Remeha SENTRY EBW160 NL Manual

Remeha Kedel SENTRY EBW160 NL

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Remeha SENTRY EBW160 NL (21 sider) i kategorien Kedel. Denne guide var nyttig for 15 personer og blev bedømt med 4.8 stjerner i gennemsnit af 8 brugere

Side 1/21
320.01.15
SENTRY GASBOILERS
MODELLEN: EBW145 NL
EBW160 NL
EBW200 NL
EBW250 NL
EBW275 NL
EBW360 NL
EBW500 NL
Installatie- en bedieningsvoorschriften
Onderhoudsinstructies
Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden
1. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN _____________________________________________ 1
1.1 Algemeen ___________________________________________________________ 1
1.2 De opstelling van de boiler _______________________________________________ 1
1.3 Wateraansluitingen ____________________________________________________ 1
1.4 Druk- en temperatuurbeveiliging van het water ________________________________ 2
1.5 Waterkwaliteit ________________________________________________________ 2
1.6 Gasaansluiting________________________________________________________ 2
1.7 Elektrische aansluiting __________________________________________________ 3
1.8 Rookgasafvoersysteem _________________________________________________ 4
2. INSTRUCTIES VOOR IN BEDRIJF STELLEN ____________________________________ 5
2.1 Het vullen van de boiler _________________________________________________ 5
2.2 In bedrijf stellen _______________________________________________________ 5
2.3 Regeling van de watertemperatuur _________________________________________ 6
2.4 Buiten bedrijf stellen____________________________________________________ 6
2.5 Aftappen van de boiler __________________________________________________ 6
2.6 Bediening schakelklok (optie) _____________________________________________ 6
3. ONDERHOUD ___________________________________________________________ 9
3.1 Magnesium anodes ____________________________________________________ 9
3.2 Correx anode _______________________________________________________ 10
4. TECHNISCHE GEGEVENS ________________________________________________ 11
5. ELEKTRISCH SCHEMA STANDAARD UITVOERING _____________________________ 12
6. ELEKTRISCH SCHEMA GBS UITVOERING ____________________________________ 13
7. AFMETINGEN __________________________________________________________ 14
8. STORINGSSLEUTEL _____________________________________________________ 15
8.1 Toestellen met rookgasklep: de rookgasklep opent niet _________________________ 15
8.2 Er is geen vonk bij de aansteekbrander_____________________________________ 16
8.3 Ontstekingsvonk is aanwezig maar de aansteekbrander wordt niet ontstoken _________ 17
8.4 De aansteekbrander brandt maar de hoofdbrander wordt niet ontstoken _____________ 18
8.5 De ontsteekautomaat gaat regelmatig in vergrendeling _________________________ 18
9. GARANTIE VOORWAARDEN_______________________________________________ 19
1
1. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
1.1 Algemeen
Lees eerst deze installatievoorschriften alvorens met de installatie wordt begonnen.
De installatie dient te voldoen aan de laatste versie van de volgende voorschriften:
NEN 1006, Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties
NEN 1010, Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties
NEN 1078, Eisen en bepalingsmethoden voor huishoudelijke gasleidinginstallaties
NEN 2757, Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook van verbrandingstoestellen
Eventuele plaatselijk geldende voorschriften
Dit toestel mag uitsluitend door een daartoe erkend installatiebedrijf worden geïnstalleerd.
1.2 De opstelling van de boiler
Plaats de boiler op een vlakke vloer in een vorstvrije ruimte. In de opstellingsruimte moeten minimaal de
volgende afstanden tot een wand, deur of luik in acht worden genomen:
- 100 mm rondom het toestel
- 50 mm rondom de rookgasafvoerleiding.
Plaats de boiler in een ruimte waar, in geval van lekkage aan de tank of aan de aansluitingen, geen
waterschade kan ontstaan aan de direkte omgeving of aan lager gelegen verdiepingen. Indien dit niet
mogelijk is, dient de boiler in een veiligheids-opvangbak met afvoermogelijkheid geplaatst te worden.
Het toestel mag niet worden geplaatst in een ruimte waarvan de atmosfeer chemisch agressief of
anderszins verontreinigd is.
