AVCHD Progressive
Wanneer [MP4] geselecteerd is
¢2 4K-film
Instelling van formaat, grootte en beeldsnelheid
> [Bewegend beeld] > [Opname-indeling]
[AVCHD] Dit gegevensformaat is geschikt voor afspelen op een high-definition
TV, enz.
[MP4] Dit gegevensformaat is geschikt voor afspelen op een PC, enz.
Onderdeel Grootte
Opname-framesnelheid
Sensor-output Bitsnelheid
[FHD/28M/50p]¢11920k1080 50p
50 frames/seconde
28 Mbps
[FHD/17M/50i] 1920k1080 50i
50 frames/seconde
17 Mbps
[FHD/24M/25p] 1920k1080 50i
25 frames/seconde
24 Mbps
[FHD/24M/24p] 1920k1080 24p
24 frames/seconde
24 Mbps
Onderdeel Grootte
Opname-framesnelheid
Sensor-output Bitsnelheid
[4K/100M/30p]¢23840k2160 30p
30 frames/seconde
100 Mbps
[4K/100M/25p]¢23840k2160 25p
25 frames/seconde
100 Mbps
[4K/100M/24p]¢23840k2160 24p
24 frames/seconde
100 Mbps
[FHD/28M/60p] 1920k1080 60p
60 frames/seconde
28 Mbps
[FHD/28M/50p] 1920k1080 50p
50 frames/seconde
28 Mbps
[FHD/20M/30p] 1920k1080 30p
30 frames/seconde
20 Mbps
[FHD/20M/25p] 1920k1080 25p
25 frames/seconde
20 Mbps
[HD/10M/30p] 1280k720 30p
30 frames/seconde
10 Mbps
[HD/10M/25p] 1280k720 25p
25 frames/seconde
10 Mbps
MENU
167
7. Films opnemen
Hoe hoger de waarde van de “Bitsnelheid” is, hoe hoger de beeldkwaliteit wordt. Omdat
de camera gebruik maakt van de “VBR”-opnamemethode, wordt de bitsnelheid
automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Als resultaat wordt
de opnametijd korter wanneer een snel bewegend onderwerp opgenomen wordt.
Als [Miniatuureffect] voor de Creative Control modus geselecteerd is, kunt u niet de items
selecteren die voor 4K-films gebruikt worden.
Als u films in 4K opneemt, gebruik dan een kaart met UHS snelheidsklasse 3. (P26)
De gezichtshoek van films in 4K is smaller dan die van films met andere formaten.
Om een zeer accurate scherpstelling te verzekeren, worden 4K-films opgenomen bij verlaagde
Auto Focus snelheden. Het kan moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen met Auto
Focus maar dit duidt niet op een slechte werking.
Afhankelijk van de TV die verbonden wordt, kunnen MP4-films die opgenomen zijn met [4K/
100M/30p], [FHD/28M/60p], [FHD/20M/30p] of [HD/10M/30p] mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Over de compatibiliteit van de opgenomen bewegende beelden
Zelfs wanneer een compatibel apparaat gebruikt wordt, kan het zijn dat de films met
verlaagde beeld- en geluidskwaliteit afgespeeld, of niet afgespeeld worden.
Het kan ook zijn dat de opname-informatie niet correct weergegeven wordt. Gebruik in dat
geval dit toestel om af te spelen.
Om films af te spelen die met een ander apparaat opgenomen zijn met [FHD/28M/50p], [FHD/
24M/25p] of [FHD/24M/24p] in [AVCHD], of om ze naar een ander apparaat over te brengen,
heeft u een compatibele Blu-ray disc-recorder of een PC nodig waarop de software
PHOTOfunSTUDIO(P295) geïnstalleerd is.
Raadpleeg voor bewegende beelden die met [MP4] op [4K/100M/30p], [4K/100M/25p] of [4K/
100M/24p] opgenomen zijn “4K-films op een TV bekijken/ 4K-films op een PC of recorder
bewaren” op P288.
169
7. Films opnemen
Films opnemen die pannen en zoomen terwijl
een vaste camerapositie gehandhaafd blijft
([4K Live Bijsnijden])
Opnamefunctie:
Door uw film vanuit de 4K gezichtshoek op Full High-Definition bij te snijden, kunt u een
film opnemen die pant en in-/uitzoomt terwijl u de camera op een vaste positie houdt.
Houd de camera stevig op zijn plaats terwijl u de opname maakt.
Er zal een film opgenomen worden met [FHD/20M/25p] onder [MP4].
Wanneer u begint in-/uit te zoomen, stel dan verschillende gezichtshoeken in voor de begin- en
eindframes van het bijsnijden. Om bijvoorbeeld in te zoomen, stelt u een grotere gezichtshoek
in voor het beginframe en een kleinere voor het eindframe.
1Zet de modusknop op [ ].
2Selecteer het menu. (P51)
De gezichtshoek wordt smaller.
Panning Inzoomen
> [Bewegend beeld] > [4K Live Bijsnijden] > [40SEC]/[20SEC]
MENU
7. Films opnemen
170
3Stel het beginframe voor het bijsnijden in.
ABeginframe voor het bijsnijden.
Wanneer u de instellingen voor het eerst uitvoert, wordt
een beginframe voor het bijsnijden met formaat
1920k1080 weergegeven (nadat het beginframe en het
eindframe ingesteld zijn, zullen het beginframe en het
eindframe weergegeven worden dat u onmiddellijk
daarvoor ingesteld had).
De laatste framepositie zal bewaard worden zelfs als de
camera uitgeschakeld wordt.
4Herhaal stap 3 en stel vervolgens het
eindframe voor het bijsnijden in.
BEindframe voor het bijsnijden
De instelling van de Auto Focusmodus schakelt naar
[š].
(het oog waarop scherp gesteld moet worden, wordt niet
aangeduid).
Knopbediening Aanraakbediening Beschrijving van de bediening
3/4/2/1Aanraken Beweegt het frame
Open-/dichtknijpen
Vergroot/verkleint het frame
(Het toegestane instellingenbereik
is van 1920k1080 tot
3840k2160.)
[DISP.] [Reset]
Brengt de positie van het frame
terug naar het midden en zet het
formaat weer op de
standaardinstelling.
[MENU/SET] [Inst.] Bepaalt de positie en het formaat
van het frame.
5HVHW
ュリヴヱハ
,QVW
A
5HVHW
ュリヴヱハ
,QVW
B
7. Films opnemen
172
Foto’s maken terwijl u een film maakt
Toepasbare modi:
Er kunnen foto’s gemaakt worden terwijl u een film opneemt (simultaan opnemen).
Instelling van de filmprioriteit- of fotoprioriteitmodus
Toepasbare modi:
Selecteer het menu. (P51)
Druk de sluiterknop tijdens de opname van de
video volledig in om een foto te maken.
De simultane opname-indicator wordt weergegeven tijdens het
maken van de foto’s.
Opnemen terwijl ook de Touch Shutter-functie (P49)
beschikbaar is.
> [Bewegend beeld] > [Foto/film]
[]
([Videoprioriteit])
De foto's zullen opgenomen worden met een beeldformaat dat bepaald is
door de [Opn. kwaliteit]-instelling voor films.
Er worden alleen JPEG-beelden opgenomen als [Kwaliteit] op [ ],
[ ] of [ ] staat.
(Als deze op [ ] staat, zullen foto’s opgenomen worden met een
[Kwaliteit] van [A].)
Er kunnen tijdens het opnemen van films tot 40 foto’s gemaakt worden.
(Een MP4-film met een [Opn. kwaliteit]-formaat van [4K]: tot 10 beelden)
[]
([Fotoprioriteit])
De beelden zullen opgenomen worden met het ingestelde beeldformaat en
-kwaliteit.
Het beeldscherm zal donker worden tijdens het opnemen van de beelden.
In die tijd zal een foto in de video gemaakt worden en wordt geen audio
opgenomen.
Er kunnen tijdens het opnemen van films tot 10 foto’s gemaakt worden.
(Een MP4-film met een [Opn. kwaliteit]-formaat van [4K]: tot 5 beelden)
13
13
13
MENU
173
7. Films opnemen
De beeldverhouding zal vaststaan op [16:9].
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Als [Opn. kwaliteit] op [4K/100M/24p] gezet is voor MP4-films of [FHD/24M/24p] voor
AVCHD-films (alleen als [ ] ([Fotoprioriteit]) geselecteerd is)
Als de drive-modus op 4K-foto gezet is (alleen als [ ] ([Fotoprioriteit]) ingesteld is)
Als [Ex. tele conv.] in het [Bewegend beeld]-menu gebruikt wordt (alleen als [ ]
([Fotoprioriteit]) ingesteld is)
Wanneer [Snapfilm] op [ON] gezet is
7. Films opnemen
174
Opnemen van Snap Movies
Toepasbare modi:
U kunt de opnametijd van tevoren specificeren en films opnemen alsof u fotografeert. De
functie stelt u ook in staat de scherpstelling aan het begin van de opname te verplaatsen
en van tevoren infade/outfade-effecten toe te voegen.
Films zullen opgenomen worden met [FHD/20M/25p] in [MP4].
Door de app voor smartphone/tablet “Panasonic Image App” te gebruiken, kunt u films die met
de camera opgenomen zijn samenvoegen. Muziek kan toegevoegd worden en er kunnen
verschillende bewerkingen uitgevoerd worden wanneer u films samenvoegt. Bovendien kunt u
de samengevoegde films naar een webdienst verzenden. (P261)
1Selecteer het menu. (P51)
Druk de sluiterknop tot halverwege in om het menu te verlaten.
2Start het opnemen door op de filmknop te
drukken.
AVerstreken opnametijd
BIngestelde opnametijd
Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
U kunt de filmopname niet in het midden stoppen. De
opname zal automatisch stoppen als de ingestelde
opnametijd verstreken is.
Deactiveren van Snap Movie
Selecteer [OFF] in stap 1.
> [Bewegend beeld] > [Snapfilm] > [ON]
MENU
3
s
3
s
3
s
SNAP
4SEC
4
s
4
s
4
s
A
B
175
7. Films opnemen
Veranderen van de Snap Movie-instellingen
Selecteer het menu. (P51)
Films die met [WHITE-IN] of [BLACK-IN] opgenomen zijn, worden in de afspeelmodus
weergegeven als allemaal witte of allemaal zwarte thumbnails.
Als u [Snapfilm] aan [Fn knopinstelling] (P55) toekent, kunt u een scherm laten weergeven
waarin u tussen [Snapfilm] en [ON]/[OFF] kunt schakelen door op de knop met de toegekende
functie te drukken. Als u op [DISP.] drukt terwijl het scherm weergegeven wordt, kunt u de
instellingen voor Snap Movie veranderen.
[Snapfilm] zal op [OFF] gezet worden als u verbinding met Wi-Fi maakt met [Op afstand
opnemen en weergeven].
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
Als de drive-modus op 4K-Foto gezet is
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
> [Bewegend beeld] > [Snapfilm] > [SET]
[Opnametijd] Stelt de opnametijd van films in.
[Trekfocus] Maakt dramatische beeldexpressie mogelijk door de focus aan het begin
van de opname geleidelijk te verplaatsen. (P176)
[Fade]
Voegt een fade-in-effect (geleidelijke verschijning) aan beeld en audio toe
als de opname start, of voegt een fade-out-effect (geleidelijk verdwijnen)
eraan toe als de opname eindigt.
[WHITE-IN]/[WHITE-OUT]:
Voegt een fade-in of een fade-out-effect toe met gebruik van een wit
scherm.
[BLACK-IN]/[BLACK-OUT]:
Voegt een fade-in of een fade-out-effect toe met gebruik van een zwart
scherm.
[COLOR-IN]/[COLOR-OUT]:
Voegt een effect toe waarbij het infaden van zwart-wit naar kleur
plaatsvindt of een effect waarbij outfaden van kleur naar zwart-wit
plaatsvindt. De audio zal gewoon opgenomen worden.
[OFF]
MENU
7. Films opnemen
176
Stel de frames in die de posities specificeren waar de
[Trekfocus] start (eerste positie) en stopt (tweede positie).
1Druk op 2.
2Druk op 3/4/2/1 om het kader van de AF-zone te
verplaatsen en druk op [MENU/SET]. (Eerste positie)
Als u op [DISP.] drukt voordat u op [MENU/SET] drukt, zal het kader naar het midden
terugkeren.
3Herhaal stap 2. (Tweede positie)
Als u op [MENU/SET] drukt, zullen de instellingen van het kader gewist worden.
Raak een onderwerp aan (eerste positie), versleep uw vinger naar de gewenste plek
(tweede positie) en laat uw vinger los.
Als u [ ] aanraakt, zullen de instellingen van het kader gewist worden.
Als de camera er niet in slaagt het frame in te stellen, keert hij terug naar de eerste positie.
Wanneer [Trekfocus] op [ON] gezet is:
De Auto Focusmodus zal op [ ] geschakeld worden, een instelling die speciaal voor
[Trekfocus] ontworpen is.
Als u een foto maakt, zal de werking van Auto Focus [Ø] plaatsvinden op de positie van het
eerste frame.
Zelfs als [Meetfunctie] (P192) op [ ] gezet is, zal het doel van de spot metering niet met het
brandpunt bewegen. Het doel is vastgezet op de startpositie (eerste positie) van Pull Focus.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Op Manuele Focus
Bij het gebruik van de digitale zoom
Instellen [Trekfocus]
Knopbediening
Aanraakbediening
Er kan een groter effect verkregen worden door een opvallend contrast van de
brandpunten tussen de begin- en de eindposities te creëren, door het brandpunt
bijvoorbeeld van de achtergrond naar de voorgrond te verplaatsen, of omgekeerd.
Na de scherpstelling dient u te proberen om de afstand tussen het onderwerp en de
camera constant te houden.
8. Afspelen en bewerken van beelden
178
Bewegende beelden terugspelen
Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van AVCHD en MP4
formaten.
Bewegende beelden worden weergegeven met de filmicoon
([ ]).
Druk op 3 om af te spelen.
AOpnametijd film
Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op
het scherm weergegeven.
8 minuten en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven als
[8m30s].
Sommige informatie (opname-informatie, enz.) wordt niet afgebeeld voor bewegende beelden
die gemaakt zijn [AVCHD].
Door in het midden van het scherm [ ] aan te raken, kunt u de film afspelen.
Films die met [Snapfilm] opgenomen zijn, worden automatisch afgespeeld.
Bediening tijdens het afspelen van films
¢1 De snelheid van snel vooruit/achteruit spoelen neemt toe als u opnieuw op 1/2 drukt.
¢2 Als een film die opgenomen is met [AVCHD] frame-per-frame teruggespoeld wordt, zullen de
frames weergegeven worden met intervallen van ongeveer 0,5 seconden.
Handelingen tijdens het automatisch afspelen van een Snap Movie
Als u het scherm aanraakt, zal het automatisch afspelen stoppen.
U kunt de films afspelen op een PC met “PHOTOfunSTUDIO(P295).
Knop
bediening
Aanraak
bediening
Beschrijving van de
bediening
Knop
bediening
Aanraak
bediening
Beschrijving van de
bediening
3Afspelen/Pauzeren 4Stop
2
Snel terugspoelen¢1
1
Snel
vooruitspoelen¢1
Frame-by-frame
achteruit
(tijdens pauzeren)¢2
Frame-by-frame
vooruit
(tijdens pauzeren)
Verlaagt het niveau
van het volume
Verhoogt het niveau
van het volume
3Afspelen vanaf het begin
2Terug naar het vorige beeld
1Verder naar het volgende beeld
12s12s
12s
12s
A
179
8. Afspelen en bewerken van beelden
U kunt een scène van een film als een foto bewaren.
1Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te
zetten.
U kunt het punt van splitsing precies instellen door op 2/1 te drukken terwijl de film
gepauzeerd is.
2Op [MENU/SET] drukken.
Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door
[ ] aan te raken.
Foto's zullen bewaard worden met de [Aspectratio] op [16:9] en de [Kwaliteit] op []. Het
aantal pixels zal verschillen, al naargelang de film die u afspeelt.
Als het filmformaat in [Opn. kwaliteit] op [4K] gezet is: [M] (8 M)
Als het filmformaat in [Opn. kwaliteit] op [FHD], [HD] gezet is: [S] (2 M)
De beeldkwaliteit van foto’s die van een video gemaakt zijn, kan grover zijn dan foto’s met een
gewone beeldkwaliteit.
[ ] wordt weergegeven tijdens het afspelen van foto's die uit films gecreëerd zijn.
Om foto's uit films te creëren terwijl de camera met een HDMI-microkabel op een TV
aangesloten is, zet [VIERA link] in [TV-verbinding] in het [Set-up]-menu dan op [OFF].
Creëren van foto’s uit een video
8. Afspelen en bewerken van beelden
180
Omschakelen van de afspeelwijze
De terugspeelzoom gebruiken
Draai de modusknop op de achterkant naar rechts.
1k2k4k8k16k
Als de modusknop op de achterkant naar links gedraaid wordt
nadat het beeld vergroot is, zal de uitvergroting kleiner zijn.
U kunt het beeld ook vergroten/verkleinen door het deel dat u wilt
vergroten (P48) samen te knijpen/te spreiden.
U kunt het vergrote deel bewegen door op 3/4/2/1 te drukken
of door het scherm te verslepen. (P48)
U kunt het beeld ook (2k) vergroten door het deel dat u wilt
vergroten twee keer aan te raken. Als u het vergrote beeld twee
keer aanraakt, keert de vergroting weer terug naar 1k.
U kunt het beeld vooruit of achteruit spoelen terwijl u dezelfde
zoomvergroting en zoompositie voor Playback Zoom handhaaft
door tijdens Playback Zoom aan de modusknop o de voorkant te
draaien.
2.0X2.0X
2.0X
2.0X
181
8. Afspelen en bewerken van beelden
De opnamedatum van het beeld die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst
het kalenderscherm afbeeldt.
U kunt de kalender weergeven van Januari 2000 tot December 2099.
Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld, is de opnamedatum ingesteld op 1 januari
2016.
Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [Wereldtijd], worden deze
opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
Weergeven van meerdere schermen (Multi Playback)
Draai de functieknop achterop naar links.
1 scherm 12 schermen 30 schermen Kalender
schermweergave
Als de modusknop op de achterkant naar rechts gedraaid
wordt, zal het vorige afspeelscherm weergegeven worden.
Het is mogelijk om naar een ander afspeelscherm over te gaan
door de volgende iconen aan te raken.
[ ]: 1 scherm
[ ]: 12 schermen
[ ]: 30 schermen
[ ]: Schermdisplay
Het scherm kan geleidelijk omgeschakeld worden door het
scherm op of neer te slepen.
Beelden die afgebeeld worden m.b.v. [ ] kunnen niet
afgespeeld worden.
Om terug te keren naar normaal terugspelen
Druk op 3/4/2/1 om een opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
Beelden afspelen op opnamedatum (Calender Playback)
1Draai de modusknop op de achterkant naar links om het kalenderscherm weer
te geven.
2Druk op 3/4/2/1 om de opnamedatum te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Alleen de beelden die op die datum opgenomen zijn zullen
weergegeven worden.
Draai de functieknop achterop naar links om terug te
keren naar de weergave van het kalenderscherm.
3Druk op 3/4/2/1 om een opname te kiezen en
druk dan op [MENU/SET].
CAL
1/98
6HW
2016
SUN MON TUE WED THU FRI SAT
12
19
26
5
11
18
25
4
14
21
28
7
13
20
27
6
12
910
23
30
24
8
15
22
29
16 17
31
1
183
8. Afspelen en bewerken van beelden
1Druk op 4.
Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ ],
[ ], [ ], of [ ] aan te raken.
2Druk op 2/1 om de beelden langs te lopen.
Door opnieuw op 4 te drukken of door [ ] aan te raken, keert u terug naar het gewone
afspeelscherm.
Ieder beeld van de groep kan op dezelfde manier als normale beelden behandeld worden
wanneer ze afgespeeld worden. (zoals meervoudig afspelen, playback zoom en wissen
van beelden)
Een voor een afspelen van groepsbeelden
1/981/981/981/98

IRWR
IRWR
IRWR
8. Afspelen en bewerken van beelden
184
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
1Selecteer het te wissen beeld in de
afspeelmodus en druk vervolgens op [ ].
Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ ]
aan te raken.
2Druk op 3 om [Apart wissen] te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
¢De beeldengroepen worden als een enkel beeld beschouwd.
(alle beelden in de geselecteerde beeldengroep zullen gewist worden.)
1Druk in de afspeelmodus op [ ].
2Op 3/4 drukken om [Multi wissen] of [Alles wissen] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het is mogelijk om alle beelden te wissen, behalve de beelden die als favorieten
ingesteld zijn, als [Alles wissen behalve Favoriet] geselecteerd is met de [Alles wissen]
instelling.
3(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is)
Druk 3/4/2/1 om het beeld te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET] om in te
stellen. (Herhaal deze stap.)
[] verschijnt op de geselecteerde beelden.
Als u opnieuw op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling gewist.
4(Wanneer [Multi wissen] geselecteerd is)
Druk op 2 om [Uitvoer.] te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET] om het uit te voeren.
Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
Om een enkele opname uit te wissen
Wissen van meer beelden (tot 100¢) of van alle beelden
Fn4
0XOWLZLVVHQ
$SDUWZLVVHQ
$OOHVZLVVHQ
8LWYRHU
185
9. De menufuncties gebruiken
Menulijst
[Fotostijl], [Filterinstellingen], [AFS/AFF], [Meetfunctie], [Schaduw markeren], [Int.dynamiek],
[I.resolutie], [Diffractiecompensatie], [Dig. zoom] en [Stabilisatie] maken onderdeel uit van
zowel het [Opname]-menu als het [Bewegend beeld]-menu. Het veranderen van deze
instellingen in één van deze menu’s wordt weerspiegeld in het andere menu.
[Opname] P185 [Bewegend beeld] P206 [Voorkeuze] P209
[Set-up] P219 [Afspelen] P227
:[Opname]-menu
[Fotostijl] (P186)
[Filterinstellingen] (P188)
[Aspectratio] (P189)
[Fotoresolutie] (P190)
[Kwaliteit] (P191)
[AFS/AFF] (P92)
[Meetfunctie] (P192)
[Burstsnelh.] (P115)
[4K-FOTO] (P118)
[Bracket] (P141)
[Zelf ontsp.] (P135)
[Interval/animatie] (P136, 138)
[Schaduw markeren] (P193)
[Int.dynamiek] (Intelligent dynamic range
control) (P194)
[I.resolutie] (P194)
[iHandh. nachtop.] (P62)
[iHDR] (P63)
[HDR] (P195)
[Multi-belicht.] (P196)
[Panorama-instellingen] (P77)
[Sluitertype] (P197)
[Sluitervertraging] (P198)
[Flitser] (P157)
[Rode-ogencorr] (P198)
[ISO-limiet] (P199)
[ISO-verhoging] (P199)
[Uitgebreide ISO] (P199)
[Lang sl.n.red] (P200)
[Schaduwcomp.] (P200)
[Diffractiecompensatie] (P201)
[Ex. tele conv.] (P149)
[Dig. zoom] (P151)
[Kleurruimte] (P201)
[Stabilisatie] (P144)
[Gezicht herk.] (P202)
[Profiel instellen] (P205)
9. De menufuncties gebruiken
186
Toepasbare modi:
U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken.
Het is mogelijk de items zoals kleur of beeldkwaliteit van het effect naar uw wens af te
stellen.
¢1 Dit wordt uitgeschakeld als Intelligent Auto Plus modus geselecteerd wordt.
¢2 Deze kunnen alleen ingesteld worden in de Creatieve Video-modus.
¢3 Als de daadwerkelijke helderheid en de helderheid die opgenomen moet worden, ingesteld
worden op ieder helderheidsniveau, zal het verband tussen deze twee helderheden als een
niet-lineaire curve geplot worden. Dit wordt de gammacurve genoemd.
In de Intelligent Auto Plus modus zal de instelling opnieuw op [Standaard] gezet worden
wanneer de camera op een andere opnamemodus gezet wordt of wanneer dit toestel in- en
uitgeschakeld wordt.
Alleen de aanpassing van de beeldkwaliteit kan ingesteld worden in de Scene Guide modus.
[Fotostijl]
> [Opname] > [Fotostijl]
[Standaard] Dit is de standaard instelling.
[Levendig]¢1Prachteffect met hoge verzadiging en contrast.
[Natuurlijk]¢1Zacht effect met laag contrast.
[Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen.
[L.Zwart-wit]¢1Zwart-wit-effect met een rijke gradatie en scherpe zwarte
accenten.
[Landschap]¢1Een effect dat geschikt is voor landschappen met levendige
blauwe luchten en groen.
[Portret]¢1Een effect dat geschikt is voor een portret met gezond
uitziende en mooie huidtint.
[Custom]¢1Gebruik de instelling die u van tevoren registreert.
[Cinelike dynamisch
bereik]¢2
Geeft prioriteit aan het dynamische bereik, door gebruik te
maken van een gammacurve¢3 die ontworpen is om
film-achtige beelden te creëren. Geschikt voor het opmaken
van beelden.
[Cinelike video]¢2
Geeft prioriteit aan het contrast, door gebruik te maken van een
gammacurve¢3 die ontworpen is om film-achtige beelden te
creëren.
MENU
187
9. De menufuncties gebruiken
Bijstellen van de beeldkwaliteit
De beeldkwaliteit kan in de Intelligent Auto Plus modus niet
afgesteld worden.
1Druk op 2/1 om het type Photo Style te selecteren.
2Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk
vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen.
¢1[Kleurtoon] wordt alleen weergegeven als [Zwart-wit] of [L.Zwart-wit] geselecteerd is. In
andere gevallen wordt [Verzadiging] weergegeven.
¢2Alleen weergegeven als [Zwart-wit] of [L.Zwart-wit] geselecteerd is.
Als u de beeldkwaliteit bijstelt, wordt naast de icoon van Photo Style [_] op het
beeldscherm weergegeven.
3Op [MENU/SET] drukken.
Registreren van instellingen op [Custom]
Regel de beeldkwaliteit door stap 2 van “Bijstellen van de beeldkwaliteit” te volgen
en druk vervolgens op [DISP.].
[Contrast]
[r]Verhoogt het verschil tussen de heldere en donkere
vlakken op het beeld.
[s]Vermindert het verschil tussen de heldere en
donkere vlakken op het beeld.
[Scherpte] [r]Het beeld is zeer scherp.
[s]Het beeld is onscherp.
[Ruisreductie]
[r]Versterkte geruisvermindering.
De beeldresolutie kan een beetje minder worden.
[s]Minder geruisvermindering. U kunt opnamen met
een betere resolutie maken.
[Verzadiging]¢1[r]De kleuren van het beeld zijn levendig.
[s]De kleuren van het beeld zijn natuurlijker.
[Kleurtoon]¢1[r]Voegt een blauwachtige toon toe.
[s]Voegt een geelachtige toon toe.
[Filtereffect]¢2
[Geel]
Vergroot het contrast van een onderwerp. (Effect: Zwak)
De blauwe lucht kan helder opgenomen worden.
[Oranje]
Vergroot het contrast van een onderwerp. (Effect:
Medium)
De blauwe lucht kan donkerder blauw opgenomen
worden.
[Rood]
Vergroot het contrast van een onderwerp. (Effect: Sterk)
De blauwe lucht kan veel donkerder blauw
opgenomen worden.
[Groen]
De huid en lippen van mensen worden met
natuurlijke kleurtonen weergegeven.
Groene bladeren verschijnen helderder en groter.
[Uit]
DISP.カス
±0
±0
S
±0
±0
-5 0 +5
6WDQGDDUG
S
9. De menufuncties gebruiken
188
Toepasbare modi:
U kunt de beeldeffecten (filters) van de Creative Control modus toepassen op een modus
zoals de Lensopening-Prioriteit AE-modus. (P79)
Instellingen: [ON]/[OFF]/[SET]
Verander de instellingen door het aanraakscherm te gebruiken
1Raak [ ] aan.
2Raak het item aan dat u wenst in te stellen.
[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Speelgoedcam.effect]¢/[Speelgoedcamera levendig]¢/
[Miniatuureffect]¢/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] zijn in de volgende gevallen niet
beschikbaar.
Creatieve Videomodus
Wanneer u bewegende beelden opneemt
¢Wanneer [4K Live Bijsnijden] op [ON] gezet is.
[Filterinstellingen] is alleen beschikbaar in de Scene Guide modus als [Panorama-opname]
geselecteerd is.
Als de Scene Guide modus op [Panorama-opname] gezet is, zijn de volgende beperkingen van
toepassing:
[Speelgoedcam.effect]/[Speelgoedcamera levendig]/[Miniatuureffect]/[Zonneschijn] zijn niet
beschikbaar.
De beeldeffecten van [Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Zachte focus]/[Sterfilter] zijn niet
zichtbaar op het scherm.
Het gebruik van [Overbelichting] is misschien niet doeltreffend in situaties met gedimd licht.
De beschikbare instellingen van de ISO-gevoeligheid zullen beperkt worden tot [ISO 3200]. De
ISO-gevoeligheid voor [Hoge dynamiek] zal vaststaan op [AUTO].
Wanneer u [Filtereffect] gebruikt, kunt u geen menu's of opnamefuncties gebruiken die niet
beschikbaar zijn in de Creative Controle modus.
De witbalans zal bijvoorbeeld vaststaan op [AWB] en de flitser zal ingesteld zijn op [Œ] (forced
flash uit).
[Filterinstellingen]
> [Opname] > [Filterinstellingen] > [Filtereffect]
[]:Beeldeffect ON/OFF
[]:Selecteert een beeldeffect (filter)
[]:Stelt een beeldeffect af
MENU
EXPS
EXPS
EXPS
EXPS
EXPS
189
9. De menufuncties gebruiken
Gelijktijdig met en zonder beeldeffect foto's maken
([Gelijktijdig zond. filter])
U kunt één keer op de sluiterknop drukken en gelijktijdig twee foto's nemen, een met een
beeldeffect en een zonder.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Eerst zal een foto met een beeldeffect opgenomen worden, gevolgd door een foto zonder
beeldeffect.
Alleen een beeld met een beeldeffect wordt voor Auto Review weergegeven.
In deze gevallen niet beschikbaar:
In het volgende geval werkt [Gelijktijdig zond. filter] niet:
Scene Guide modus
Foto's maken terwijl een film opgenomen wordt (alleen als [ ] ([Videoprioriteit]) ingesteld is)
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer in de burst-modus opgenomen wordt
Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [ ], [ ] of [ ]
Tijdens opname met de Bracket-functie
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt
Toepasbare modi:
Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het
afdrukken of het terugspelen past.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
> [Opname] > [Filterinstellingen] > [Gelijktijdig zond. filter]
[Aspectratio]
> [Opname] > [Aspectratio]
[4:3] [Aspectratio] van een 4:3 TV
[3:2] [Aspectratio] van een 35 mm filmcamera
[16:9] [Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz.
[1:1] Vierkante aspectratio
MENU
MENU
9. De menufuncties gebruiken
190
Toepasbare modi:
Stel het aantal pixels in.
Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden zal blijken zelfs wanneer
ze afgedrukt worden op grote vellen.
Als [Ex. tele conv.] (P149) ingesteld is, wordt [ ] weergegeven op de beeldgroottes van
iedere beeldverhouding, met uitzondering van [L].
Het beeldformaat is vastgezet op [4K] ([4:3]: 3328k2496; [3:2]: 3504k2336; [16:9]:
3840k2160; [1:1]: 2880k2880) als de opname uitgevoerd wordt met de 4K Photo- of de Post
Focus-functie.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
[Fotoresolutie]
> [Opname] > [Fotoresolutie]
Wanneer de aspectratio [4:3] is. Wanneer de aspectratio [3:2] is.
Instellingen Beeldformaat Instellingen Beeldformaat
[L] (16M) 4592k3448 [L] (14M) 4592k3064
[M] (8M) 3232k2424 [ M] (7M) 3232k2160
[S] (4M) 2272k1704 [S] (3,5M) 2272k1520
Wanneer de aspectratio [16:9] is. Wanneer de aspectratio [1:1] is.
Instellingen Beeldformaat Instellingen Beeldformaat
[L] (12M) 4592k2584 [L] (11,5M) 3424k3424
[M] (8M) 3840k2160 [M] (6M) 2416k2416
[S] (2M) 1920k1080 [S] (3M) 1712k1712
MENU
191
9. De menufuncties gebruiken
Toepasbare modi:
De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden.
RAW-beelden worden altijd opgenomen in de beeldverhouding [4:3] (4592k3448).
Als u een beeld wist dat opgenomen is met [ ] of [ ] zullen zowel de RAW- als de
JPEG-beelden gelijktijdig gewist worden.
Als u een beeld afspeelt dat opgenomen is met [ ] worden grijze gebieden weergegeven die
overeenkomen met de beeldverhouding die op het moment van de opname ingesteld was.
De instelling staat vast op [A] als de opname uitgevoerd wordt met de 4K Photo- of de Post
Focus-functie.
In deze gevallen niet beschikbaar:
In de volgende gevallen kunnen [ ], [ ] en [ ] niet ingesteld worden.
[Nachtop. uit hand]/[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
Als opgenomen wordt in de Burst-modus (alleen als [Burstsnelh.] op [SH] gezet is)
[Kwaliteit]
> [Opname] > [Kwaliteit]
Instellingen
Bestandsformaat
Beschrijving van instellingen
[A]
JPEG
Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit
gegeven werd.
[]
Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit.
Dit is nuttig voor het veranderen van het aantal opnames
zonder het aantal pixels te verhogen.
[]RAWiJPEG U kunt gelijktijdig een RAW-beeld en een JPEG-beeld
opnemen ([A] of []).
[]
[] RAW U kunt alleen RAW-beelden opnemen.
RAW
Het RAW-formaat heeft betrekking op een gegevensformaat van beelden die niet
verwerkt zijn. Het afspelen en de bewerking van RAW-beelden vereist de aanwezigheid
van de camera of de speciale software.
U kunt RAW-beelden in [RAW-verwerking] in het [Afspelen]-menu bewerken. (P233)
Gebruik software (“SILKYPIX Developer Studio” (P296) van Ichikawa Soft Laboratory) om
RAW-bestanden op een PC te verwerken en te bewerken.
MENU
193
9. De menufuncties gebruiken
Toepasbare modi:
U kunt de helderheid van heldere en donkere gedeeltes van een beeld bijstellen terwijl u
de helderheid op het scherm controleert.
1Draai aan de modusknop op de voorkant/achterkant
om de helderheid van de heldere/donkere delen bij
te stellen.
AHelder deel
BDonker deel
De modusknop op de achterkant dient voor het bijstellen
van donkere zones, de modusknop op de voorkant dient
voor het bijstellen van heldere zones.
Voor het registreren van een voorkeursinstelling drukt u
op 3 en selecteert u de bestemming waar de
klantinstelling op geregistreerd moet worden ([Klant1]
()/[Klant2] ( )/[Klant3] ( )).
Het bijstellen kan ook uitgevoerd worden door de grafiek te verslepen.
2Op [MENU/SET] drukken.
De beeldschermweergave kan omgeschakeld worden door op het scherm voor de instelling
van de helderheid op [DISP.] te drukken.
Als dit toestel uitgeschakeld wordt, zal de instelling die bijgesteld is met / / / opnieuw
op de fabrieksinstelling gezet worden.
[Schaduw markeren]
> [Opname] > [Schaduw markeren]
(Standaard) Er is een status zonder bijstellingen ingesteld.
(Vergroot het contrast) Heldere zones worden helderder en donkere zones worden
donkerder.
(Verklein het contrast) Heldere zones worden donkerder en donkere zones worden
helderder.
(Donkere zones helder
maken)
Donkere zones worden helder gemaakt.
// (Klant) Er kunnen geregistreerde klantinstellingen toegepast worden.
MENU
A
B
195
9. De menufuncties gebruiken
Toepasbare modi:
U kunt 3 beelden met verschillende niveaus van belichting in een enkel beeld combineren
met rijke schakeringen.
U kunt het verlies aan gradatie minimaliseren in heldere en donkere zones, wanneer het
contrast tussen de achtergrond en het onderwerp bijvoorbeeld groot is.
Een door HDR gecombineerd beeld wordt in JPEG opgenomen.
Instellingen: [ON]/[OFF]/[SET]
Instellingen veranderen
Beweeg het toestel niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
U kunt de volgende foto niet nemen, zolang de combinatie van beelden niet compleet is.
Een bewegend onderwerp kan met onnatuurlijke wazigheid opgenomen worden.
De gezichtshoek wordt een beetje smaller als [Auto uitlijnen] op [ON] gezet is.
De flitser staat vast op [Œ] (flitser gedwongen uitgeschakeld).
In deze gevallen niet beschikbaar:
[HDR] werkt niet voor de foto's die tijdens het opnemen van een film gemaakt zijn.
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
Bij 4K-foto-opnames
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
Wanneer in de burst-modus opgenomen wordt
Tijdens opname met de Bracket-functie
Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [ ], [ ] of [ ]
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
[HDR]
> [Opname] > [HDR]
[Dynamisch bereik]
[AUTO]: Stelt automatisch het bereik van de belichting in op grond
van de verschillen tussen heldere en donkere zones.
[n1EV]/[n2EV]/[n3EV]:
Stelt de belichting in binnen de geselecteerde parameters
van de belichting.
[Auto uitlijnen]
[ON]: Corrigeert automatisch het schudden (bibberen) van de
camera en andere problemen die ervoor kunnen zorgen
dat de beelden niet uitgelijnd worden.
Wordt aanbevolen wanneer de camera tijdens het
opnemen in de hand gehouden wordt.
[OFF]: Niet bijgestelde ontregelde uitlijning van het beeld.
Aanbevolen wanneer een statief gebruikt wordt.
MENU
9. De menufuncties gebruiken
198
Toepasbare modi:
Om het effect van trillende handen of de trilling van de sluiter te reduceren, wordt de sluiter
los gelaten nadat de gespecificeerde tijd verstreken is.
Instellingen: [8SEC]/[4SEC]/[2SEC]/[1SEC]/[OFF]
In deze gevallen niet beschikbaar:
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
[Panorama-opname] (Scene Guide modus)
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Als opgenomen wordt in de Burst-modus (alleen als [Burstsnelh.] op [SH] gezet is)
Bij 4K-foto-opnames
Tijdens opname met de Bracket-functie
Wanneer [HDR] op [ON] gezet is
Toepasbare modi:
Wanneer de rode-ogenreductie ([ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de digitale
rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort
automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld.
Instellingen: [ON]/[OFF]
[ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is.
Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
[Sluitervertraging]
> [Opname] > [Sluitervertraging]
[Rode-ogencorr]
> [Opname] > [Rode-ogencorr]
MENU
MENU
203
9. De menufuncties gebruiken
Gezichtsinstellingen
U kunt informatie registreren zoals namen en verjaardagen voor gezichtsbeelden van
maximaal 6 personen.
1Op 3/4 drukken om [MEMORY] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2Druk op 3/4/2/1 om het frame van de
gezichtsdetectie te selecteren dat niet geregistreerd
is en druk vervolgens op [MENU/SET].
3Maak een beeld door het gezicht met de richtlijn af te
stellen.
Er kunnen geen gezichten van onderwerpen die geen
personen zijn (huisdieren, enz.) geregistreerd worden.
Druk voor de beschrijving van de gezichtsregistratie op 1
of raak [ ] aan.
Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert
Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten,
ervoor zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of
de wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar
wanneer u registreert.
Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt
wanneer u registreert.
(De flits zal niet afgaan tijdens de registratie.)
(Goed voorbeeld voor het
registreren)
Als het gezicht tijdens de opname niet herkend wordt
Registreer het gezicht van dezelfde persoon binnen en buiten, of met verschillende
uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken. (P204)
Verder registreren op de opnamelocatie.
Wanneer een persoon die al geregistreerd is, niet herkend wordt, dit corrigeren door de
persoon opnieuw te registreren.
Gezichtsdetectie zou niet mogelijk kunnen zijn of zou gezicht niet correct kunnen herkennen
zelfs wanneer het om geregistreerde gezichten gaat, afhankelijk van de gezichtsuitdrukking
en de omgeving.
KEN
1LHXZ
9. De menufuncties gebruiken
204
4Selecteer het item.
U kunt t/m 3 gezichtsbeelden registreren.
De informatie veranderen of wissen voor een geregistreerde persoon
1Op 3/4 drukken om [MEMORY] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
2Druk op 3/4/2/1 om het gezichtsbeeld dat bewerkt of gewist moet worden te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
3Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
[Naam]
Het is mogelijk namen te registreren.
Raadpleeg P58 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd
moeten worden.
[Leeftijd] Het is mogelijk de verjaardag te registreren.
[Beeld toev.]
(Voeg Beelden toe)
Extra gezichtsbeelden toevoegen.
1Selecteer het frame van de ongeregistreerde gezichtsdetectie
en druk vervolgens op [MENU/SET].
2Voer stappen 3 in “Gezichtsinstellingen” uit.
(Wissen)
Eén van de gezichtsbeelden wissen.
Druk op 2/1 om het te wissen gezichtsbeeld te selecteren en
druk dan op [MENU/SET].
[Info bew.]
De informatie veranderen van een reeds geregistreerde
persoon.
Voer stap 4 in “Gezichtsinstellingen” uit.
[Prioriteit]
De focus en belichting worden met voorkeur afgesteld voor
gezichten met hogere prioriteit.
Op 3/4/2/1 drukken om de prioriteit te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
[Wissen] Informatie wissen van een geregistreerd persoon.
205
9. De menufuncties gebruiken
Toepasbare modi:
Als u de naam en verjaardag van uw kind of huisdier van tevoren instelt, dan kunt u hun
naam en leeftijd in maanden en jaren op de foto's opnemen.
U kunt deze bij het afspelen weergeven of op de opgenomen beelden stempelen met
gebruik van [Tekst afdr.] (P239).
Instellingen: [ ] ([Baby1])/[ ] ([Baby2])/[ ] ([Huisdier])/[OFF]/[SET]
Instellen van [Leeftijd] of [Naam]
1Druk op 3/4 om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2Druk op 3/4 om [Baby1], [Baby2] of [Huisdier] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
3Druk op 3/4 om [Leeftijd] of [Naam] te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
4Druk op 3/4 om [SET] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
5Druk op 4 om [Exit] te selecteren en druk daarna op [MENU/SET] om te
eindigen.
Om [Leeftijd] en [Naam] te annuleren
Selecteer de instelling [OFF] in step 1.
U kunt leeftijden en namen afdrukken met PHOTOfunSTUDIO(P295).
In deze gevallen niet beschikbaar:
[Profiel instellen] is niet beschikbaar als de opname uitgevoerd wordt met de 4K Photo- of Post
Focus-functie.
Leeftijden en namen worden in de volgende gevallen niet opgenomen:
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Foto's die gemaakt zijn tijdens het opnemen van een film ([ ] ([Videoprioriteit])) (P172)
[Profiel instellen]
> [Opname] > [Profiel instellen]
Voer [Leeftijd] in (verjaardag)
Voer in [Naam]
Raadpleeg P58 voor informatie over hoe lettertekens
ingevoerd moeten worden.
JOE LUCKY
MENU
9. De menufuncties gebruiken
206
Toepasbare modi:
Selecteer het luminantiebereik dat bij het gebruik van de video past.
[Helderheidsniveau] kan alleen ingesteld worden wanneer [MP4] geselecteerd is als de
[Opname-indeling] instelling.
Instellingen: [0-255]/[16-255]
[0-255] is geschikt voor de creatie van foto's uit opgenomen films.
[16-255] is geschikt voor normale filmopnames.
Toepasbare modi:
De sluitersnelheid kan vastgezet worden om flikkeren van of strepen in het bewegende
beeld te reduceren.
Instellingen: [1/50]/[1/60]/[1/100]/[1/120]/[OFF]
:[Bewegend beeld]-menu
[Fotostijl] (P186)
[Filterinstellingen] (P188)
[4K Live Bijsnijden] (P169)
[Snapfilm] (P174)
[Opname-indeling] (P166)
[Opn. kwaliteit] (P166)
[Belicht.stand] (P85)
[AFS/AFF] (P92)
[Foto/film] (P172)
[Continu AF] (P168)
[Meetfunctie] (P192)
[Schaduw markeren] (P193)
[Int.dynamiek] (Intelligent dynamic range
control) (P194)
[I.resolutie] (P194)
[Diffractiecompensatie] (P201)
[Helderheidsniveau] (P206)
[Ex. tele conv.] (P149)
[Dig. zoom] (P151)
[Stabilisatie] (P144)
[Antiflikkering] (P206)
[Stille bediening] (P86)
[Micr. weerg.] (P207)
[Micr. instellen] (P207)
[Speciale microfoon] (P307)
[Microfoon begrenzer] (P207)
[Uitsch. geluid vd wind] (P208)
[Windreductie] (P308)
[Lens ruisreductie] (P208)
[Helderheidsniveau]
> [Bewegend beeld] > [Helderheidsniveau]
[Antiflikkering]
> [Bewegend beeld] > [Antiflikkering]
MENU
MENU
207
9. De menufuncties gebruiken
Toepasbare modi:
Toont het microfoonniveau op het opnamescherm.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Wanneer [Microfoon begrenzer] ingesteld is op [OFF], staat [Micr. weerg.] op [ON].
Toepasbare modi:
Regel het geluidsingangsniveau op 19 verschillende niveaus (j12 dB T i6dB).
De weergegeven dB-waarden zijn bij benadering.
Toepasbare modi:
De camera regelt automatisch het geluidingangsniveau en minimaliseert de
geluidsvervorming (krakend geluid) als het volume te hoog is.
Instellingen: [ON]/[OFF]
[Micr. weerg.]
> [Bewegend beeld] > [Micr. weerg.]
[Micr. instellen]
> [Bewegend beeld] > [Micr. instellen]
[Microfoon begrenzer]
>[Bewegend beeld] > [Microfoon begrenzer]
MENU
MENU
MENU
9. De menufuncties gebruiken
210
[Quick AF]
Zolang de camera stevig vastgehouden wordt, zal de
camera het brandpunt automatisch aanpassen en zal de
brandpuntregeling sneller zijn als op de sluiterknop gedrukt
wordt.
De batterij raakt sneller op dan normaal.
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
In de preview-modus
In situaties met weinig licht
s
[Oogsensor AF]
De camera stelt het brandpunt automatisch in als de
oogsensor actief is.
De [Oogsensor AF] werkt misschien niet onder
omstandigheden met gedimd licht.
s
[Spot AF tijd]
Stelt in hoe lang het scherm vergoot wordt wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt met de Auto
Focus Mode ingesteld op [ ].
s
[Spot AF weergave]
Stelt in om het hulpscherm, dat verschijnt als de Auto
Focus modus op [ ] gezet is, weer te geven in een
venster of op het volledige scherm.
s
[AF ass. lamp]
AF-assist lamp zal het onderwerp oplichten wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt om het zo
gemakkelijker te maken om te focussen wanneer er in
omstandigheden van weinig licht opgenomen wordt.
Het effectieve bereik van het AF Assist-lampje varieert
afhankelijk van de lens die wordt gebruikt.
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060)
bevestigd is en op Wide:
Ongeveer 1,0 m tot 3,0 m
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS14140)
bevestigd is en op Wide:
Ongeveer 1,0 m tot 3,0 m
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A)
bevestigd is en op Wide:
Ongeveer 1,0 m tot 3,0 m
Verwijder de lenskap.
s
> [Voorkeuze]
MENU
211
9. De menufuncties gebruiken
[AF ass. lamp]
(wordt vervolgd)
De AF-lamp raakt enigszins geblokkeerd als de onderling
verwisselbare lens (H-FS12060/H-FS14140/H-FS1442A)
gebruikt wordt maar dit is niet van invloed op de prestaties.
De AF-assist lamp kan ernstig geblokkeerd raken en dan
wordt het moeilijk om scherp te stellen als een lens met
een grote diameter gebruikt wordt.
De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen.
[Landschap]/[Blauwe lucht]/[Romantische
zonsondergang]/[Levendige zonsondergang]/
[Glinsterend water]/[Heldere nachtopname]/[Koele
nachtopname]/[Warme nachtopname]/[Artistieke
nachtopname]/[Nachtop. uit hand] (Scene Guide modus)
Wanneer [Stille modus] op [ON] gezet is
s
[Direct focuspunt]
Verplaatst de AF-zone of MF-assist m.b.v. de cursorknop
wanneer u opneemt.
Als [š], [ ], [ ], of [Ø] geselecteerd is, kan de
AF-zone verplaatst worden; als [ ] geselecteerd is, kan
de uitvergrote positie verplaatst worden.
Om de onderdelen in te stellen die gebruik maken van de
cursorknoppen, zoals, [Witbalans] of [Gevoeligheid] kunt
u in plaats daarvan het Quick Menu (P53) gebruiken.
[Direct focuspunt]
is in de volgende gevallen vastgezet op
[OFF]
:
[Glinsterend water] (Scene Guide modus)
Creative Control modus
Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
s
[Prio. focus/ontspan]
Als deze wordt ingesteld, kunnen er geen opnamen
worden gemaakt als de opname niet scherp is.
Er kunnen verschillende instellingen op verschillende
instellingen van de Focusmodus ([AFS/AFF], [AFC])
toegepast worden.
s
[AF-Gevoeligheid]
Stelt de gevoeligheid in die toegepast wordt wanneer het
brandpunt aangepast wordt al naargelang de beweging
van het onderwerp.
Als de afstand tot het onderwerp sterk verandert:
[r]-zijde: de camera past het brandpunt onmiddellijk
aan. U kunt verschillende onderwerpen achter elkaar
scherp stellen.
[s]-zijde: de camera wacht korte tijd alvorens het
brandpunt opnieuw aan te passen. Dit stelt u in staat te
voorkomen dat het brandpunt per ongeluk opnieuw
aangepast wordt wanneer bijvoorbeeld een bewegend
onderwerp het beeld passeert.
Dit item werkt alleen als de focusmodus op [AFF] of
[AFC] gezet is.
s
> [Voorkeuze]
MENU
9. De menufuncties gebruiken
212
[AF+MF]
Als AF-vergrendeling op ON staat (druk de sluiterknop tot
halverwege in met de focusmodus op [AFS] of stel
AF-vergrendeling in met gebruik van [AF/AE LOCK]), kunt
u handmatig en precies scherpstellen.
s
[MF assist]
Stelt de weergavemethode van MF Assist in (vergroot scherm).
De beschikbare instellingen variëren en zijn afhankelijk
van de gebruikte lens.
Als een onderling verwisselbare lens met een focusring
(H-FS12060/H-FS14140/H-FS1442A) gebruikt wordt
[]:
Het scherm wordt vergroot door de focusring of de focushendel
van de lens te bedienen of door op
2
( ) te drukken.
[]:
Het scherm wordt vergroot door de focusring of de
focushendel van de lens te bedienen.
[]:
Het scherm wordt vergroot door op 2( ) te drukken.
[OFF]:
Het scherm wordt niet vergroot.
Als een onderling verwisselbare lens zonder focusring
gebruikt wordt
[ON]/[OFF]
MF Assist wordt niet weergegeven in de volgende gevallen:
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Als opnames gemaakt worden met [ ]
([4K-voorburst]) van de 4K-fotofunctie
Bij het gebruik van de digitale zoom
s
[MF assist weergave]
Stelt in of MF Assist (vergroot scherm) in een venster op het
scherm weergegeven wordt dan wel op het volledige scherm.
s
[MF-gids]
Wanneer u de focus
handmatig instelt, wordt
er een MF-gids die het u
toelaat de richting te
controleren voor het
verkrijgen van de focus
afgebeeld.
s
> [Voorkeuze]
MENU
AAanduiding van
(oneindigheid)
A


Produkt Specifikationer

Mærke: Panasonic
Kategori: Digital kamera
Model: DMC-G80 Lumix

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Panasonic DMC-G80 Lumix stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig