
Algemeenoverzichtvandemachine................................10
Specicaties..........................................................10
Gebruiksaanwijzing.......................................................10
Debrandstoftankvullen..........................................10
Hetmotoroliepeilcontroleren..................................11
Demaaihoogteinstellen..........................................11
Dehoogtevanhandgreepinstellen............................12
Demotorstarten....................................................12
Dezelfaandrijvinggebruiken...................................13
Motorafzetten.......................................................13
Hetmaaiseluitstrooien............................................13
Hetmaaiselopvangen.............................................13
Hetmaaiselzijwaartsafvoeren..................................15
Tipsvoorbedieningengebruik................................16
Onderhoud..................................................................17
Aanbevolenonderhoudsschema..................................17
Voorbereidingenvooronderhoudswerkzaamhe-
den...................................................................17
Onderhoudvanhetluchtlter..................................17
Motorolieverversen................................................18
Hetbovenstedeelvandehandgreepsmeren...............19
Zelfaandrijvingafstellen..........................................19
Hetmaaimesvervangen..........................................20
Deonderkantvandemachinebehuizing
reinigen.............................................................21
Stalling........................................................................22
Voorbereidingenvoorstalling..................................22
Dehandgreepinklappen.........................................22
Haaldemaaimachineuitdestalling...........................23
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmetde
EN-normISO5395:2013.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemaaier
kanletseltotgevolghebben.Houduaandeze
veiligheidsinstructiesomhetrisicoopletselte
verminderen.
Toroheeftdezemaaierontworpenvoorengetestopveilig
gebruik.Alsuzichechterniethoudtaandevolgende
instructieskanditlichamelijkletseltotgevolghebben.
Hetisvanessentieelbelangdatueneventuele
anderegebruikersvandemaaierdeinhoudvandeze
handleidinglezenenbegrijpenvoordatdemotorvoor
heteerstwordtgestartommaximaleveiligheidende
besteprestatiestegaranderenenzodatukennisover
hetproductopdoet.Letmetnameophetsymboolvoor
veiligheidswaarschuwingen(Figuur2)datVoorzichtig,
WaarschuwingofGevaar–“instructievoorpersoonlijke
veiligheid”kanbetekenen.Zorgdatudeinstructies
leestenbegrijpt,ditisbelangrijkvoordeveiligheid.
Niet-nalevingvandeinstructiekanleidentotlichamelijk
letsel.
Algemeneveiligheidsregels
metbetrekkingtotde
maaimachine
Dezemaaimachinekanhandenofvoetenamputerenen
voorwerpenuitwerpen.Alsudeveiligheidsinstructiesniet
opvolgt,kanditleidentoternstigofdodelijkletsel.
Instructie
•Leesdezehandleidingaandachtigdoor.Zorgervoordat
uvertrouwdraaktmetbedieningsorganenenweethoeu
demachinemoetgebruiken.
•Laatnooitkinderenofpersonendiedeinstructiesniet
kennen,demachinegebruiken.Voordebestuurderkan
eenwettelijkeminimumleeftijdgelden.
•Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkisvoor
ongevallenofschadeaananderepersonenofhun
eigendommen.
•Zorgervoordatuallepictogrammenopdemachineofin
deinstructiesbegrijpt.
Benzine
WAARSCHUWING:brandstofislichtontvlambaar.Neem
devolgendevoorzorgsmaatregelen.
•Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
speciaaldaarvoorbedoeldzijn.
•Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
•Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Verwijder
nooitdedopvandebrandstoftankenvulnooitbenzine
bijwanneerdemotorlooptofheetis.
•Alserbrandstofgemorstmagudemotornietaanzetten,
maardientueerstdemaaimachineverplaatsen.Zorg
ervoordatergeenontstekingsbronnenindebuurtvan
degemorstebrandstofkomentotdatallebenzinedampen
verdwenenzijn.
•Doesteedsdedopweerzorgvuldigopbrandstoftanksen
-containers.
Vóóringebruikname
•Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroekenstevige
schoenenmeteengripvastezool.Draaggeenschoenen
metopentenenenloopnietopblotevoeten.
•Inspecteereerstgrondighetterreinwaarudemachine
wiltgebruikenenverwijderallestenen,takken,draden,
bottenofanderevreemdevoorwerpen.
•Controleervóórgebruikaltijdofdebeschermplaten
enveiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleidersen
grasvangers,ophunplaatszittenennaarbehorenwerken.
•Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervangversleten
2