1.3 Wateraansluitingen
De koudwater- en warmwaterleiding kunnen afhankelijk van het model als volgt worden aangesloten:
EBW145, 360 en 500: aan de voorzijde van het toestel, zie figuur 1.
EBW160 t/m 275: naar keuze aan de voor- of bovenzijde van het toestel, zie figuur 1 en 2.
figuur 1 figuur 2
2
Het verdient aanbeveling voor het aansluiten van de wateraansluitnippels driedelige koppelingen toe te
passen. Wanneer men aan de watertoevoer- en afvoernippels van de boiler soldeert, beschadigt men de
kunststof bekleding van de boileraansluitnippels, hetgeen spoedige lekkage aan deze aansluitingen ten
gevolge zou kunnen hebben.
Indien een circulatieleiding wordt toegepast dient deze volgens figuur 3 te worden aangesloten. Het is
aan te raden de circulatieleiding te isoleren, dit voorkomt onnodige energieverspilling.
figuur 3
1.4 Druk- en temperatuurbeveiliging van het water
Een nieuwe, deugdelijke inlaatcombinatie dient te worden gemonteerd in de koudwatertoevoerleiding
naar de boiler. Het overstortventiel van deze combinatie zorgt ervoor, dat de hoogst toelaatbare
waterdruk van 8 bar niet wordt overschreden.
De afvoer van de inlaatcombinatie dient via een open trechterverbinding aangesloten te worden op de
riolering. Deze overstortleiding mag niet kunnen bevriezen.
Het is noodzakelijk om bij vervanging van een boiler tevens een nieuwe deugdelijke inlaatcombinatie te
monteren.
Eventueel kan naast de inlaatcombinatie tevens een extra druk- en temperatuurbeveiliging worden
toegepast, welke wordt afgesteld op 10 bar en 97°C. Hiervoor bevindt zich een extra aansluitpunt boven
in de tank.
1.5 Waterkwaliteit
De toestellen mogen beslist niet worden gevoed met water met een hardheid minder dan 4°D.
Onthard water met een hardheid onder 4°D is in het algemeen agressief en leidt tot spoedige schade
aan de tank.
1.6 Gasaansluiting
Blaas de gasleiding goed schoon, alvorens deze met de gashoofdkraan te verbinden.
Het verdient aanbeveling de gaskraan op een zo kort mogelijke afstand van het gasblok op de boiler
te monteren.
Pas zoveel mogelijk koppelingen toe om het verlenen van service vlot te doen verlopen.
Controleer de aansluitingen op dichtheid.
Controleer de druk voor het gasblok, voor aardgastoestellen is de nominale aansluitdruk 25 mbar,
voor butaan/propaan toestellen is dit 50 mbar.
Raadpleeg NEN 1078.
3
1.7 Elektrische aansluiting
Aansluiting dient te geschieden overeenkomstig de NEN1010. De aansluitspanning is 230V/50Hz, het
toestel dient geaard te worden. Verwijder de deksel van de aansluitkast. Verbind de elektrische
voeding met de klemmen L en N.
Bij GBS uitvoering: Let op een juiste aansluiting van fase en nul; de PCB is fase gevoelig
Wordt het toestel voorzien van een vaste aansluitleiding dan dient een dubbelpolige hoofdschakelaar
met een contactopening van tenminste 3 mm in deze aansluitleiding te worden geplaatst. Wordt het
toestel voorzien van een flexibele aansluitleiding inclusief contactstop dan moet de contactstop te alle
tijde bereikbaar zijn.
1.7.1 Overige aansluitingen GBS uitvoering
In bedrijf stelling op afstand
Met behulp van een schakelklok of een handbediende schakelaar kan de boiler in of buiten bedrijf
worden gesteld. Hiertoe wordt de klok c.q. schakelaar aangesloten op de klemmen TIM1 en TIM2 en
moet de brug “Timer” op de printplaat worden verplaatst naar de positie “ON”, zie elektrisch schema
op pagina 15. Wordt de verbinding tussen TIM1 en TIM2 gemaakt dan wordt het toestel in bedrijf
gesteld.
Storingsmelding
Het toestel geeft de mogelijkheid voor aansluiten van een storingsmelding in geval het vlamsignaal
wegvalt of de maximaal beveiliging ingrijpt. Wordt hiervan gebruik gemaakt dan moet het los
meegeleverde tijdrelais worden toegepast.
Het tijdrelais wordt als volgt aangesloten, zie figuur 4:
- klemmen 2 en 7 van het relais worden aangesloten op de klemmen FD0 en FD2 op de PCB
- klem 1 van het relais wordt aangesloten op klem OH2 op de PCB
- klem 8 van het relais wordt aangesloten op klem MFF1 van de PCB
De storingsmelding wordt aangesloten op de volgende klemmen welke voorzien in een potentiaal vrij
contact indien er zich een storing voordoet:
- maximaal beveiliging: klem OH1 op de PCB en klem 3 van het relais
- vlamsignaal: klem MFF2 op de PCB en klem 6 van het relais.
Stel het tijdrelais af op 60 seconden.
figuur 4
4
1.8 Rookgasafvoersysteem
1.8.1 Rookgasklep (optie)
Plaats de opening van de rookgasklep over de opstaande rand van de rookgasverzamelkap boven op de
boiler, zie figuur 5. Verdraai de klep zodanig, dat aansluitsteker van de rookgasklep met de contra-steker
aan de zijkant van de boiler verbonden kan worden.
figuur 5
Bij de GBS uitvoering moet de brug "flue damper" op de printplaat in de positie "ON" staan.
1.8.2 Trekonderbreker
Monteer de vier pootjes, met behulp van de meegeleverde schroeven en moeren, aan de
trekonderbreker. Plaats de trekonderbreker op het toestel en zet deze met schroeven vast op de deksel
van de boiler. Plaats de rookgasafvoerpijp in de trekonderbreker, gebruik de juiste diameter rookgaspijp,
raadpleeg hiervoor tabel 2. Laat het gewicht van de rookgasafvoerpijp niet op de trekondebreker
steunen.
rookgasverzamelkap
rookgasklep
5
2. INSTRUCTIES VOOR IN BEDRIJF STELLEN
2.1 Het vullen van de boiler
Controleer of de aftapkraan van de boiler gesloten is.
Open de hoofdkraan van het water en daarna alle warmwatertappunten, zodat de in de installatie en
boiler aanwezige lucht kan ontsnappen.
Vul de boiler door de koudwater-toevoerkraan open te draaien. De boiler is gevuld zodra er water uit
alle warmwatertappunten stroomt.
2.2 In bedrijf stellen
Open de koudwater-toevoerkraan en controleer of de boiler geheel is gevuld met water door de
dichstbijzijnde warmwaterkraan open te draaien.
Verwijder de afdekkap van de regelthermostaat.
Draai temperatuurschijf van de regelthermostaat (figuur 6) in de laagste temperatuurstand, door deze
zo ver mogelijk linksom te verdraaien.
figuur 6 figuur 7
Open de gaskraan in de gastoevoerleiding.
Schakel de elektrische voeding in.
Bij toestellen voorzien een schakelklok moet deze eerst geprogrammeerd worden, zie paragraaf 2.6.
Draai de temperatuurschijf van de regelthermostaat rechtsom naar de gewenste
temperatuurinstelling. Bij toestellen voorzien van een rookgasklep wordt deze nu geopend.
Vervolgens wordt de aansteekbrander automatisch ontstoken. Zodra de aansteekvlam is
gesignaleerd wordt de gasklep naar de hoofdbrander geopend en wordt de hoofdbrander door de
aansteekbrander ontstoken.
N.B. Bij de eerste inbedrijfstelling zal ontsteking van de aansteekbrander meestal mislukken in
verband met lucht in de gasleiding. Is er binnen de ontstekingsfase van (90 sec.) geen vlamsignaal,
dan zal de ontsteekautomaat na een wachttijd (15 sec.) een tweede en derde poging uitvoeren Is er
dan nog geen vlamsignaal dan zal de ontsteekautomaat in vergrendeling gaan. De LED op de
automaat knippert dan telkens 3 keer snel achter elkaar met een tussen pozen van 3 seconden. Op
de GBS uitvoering brandt dan de gele LED. Ontgrendelen geschiedt door de elektrische voeding uit
en vervolgens weer in te schakelen. In geval de aansteekbrander staat af te blazen dient deze met
behulp van de stelschroef op het gasblok afgesteld te worden.
Plaats de afdekkap op de regelthermostaat
Controleer de branderdruk (figuur 7), raadpleeg hiervoor tabel 1
Controleer de aansluitingen van de hoofdbrander- en aansteekbranderleiding in het gasblok op
dichtheid.
Laat de boiler 10 minuten branden en controleer dan alle draadverbindingen in de tank op dichtheid.
8
2.6.4 Handmatig bedienen van de schakelklok
Met de toets “ “ kan de schakelklok handmatig worden bediend.
Wordt 1 maal op de toets “ “ gedrukt dan verandert de actuele bedrijfstoestand; was de boiler in
bedrijf dan wordt deze uit bedrijf gesteld, was de boiler buiten bedrijf dan wordt deze in bedrijf
gesteld. In het display verschijnt het symbool in combinatie met of ten teken dat de
boiler in bedrijf resp. uit bedrijf is. Bij het eerst volgende schakelblok schakelt de klok weer over op
het ingevoerde programma.
Wordt 2 maal op de toets “ “ gedrukt dan blijft de boiler permanent in bedrijf. In het display
verschijnt .
Wordt 3 maal op de toets “ “ gedrukt dan blijft de boiler permanent buiten bedrijf. In het display
verschijnt .
Om de boiler weer volgens het ingevoerde programma te laten functioneren drukt men net zolang
op de toets “ “ totdat in het display verschijnt.


Produkt Specifikationer

Mærke: Remeha
Kategori: Kedel
Model: SENTRY EBW160 NL

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Remeha SENTRY EBW160 NL stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig