Sony VPCJ12M1R Manual

Sony PC VPCJ12M1R

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Sony VPCJ12M1R (158 sider) i kategorien PC. Denne guide var nyttig for 18 personer og blev bedømt med 4.9 stjerner i gennemsnit af 9.5 brugere

Side 1/158
N
Gebruikershandleiding
Personal computer
VPCJ1-serie
2
nN
Inhoud
Voor gebruik ....................................................................... 4
Meer informatie over uw VAIO-computer...................... 5
Ergonomische overwegingen........................................ 8
Aan de slag....................................................................... 10
De besturingselementen en poorten ........................... 11
De lampjes .................................................................. 15
De computer installeren .............................................. 16
De computer veilig uitschakelen ................................. 20
De energiebesparingsstand gebruiken ....................... 21
Uw computer onderhouden......................................... 24
De VAIO-computer gebruiken........................................... 26
Het toetsenbord gebruiken.......................................... 27
De muis gebruiken ...................................................... 36
Het aanraakscherm gebruiken .................................... 41
De ingebouwde camera gebruiken ............................. 45
Het optische station gebruiken.................................... 46
De Memory Stick gebruiken ........................................ 54
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............ 61
Het internet gebruiken................................................. 65
Het netwerk (LAN) gebruiken...................................... 66
Het draadloze LAN gebruiken ..................................... 67
De Bluetooth-functie gebruiken................................... 72
Randapparaten gebruiken.................................................77
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon
aansluiten ....................................................................78
Een externe microfoon aansluiten ...............................79
Een USB-apparaat aansluiten .....................................80
Een i.LINK-apparaat aansluiten...................................82
Uw VAIO-computer aanpassen.........................................84
Het wachtwoord instellen.............................................85
Intel(R) VT gebruiken ..................................................92
VAIO Control Center gebruiken ...................................93
Uw VAIO-computer uitbreiden...........................................94
Geheugen toevoegen en verwijderen..........................95
Voorzorgsmaatregelen ....................................................101
Informatie over de veiligheid......................................102
Informatie over reinigen en onderhoud......................105
Met de computer omgaan..........................................106
Met het LCD-scherm/aanraakscherm omgaan..........108
De stroomvoorziening gebruiken...............................109
Met de ingebouwde camera omgaan ........................110
Met schijven omgaan.................................................111
Met Memory Sticks omgaan ......................................112
Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan ..........113
3
nN
Problemen oplossen ....................................................... 114
Computerbewerkingen .............................................. 116
Systeemupdates/-beveiliging .................................... 122
Herstellen .................................................................. 124
Ingebouwde camera.................................................. 126
Netwerken (LAN/draadloos LAN).............................. 127
Bluetooth-technologie ............................................... 130
Optische schijven ...................................................... 134
Beeldscherm ............................................................. 138
Afdrukken .................................................................. 140
Microfoon .................................................................. 141
Muis........................................................................... 142
Luidsprekers.............................................................. 144
Aanraakscherm ......................................................... 146
Toetsenbord .............................................................. 147
Diskettes ................................................................... 149
Audio/video ............................................................... 150
Memory Stick ............................................................ 153
Randapparatuur ........................................................ 154
Handelsmerken............................................................... 155
Opmerking ...................................................................... 157
4
nN
Voor gebruik >
Voor gebruik
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm.
Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en
geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer.
!
Externe aanzichten die in deze handleiding worden geïllustreerd, kunnen enigszins verschillen van de werkelijke aanzichten van uw computer.
Locatie van specificaties
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen, opties en meegeleverde items beschikbaar op uw computer.
Ga naar de website van VAIO-Link op http://support.vaio.sony.eu/ voor meer informatie over de configuratie van uw computer.
5
nN
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
Meer informatie over uw VAIO-computer
In dit gedeelte vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.
1. Gedrukte documentatie
Handleiding Snel aan de slag: een overzicht van het aansluiten van onderdelen, configuratiegegevens, enzovoort.
Gids systeemherstel, back-up en probleemoplossing
Voorschriften, Garantie en Ondersteuning
Lees Voorschriften, Garantie en Ondersteuning zorgvuldig voordat u de draadloze functies zoals draadloos LAN en Bluetooth-technologie activeert.
6
nN
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
2. Documentatie op het scherm
Gebruikershandleiding (deze handleiding): de functies van de computer en informatie over veelvoorkomende problemen.
U geeft deze handleiding als volgt op het scherm weer:
1Klik op Start , Alle programma's en VAIO Documentation.
2Open de map voor uw taal.
3Kies de handleiding die u wilt lezen.
Als u handmatig in de gebruikershandleiding wilt zoeken, gaat u naar Computer > VAIO (C:) (uw C-schijf) > Documentatie (Documentation) >
Documentatie (Documentation) en opent u de map voor uw taal.
Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw
computer te gebruiken.
Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en op Help en ondersteuning, of houdt u de
Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.
7
nN
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
3. Ondersteuningswebsites
Als u een probleem hebt met de computer, vindt u op de website van VAIO-Link op http://support.vaio.sony.eu/ instructies
voor probleemoplossing.
Verder zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
Via de Club VAIO community op http://club-vaio.com hebt u de mogelijkheid om vragen te stellen aan andere VAIO-
gebruikers.
Voor productinformatie kunt u onze website met producten bezoeken op http://www.vaio.eu/, of onze onlinewinkel op
http://www.sonystyle-europe.com.
Zorg dat u het serienummer van uw VAIO-computer bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met VAIO-Link. Het
serienummer bevindt zich aan de onderkant, aan de achterkant of in het batterijcompartiment van uw VAIO-computer.
Op de website van VAIO-Link vindt u aanvullende instructies, als u problemen hebt met het vinden van uw serienummer.
8
nN
Voor gebruik >
Ergonomische overwegingen
Ergonomische overwegingen
Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen:
Positie van de computer: plaats het scherm direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een
neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen
naast uw bovenlichaam. Pauzeer regelmatig tijdens het gebruik van de computer. Als u te veel met de computer werkt,
kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.
Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat
op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd
uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
10
nN
Aan de slag >
Aan de slag
In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.
De besturingselementen en poorten (pagina 11)
De lampjes (pagina 15)
De computer installeren (pagina 16)
De computer veilig uitschakelen (pagina 20)
De energiebesparingsstand gebruiken (pagina 21)
Uw computer onderhouden (pagina 24)
11
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
De besturingselementen en poorten
Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
!
Het uiterlijk van uw computer zoals dit in deze handleiding wordt geïllustreerd, kan verschillen van het werkelijke uiterlijk van uw computer vanwege
verschillen in de specificaties.
Voorzijde
AIngebouwde microfoon (mono)
BLampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera(pagina 15)
CIngebouwde MOTION EYE-camera (pagina 45)
DWIRELESS-lampje (pagina 15)
ELampje voor schijfstation (pagina 15)
FAan/uit-lampje (pagina 15)
GASSIST-knop
Hiermee start u VAIO Care wanneer de computer aan staat.
Wanneer de computer uit staat, start u met de ASSIST-knop
VAIO Care Rescue.
HDISPLAY OFF-knop/DISPLAY OFF-lampje (pagina 15)
Druk op deze knop om de LCD-achtergrondverlichting uit te
schakelen.
IAan/uit-knop
JLCD-scherm/aanraakscherm (pagina 41)
KIngebouwde luidsprekers (stereo)
LOnderrand van behuizing (pagina 102)
12
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Achterzijde
!
Wanneer uw computer aan staat, kan deze in de buurt van de ventilatieopening (1)
bijzonder heet worden. Wacht totdat de computer is afgekoeld voordat u deze aanraakt.
AVentilatieopening
BKabelklemmen (pagina 16)
CDC IN-poort (pagina 17)
DStandaard (pagina 102)
EUSB-poorten* (pagina 80)
FNetwerkpoort (LAN) (pagina 66)
GKapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 95)
* Compatibel met de USB 2.0-standaard en ondersteuning voor hoge/volle/
lage snelheid.
Hoeveel USB-poorten er aan de achterzijde van de computer beschikbaar
zijn, is afhankelijk van het model dat u hebt aangeschaft.
14
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Linkerzijde
AMemory Stick Duo-sleuf*1 (pagina 54)
BLampje voor mediatoegang (pagina 15)
CSleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 61)
D4-pins i.LINK-poort (S400) (pagina 82)
EUSB-poorten*2 (pagina 80)
FHoofdtelefoonconnector (pagina 78)
GMicrofoonconnector
Sluit een externe microfoon aan.
*1 Uw computer ondersteunt alleen Memory Sticks in het Duo-formaat.
*2 Compatibel met de USB 2.0-standaard en ondersteuning voor hoge/volle/
lage snelheid.
15
nN
Aan de slag >
De lampjes
De lampjes
Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:
Lampje Functies
Aan/uit 1Brandt groen als de computer in de normale stand staat, knippert oranje als de computer in de slaapstand staat
en gaat uit als de computer wordt uitgeschakeld.
Ingebouwde MOTION EYE-camera Brandt als de ingebouwde camera in gebruik is.
Mediatoegang Brandt terwijl gegevens worden gelezen van een geheugenkaart, zoals een Memory Stick of een SD-
geheugenkaart. (Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje
brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.
DISPLAY OFF Brandt oranje wanneer de LCD-achtergrondverlichting uit staat.
Schijfstation Brandt als gegevens worden gelezen van het ingebouwde opslagapparaat of het optische station.
Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt.
WIRELESS Brandt als een of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.
16
nN
Aan de slag >
De computer installeren
De computer installeren
Het toetsenbord en de muis aansluiten
Mogelijk worden er bij uw computer een USB-toetsenbord en een USB-muis geleverd.
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen en opties beschikbaar op uw computer.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
Het toetsenbord en de muis aansluiten
1Sluit de toetsenbordkabel (1) en de muiskabel (2) aan op de gewenste USB-poorten (3) aan de achterzijde van de computer.
2Voer de muiskabel (2) door de kabelklem (4) aan de achterzijde van de computer.
17
nN
Aan de slag >
De computer installeren
Een stroombron aansluiten
U hebt een netadapter nodig als u de computer op de netstroom wilt aansluiten.
Gebruik alleen de meegeleverde netadapter voor uw computer.
18
nN
Aan de slag >
De computer installeren
De netadapter aansluiten
1Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (2).
2Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (3).
3Voer de netadapterkabel (4) door de opening (5) in de standaard en de kabelklem (6), en steek de connector vervolgens
in de DC IN-poort (7) aan de achterzijde van de computer.
!
De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.
19
nN
Aan de slag >
De computer installeren
Als u de computer volledig van de netstroom wilt loskoppelen, schakelt u de computer uit en koppelt u de netadapter af.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
!
Als u de netadapter loskoppelt van de computer terwijl deze aan staat, gaan alle niet-opgeslagen gegevens verloren.
20
nN
Aan de slag >
De computer veilig uitschakelen
De computer veilig uitschakelen
Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt
beschreven.
De computer afsluiten
1Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.
2Klik op Start en op Afsluiten.
3Antwoord op alle waarschuwingen om documenten op te slaan of rekening te houden met andere gebruikers en wacht
tot de computer is uitgeschakeld.
Het stroomlampje gaat uit.
22
nN
Aan de slag >
De energiebesparingsstand gebruiken
Slaapstand gebruiken
De slaapstand activeren
Klik op Start, op de pijl naast de knop Afsluiten en op Slaapstand.
U kunt ook op de slaapknop op het draadloze toetsenbord of het USB-toetsenbord drukken om de computer in de slaapstand te zetten.
Terugkeren naar de normale stand
Druk op een willekeurige toets op het draadloze toetsenbord of het USB-toetsenbord.
Klik met de knop van de draadloze muis of de USB-muis.
Beweeg de draadloze muis.
Druk op de aan/uit-knop van uw computer.
Het is raadzaam de draadloze muis (indien meegeleverd) uit te zetten met de aan/uit-schakelaar aan de onderzijde wanneer u de computer in de
slaapstand zet. Op die manier voorkomt u dat de normale stand van de computer wordt geactiveerd wanneer de muis per ongeluk wordt verplaatst.
!
Controleer of de batterij van het draadloze toetsenbord (indien meegeleverd) op de juiste manier is geplaatst en niet bijna leeg is.
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld. Alle nog niet opgeslagen gegevens
gaan hierbij verloren.
23
nN
Aan de slag >
De energiebesparingsstand gebruiken
Als u de computer langere tijd niet gebruikt, wordt de slaapstand geactiveerd. U kunt dit gedrag wijzigen door de instellingen
voor de slaapstand te wijzigen.
De instellingen voor de slaapstand wijzigen
1Klik op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en Energiebeheer.
2Klik op De schema-instellingen wijzigen onder het huidige energiebeheerschema.
3Wijzig de tijd waarna de computer in de slaapstand wordt gezet en klik op Wijzigingen opslaan.
24
nN
Aan de slag >
Uw computer onderhouden
Uw computer onderhouden
Uw computer bijwerken
Werk uw VAIO-computer bij met de volgende softwaretoepassingen die de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw
computer verbeteren.
VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op internet en zorgt ervoor dat deze
op de computer worden gedownload en geïnstalleerd.
Windows Update
Klik op Start, Alle programma's en Windows Update, en volg de instructies op het scherm.
VAIO Update 5
Klik op Start, Alle programma's en VAIO Update 5, en volg de instructies op het scherm.
!
Uw computer moet verbinding hebben met het internet voordat u updates kunt downloaden.
26
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De VAIO-computer gebruiken
In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
Het toetsenbord gebruiken (pagina 27)
De muis gebruiken (pagina 36)
Het aanraakscherm gebruiken (pagina 41)
De ingebouwde camera gebruiken (pagina 45)
Het optische station gebruiken (pagina 46)
De Memory Stick gebruiken (pagina 54)
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken (pagina 61)
Het internet gebruiken (pagina 65)
Het netwerk (LAN) gebruiken (pagina 66)
Het draadloze LAN gebruiken (pagina 67)
De Bluetooth-functie gebruiken (pagina 72)
27
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
Het toetsenbord gebruiken
Bij uw computer wordt een draadloos toetsenbord of een USB-toetsenbord geleverd.
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen en opties beschikbaar op uw computer.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
Op beide toetsenborden wordt een standaardtoetsenbordindeling gebruikt zonder extra toetsen voor het uitvoeren van
specifieke functies.
Het draadloze toetsenbord gebruiken
Bij uw draadloze toetsenbord wordt één alkalinebatterij van het type AA geleverd. Verwijder voordat u het draadloze
toetsenbord probeert te gebruiken het deksel van het batterijcompartiment (1) aan de onderzijde van het draadloze
toetsenbord en plaats de bijgeleverde AA-batterij (2) in het batterijcompartiment.
Als het draadloze toetsenbord niet naar behoren werkt, moet u de batterij mogelijk vervangen. Als u van plan bent het draadloze toetsenbord gedurende
langere tijd niet te gebruiken, verwijdert u de batterij om mogelijke schade ten gevolge van een lekkende batterij te voorkomen.
Als u het draadloze toetsenbord 20 minuten of langer niet gebruikt, wordt de computer in de slaapstand gezet. U kunt de normale modus van de
computer herstellen door op een toets van het draadloze toetsenbord te drukken.
28
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
!
Voor een goede communicatie is het noodzakelijk dat u het draadloze toetsenbord binnen het bereik van het toetsenbord gebruikt: maximaal ca. 10 m
van uw computer verwijderd.
Gebruik in de buurt van uw draadloze toetsenbord geen draadloze apparaten die radiosignalen uitwisselen op de 2,4GHz-band. Deze apparaten kunnen
radiostoring veroorzaken die een goede werking van het toetsenbord belemmert.
Plaats geen metalen meubels of voorwerpen in de buurt van uw computer of draadloze toetsenbord, aangezien deze radiostoring kunnen veroorzaken
die een goede werking van het toetsenbord belemmert.
Gebruik alleen een alkalinebatterij. Bij gebruik van een niet-compatibele batterij kan het draadloze toetsenbord beschadigd raken.
30
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
ESlaapknop
Hiermee kunt u stroomverbruik beperken.
Zie De energiebesparingsstand gebruiken (pagina 21) voor meer
informatie over energiebeheer.
FIn-/uitzoomknoppen
Hiermee wijzigt u de weergavegrootte van een afbeelding of
document in bepaalde software.
Druk op om de weergave te verkleinen (uit te zoomen).
Druk op om de weergave te vergroten (in te zoomen).
Raadpleeg het Help-bestand dat bij het VAIO Control Center wordt
geleverd voor meer informatie.
GDempingsknop
Hiermee schakelt u het volume in en uit.
HVolumeregelingsknoppen
Hiermee verhoogt (+) of verlaagt (-) u het volume.
ICaps Lock-toets
Hiermee activeert/deactiveert u de modus Caps Lock, waarin alle
tekens in hoofdletters worden getypt.
JWindows-toets
Hiermee geeft u het menu Start weer.
KE-toets
Bij gebruik in combinatie met de Fn-toets opent u hiermee de lade
van het optische station.
LToepassingentoets
Hiermee geeft u een contextgevoelig snelmenu (indien aanwezig)
weer.
MPijltoetsen
Hiermee verplaatst u de aanwijzer op het computerscherm.
NLampjes
(Batterij): Dit lampje brandt niet zolang de AA-batterij van
het draadloze toetsenbord nog voldoende energie levert en
knippert wanneer de batterij bijna leeg is.
(Caps Lock): Dit lampje gaat branden wanneer de modus
Caps Lock wordt geactiveerd.
(Verbinding): Dit lampje brandt niet zolang het draadloze
toetsenbord naar behoren met uw computer is verbonden en
knippert ca. 10 minuten lang wanneer de verbinding is
verbroken, bijvoorbeeld wanneer de computer wordt
uitgeschakeld en of in de slaapstand wordt gezet.
ONumeriek toetsenblok
Hiermee typt u cijfers of voert u de meestgebruikte wiskundige
berekeningen uit.
31
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
AToetsenbordvoetjes
Door deze open te klappen kunt u het draadloze toetsenbord in
een meer 'ergonomische' stand zetten.
BBatterijcompartiment (pagina 27)
In dit vak wordt de AA-batterij geplaatst.
32
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
Het draadloze toetsenbord aansluiten
Wanneer het meegeleverde draadloze toetsenbord niet lijkt te werken, gebruikt u de meegeleverde draadloze muis en voert
u de volgende stappen uit om de verbinding tussen het toetsenbord en uw computer te herstellen. U kunt de
verbindingsbewerkingen ook met een optioneel USB-toetsenbord uitvoeren.
Wanneer het Windows-wachtwoord op uw computer is ingesteld, kunt u het toetsenbord op het scherm (pagina 44) gebruiken om het wachtwoord in
te voeren bij het opstarten van de computer. Wanneer echter het opstartwachtwoord op de computer is ingesteld, wordt het toetsenbord op het scherm
voor wachtwoordinvoer niet weergegeven en moet u een optioneel USB-toetsenbord gebruiken.
!
Normaal gezien hoeft u de verbindingsbewerkingen niet uit te voeren voordat u uw draadloze toetsenbord in gebruik neemt.
Als uw draadloze toetsenbord naar behoren werkt, moet u de verbindingsbewerkingen niet uitvoeren omdat dit tot storingen kan leiden.
1Zorg ervoor dat de meegeleverde batterij op de juiste manier in uw draadloze toetsenbord is geplaatst en zet de aan/uit-
schakelaar op het toetsenbord in de stand OFF.
2Zet de computer aan.
3Als er meerdere gebruikersaccounts op de computer aanwezig zijn, selecteert u een gebruikersaccount met
beheerdersrechten.
Als het Windows-wachtwoord op uw computer is ingesteld, klikt u linksonder op het computerscherm, schakelt u het
selectievakje Zonder toetsenbord typen (Schermtoetsenbord) in en klikt u vervolgens op OK.
4Voer het Windows-wachtwoord in met het toetsenbord op het scherm en klik op .
Als het getypte wachtwoord niet in het veld voor wachtwoordinvoer verschijnt, klikt u op het veld zodat er een knipperende cursor verschijnt en voert
u het wachtwoord nogmaals in.
5Wacht totdat Windows is opgestart en klik vervolgens op Start en Computer.
33
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
6Dubbelklik op Lokale schijf (C:), WConnectTool en WConnect.
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Ja.
7Wacht totdat het venster Re-connection Utility verschijnt en zet de aan/uit-schakelaar van het draadloze toetsenbord
vervolgens in de stand ON.
Het kan even duren voordat het venster Re-connection Utility verschijnt.
8Wacht totdat in het venster Re-connection Utility de melding wordt weergegeven dat het draadloze toetsenbord nu zou
moeten werken en klik vervolgens op Done.
34
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
Het USB-toetsenbord gebruiken
In de bovenstaande illustratie wordt het Engelse toetsenbord als voorbeeld gebruikt.
Het uiterlijk van uw USB-toetsenbord zoals dit in deze handleiding wordt geïllustreerd,
kan verschillen van het werkelijke uiterlijk van uw USB-toetsenbord vanwege
verschillen in de specificaties.
AFunctietoetsen
Hiermee voert u bepaalde taken uit. Welke taak aan de
verschillende functietoetsen is gekoppeld, is afhankelijk van de
softwaretoepassing, met uitzondering van de volgende
combinaties met de Fn-toets, waarmee u de helderheid van het
LCD-scherm van uw computer kunt aanpassen.
Fn+F5: Hiermee verhoogt u de lichtintensiteit van het LCD-scherm.
Fn+F6: Hiermee verlaagt u de lichtintensiteit van het LCD-scherm.
BSlaapknop
Hiermee kunt u stroomverbruik beperken.
Zie De energiebesparingsstand gebruiken (pagina 21) voor
meer informatie over energiebeheer.
CKnop S1
Hiermee voert u de taak uit die standaard aan de knop is
toegewezen.
U wijzigt de standaardtoewijzing via VAIO Control Center.
DIn-/uitzoomknoppen
Hiermee wijzigt u de weergavegrootte van een afbeelding of
document in bepaalde software.
Druk op om de weergave te verkleinen (uit te zoomen).
Druk op om de weergave te vergroten (in te zoomen).
Raadpleeg het Help-bestand dat bij het VAIO Control Center
wordt geleverd voor meer informatie.
35
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
EDempingsknop
Hiermee schakelt u het volume in en uit.
FVolumeregelingsknoppen
Hiermee verhoogt (+) of verlaagt (-) u het volume.
GWindows-toets
Hiermee geeft u het menu Start weer.
HE-toets
Bij gebruik in combinatie met de Fn-toets opent u hiermee de lade
van het optische station.
IToepassingentoets
Hiermee geeft u een snelmenu weer in bepaalde
softwaretoepassingen.
JPijltoetsen
Hiermee verplaatst u de aanwijzer op het computerscherm.
KLampjes
(Num Lk): Dit lampje gaat branden wanneer de modus Num
Lock wordt geactiveerd.
(Caps Lock): Dit lampje gaat branden wanneer de modus
Caps Lock wordt geactiveerd.
(Scr Lk): Dit lampje gaat branden wanneer de modus Scroll
Lock wordt geactiveerd.
LNumeriek toetsenblok
Hiermee typt u cijfers of voert u de meestgebruikte wiskundige
berekeningen uit.
36
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De muis gebruiken
De muis gebruiken
Als bij uw computer een draadloos toetsenbord is geleverd, is er ook een draadloze muis meegeleverd.
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen en opties beschikbaar op uw computer.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
De draadloze muis heeft geen kabels die moeten worden aangesloten en maakt gebruik van een lasersensor in plaats van
een bal.
De draadloze muis gebruiken
Bij uw draadloze muis wordt één alkalinebatterij van het type AA geleverd. Verwijder voordat u de draadloze muis probeert
te gebruiken het deksel van het batterijcompartiment (1) aan de onderzijde van de draadloze muis en plaats de bijgeleverde
AA-batterij (2) in het batterijcompartiment.
Als de draadloze muis niet naar behoren werkt, moet u de batterij mogelijk vervangen. Als u van plan bent de draadloze muis gedurende langere tijd
niet te gebruiken, verwijdert u de batterij om mogelijke schade ten gevolge van een lekkende batterij te voorkomen.
37
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De muis gebruiken
!
Voor een goede communicatie is het noodzakelijk dat u de draadloze muis binnen het bereik van de muis gebruikt: maximaal ca. 10 m van uw computer
verwijderd.
Gebruik in de buurt van uw draadloze muis geen draadloze apparaten die radiosignalen uitwisselen op de 2,4GHz-band. Deze apparaten kunnen
radiostoring veroorzaken die een goede werking van de muis belemmert.
Gebruik de muis op een ondergrond zoals een gewoon vel papier, een stuk karton of een stof met zo weinig mogelijk herhalende patronen.
Gebruik de draadloze muis niet op oppervlakken zoals spiegels, glad glas of tijdschriften met halftoondruk.
Plaats geen metalen meubels of voorwerpen in de buurt van uw computer of draadloze muis, aangezien deze radiostoring kunnen veroorzaken die een
goede werking van de muis belemmert.
Gebruik alleen een alkalinebatterij. Bij gebruik van een niet-compatibele batterij kan de draadloze muis beschadigd raken.
38
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De muis gebruiken
ALinkerknop
Door op de linkerknop te klikken of te dubbelklikken kunt u items
selecteren. Als u items wilt slepen en neerzetten houdt u de
linkerknop ingedrukt terwijl u de muis sleept en laat u de knop
vervolgens los om het item neer te zetten.
BRechterknop
Druk eenmaal op de rechterknop om een contextgevoelig
snelmenu (indien aanwezig) weer te geven.
CMiddenwieltje
Draai het middenwieltje naar voren of naar achteren om een
pagina omhoog of omlaag te schuiven. Druk eenmaal op het
wieltje om de schuifbewerking te vergrendelen en de beweging
met de muis te besturen (de schuiffunctie is alleen beschikbaar
bij toepassingen die deze ondersteunen).
DAan/uit-schakelaar
U kunt de draadloze muis in- en uitschakelen door de schakelaar
te verschuiven.
EBatterijcompartiment (pagina 36)
In dit vak wordt de AA-batterij geplaatst.
FStatuslampje
Dit lampje licht oranje op en knippert wanneer de batterij van
de muis bijna leeg is. Het lampje licht groen op gedurende
10 seconden wanneer de draadloze muis wordt ingeschakeld
of met uw computer wordt verbonden.
40
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De muis gebruiken
De muisfuncties aanpassen
1Klik op Start en Configuratiescherm.
2Klik op Muis onder Hardware en geluiden.
Het venster Eigenschappen voor Muis verschijnt.
3Wijzig de instellingen.
41
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het aanraakscherm gebruiken
Het aanraakscherm gebruiken
In het aanraakscherm van uw computer zijn optische infraroodsensoren verwerkt die het mogelijk maken de computer met uw
vingers te bedienen. Via gebaren kunt u diverse muisbewerkingen nabootsen en zo bijvoorbeeld schuiven of items selecteren.
!
De aanraakschermfunctionaliteit kan worden uitgeschakeld, afhankelijk van de gebruikte softwaretoepassing.
Uw computer is uitgerust met twee optische sensoren en ondersteunt multi-aanraakinvoer (multi-touch) van maximaal twee punten. Wanneer
u bijvoorbeeld een foto op het aanraakscherm draait, is het mogelijk dat de vingerbeweging op uw computer niet naar behoren wordt herkend.
Dit duidt echter niet op een storing.
42
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het aanraakscherm gebruiken
Gebaar Beschrijving
Tikken Tik eenmaal met een vinger op het aanraakscherm. Dit gebaar komt overeen met eenmaal klikken met een muisknop.
Dubbeltikken Tik tweemaal snel achter elkaar met een vinger op het aanraakscherm. Dit gebaar komt overeen met dubbelklikken met een
muisknop.
Drukken en
vasthouden
Druk met een vinger op het aanraakscherm en houd deze daar totdat het cirkelpictogram verschijnt. Neem uw vinger
vervolgens van het scherm. Er verschijnt nu een contextgevoelig snelmenu (indien aanwezig). Dit gebaar komt overeen met
eenmaal klikken met de rechtermuisknop.
Drukken en tikken Druk met een vinger op het aanraakscherm en houd deze daar. Tik met een andere vinger om een contextgevoelig snelmenu
(indien aanwezig) weer te geven. Dit gebaar komt overeen met eenmaal klikken met de rechtermuisknop.
Slepen Plaats een vinger op het aanraakscherm en sleep deze terwijl u het scherm blijft aanraken. Sleep uw vinger naar links of
rechts voor horizontaal schuiven, en omhoog of omlaag voor verticaal schuiven.
Snel bewegen Plaats een vinger op het aanraakscherm en schuif deze snel in een bepaalde richting.
U kunt een aparte taak toewijzen aan maximaal acht van deze snelle bewegingen.
Standaard zijn er vier snelle bewegingen toegewezen: u kunt snel naar links schuiven
om terug te gaan, snel naar rechts schuiven om verder te gaan, snel naar boven
schuiven om omhoog te bladeren en snel naar beneden schuiven om omlaag te
bladeren. Wanneer een beweging met goed gevolg wordt herkend, verschijnt op het
bureaublad een pictogram met een beschrijving van de toegewezen bewerking.
U kunt toegewezen bewegingen toevoegen of wijzigen door achtereenvolgens te
klikken op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en Pen en aanraken
om het tabblad Snel bewegen weer te geven.
In- en uitzoomen In sommige softwaretoepassingen kunt u op het aanraakscherm met twee vingers een
knijpbeweging maken om in of uit te zoomen. Knijp uw vingers van elkaar om in te
zoomen en knijp uw vingers naar elkaar om uit te zoomen.
43
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het aanraakscherm gebruiken
U kunt de aanraakschermfunctionaliteit uitschakelen via het Configuratiescherm. Klik op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en Pen en
aanraken, en schakel vervolgens het selectievakje Uw vinger als invoerapparaat gebruiken op het tabblad Aanraken uit.
U kunt DPI-instelling wijzigen om het weergaveformaat van het aanraakscherm te wijzigen zodat u comfortabeler met het aanraakscherm kunt werken.
Klik hiertoe op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden, Beeldscherm en Aangepaste tekengrootte instellen (dpi), en geef vervolgens
uw voorkeursinstelling op. Als u de DPI-instelling wijzigt, kan het echter voorkomen dat de schermweergave wordt vervormd wanneer u een niet-
compatibele softwaretoepassing gebruikt of een niet-compatibele website weergeeft. Afhankelijk van het model dat u hebt aangeschaft, is het mogelijk
dat de tekengrootte standaard is ingesteld op Groter.
Draaien In sommige softwaretoepassingen, zoals fotoviewersoftware, kunt u twee vingers op
het aanraakscherm plaatsen en deze in een cirkel schuiven om het onderliggende
object te draaien.
Gebaar Beschrijving
44
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het aanraakscherm gebruiken
Het toetsenbord op het scherm weergeven
Terwijl de aanraakschermfunctionaliteit is ingeschakeld, kunt u voor tekstinvoer het toetsenbord op het scherm gebruiken in
plaats van het draadloze toetsenbord of het USB-toetsenbord. U kunt het toetsenbord op het scherm weergeven door op een
tekstinvoerveld te tikken. U kunt het toetsenbord op het scherm ook weergeven met de toetsenbordtab aan de linkerkant van
het scherm. Tik op de tab om deze uit te klappen en tik er nogmaals op om het volledige toetsenbord weer te geven.
Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm
Als u meerdere keren wilt tikken, moet u uw vinger na elke tik minimaal 4 mm van het aanraakscherm nemen.
Wanneer na het tikken een ongewenste bewerking wordt uitgevoerd, controleert u of er geen andere lichaamsdelen of
delen van uw kleding contact maken met het aanraakscherm. Het aanraakscherm kan zelfs reageren op de aanraking
van een insect dat toevallig met het scherm in contact is gekomen.
Raak het scherm voorzichtig aan met uw vingertop, niet met het hele vingerkootje. Als het aangeraakte gebied op het
aanraakscherm te groot is voor de aanraakschermfunctionaliteit, wordt de aanraking op uw computer mogelijk niet
herkend.
De gevoeligheid van het aanraakscherm varieert met de plaats die wordt aangeraakt. Dit is normaal en wijst niet op een
defect.
Lichte aanrakingen werken altijd. Het maakt daarbij niet uit hoe hard u drukt, aangezien het aanraakscherm gebruikmaakt
van optische technologie.
46
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Het optische station gebruiken
De computer is uitgerust met een optisch station.
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen en opties uit dit gedeelte beschikbaar op uw computer.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
48
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Ondersteunde schijven
Met de computer kunt u CD's, DVD's en Blu-ray Disc afspelen en opnemen, afhankelijk van het model dat u hebt gekocht.
Raadpleeg de onderstaande referentietabel voor de media die door de verschillende optische schijfstations worden ondersteund.
AB: afspeelbaar en beschrijfbaar
A: afspeelbaar maar niet beschrijfbaar
–: niet afspeelbaar of niet beschrijfbaar
CD-
ROM
Video-
CD
Muziek-
CD
CD
Extra
CD-R/
RW
DVD-
ROM
DVD-
Video
DVD-R/
RW
DVD+R/
RW
DVD+R DL
(Double
Layer)
DVD-R DL
(Dual
Layer)
DVD-
RAM*1 *2
BD-
ROM
BD-R/RE*3
DVD±RW/
±R DL/RAM
AA A AAB*5 A A AB AB AB AB AB
Blu-ray Disc™-
station met
DVD SuperMulti
AA A AAB*5 A A AB AB AB AB AB A AB*4
Blu-ray Disc™
ROM-station
met DVD
SuperMulti
AA A AAB*5 A A AB AB AB AB AB A A
*1 Het DVD±RW/RAM-schijfstation in de computer ondersteunt de DVD-RAM-cassette niet. Gebruik schijven zonder cassette of schijven met een verwijderbare cassette.
*2 Schrijven van gegevens op enkelzijdige DVD-RAM-schijven (2,6 GB) die compatibel zijn met DVD-RAM-versie 1.0 wordt niet ondersteund.
DVD-RAM-versie 2.2/12X-SPEED DVD-RAM-versie 5.0 wordt niet ondersteund.
*3 Het Blu-ray Disc-station van uw computer ondersteunt geen BD-RE Discs versie 1.0 en Blu-ray Discs met cassette.
*4 Ondersteuning voor schrijven van gegevens op BD-R Part1 versie 1.1/1.2/1.3-schijven (single-layer-schijven met een capaciteit van 25 GB, dual-layer-schijven met een
capaciteit van 50 GB) en BD-RE Part1 versie 2.1-schijven (single-layer-schijven met een capaciteit van 25 GB, dual-layer-schijven met een capaciteit van 50 GB).
*5 Het schrijven van gegevens op Ultra Speed CD-RW-schijven wordt niet ondersteund.
49
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
!
Deze eenheid is ontworpen om schijven af te spelen die voldoen aan de CD-standaardspecificaties (Compact Disc). DualDiscs en bepaalde
muziekschijven die zijn gecodeerd met auteursrechtbeschermingstechnologieën voldoen niet aan de CD-standaard. Daarom zijn deze schijven mogelijk
niet compatibel met deze eenheid.
Bij het aanschaffen van voorbespeelde of lege schijven voor gebruik in uw VAIO-computer moet u eerst aandachtig de opmerkingen op de verpakking
van de schijven lezen om te zien of u de schijven in het optische station van de computer kunt gebruiken voor afspelen en opnemen. Sony geeft GEEN
garanties voor de compatibiliteit van VAIO optische stations met schijven die niet voldoen aan de officiële 'CD'-, 'DVD'- of 'Blu-ray Disc'-standaard.
HET GEBRUIK VAN INCOMPATIBELE SCHIJVEN KAN LEIDEN TOT ONHERSTELBARE SCHADE AAN UW VAIO-COMPUTER, SOFTWARECONFLICTEN
VEROORZAKEN OF ERVOOR ZORGEN DAT HET SYSTEEM VASTLOOPT.
Neem voor vragen over schijfindelingen contact op met de uitgever van de vooraf opgenomen schijf of de leveranciers van de beschrijfbare schijf.
Het schrijven op 8cm-schijven wordt niet ondersteund.
!
Als u Blu-ray Discs met beveiliging van het auteursrecht continu wilt afspelen, moet u de AACS-sleutel bijwerken. Hiervoor hebt u internettoegang nodig.
Net als bij andere optische apparaten kunnen de omstandigheden de compatibiliteit beperken of het afspelen van Blu-ray Discs onmogelijk maken. VAIO-
computers bieden mogelijk geen ondersteuning voor het afspelen van films op voorverpakte media in AVC- of VC1-indeling met hoge bitsnelheden.
Voor bepaalde DVD- en BD-ROM Disc-inhoud zijn regio-instellingen vereist. Als de regio-instelling van het optische station niet overeenkomt met de
regio van de schijf, kan de schijf niet worden afgespeeld.
Bepaalde inhoud kan de video-uitvoer beperken tot standaarddefinitie of de uitvoer van analoge video onmogelijk maken. Wanneer u videosignalen
uitvoert via digitale verbindingen als een HDMI- of een DVI-verbinding, wordt het ten zeerste aanbevolen een digitale HDCP-omgeving te gebruiken voor
optimale compatibiliteit en weergavekwaliteit.
Sluit alle geheugenresidente hulpsoftware af voordat een schijf wordt afgespeeld of beschreven aangezien de computer dan mogelijk niet correct werkt.
50
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van het optische station
Opmerkingen over het schrijven van gegevens op een schijf
Gebruik alleen ronde schijven. Gebruik geen schijven met een andere vorm (ster, hart, kaart, enz.) omdat deze het
optische station kunnen beschadigen.
De computer mag niet worden blootgesteld aan schokken wanneer een schijf wordt beschreven door het optische station.
Het netsnoer of de netadapter mag niet worden aangesloten of losgekoppeld wanneer een schijf wordt beschreven door
het optische station.
Opmerkingen over het afspelen van schijven
Voor optimale prestaties bij het afspelen van schijven volgt u de volgende aanbevelingen:
Sommige CD-spelers en optische stations van computers kunnen mogelijk geen audio-CD's afspelen die zijn gemaakt
met CD-R- of CD-RW-schijven.
Sommige DVD-spelers en optische stations van computers kunnen mogelijk geen DVD's afspelen die zijn gemaakt met
DVD+R DL-, DVD-R DL-, DVD+R-, DVD+RW-, DVD-R-, DVD-RW- of DVD-RAM-schijven.
Als uw computer is voorzien van een Blu-ray Disc-station, kunt u Blu-ray Discs afspelen op uw computer. Het is echter
mogelijk dat u bepaalde inhoud van Blu-ray Discs niet kunt afspelen of dat de computer instabiel wordt tijdens het
afspelen van Blu-ray Discs. Als u de inhoud wilt afspelen, moet u VAIO Update gebruiken om de meest recente updates
voor WinDVD BD te downloaden en te installeren.
Voor informatie over het gebruik van VAIO Update raadpleegt u Uw computer bijwerken (pagina 24).
Afhankelijk van de systeemomgeving treden mogelijk onderbrekingen op in het geluid en/of gaan frames verloren tijdens
het afspelen van AVC HD.
Zet de computer niet in de energiebesparingsstand terwijl u op de computer een schijf afspeelt.
51
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Opmerkingen over regiocodes
Op de schijf of de verpakking staat een regiocode vermeld om aan te geven in welke regio en op welk type speler u de schijf
kunt afspelen. Als de regiocode "all" is, kunt u de schijf in kwestie bijna overal ter wereld afspelen. Als de regiocode voor uw
regio verschilt van die op het label, kunt u de schijf niet op de computer afspelen.
Raadpleeg de volgende tabel om te zien welke regiocode voor uw regio wordt gebruikt.
Regio Regiocode Regio Regiocode Regio Regiocode
Afrika 5 Australië* 4 China 6
Europa 2 Hongkong* 3 India* 5
Indonesië* 3 Japan* 2 Korea 3
Koeweit* 2 Maleisië* 3 Nieuw-Zeeland* 4
Filippijnen* 3 Rusland 5 Saoedi-Arabië* 2
Singapore* 3 Zuid-Afrika* 2 Taiwan 3
Thailand* 3 Verenigde Arabische
Emiraten*
2 Vietnam 3
* Standaard is er geen regiocode aan het optische station van uw computer toegewezen.
52
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Als u voor het eerst een DVD-video op uw computer afspeelt, voert u de volgende stappen uit voordat u de schijf plaatst:
1Klik op Start en Computer.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor het optische station en selecteer Eigenschappen.
3Klik op de tab Hardware.
4Selecteer het optische station in de lijst Alle schijfstations en klik op Eigenschappen.
5Klik op de tab DVD-regio.
6Selecteer de juiste regio in de lijst en klik op OK.
!
U kunt de regiocode slechts een beperkt aantal keren wijzigen. Wanneer u dit aantal hebt bereikt, wordt de regiocode van het station permanent
toegewezen en kunt u deze niet meer wijzigen. Wanneer u de configuratie van de computer wijzigt, wordt dit aantal niet ingesteld op de beginwaarde.
Problemen ten gevolge van het wijzigen van de regiocode-instellingen van het station worden niet gedekt door de garantie.
Als u de regiocode wijzigt terwijl WinDVD of WinDVD BD actief is, start u de software opnieuw op of verwijdert u de schijf en plaatst u deze opnieuw
in het station om de nieuwe instelling van kracht te laten worden.
53
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Schijven afspelen
Een schijf afspelen
1Plaats een schijf in het optische station.
!
Sluit alle actieve softwaretoepassingen voordat u een schijf afspeelt.
2Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, Alle programma's en de gewenste software om de schijf af te
spelen.
Voor instructies over het gebruik van de software raadpleegt u het Help-bestand dat bij de software wordt geleverd.
Bestanden naar schijven kopiëren
Bestanden naar een schijf kopiëren
1Plaats een beschrijfbare schijf in het optische station.
!
Sluit alle actieve softwaretoepassingen voordat u bestanden naar een schijf kopieert.
2Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, Alle programma's en de gewenste schijfschrijfsoftware om
bestanden naar de schijf te kopiëren.
Voor instructies over het gebruik van de software raadpleegt u het Help-bestand dat bij de software wordt geleverd.
54
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Memory Stick gebruiken
De Memory Stick gebruiken
Een Memory Stick is een compact, draagbaar en veelzijdig IC-opnamemedium dat speciaal is ontworpen voor het uitwisselen
en delen van digitale gegevens met compatibele producten, zoals digitale camera's en mobiele telefoons. Doordat een
Memory Stick uitneembaar is, kan deze worden gebruikt voor externe gegevensopslag.
Voordat u een Memory Stick gebruikt
De Memory Stick Duo-sleuf van uw computer kan worden gebruikt voor de media met de hieronder vermelde omvang en typen:
Memory Stick Duo
Memory Stick PRO Duo
Memory Stick PRO-HG Duo
!
Uw computer ondersteunt alleen Memory Sticks in het Duo-formaat en geen Memory Sticks in het standaardformaat.
Ga voor de meest recente informatie over Memory Sticks naar [memorystick.com] op http://www.memorystick.com/en/.
55
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Memory Stick gebruiken
Een Memory Stick plaatsen en verwijderen
Een Memory Stick plaatsen
1Zoek de Memory Stick Duo-sleuf (pagina 14).
2Houd de Memory Stick met de pijl in de richting van de sleuf.
3Schuif de Memory Stick voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
Forceer de media nooit in de sleuf.
Als de Memory Stick niet gemakkelijk in de sleuf kan worden geplaatst, verwijdert u de module voorzichtig en controleert u of de module in de juiste
richting is geplaatst.
Wanneer u de Memory Stick voor het eerst in de sleuf plaatst, wordt u mogelijk gevraagd stuurprogrammasoftware te installeren. In dat geval volgt
u de instructies op het scherm om de software te installeren.
De Memory Stick wordt automatisch gedetecteerd door het systeem en de inhoud van de Memory Stick wordt weergegeven. Als er niets op het
bureaublad verschijnt, klikt u op Start, Computer en dubbelklikt u op het pictogram van de Memory Stick.
Het pictogram Memory Stick verschijnt in het venster Computer nadat u de Memory Stick in de sleuf hebt geplaatst.
57
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Memory Stick gebruiken
Een Memory Stick verwijderen
!
Verwijder de Memory Stick niet terwijl het lampje voor mediatoegang brandt. Als u dit doet, kunnen gegevens verloren gaan. Het duurt even voordat
grote volumes gegevens worden geladen. Controleer dus of het lampje uit is voordat u de Memory Stick verwijdert.
1Zoek de Memory Stick Duo-sleuf (pagina 14).
2Controleer of het lampje voor mediatoegang uit is.
3Duw de Memory Stick in de sleuf en laat vervolgens los.
De Memory Stick wordt uitgeworpen.
4Trek de Memory Stick uit de sleuf.
!
Verwijder de Memory Stick altijd voorzichtig om te vermijden dat deze onverwachts uit de sleuf springt.
58
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Memory Stick gebruiken
Een Memory Stick formatteren
Een Memory Stick formatteren
Memory Sticks worden geformatteerd met de standaardinstelling en zijn klaar voor gebruik.
Als u de media opnieuw wilt formatteren op uw computer, voert u de volgende stappen uit.
!
Gebruik voor het formatteren van een Memory Stick altijd een apparaat dat de Memory Stick ondersteunt en is ontworpen voor het formatteren van de
Memory Stick.
Als u een Memory Stick formatteert, worden alle gegevens op de Stick verwijderd. Voordat u een Memory Stick formatteert, moet u controleren of deze
geen belangrijke gegevens bevat.
Verwijder de Memory Stick niet uit de sleuf tijdens het formatteren. Dit kan een defect veroorzaken.
1Zoek de Memory Stick Duo-sleuf (pagina 14).
2Schuif de Memory Stick voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
3Klik op Start en Computer.
4Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Memory Stick en kies Formatteren.
5Klik op Standaardinstellingen voor apparaten.
!
Mogelijk worden de clustergrootte en het bestandssysteem gewijzigd.
Selecteer niet NTFS in de vervolgkeuzelijst Bestandssysteem omdat hierdoor een storing kan worden veroorzaakt.
Het formatteerproces is sneller als u Snelformatteren selecteert onder Opties voor formatteren.
59
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Memory Stick gebruiken
6Klik op Start.
7Volg de instructies op het scherm.
!
De tijd die nodig is om de Memory Stick te formatteren, is afhankelijk van het type van de media.
60
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Memory Stick gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van Memory Sticks
Uw computer is getest en compatibel bevonden met Memory Sticks van Sony met een capaciteit van maximaal 32 GB
die met ingang van januari 2010 beschikbaar zijn. Compatibiliteit is echter niet gegarandeerd voor alle Memory Sticks.
Als u de Memory Stick in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste richting wijst. Forceer de Memory Stick
nooit in de sleuf om beschadiging van de computer of media te vermijden.
Wees voorzichtig bij het plaatsen en verwijderen van de Memory Stick uit de sleuf. Forceer de geheugenkaart nooit in of
uit de sleuf.
De compatibiliteit kan niet worden gegarandeerd als u Memory Sticks met meerdere conversieadapters plaatst.
MagicGate is de algemene naam van de auteursrechtbeschermingstechnologie die door Sony is ontwikkeld. Gebruik
Memory Sticks met het MagicGate-logo als u deze technologie wilt gebruiken.
Behalve voor persoonlijk gebruik is het verboden audio- en/of afbeeldingsgegevens die u hebt opgenomen, te gebruiken
zonder voorafgaande toestemming van de respectieve houders van het auteursrecht. Dit betekent dat Memory Sticks met
gegevens die onder het auteursrecht vallen, alleen mogen worden gebruikt in situaties die door de auteursrechtwet
worden toegestaan.
Plaats niet meer dan één Memory Stick in de sleuf. Als u de media niet goed in de sleuf plaatst, kunt u zowel de computer
als de media beschadigen.
61
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
De SD-geheugenkaart gebruiken
Uw computer is uitgerust met een SD-geheugenkaartsleuf. U kunt deze sleuf gebruiken voor de overdracht van gegevens
tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten.
Voordat u een SD-geheugenkaart gebruikt
De SD-geheugenkaartsleuf op de computer is geschikt voor de volgende geheugenkaarten:
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
Zie Meer informatie over uw VAIO-computer (pagina 5) voor het adres van de overeenkomstige website met ondersteuning
voor de meest recente informatie over compatibele geheugenkaarten.
62
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Een SD-geheugenkaart plaatsen
1Zoek de SD-geheugenkaartsleuf (pagina 14).
2Houd de SD-geheugenkaart met de pijl in de richting van de sleuf.
3Schuif de SD-geheugenkaart voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
Forceer de kaart nooit in de sleuf.
Wanneer u de SD-geheugenkaart voor het eerst in de sleuf plaatst, wordt u mogelijk gevraagd stuurprogrammasoftware te installeren. In dat geval volgt
u de instructies op het scherm om de software te installeren.
Het pictogram SD-geheugenkaart verschijnt in het venster Computer nadat u de kaart in de sleuf hebt geplaatst.
63
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Een SD-geheugenkaart verwijderen
1Zoek de SD-geheugenkaartsleuf (pagina 14).
2Controleer of het lampje voor mediatoegang uit is.
3Duw de SD-geheugenkaart in de sleuf en laat vervolgens los.
De SD-geheugenkaart wordt uitgeworpen.
4Trek de SD-geheugenkaart uit de sleuf.
64
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van geheugenkaarten
Algemene opmerkingen over het gebruik van geheugenkaarten
Gebruik alleen geheugenkaarten die voldoen aan de standaarden die door uw computer worden ondersteund.
Als u de geheugenkaart in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste richting wijst. Forceer de
geheugenkaart nooit in de sleuf om beschadiging van de computer of media te vermijden.
Wees voorzichtig bij het plaatsen en verwijderen van de geheugenkaart. Forceer de geheugenkaart nooit in of uit de sleuf.
Verwijder de geheugenkaart niet terwijl het lampje voor mediatoegang brandt. Als u dit doet, kunnen gegevens verloren
gaan.
Probeer geen geheugenkaart of geheugenkaartadapter van een ander type in de geheugenkaartsleuf te plaatsen.
Als u een niet-compatibele geheugenkaart of geheugenkaartadapter plaatst, is deze mogelijk moeilijk uit de sleuf te
verwijderen. De geheugenkaart kan bovendien de computer beschadigen.
Opmerkingen over het gebruik van SD-geheugenkaarten
Uw computer is alleen getest en compatibel bevonden met de belangrijkste merken geheugenkaarten die vanaf januari
2010 verkrijgbaar zijn. Niet voor alle geheugenkaarten kan echter de compatibiliteit worden gegarandeerd.
SD-geheugenkaarten met een capaciteit van maximaal 2 GB en SDHC-geheugenkaarten met een capaciteit van
maximaal 32 GB zijn getest en compatibel bevonden met uw computer.
65
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het internet gebruiken
Het internet gebruiken
Voordat u het internet kunt gebruiken, moet u een abonnement nemen bij een internetprovider en de apparatuur configureren
die u nodig hebt om uw computer met het internet te verbinden.
De volgende soorten internetverbindingsservices zijn mogelijk beschikbaar bij uw internetprovider:
FTTH (Fiber to the Home)
DSL (Digital Subscriber Line)
Kabelmodem
Satelliet
Inbelverbinding
Neem contact op met uw internetprovider voor meer informatie over de apparatuur die u nodig hebt om verbinding te maken
met het internet en over hoe u uw computer met het internet kunt verbinden.
Als u uw computer met het internet wilt verbinden met behulp van de draadloze LAN-functie. Zie Het draadloze LAN gebruiken (pagina 67) voor meer
informatie.
!
Wanneer u uw computer met het internet verbindt, moet u de nodige veiligheidsmaatregelen in acht nemen om de computer tegen aanvallen via het
internet te beschermen.
Afhankelijk van het servicecontract met uw internetprovider, hebt u mogelijk een externe modem nodig (bijvoorbeeld een USB-telefoonmodem, een
DSL-modem of een kabelmodem) om verbinding te maken met het internet. Raadpleeg de handleiding bij de modem voor gedetailleerde informatie
over het aansluiten en configureren van de modem.
66
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het netwerk (LAN) gebruiken
Het netwerk (LAN) gebruiken
U kunt de computer aansluiten op netwerken van het type 1000BASE-T/100BASE-TX/10BASE-T via een LAN-kabel. Sluit
het ene uiteinde van een LAN-kabel (niet meegeleverd) aan op de netwerkpoort (LAN) achter op de computer en het andere
uiteinde op het netwerk. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor de gedetailleerde instellingen en de apparaten die nodig zijn
voor LAN-toegang.
Uw computer kan op elk netwerk worden aangesloten zonder de standaardinstellingen te wijzigen.
!
Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkpoort (LAN) van de computer.
Als de netwerkpoort (LAN) is aangesloten op een van de hieronder genoemde telefoonlijnen, kan door hoge elektrische stroom naar de poort schade,
oververhitting of brand worden veroorzaakt.
- Telefoonlijnen voor thuisgebruik (intercom-luidsprekertelefoon) of zakelijk gebruik (bedrijfstelefoon met meerdere lijnen)
- De lijnen van het openbare telefoonnet
- PBX (Private Branch Exchange)
67
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het draadloze LAN gebruiken
Het draadloze LAN gebruiken
Via WLAN (Wireless LAN) kan uw computer verbinding maken met een netwerk via een draadloze verbinding.
WLAN maakt gebruik van de volgende standaard IEEE 802.11a/b/g/n, die de specificaties voor het gebruikte technologietype bevat.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
Standaard voor
WLAN
Frequentieband Opmerkingen
IEEE 802.11a 5 GHz -
IEEE 802.11b/g 2,4 GHz De standaard IEEE 802.11g biedt snellere gegevensoverdracht dan IEEE 802.11b.
IEEE 802.11n 5 GHz/2,4 GHz Op modellen die voldoen aan de standaard IEEE 802.11b/g/n, kan alleen de 2,4 GHz-band
worden gebruikt.
69
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het draadloze LAN gebruiken
Opmerking over gegevensversleuteling
De WLAN-standaard omvat de volgende coderingssystemen: Wired Equivalent Privacy (WEP), een beveiligingsprotocol,
Wi-Fi Protected Access 2 (WPA2) en Wi-Fi Protected Access (WPA). WPA2 en WPA zijn ontstaan uit een gezamenlijk
voorstel van de IEEE en de Wi-Fi Alliance. Beide zijn specificaties van standaarden gebaseerd op onderling uitwisselbare
verbeteringen in de beveiliging waardoor de bescherming van de gegevens en de toegangscontrole van de bestaande
Wi-Fi-netwerken worden verbeterd. WPA is ontwikkeld om voorwaarts compatibel te zijn met de specificatie IEEE 802.11i.
Het maakt gebruik van het verbeterde gegevenscodeersysteem Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) naast de
gebruikersidentificatie met behulp van 802.1X en het Extensible Authentication Protocol (EAP). De kwetsbare draadloze
verbinding tussen de clients en de toegangspunten wordt beveiligd door middel van codering. Daarnaast zijn er een aantal
speciaal voor LAN's ontwikkelde beveiligingsmechanismen voor het beschermen van de privacy zoals: wachtwoordbeveiliging,
end-to-end codering, VPN's (virtual private networks) en verificatie. WPA2, de tweede generatie van WPA, biedt betere
gegevensbeveiliging en netwerktoegangscontrole, en is ook ontworpen om alle 802.11-apparaten te beveiligen, ongeacht
de versie (802.11b, 802.11a, 802.11g en 802.11n, multi-band en multi-mode). Bovendien biedt WPA2 op basis van de
geratificeerde norm IEEE 802.11i beveiliging van overheidsniveau door toepassing van de AES-coderingsalgoritme die
voldoet aan NIST (National Institute of Standards and Technology) FIPS 140-2, en op 802.1X-gebaseerde verificatie. WPA2
is achterwaarts compatibel met WPA.
70
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het draadloze LAN gebruiken
Draadloze LAN-communicatie starten
U moet eerst de draadloze LAN-communicaties tussen uw computer en een toegangspunt (niet meegeleverd) tot stand
brengen. Zie Windows Help en ondersteuning voor meer informatie.
!
Verdere informatie over hoe u het kanaal selecteert dat door het toegangspunt zal worden gebruikt, vindt u in de handleiding bij uw toegangspunt.
Draadloze LAN-communicatie starten
1Controleer of een toegangspunt is ingesteld.
Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie.
2Klik op het pictogram VAIO Smart Network op de taakbalk.
3Klik op de schakelaar naast de gewenste optie(s) voor draadloze communicatie om deze op Aan (On) te zetten in het
venster VAIO Smart Network.
Controleer of het WIRELESS-lampje gaat branden.
4Klik op of op de taakbalk.
5Selecteer het gewenste toegangspunt en klik op Verbinden.
Voor WPA-PSK- of WPA2-PSK-verificatie moet u een wachtwoordtekenreeks invoeren. Bij deze wachtwoordtekenreeks wordt een onderscheid gemaakt
tussen hoofdletters en kleine letters. De tekenreeks moet een lengte van 8 tot 63 tekens hebben, of een hexadecimale reeks van 64 tekens zijn.
71
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het draadloze LAN gebruiken
Draadloze LAN-communicatie stoppen
Draadloze LAN-communicatie stoppen
Klik op de schakelaar naast Draadloos LAN (Wireless LAN) om deze op Uit (Off) te zetten in het venster VAIO Smart Network.
!
Als u de WLAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
73
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Bluetooth-functie gebruiken
Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat
U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen tussen de computer en een Bluetooth-apparaat, bijvoorbeeld een andere
computer, een mobiele telefoon, PDA, hoofdtelefoon, muis of digitale camera.
Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat
Voor de communicatie met een ander Bluetooth-apparaat moet u eerst de Bluetooth-functie instellen. Zoek informatie over
Bluetooth in Windows Help en ondersteuning voor het instellen en gebruiken van de Bluetooth-functie.
1Klik op het pictogram VAIO Smart Network op de taakbalk.
2Klik op de schakelaar naast Bluetooth om deze op Aan (On) te zetten in het venster VAIO Smart Network.
Controleer of het WIRELESS-lampje gaat branden.
74
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Bluetooth-functie gebruiken
Bluetooth-communicatie stoppen
Bluetooth-communicatie stoppen
1Schakel het Bluetooth-apparaat uit dat met uw computer communiceert.
2Klik op de schakelaar naast Bluetooth om deze op Uit (Off) te zetten in het venster VAIO Smart Network.
75
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Bluetooth-functie gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van de Bluetooth-functie
De gegevensoverdrachtsnelheid varieert, afhankelijk van de volgende omstandigheden:
Obstakels, zoals muren, die zich tussen apparaten bevinden
De afstand tussen de apparaten
Het in de muren gebruikte materiaal
De nabijheid van magnetrons en draadloze telefoons
Radiofrequentie-interferentie en andere omgevingsfactoren
De configuratie van de apparaten
Het type softwaretoepassing
Het type besturingssysteem
Het gelijktijdig gebruik van functies voor draadloos LAN en Bluetooth op uw computer
De grootte van het bestand dat wordt uitgewisseld
Grote bestanden kunnen tijdens de continue overdracht soms beschadigd raken vanwege de beperkingen van de
Bluetooth-standaard en elektromagnetische interferentie in de omgeving.
Alle Bluetooth-apparaten moeten zijn gecertificeerd om ervoor te zorgen dat de geldende standaardvereisten worden
aangehouden. Zelfs als aan de standaarden wordt voldaan, kunnen de prestaties, specificaties en bedieningsprocedures
van afzonderlijke apparaten verschillen. Niet in alle situaties is het mogelijk gegevens uit te wisselen.
Video en audio zijn mogelijk niet gesynchroniseerd als u video's op uw computer afspeelt terwijl de audio wordt uitgevoerd
vanaf een aangesloten Bluetooth-apparaat. Dit komt regelmatig voor bij het gebruik van Bluetooth-technologie en duidt
niet op een defect.
76
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Bluetooth-functie gebruiken
De 2,4GHz-band, waar Bluetooth-apparaten of draadloze LAN-apparaten mee werken, wordt door verschillende
apparaten gebruikt. Hoewel bij Bluetooth-apparaten technologie wordt gebruikt om radiostoringen te minimaliseren die
worden veroorzaakt door andere apparaten die dezelfde band gebruiken, kunnen dergelijke radiostoringen de
communicatiesnelheden verlagen en leiden tot een kleiner communicatiebereik of communicatiefouten.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie niet met andere apparaten werkt, afhankelijk van de fabrikant of de softwareversie
die door de fabrikant wordt gebruikt.
Als u meerdere Bluetooth-apparaten op de computer aansluit, kan dat leiden tot kanaalcongestie, waardoor de prestaties
van de apparaten verminderen. Dit is normaal bij het gebruik van Bluetooth-technologie en duidt niet op een defect.
77
nN
Randapparaten gebruiken >
Randapparaten gebruiken
U kunt de functies van de VAIO-computer uitbreiden met behulp van de verschillende poorten op de computer.
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten (pagina 78)
Een externe microfoon aansluiten (pagina 79)
Een USB-apparaat aansluiten (pagina 80)
Een i.LINK-apparaat aansluiten (pagina 82)
78
nN
Randapparaten gebruiken >
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten
U kunt externe geluidsuitvoerapparaten (niet meegeleverd) op uw computer aansluiten, zoals luidsprekers of een hoofdtelefoon.
Externe luidsprekers aansluiten
Sluit alleen luidsprekers aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer.
!
Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
Sluit externe luidsprekers (1) aan op de hoofdtelefoonconnector (2) i met behulp van een luidsprekerkabel (3) (niet
meegeleverd).
79
nN
Randapparaten gebruiken >
Een externe microfoon aansluiten
Een externe microfoon aansluiten
U kunt een externe microfoon (niet meegeleverd) aansluiten op de computer.
Een externe microfoon aansluiten
Steek de microfoonkabel (1) in de microfoonconnector (2) m.
Sluit alleen microfoons aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer.
80
nN
Randapparaten gebruiken >
Een USB-apparaat aansluiten
Een USB-apparaat aansluiten
U kunt op uw computer een USB-apparaat (Universal Serial Bus) aansluiten, zoals een muis, een diskettestation, een
luidspreker of een printer.
Een USB-apparaat aansluiten
1Kies de USB-poort (1) die u wilt gebruiken.
2Steek de USB-apparaatkabel (2) in de USB-poort.
81
nN
Randapparaten gebruiken >
Een USB-apparaat aansluiten
Opmerkingen bij het aansluiten van een USB-apparaat
U moet mogelijk de stuurprogrammasoftware installeren die bij uw USB-apparaat is geleverd voordat u het apparaat kunt
gebruiken. Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie.
Als u documenten wilt afdrukken, moet u een USB-printer gebruiken die compatibel is met uw versie van Windows.
Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie over het verwijderen van USB-apparaten.
Om te voorkomen dat de computer en/of het USB-apparaat beschadigd worden, let u op de volgende punten:
Als u de computer verplaatst terwijl er USB-apparaten zijn aangesloten, let u erop dat de USB-poorten niet worden
blootgesteld aan schokken of grote druk.
Plaats de computer niet in een zak of draagdoos terwijl er USB-apparaten zijn aangesloten.
82
nN
Randapparaten gebruiken >
Een i.LINK-apparaat aansluiten
Een i.LINK-apparaat aansluiten
Uw computer is voorzien van een i.LINK-poort, waarmee u een i.LINK-apparaat, bijvoorbeeld een digitale camcorder, kunt
aansluiten.
i.LINK is een handelsmerk van Sony Corporation, dat enkel aanduidt dat het product een IEEE 1394-aansluiting bevat. De procedure voor het tot stand
brengen van een i.LINK-verbinding kan variëren, afhankelijk van de toepassing, het besturingssysteem en het i.LINK-compatibele apparaat. Niet alle
producten met een i.LINK-aansluiting kunnen met elkaar communiceren. Raadpleeg de handleiding van het i.LINK-compatibele apparaat voor meer
informatie over gebruiksomstandigheden en de juiste aansluiting. Controleer voordat u i.LINK-compatibele randapparaten, zoals een CD-RW-station of
harde schijf, op het systeem aansluit of ze compatibel zijn met het besturingssysteem en de vereiste gebruiksomstandigheden.
Opmerkingen bij het aansluiten van i.LINK-apparaten
De i.LINK-poort van de computer levert geen stroom voor een extern apparaat. Als het externe apparaat een externe
stroomvoorziening vereist, moet u het aansluiten op een stroombron.
De i.LINK-poort ondersteunt transmissiesnelheden van maximaal 400 Mbps. De eigenlijke transmissiesnelheid is echter
afhankelijk van de transmissiesnelheid van het externe apparaat.
De optionele i.LINK-kabels zijn mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Een i.LINK-verbinding met andere compatibele apparaten wordt niet volledig gegarandeerd.
De i.LINK-verbinding is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de softwaretoepassing, het besturingssysteem en de
i.LINK-compatibele apparaten die u gebruikt. Raadpleeg de handleiding bij uw software voor meer informatie.
Controleer de gebruiksvoorwaarden en de besturingssysteemcompatibiliteit van i.LINK-compatibele pc-randapparaten
(bijvoorbeeld een harde-schijfstation of CD-RW-station) voordat u deze aansluit op de computer.
83
nN
Randapparaten gebruiken >
Een i.LINK-apparaat aansluiten
Een digitale camcorder aansluiten
Een digitale camcorder aansluiten
Steek het ene uiteinde van een i.LINK-kabel (1) (niet meegeleverd) in de i.LINK-poort (2) van de computer en het andere
uiteinde in de DV In-/Out-poort (3) van de digitale camcorder.
De aansluitingsprocedure varieert afhankelijk van het compatibele i.LINK-apparaat. Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor meer informatie.
U kunt de inhoud van een Memory Stick niet openen op de digitale camcorder via een i.LINK-verbinding.
84
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Uw VAIO-computer aanpassen
In dit deel wordt kort beschreven hoe u de standaardinstellingen van uw VAIO-computer kunt aanpassen. U leert onder
andere hoe u uw Sony-software en -hulpprogramma's kunt gebruiken en het uiterlijk ervan kunt aanpassen.
Het wachtwoord instellen (pagina 85)
Intel(R) VT gebruiken (pagina 92)
VAIO Control Center gebruiken (pagina 93)
85
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Het wachtwoord instellen
Het wachtwoord instellen
Stel een wachtwoord in om uw computer te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. De gebruiker moet dat wachtwoord
invoeren als de computer wordt ingeschakeld en als de computer vanuit de slaapstand weer in de normale stand wordt gezet.
!
Zorg dat u het wachtwoord niet vergeet. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Type wachtwoord Beschrijving
Opstartwachtwoord Gebruik de BIOS-functies om twee typen wachtwoorden in te stellen:
- Computerwachtwoord: bedoeld voor gebruikers met beheerdersrechten. Met dit wachtwoord kunnen ze alle
configuratieopties in het scherm BIOS Setup aanpassen en de computer opstarten.
- Gebruikerswachtwoord: bedoeld voor standaardgebruikers. Met dit wachtwoord kunnen ze een aantal
configuratieopties in het scherm BIOS Setup aanpassen en de computer opstarten. U kunt het
gebruikerswachtwoord pas instellen nadat u het wachtwoord voor de computer hebt ingesteld.
U wordt gevraagd om het opstartwachtwoord in te voeren nadat het VAIO-logo is weergegeven bij het opstarten van de
computer.
!
Als u het computerwachtwoord vergeet, moet u het wachtwoord opnieuw instellen. Hiervoor worden kosten in rekening
gebracht. Neem contact op met een bevoegd service-/supportcenter van Sony om het wachtwoord opnieuw in te stellen.
Ga naar Meer informatie over uw VAIO-computer (pagina 5) om een center of vertegenwoordiger bij u in de buurt te
zoeken.
U kunt het gebruikerswachtwoord opnieuw instellen in het scherm BIOS Setup nadat u het computerwachtwoord hebt
ingevoerd.
Windows-wachtwoord Gebruikers kunnen zich aanmelden bij de computer en hun gebruikersaccount beveiligen met een eigen
wachtwoord.
U wordt gevraagd het Windows-wachtwoord in te voeren wanneer u uw gebruikersaccount selecteert.
86
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Het wachtwoord instellen
Het opstartwachtwoord instellen
Het opstartwachtwoord (wachtwoord voor de computer) toevoegen
1Zet de computer aan.
2Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt.
Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit scherm niet verschijnt, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere
keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
3Druk op de knop < of , om Security te selecteren. Selecteer Set Machine Password om het tabblad Security weer
te geven en druk op Enter.
4Voer in het scherm voor invoer van het wachtwoord tweemaal het wachtwoord in en druk vervolgens op Enter.
Het wachtwoord mag maximaal 32 alfanumerieke tekens lang zijn (inclusief spaties).
5Selecteer Password when Power On onder Security en druk op Enter.
6Verander de instelling van Disabled in Enabled.
7Druk op de toets < of , om Exit te selecteren en selecteer Exit Setup. Druk vervolgens op Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
87
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Het wachtwoord instellen
Het opstartwachtwoord (gebruikerswachtwoord) toevoegen
!
U kunt het gebruikerswachtwoord pas instellen nadat u het wachtwoord voor de computer hebt ingesteld.
1Zet de computer aan.
2Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt. Als dit scherm niet verschijnt, start u de computer opnieuw
op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
3Voer het wachtwoord voor de computer in en druk op Enter.
4Druk op de knop < of , om Security te selecteren. Selecteer Set User Password om het tabblad Security weer te
geven en druk op Enter.
5Voer in het scherm voor invoer van het wachtwoord tweemaal het wachtwoord in en druk vervolgens op Enter.
Het wachtwoord mag maximaal 32 alfanumerieke tekens lang zijn (inclusief spaties).
6Druk op de toets < of , om Exit te selecteren, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
89
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Het wachtwoord instellen
Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen (gebruikerswachtwoord)
1Zet de computer aan.
2Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt. Als dit scherm niet verschijnt, start u de computer opnieuw
op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
3Voer het gebruikerswachtwoord in en druk op Enter.
4Druk op de knop < of , om Security te selecteren. Selecteer Set User Password om het tabblad Security weer te
geven en druk op Enter.
5Voer in het scherm voor invoer van het wachtwoord eenmaal het huidige wachtwoord in en voer vervolgens tweemaal een
nieuw wachtwoord in. Druk op Enter.
Als u het wachtwoord wilt verwijderen, laat u Enter New Password en Confirm New Password leeg en drukt u op Enter.
6Druk op de toets < of , om Exit te selecteren en selecteer Exit Setup. Druk vervolgens op Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
90
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Het wachtwoord instellen
Het Windows-wachtwoord instellen
Het Windows-wachtwoord toevoegen
1Klik op Start en Configuratiescherm.
2Klik op het pictogram Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht of Gebruikersaccounts.
3Klik op Gebruikersaccounts.
4Klik op Een wachtwoord voor uw account instellen onder Uw gebruikersaccount wijzigen.
5Voer in de velden Nieuw wachtwoord en Bevestig het nieuwe wachtwoord het wachtwoord voor uw account in.
6Klik op Wachtwoord instellen.
Zie Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over het Windows-wachtwoord.
Het Windows-wachtwoord wijzigen
1Klik op Start en Configuratiescherm.
2Klik op het pictogram Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht of Gebruikersaccounts.
3Klik op Gebruikersaccounts.
4Klik op Uw wachtwoord wijzigen.
5Voer in het veld Huidig wachtwoord het huidige wachtwoord in.
6Voer in de velden Nieuw wachtwoord en Bevestig het nieuwe wachtwoord het nieuwe wachtwoord in.
7Klik op Wachtwoord wijzigen.
91
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Het wachtwoord instellen
Het Windows-wachtwoord verwijderen
1Klik op Start en Configuratiescherm.
2Klik op het pictogram Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht of Gebruikersaccounts.
3Klik op Gebruikersaccounts.
4Klik op Mijn wachtwoord verwijderen.
5Voer in het veld Huidig wachtwoord het huidige wachtwoord in dat u wilt verwijderen.
6Klik op Wachtwoord verwijderen.
92
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Intel(R) VT gebruiken
Intel(R) VT gebruiken
Met Intel(R) Virtualization Technology (VT) kunt u software voor hardwarevirtualisatie gebruiken om de prestaties van uw
computer te verbeteren.
!
Of Intel VT beschikbaar is, hangt af van de CPU die in de computer is geïnstalleerd.
Neem voor meer informatie over virtualisatie en over het gebruiken van de software voor hardwarevirtualisatie, contact op met de leverancier van de
software.
Intel VT inschakelen
1Zet de computer aan.
2Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt.
Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit scherm niet verschijnt, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere
keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
3Druk op de toets < of , om Advanced te selecteren.
4Druk op de toets M of m om Intel(R) Virtualization Technology of Intel(R) VT te selecteren, druk op Enter, selecteer
Enabled en druk nogmaals op Enter.
!
Als het tabblad Advanced niet wordt weergegeven in het venster BIOS-setupvenster of als u Intel(R) Virtualization Technology niet kunt selecteren,
is Intel VT niet beschikbaar op de computer.
5Druk op de toets < of , om Exit te selecteren en selecteer Exit Setup. Druk vervolgens op Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
94
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Uw VAIO-computer uitbreiden
Uw VAIO-computer en de geheugenmodules bevatten precisieonderdelen en werken op basis van een elektronische-
connectortechnologie. Om te vermijden dat de garantie vervalt tijdens de garantieperiode voor het product, volgt u de
onderstaande aanbevelingen:
Neem contact op met de dealer als u een nieuwe geheugenmodule wilt installeren.
Installeer geheugenmodules nooit zelf, tenzij u hiermee vertrouwd bent.
Raak de connectors niet aan en open het kapje van het geheugenmodulecompartiment niet.
Neem contact op met een bevoegd service-/supportcenter van Sony voor assistentie. Ga naar Meer informatie over uw
VAIO-computer (pagina 5) om een center of vertegenwoordiger bij u in de buurt te zoeken.
Het type module en de hoeveelheid geheugen die op uw computer zijn geïnstalleerd, zijn afhankelijk van het model dat u hebt gekocht.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
96
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
ESD kan geheugenmodules en andere onderdelen beschadigen. Installeer de geheugenmodule alleen op een ESD-
werkstation. Als geen ESD-werkstation beschikbaar is, mag u niet werken in een ruimte met een vloerbedekking
en mag u geen materialen hanteren die statische elektriciteit kunnen opwekken of vasthouden (bijvoorbeeld
cellofaanverpakking). Maak een verbinding tussen uzelf en de aarde door een ongelakt, metalen deel van de
behuizing vast te houden terwijl u het werk uitvoert.
Open de verpakking van de geheugenmodule pas op het moment dat u klaar bent om de module te installeren.
De verpakking beschermt de module tegen ESD.
Gebruik het speciale zakje dat wordt geleverd met de geheugenmodule of wikkel de module in aluminiumfolie om deze
te beschermen tegen ESD.
Het binnendringen van vloeistoffen, andere substanties of objecten in de geheugenmodulesleuven of in andere interne
componenten van de computer leidt tot schade aan de computer. Reparatiekosten vallen dan niet meer onder de garantie.
Leg de geheugenmodule niet op een plaats die blootstaat aan:
Warmtebronnen (bijvoorbeeld radiators of luchtkanalen)
Direct zonlicht
Veel stof
Mechanische trillingen of schokken
Sterke magneten of luidsprekers die niet magnetisch zijn afgeschermd
Omgevingstemperaturen van meer dan 35°C of minder dan 5°C
Hoge vochtigheid
Behandel de geheugenmodule voorzichtig. Raak de randen van de onderdelen en printplaten in de computer niet aan,
om te voorkomen dat u uw handen of vingers verwondt.
97
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
Een geheugenmodule verwijderen en installeren
Een geheugenmodule verwisselen of toevoegen
1Sluit de computer af, schakel alle randapparaten uit en koppel de netadapter en de randapparaten los van de voedingen.
2Leg de computer met de bovenzijde naar beneden op een vlakke ondergrond en wacht ca. een uur totdat de computer
is afgekoeld.
!
Leg de computer op een zachte doek zodat het frame van het scherm niet beschadigd raakt.
3Draai de schroef (1) los en verwijder het kapje van het geheugenmodulecompartiment (2).
98
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
4Raak een metalen voorwerp aan om statische elektriciteit te ontladen.
5Verwijder de aanwezige geheugenmodule als volgt:
Trek de palletjes in de richting van de pijlen (3).
De geheugenmodule komt nu los.
Zorg dat de geheugenmodule omhoog kantelt en trek deze in de richting van de pijl naar buiten (4).
6Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking.
99
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
7Schuif de geheugenmodule in de geheugenmodulesleuf en druk deze naar binnen totdat deze vastklikt.
!
Raak geen andere onderdelen van het moederbord aan dan de geheugenmodule.
Als u slechts één geheugenmodule wilt installeren, moet u de onderste sleuf gebruiken.
Zorg dat u de connectorrand van de geheugenmodule in de sleuf plaatst zodat de inkeping in de module in het kleine uitsteeksel in de open sleuf past.
Forceer de geheugenmodule nooit omgekeerd in de sleuf, omdat de sleuf en de module hierdoor beschadigd kunnen raken.
8Plaats het kapje van het geheugenmodulecompartiment terug en draai de schroef vast.
9Sluit de netadapter en de randapparaten op de computer aan en sluit deze vervolgens aan op de voedingen.
10 Schakel eerst alle randapparaten in en vervolgens de computer.
100
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
De geheugencapaciteit controleren
De geheugencapaciteit controleren
1Zet de computer aan.
2Klik op Start, Alle programma's en VAIO Control Center.
3Klik op Systeeminformatie (System Information) en Systeeminformatie (System Information).
U kunt de geheugencapaciteit van het systeem bekijken in het rechterdeelvenster. Als het nieuw geïnstalleerde geheugen
niet verschijnt, herhaalt u de installatieprocedure en start u de computer opnieuw op.
101
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Voorzorgsmaatregelen
In dit deel worden de veiligheidsrichtlijnen en voorzorgsmaatregelen beschreven om beschadiging van de VAIO-computer te
voorkomen.
Informatie over de veiligheid (pagina 102)
Informatie over reinigen en onderhoud (pagina 105)
Met de computer omgaan (pagina 106)
Met het LCD-scherm/aanraakscherm omgaan (pagina 108)
De stroomvoorziening gebruiken (pagina 109)
Met de ingebouwde camera omgaan (pagina 110)
Met schijven omgaan (pagina 111)
Met Memory Sticks omgaan (pagina 112)
Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan (pagina 113)
102
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Informatie over de veiligheid
Informatie over de veiligheid
Computer
Gebruik de computer op een stevig, stabiel oppervlak.
Plaats uw computer niet in de buurt van gordijnen. Deze kunnen de ventilatieopeningen blokkeren.
Wacht totdat de computer is afgekoeld voordat u deze vastpakt. De achterzijde van uw computer kan bijzonder heet
worden in de buurt van de ventilatieopening (1).
Til de computer niet op aan de standaard of de onderrand van de behuizing. Deze kunnen daardoor afbreken, waardoor
de computer beschadigd raakt, u zich kunt bezeren of de hoofdeenheid defect kan raken.
Gebruik alleen de aanbevolen randapparaten en interfacekabels.
103
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Informatie over de veiligheid
Voedingsbron
Voorkom dat de netvoedingsadapter in aanraking komt met uw huid. Houd de netvoedingsadapter niet vlakbij uw lichaam
omdat de warmte ongemak kan veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer omdat dit brand kan veroorzaken.
Houd het netsnoer altijd vast bij de stekker wanneer u het netsnoer uit het stopcontact verwijdert. Trek nooit aan het snoer
zelf.
Verwijder de stekker van de computer uit het stopcontact als u van plan bent de computer gedurende langere tijd niet te
gebruiken.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
Batterijcel
Als er batterijvloeistof lekt:
Vermijd rechtstreeks contact met de batterijvloeistof.
Voer de onderstaande instructies uit.
Als uw ogen, huid of kleding in aanraking komen met de batterijvloeistof, wast u deze grondig met zuiver water. Raadpleeg
onmiddellijk uw huisarts als uw huid ontstoken raakt of als er een wondje ontstaat.
Gooi de batterij niet in het vuur. De batterij niet verwarmen, demonteren, wijzigen, opladen of natmaken.
Gebruik een in de handel verkrijgbare alkalinebatterij van het type AA.
105
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Informatie over reinigen en onderhoud
Informatie over reinigen en onderhoud
Computer
Reinig de behuizing met een zachte, droge of licht bevochtigde doek met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit schuursponsjes, schuurmiddelen of oplosmiddelen zoals alcohol en benzeen, omdat deze de afwerkingslaag
van de computer kunnen beschadigen.
Koppel de netadapter af voordat u de computer schoonmaakt.
LCD-scherm/aanraakscherm
Gebruik een zachte, droge doek om het oppervlak van het LCD-scherm/aanraakscherm schoon te wrijven. Het scherm kan
beschadigd raken door het wrijven over het oppervlak.
Ingebouwde camera
Maak de lensbeschermingskap van de ingebouwde camera schoon met een lensblazer of een zachte borstel. Als de kap
extreem vuil is, maakt u deze schoon met een zachte, droge doek. Wrijf niet over de kap, aangezien deze gevoelig is voor druk.
Schijven
De betrouwbaarheid van een schijf is alleen gewaarborgd wanneer u hier zorgvuldig mee omgaat. Gebruik nooit
wasbenzine of andere oplosmiddelen, thinner, alcohol, schoonmaakmiddelen of antistatische sprays, omdat de schijf
hierdoor beschadigd kan raken.
Als u een schijf wilt reinigen, houdt u de schijf vast aan de randen en wrijft u deze met een zacht doekje van binnen naar
buiten schoon.
Als de schijf erg vuil is, bevochtigt u een zacht doekje met water, wringt u het goed uit en wrijft u het oppervlak van de
schijf van binnen naar buiten schoon. Wrijf de schijf vervolgens goed droog met een droge, zachte doek.
106
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Met de computer omgaan
Met de computer omgaan
Als er een voorwerp of vloeistof in de computer terechtkomt, sluit u de computer onmiddellijk af en verwijdert u de stekker
uit het stopcontact. Het is aan te raden de computer door een gekwalificeerde reparateur te laten nakijken voordat u de
computer weer gebruikt.
Laat uw computer niet vallen.
Plaats de computer niet op een locatie die blootstaat aan:
Warmtebronnen (bijvoorbeeld radiators of luchtkanalen)
Direct zonlicht
Veel stof
Vocht of regen
Mechanische trillingen of schokken
Sterke magneten of luidsprekers die niet magnetisch zijn afgeschermd
Omgevingstemperaturen van meer dan 35°C of minder dan 10°C
Hoge vochtigheid
Plaats geen elektronische apparatuur in de nabijheid van de computer. Het elektromagnetische veld van de apparaten
kan een storing op de computer veroorzaken.
De computer gebruikt hoogfrequente radiosignalen die de radio- of TV-ontvangst kunnen storen. Als dit gebeurt, plaatst
u de computer op grotere afstand van de radio of TV.
Gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
120
nN
Problemen oplossen >
Computerbewerkingen
Wat moet ik doen als mijn spelsoftware niet werkt of steeds vastloopt?
Kijk op de website van het spel of er patches of updates kunnen worden gedownload.
Zorg dat u de meest recente videostuurprogrammasoftware hebt geïnstalleerd.
Op sommige VAIO-modellen wordt het grafische geheugen gedeeld met het systeem. In dit geval kunnen geen optimale
grafische prestaties worden gegarandeerd.
Waarom wordt mijn scherm niet uitgeschakeld nadat de tijd voor automatisch
uitschakelen is verstreken?
Bepaalde softwaretoepassingen of schermbeveiligingen zijn zo ontworpen dat ze tijdelijk de functie van uw
besturingssysteem uitschakelen waardoor het computerscherm wordt uitgezet of waardoor de computer in de slaapstand
wordt geplaatst na en bepaalde periode van inactiviteit. U lost dit probleem op door de actieve toepassingen af te sluiten of
een andere schermbeveiliging te selecteren.
Hoe kan ik de volgorde wijzigen waarin apparaten worden opgestart?
U kunt een van de BIOS-functies gebruiken om deze volgorde te wijzigen. Voer de volgende stappen uit:
1Zet de computer aan.
2Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt.
Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit scherm niet verschijnt, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere
keren op de toets F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt.
3Druk op de toets < of , om Boot te selecteren.
4Druk op de toets M of m om een prioriteit te selecteren onder Boot Priority, en druk op Enter.
5Druk op de toets M of m om het apparaat te selecteren waaraan u de prioriteit wilt toewijzen, en druk op Enter.
6Druk op de toets < of , om Exit te selecteren en selecteer Exit Setup. Druk vervolgens op Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.


Produkt Specifikationer

Mærke: Sony
Kategori: PC
Model: VPCJ12M1R

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Sony VPCJ12M1R stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig