Epson WorkForce Pro WF-R8590 DTWF Manual

Epson Printer WorkForce Pro WF-R8590 DTWF

Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Epson WorkForce Pro WF-R8590 DTWF (239 sider) i kategorien Printer. Denne guide var nyttig for 46 personer og blev bedømt med 4.5 stjerner i gennemsnit af 23.5 brugere

Side 1/239
Gebruikershandleiding
NPD5100-04 NL
Auteursrecht
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier,
zonder voorafgaande schrielijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Alle patentaansprakelijkheid met
betrekking tot het gebruik van de informatie in dit document wordt afgewezen. Evenmin wordt enige
aansprakelijkheid aanvaard voor schade, voortvloeiende uit het gebruik van de informatie in dit document. De
hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij dit Epson-product. Epson is niet verantwoordelijk
voor het gebruik van deze informatie bij andere producten.
Seiko Epson Corporation noch zijn lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product
of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet
foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen, of (met uitzondering van
de VS) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation noch zijn lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen
voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original
Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit
elektromagnetische storingen die plaatsvinden door het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar als Epson
Approved Products by Seiko Epson Corporation.
© 2014 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd.
Gebruikershandleiding
Auteursrecht
2
Bitstream is a registered trademark of Bitstream Inc. registered in the United States Patent and Trademark
Oce and may be registered in certain jurisdictions.
Swiss is a trademark of Bitstream Inc. registered in the United States Patent and Trademark Oce and may be
registered in certain jurisdictions.
PCL is the registered trademark of Hewlett-Packard Company.
Adobe, Adobe Reader, PostScript3, Acrobat, and Photoshop are trademarks of Adobe systems Incorporated,
which may be registered in certain jurisdictions.
Getopt
Copyright © 1987, 1993, 1994 e Regents of the University of California. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modication, are permitted provided that
the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the
following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
4. Neither the name of the University nor the names of its contributors may be used to endorse or promote
products derived from this soware without specic prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE REGENTS AND CONTRIBUTORS ''AS IS'' AND ANY EXPRESS
OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT
SHALL THE REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL,
SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR
BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN
ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
Arcfour
is code illustrates a sample implementation of the Arcfour algorithm.
Copyright © April 29, 1997 Kalle Kaukonen. All Rights Reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modication, are permitted provided that
this copyright notice and disclaimer are retained.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY KALLE KAUKONEN AND CONTRIBUTORS ''AS IS'' AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE
DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL KALLE KAUKONEN OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY
DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS
OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY
THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING
NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN
IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
microSDHC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.
Opmerking: microSDHC in ingebouwd in het product en kan niet worden verwijderd.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
4
Intel
®
is a registered trademark of Intel Corporation.
Algemene kennisgeving: Andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
5
Inhoudsopgave
Auteursrecht
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen...............10
Markeringen en symbolen...................10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 11
Referenties voor besturingssystemen............11
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................12
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de optionele kast.....................15
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........15
Beheerdersinstellingen
Printerinstellingen vergrendelen d.m.v. een
beheerderswachtwoord......................16
De printerinstellingen ontgrendelen............16
Functiebeperkingen voor gebruikers............16
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............18
Bedieningspaneel..........................22
Druktoetsen en lampjes...................22
Weergegeven pictogrammen op het display. . . . . 22
Pictogrammen die weergegeven worden op
het sofwaretoetsenbord van het LCD-scherm. . . 24
Menuopties..............................24
Modus Kopiëren........................ 24
Modus Scannen.........................26
Modus Fax.............................28
Modus Geheug. app...................... 30
Modus Instellen.........................31
Contactpersonen-modus..................42
Presets-modus..........................42
Statusmenu............................42
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor hanteren van papier. . . 43
Beschikbaar papier en capaciteit...............43
Lijst met papiertypes.....................46
Papier in de Papiercassette laden...............46
Papier in de Papiertoevoer achter laden..........49
Papier in de Papiertoevoer vóór laden...........51
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . . . 52
Het papierformaat en papiertype voor elke
papierbron instellen........................53
Originelen plaatsen
Beschikbare originelen voor de ADF............54
Originelen in de ADF plaatsen................54
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 56
Contactpersonen beheren
Contactpersonen opslaan....................58
Contactgroepen opslaan.....................58
Registratie en back-up van contactpersonen via
een computer.............................59
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel............60
Afdrukken vanaf een computer................60
Gebruikers in de printerdriver autoriseren als
de Functiebeperking geactiveerd is
(uitsluitend voor Windows)................ 61
Basisprincipes van printer - Windows.........61
Basisprincipes van printer - Mac OS X........ 63
Dubbelzijdig afdrukken...................64
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 67
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 68
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 69
Groter afdrukken en posters maken (alleen
voor Windows)......................... 70
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................76
Afdrukken m.b.v. een PostScript printerdriver. . . . . 78
Afdrukken m.b.v. een PostScript
printerdriver - Windows...................78
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6
Afdrukken m.b.v. een PostScript
printerdriver - Mac OS X..................80
Items instellen voor de PostScript printerdriver. . 83
Afdrukken met Smart Devices................83
Epson iPrint gebruiken....................83
AirPrint gebruiken.......................85
Afdrukken annuleren.......................85
Afdrukken annuleren - Printertoets.......... 85
Afdrukken annuleren - Statusmenu...........86
Afdrukken annuleren - Windows............86
Afdrukken annuleren - Mac OS X............86
Kopiëren
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............88
Scannen naar e-mailbericht................ 88
Scannen naar een netwerkmap of FTP-server. . . 89
Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . . 90
Scannen naar Cloud......................90
Scannen m.b.v. Document Capture Pro
(uitsluitend voor Windows)................ 90
Scannen naar een computer (WSD).......... 91
Scannen vanaf een computer................. 92
Gebruikers autoriseren bij gebruik van
Toegangscontrole bij EPSON Scan
(uitsluitend voor Windows)................ 92
Scannen in de Kantoormodus...............92
Scannen in de Professionele modus...........94
Scannen met Smart Devices..................96
Faxen
Een faxbericht instellen..................... 98
Aansluiten op een telefoonlijn...............98
Basisinstellingen voor faxberichten
congureren.......................... 102
Faxberichten verzenden....................104
Basishandelingen bij het verzenden van
faxberichten...........................104
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................107
Faxberichten ontvangen....................110
De ontvangstmodus instellen.............. 110
Verschillende manieren om faxberichten te
ontvangen............................111
Ontvangen faxen opslaan en doorsturen. . . . . . 112
Andere faxfuncties gebruiken................117
Een faxrapport en -lijst afdrukken...........117
Beveiligingsinstellingen voor faxberichten. . . . . 118
Faxopdrachten controleren................119
Inkttoevoereenheden en andere
afdrukmedia vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 122
De niveaus van de resterede inkt en de
onderhoudscassette controleren -
Bedieningspaneel.......................122
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 122
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS X. . . 122
Inkttoevoereenheid-codes...................123
Voorzorgsmaatregelen voor de
Inkttoevoereenheid....................... 123
Inkttoevoereenheden vervangen..............125
Onderhoudscassettecode................... 128
Voorzorgsmaatregelen voor hanteren van
onderhoudscassettes.......................129
Een onderhoudscassette vervangen............129
Onderhoudsrollers-codes...................131
Vervangen van de Onderhoudsrollers in
Papiercassette 1..........................131
Vervangen van de Onderhoudsrollers in
Papiercassette 2 tot 4...................... 135
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............138
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows. 139
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Mac OS X 140
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................141
Afdruk- en scankwaliteit verbeteren
De printkop controleren en reinigen...........142
De printkop controleren en schoonmaken -
Bedieningspaneel.......................142
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................143
De printkop controleren en schoonmaken -
Mac OS X............................ 143
Krachtige inktspoeling uitvoeren............144
De printkop uitlijnen......................144
De printkop uitlijnen - Bedieningspaneel. . . . . .144
De printkop uitlijnen - Windows............145
De printkop uitlijnen - Mac OS X...........146
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 146
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te
voorkomen............................. 146
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken............................147
De Scannerglasplaat reinigen................149
Informatie over toepassingen en
netwerkdiensten
De service van Epson Connect...............151
Web Cong.............................151
Web Cong uitvoeren op een browser. . . . . . . . 151
Web Cong uitvoeren op Windows..........152
Web Cong uitvoeren op Mac OS X......... 152
Vereiste toepassingen......................153
Windows-printerdriver...................153
Mac OS X-printerdriver..................155
EPSON Scan (scannerdriver)..............156
Document Capture Pro (uitsluitend voor
Windows)............................ 156
PC-FAX-driver (faxdriver)................157
FAX Utility........................... 157
E-Web Print (uitsluitend voor Windows)......158
EPSON Soware Updater.................158
EpsonNet Cong.......................158
Toepassingen verwijderen...................159
Toepassingen verwijderen - Windows........159
Toepassingen verwijderen - Mac OS X........159
Toepassingen installeren....................160
Een PostScript printerdriver installeren.......161
De Epson Universal-printerdriver installeren
(uitsluitend voor Windows)................163
Toepassingen enrmware bijwerken...........164
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................165
Berichten op het display bekijken...........165
Foutcode in het statusmenu............... 166
De printerstatus controleren - Windows.......172
De printerstatus controleren - Mac OS X. . . . . . 172
Vastgelopen papier verwijderen...............172
Vastgelopen papier verwijderen het
voorpaneel (A).........................173
Vastgelopen papier verwijderen uit het
Papiertoevoer achter (B1).................174
Vastgelopen papier verwijderen uit het
Papiertoevoer vóór (B2)..................174
Vastgelopen papier verwijderen uit
Papiercassette (C1/C2/C3/C4)..............175
Vastgelopen papier verwijderen uit
Achterpaneel 1 (D1) and Achterpaneel 2 (D2). . 176
Vastgelopen papier verwijderen uit het
Achterpaneel (E).......................178
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF (F). 178
Papier wordt niet goed ingevoerd.............181
Origineel wordt niet in automatische
documentinvoer (ADF) ingevoerd.......... 182
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................182
De stroom wordt niet ingeschakeld..........182
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 183
Het display wordt donker.................183
Printer drukt niet af.......................183
Afdrukproblemen........................ 184
Afdrukkwaliteit is slecht..................184
Kopieerkwaliteit is slecht................. 185
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................186
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 186
Vegen of vlekken op papier................186
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 187
De afgedrukte aeelding is omgekeerd.......187
Het probleem kon niet worden opgelost.......188
Afdrukken verloopt te traag.................188
Problemen met de PostScript printerdriver. . . . . . 188
De printer drukt niet af bij gebruik van de
PostScript printerdriver.................. 189
De printer drukt niet juist af bij gebruik van
de PostScript printerdriver................189
De afdrukkwaliteit is slecht bij gebruik van de
PostScript printerdriver.................. 189
Het afdrukken gaat te traag bij gebruik van de
PostScript printerdriver.................. 189
Kan scannen niet starten................... 189
Problemen met gescande aeeldingen......... 190
Scankwaliteit is slecht....................190
Tekens zijn wazig.......................191
De achterkant van het origineel is te zien op
de gescande aeelding...................191
Er verschijnt een ribbelpatroon (ook wel
'moiré' genoemd) op de gescande aeelding. . . 191
Scangedeelte of -richting is niet juist.........192
Het probleem met de gescande aeelding
kon niet worden opgelost.................192
Andere scanproblemen.....................193
Miniatuurvoorbeeld werkt niet goed.........193
Scannen verloopt te traag.................193
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
8
Kan de gescande aeelding niet via e-mail
verzenden............................193
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 193
Problemen met verzenden en ontvangen van
faxen..................................193
Kan geen faxen verzenden/ontvangen. . . . . . . . 193
Kan geen faxen versturen.................195
Kan geen faxberichten verzenden naar
opgegeven ontvanger....................195
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip. .195
Kan geen faxen ontvangen................ 196
Foutmelding geheugen vol................196
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 197
Faxberichten worden op verkeerde grootte
verzonden............................197
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 197
Kan geen A3-faxberichten ontvangen. . . . . . . . 198
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 198
Andere faxproblemen......................198
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 198
Antwoordapparaat kan geen
telefoongesprekken beantwoorden.......... 198
Faxnummer van de zender wordt niet op
ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 199
Overige problemen........................199
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 199
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 199
Datum en tijd zijn verkeerd............... 199
Geheugenapparaat wordt niet herkend....... 199
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 199
Wachtwoord vergeten?...................200
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................200
Bijlage
Techn is che specicaties.................... 201
Printerspecicaties......................201
Scannerspecicaties.....................201
Interfacespecicaties.................... 202
Faxspecicaties........................ 202
Wi-specicaties.......................203
Ethernetspecicaties.....................203
Beveiligingsprotocol.....................203
Ondersteunde services van derden.......... 204
Specicaties van extern USB-apparaat........204
Ondersteunde gegevensspecicaties......... 204
Dimensies............................205
Elektrische specicaties.................. 205
Omgevingsspecicaties...................206
Systeemvereisten....................... 206
Informatie m.b.t. lettertypes.................207
Beschikbare lettertypes voor PostScript.......207
Beschikbare lettertypes voor PCL 5..........208
Beschikbare lettertypes voor PCL 6..........210
Lijst met symboolreeksen.................212
Regelgevingsinformatie.................... 217
Normen en goedkeuringen................217
Beperkingen op het kopiëren.............. 218
Verplaatsen en vervoeren van de printer. . . . . . . . 219
Printer over een korte afstand verplaatsen. . . . . 219
De printer vervoeren.................... 219
De optionele eenheden installeren.............222
Code Optionele kast.....................222
De optionele kast installeren...............222
Code Optionele papiercassettes.............226
Optionele papiercassettes installeren. . . . . . . . . 227
Toegang tot een extern USB-apparaat verkrijgen
via een computer.........................232
Een e-mailserver gebruiken................. 233
Een e-mailserver congureren............. 233
Items e-mailserverinstelling...............234
De verbinding van een e-mailserver
controleren........................... 234
Hulp vragen.............................235
Technische ondersteuning (website).........235
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................235
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
9
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De nieuwste versies van de volgende handleidingen zijn beschikbaar op de Epson-ondersteuningswebsite.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken. Het is mogelijk dat deze handleiding niet aanwezig is
aankelijk van het model en de regio.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer en het installeren van de soware.
Gebruikershandleiding (PDF-handleiding)
Deze handleiding. Bevat instructies over het gebruik van de printer, het vervangen van de inkttoevoereenheden,
onderhoud en probleemoplossing.
Netwerkhandleiding (PDF-handleiding)
Bevat informatie over netwerkinstellingen en probleemoplossing wanneer de printer in een netwerk wordt
gebruikt.
Beheerdershandleiding (PDF-handleiding)
Gee informatie aan netwerkbeheerders over het beheer en de printerinstellingen.
Naast de bovenstaande handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de
toepassingen raadplegen.
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
Screenshots van de schermen van de printerdriver en EPSON Scan (scannerdriver) zijn van Windows 8.1 of
Mac OS X v10.9.x. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de
situatie.
Aeeldingen van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista",
"Windows XP", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server
2008", "Windows Server 2003 R2", en "Windows Server 2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien
wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
®
Wi n d o w s
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s Vi s t a
®
besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s S er ve r
®
2012 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s S er ve r
®
2012 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s S er ve r
®
2008 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s S er ve r
®
2008 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s S er ve r
®
2003 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o w s S er ve r
®
2003 besturingssysteem
Mac OS X
In deze handleiding verwijst "Mac OS X v10.9.x" naar "OS X Mavericks" en "Mac OS X v10.8.x" naar "OS X
Mountain Lion". Bovendien wordt "Mac OS X" gebruikt om te verwijzen naar "Mac OS X v10.9.x", "Mac OS X
v10.8.x", "Mac OS X v10.7.x", "Mac OS X v10.6.x", en "Mac OS X v10.5.8".
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
11
De printer is zwaar en wanneer deze opgetild of verplaatst moet worden, moet dit altijd door ten minste twee
personen gebeuren. Bij het optillen van de printer moeten de twee of meer personen de correcte posities
innemen (zie hieronder).
Wees voorzichtig wanneer u gebruikte inkttoevoereenheden hanteert, want er kan inkt aanwezig zijn rond de
inkttoevoerpoort.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de inkttoevoereenheid en de onderhoudscassette nooit uit elkaar. Hierdoor kan er inkt in uw ogen of op
uw huid komen.
Schud niet te hard met de inkttoevoereenheden. Hierdoor kan er inkt uit de inkttoevoereenheden komen.
Zorg ervoor dat inkttoevoereenheden en onderhoudscassettes buiten het bereik van kinderen zijn.
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
De openingen in de behuizing van de printer niet blokkeren of afdekken.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten
die regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
13
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing. Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de optionele kast
Deze kast is uitsluitend ontworpen om deze printer en de optionele papiercassettes er bovenop te plaatsen.
Installeer geen andere producten dan die voor de specieke printer en cassette-eenheid.
Klim niet op de kast en plaats er geen zware objecten op.
Zorg ervoor dat de twee standaarden veilig zijn geplaatst, anders kan de printer vallen.
Bevestig de printer of de optionele papiercassette-eenheid op de kast d.m.v. de twee accessoires en schroeven die
bij de kast meegeleverd worden.
Als de printer in gebruik is, moeten de zwenkwielen aan de voorzijde van de kast vergrendeld zijn.
Verplaats de kast niet als de zwenkwielen vergrendeld zijn.
Als u de kast verplaatst wanneer de printer of optionele papiercassette gemonteerd zijn, verplaats ze dan niet
over oneen of ruwe oppervlakken.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer
Instellen > Systeembeheer > Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen op het
bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
15
Beheerdersinstellingen
Printerinstellingen vergrendelen d.m.v. een
beheerderswachtwoord
U kunt een beheerderswachtwoord instellen om de printerinstellingen te vergrendelen zodat deze niet door andere
gebruikers gewijzigd kunnen worden. U kunt de volgende instellingen vergrendelen.
Systeembeheer
Eco-modus
Presets
Cont.
U kunt de instellingen niet wijzigen zonder het wachtwoord in te voeren. Dit wachtwoord is ook vereist als u
instellingen wilt uitvoeren d.m.v. Web Cong of EpsonNet Cong.
c
Belangrijk:
Vergeet het wachtwoord niet. Als u het wachtwoord vergeten hebt, neem dan contact op met de klantenservice van
Epson.
1. Ga naar de modus Inst. via het hoofdscherm.
2. Selecteer Beheerdersinstellingen > Beheerderswachtwoord.
3. Selecteer Registreren, en voer dan een wachtwoord in.
4. Voer het wachtwoord nogmaals in.
5. Selecteer Instelling vergrendelen, en activeer dit.
De printerinstellingen ontgrendelen
1. Ga naar de modus Inst. via het hoofdscherm.
2. Selecteer Beheerdersinstellingen.
3. Voer het beheerderswachtwoord in.
4. Selecteer Instelling vergrendelen, en deactiveer dit.
Functiebeperkingen voor gebruikers
Opmerking:
Mac OS X wordt niet ondersteund.
Gebruikershandleiding
Beheerdersinstellingen
16
De beheerder kan bepaalde functies van de printer voor individuele gebruikers blokkeren. Om een geblokkeerde
functie te gebruiken, moet de gebruiker een ID en een wachtwoord invoeren op het bedieningspaneel. Gebruik
deze functie om misbruik van de printer te verhinderen.
Gebruik Web Cong om de beperkinginstellingen op een computer te congureren. Raadpleeg
Beheerdershandleiding voor meer details.
Nadat u de instellingen op de computer gecongureerd hebt, activeert u de blokkeringsfunctie op de printer.
Selecteer Inst. > Systeembeheer > Veiligheidsinstel. > Toegangsbeh e er in het startscherm en activeer het.
Gebruikershandleiding
Beheerdersinstellingen
17
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen
AADF (Automatic Document Feeder - Papierlade van de
automatische documentinvoer) deksel (F)
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit
de ADF.
BZijgeleiders van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden
ingevoerd. Schuif naar de randen van het papier.
CInvoerlade van ADF (F) Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
DUitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die van de ADF worden uitgevoerd.
EInktbehuizingen (P1, P2) Plaats de inkttoevoereenheden weer terug.
FZijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.
Schuif deze naar de randen van het papier.
GPapiertoevoer vóór (B2) Voor handmatig laden van telkens één vel papier.
HPapiercassette 1, Papiercassette 2 (C1, C2) Laadt papier.
IPapiercassette 3, Papiercassette 4 (C3, C4) Optionele papiercassettes. Laadt papier.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
18
JKast Optionele kast. Voor opslag van papier of andere
afdrukmedia.
AZijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.
Schuif deze naar de randen van het papier.
BPapiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
CPapiertoevoer achter (B1) Laadt papier.
DInvoerbescherming Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer
terechtkomen. Laat deze bescherming over het
algemeen dicht.
EUitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
FZijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.
Schuif deze naar de randen van het papier.
GPapiercassette Laadt papier.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
19
ADocumentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
BScannerglasplaat Scant de geplaatste originelen.
CBedieningspaneel Voor bediening van de printer.
DExterne interface USB-poort Aansluiting van geheugenapparaten.
EPrintkop Spuit inkt.
FVoorpaneel (A) Open dit om vastgelopen papier te verwijderen uit de
printer.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
20
Bedieningspaneel
Druktoetsen en lampjes
AHiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als de aan/uit-lampje gedoofd is.
BHiermee opent u het startscherm.
CHiermee onderbreekt u de actuele afdruktaak en kunt u een andere taak onderbreken. Druk
nogmaals op deze toets om een onderbroken taak te hervatten.
DHiermee zet u de actuele instellingen terug naar de vorige status.
EHiermee stopt u de actieve bewerking.
F- Hiermee geeft u menu's en berichten weer. Tik op het LCD-scherm om een menu te selecteren,
en blader door te swipen.
GTerugkeren naar het vorige scherm.
HHiermee geeft u het Statusmenu weer. U kunt de status en taakgeschiedenis van de printer
weergeven.
Als er een storing optreedt, knipper het storingslampje links of gaat het branden.
Als de printer gegevens aan het verwerken is, knippert het gegevenslampje rechts. Het gaat
branden als er taken in de afdrukwachtrij staan.
I0 - 9
,
Hiermee voert u cijfers, karakters en symbolen in.
Jc Hiermee wist u cijferinstellingen, zoals het aantal kopieën.
KHiermee start u het afdrukken, kopiëren, scannen en faxen in zwart-wit.
LHiermee start u het afdrukken, kopiëren, scannen en faxen in kleur.
Weergegeven pictogrammen op het display
De volgende pictogrammen worden op het LCD-scherm weergegeven naargelang de status van de printer. Druk op
het netwerkpictogram om de actuele netwerkinstellingen te controleren en instellingen voor wi te congureren.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
22
Druk op dit pictogram om de bedieningsinstructies weer te geven, zoals papier laden en
originelen plaatsen.
Gaat branden als de originelen in de ADF geplaatst worden.
Gaat branden als de inkt bijna leeg is of als de onderhoudscassette bijna vol is. Druk op de
toets en selecteer dan Printerinformatie om de status te controleren.
Gaat branden als de inkt leeg is of als de onderhoudscassette vol is. Druk op de toets en
selecteer dan Printerinformatie om de status te controleren.
Gaat branden als ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen
zijn, in het geheugen van het product opgeslagen zijn.
Geeft het gebruiksgeheugen van de faxmachine weer.
Geeft aan dat het faxgeheugen vol is.
Geeft het aantal onverwerkte of ongelezen ontvangen faxen aan. Dit pictogram wordt
weergegeven op het faxmoduspictogram. Wanneer er meer dan 10 faxen zijn, verandert
het pictogram naar 10+. Voor meer details raadpleegt u het gedeelte dat het display
beschrijft wanneer een ontvangen fax niet werd verwerkt.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (wi) of bekabeld (ethernet)
netwerk.
Gaat branden als de printer verbonden is met een bekabeld (ethernet) netwerk.
Gaat branden als de printer verbonden is met een draadloos (wi) netwerk. Het aantal
balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de
verbinding is.
Duidt op een probleem met de draadloze (wi) netwerkverbinding van de printer of geeft
aan dat de printer zoekt naar een draadloze (wi) netwerkverbinding.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (wi) netwerk in de Ad Hoc-
modus.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (wi) netwerk in de Wi Direct-
modus.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (wi) netwerk in de Simple AP-
modus.
Geeft aan dat de blokkeringsfunctie geactiveerd is. Druk op dit pictogram om u aan te
melden op de printer. U moet een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. Neem voor
uw aanmeldgegevens contact op met uw printerbeheerder.
Geeft aan dat een gebruiker met toegang aangemeld is.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
23
Gerelateerde informatie
&“Melding van onverwerkte ontvangen faxen” op pagina 119
&“Foutmelding geheugen vol” op pagina 196
Pictogrammen die weergegeven worden op het
sofwaretoetsenbord van het LCD-scherm
Wanneer u contactpersonen registreert, netwerkinstellingen congureert, etc. kunt u karakters en symbolen
invoeren d.m.v. het sowaretoetsenbordscherm. De volgende pictogrammen worden weergegeven op het
sowaretoetsenbord.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
Schakelen tussen karaktertypes.
123#: Hiermee voert u cijfers en symbolen in.
ABC: Hiermee voert u letters in.
ÁÄÂ: Hiermee voert u speciale karakters zoals umlauts en accenten in.
Hiermee wijzigt u de lay-out van het toetsenbord.
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee wist u het karakter links van de cursor.
Hiermee typt u een karakter.
Voert een koppelteken (-) in op het scherm voor het invoeren van het faxnummer.
Menuopties
Modus Kopiëren
Opmerking:
Beschikbare menu's kunnen variëren naargelang de geselecteerde lay-out.
Druk op Instel. om verborgen instellingenmenu's weer te geven.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
24
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Aantal kopieën Voer het aantal kopieën in.
Lay-out Met rand Kopieert met een marge rond de randen.
2-omhoog Kopieert originelen van meerdere pagina's op één blad.
Als u originelen in de ADF plaatst, voer ze dan langs boven of links in de
doorvoerlade.
Laad verticale originelen zoals hieronder weergegeven en selecteer Staand
bij Documentstand.
Laad horizontale originelen zoals hieronder weergegeven en selecteer
Liggend bij Documentstand.
4-omhoog
ID-kaart Scant beide zijden van een identiteitskaart en kopieert ze naar één A4-blad.
Pagina's splitsen Kopieert twee tegenoverliggende pagina's van een brochure op afzonderlijke
bladen.
Documentgr. Selecteer de grootte van uw origineel.
Zoom Vergroot of verkleint het origineel.
Selecteer Pag auto pass om de afdruk aan te passen naar het papierformaat van de geselecteerde
papierbron.
Papier- bron Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Auto: Laadt automatisch papier d.m.v. de Papier instellen instellingen die u selecteerde toen u het
papier in de lade plaatste.
Papiertoevoersleuf voor: Selecteer het papierformaat en -type dat u hebt geladen in het
papiertoevoer vóór.
Dubbelzijdig Selecteer 2-zijdige lay-out.
Selecteer een lay-out, druk op Geavanceerd en selecteer dan de bindpositie van uw origineel en het
papier.
Documentstand Selecteer de orientatie van uw origineel.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
25
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Kwaliteit Selecteer het type van uw origineel.
Tekst: Zorgt voor snellere afdrukken maar het resultaat kan minder duidelijk zijn.
Foto: Zorgt voor afdrukken van betere kwaliteit maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Dichtheid Stel de dichtheid van uw kopieën in.
Layout-volg. Selecteer de lay-out voor meerdere pagina's als u 2-omhoog of 4-omhoog selecteerde als de Lay-
out instelling.
Scanvolgorde Selecteer welke pagina van een brochure gescand moet worden als u Pagina's splitsen selecteerde
als de Lay-out instelling.
Schaduw verw. Verwijdert schaduwen die in het midden van de kopieën verschijnen als u een brochure kopieert of
die langs de randen verschijnen als u dik papier kopieert.
Ponsgaten verw Verwijdert de bindgaten bij het kopiëren.
Sort. kopieën Drukt meerdere kopieën van meerdere originelen in volgorde af en sorteert ze in reeksen.
Gem. document U kunt de volgende combinatie van formaten tegelijk in de ADF laden. A3 en A4; B4 en B5. Als u deze
combinaties gebruikt, worden originelen gekopieerd op de werkelijke grootte van de originelen.
Plaats uw originelen zoals hieronder getoond wordt.
Droogtijd Selecteer de droogtijd.
Geavanceerde
instellingen
Pas de beeldinstellingen, zoals contrast en verzadiging, aan.
Modus Scannen
E-mail
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Contacten Selecteer e-mailadressen in de lijst met contactpersonen om het gescande beeld te verzenden.
Indeling Selecteer het bestandstype om het gescande beeld op te slaan. Wanneer u TIFF (1 p.) of TIFF (Multi-
p.) selecteert, kunt u uitsluitend monochroom scannen.
Menu E-mailinstellingen Onderwerp: Voer een onderwerp voor het e-mailbericht in.
Voorvoegsel bestandsnaam: Voer een prex in voor de naam van het te
zenden bestand.
Basisinstellingen Raadpleeg de lijst met menu's bij Instel..
Scanrapport Hiermee drukt u een geschiedenis af van de tijdstippen en bestemmelingen
van gescande bestanden.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
26
Netwerkmap/FTP
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Contacten Selecteer een map in de lijst met contactpersonen om het gescande beeld op te slaan. U moet geen
locatie-instellingen congureren als u de map via de lijst met contactpersonen selecteerde.
Locatie Communicatiemod
us
Selecteer een communicatiemodus.
Locatie Voer een maplocatie in om het gescande beeld op te slaan.
Gebruikersnaam Voer een gebruikersnaam in voor de gekozen map.
Wachtwoord Voer een wachtwoord in voor de gekozen map.
Verbindingsmodus Selecteer de verbindingsmodus.
Poortnummer Voer een poortnummer in.
Indeling Selecteer het bestandstype om het gescande beeld op te slaan. Wanneer u TIFF (1 p.) selecteert,
kunt u uitsluitend monochroom scannen.
Menu Bestandsinstellinge
n
Voer een prex in voor de bestandsnaam bij Voorvoegsel bestandsnaam.
Basisinstellingen Raadpleeg de lijst met menu's bij Instel..
Scanrapport Hiermee drukt u een geschiedenis af van de tijdstippen en mappen van
gescande bestanden.
Geheugenapparaat
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Indeling Selecteer het bestandstype om het gescande beeld op te slaan. Wanneer u TIFF (Multi-p.) selecteert,
kunt u uitsluitend monochroom scannen.
Instel. Raadpleeg de lijst met menu's bij Instel..
Cloud
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Indeling Selecteer het bestandstype om het gescande beeld op te slaan.
Instel. Raadpleeg de lijst met menu's bij Instel..
Document Capture Pro
Dit menu hee geen instellingen-item.
Computer (WSD)
Dit menu hee geen instellingen-item.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
27
Instel.
Opmerking:
Beschikbare menu's variëren naargelang het doeltype, zoals e-mail of map, en het bestandstype waarin de gescande beelden
opgeslagen worden.
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Resolutie Selecteer de scanresolutie.
Scangebied Selecteer het scangebied.
Autom.bijsn.: Verwijdert witte ruimte rond een tekst of afbeelding tijdens het scannen.
Max. gebied: Scant het maximale scanoppervlak van het scannerglasplaat or de ADF.
Dubbelzijdig Scant beide zijden van het origineel. Als u dubbelzijdig scant, selecteer dan Bindrichting en
selecteer dan de bindpositie van het origineel.
Documenttype Selecteer het type van uw origineel.
Densiteit Selecteer het contrast van het gescande beeld.
Documentstand Selecteer de orientatie van uw origineel.
Compressiever. Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
PDF-instellingen Als u PDF selecteerde als bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-bestanden te
beveiligen.
Wachtw. doc.openen: Creëert een PDF-bestand waarvoor een wachtwoord vereist is om het te
openen.
Wachtw. machtigingen: Creëert een PDF-bestand waarvoor een wachtwoord vereist is om het af te
drukken of te bewerken.
Max. grootte
bijlage
Selecteer de maximale bestandsgrootte die aan het e-mailbericht kan worden toegevoegd.
Modus Fax
In het startscherm selecteert u Fax > Menu. U kunt bepaalde instellingen rechtstreeks openen via het Fax scherm.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
28
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Inst.faxverzending Resolutie Selecteer de resolutie van het uitgaande faxbericht.
Selecteer Foto voor originelen die zowel tekst als foto's bevatten.
Densiteit Selecteer de dichtheid van het uitgaande faxbericht.
Documentgr. (glas) Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op het
scannerglasplaat plaatste.
ADF dubbelzijdig Als u een monochroom faxbericht zendt, worden beide zijden van het
origineel in de ADF gescand.
Direct verzenden Raadpleeg de pagina's m.b.t. deze functies voor meer details.
Met prioriteit
sturen
Continuscan van
ADF
Rapport
transmissie
Drukt na het verzenden van een fax automatisch een verzendrapport af.
Selecteer Bij fout afdrukken om alleen een rapport af te drukken als er een
fout optreedt.
Fax later verzenden Raadpleeg de pagina's m.b.t. deze functies voor meer details.
Polling ontvangen
Polling verzenden
Faxgeg. opslaan
Faxverslag Lijst faxinstellingen Drukt de actuele faxtinstellingen af.
Faxlogboek Drukt na het verzenden van een fax automatisch een verzendrapport af. U
kunt ervoor zorgen dat dit rapport automatisch afgedrukt wordt d.m.v.
volgend menu.
Inst. > Systeembeheer > Faxinstellingen > Uitvoerinstellingen >
Faxlogboek auto afdr.
Laatste overdracht Drukt een rapport af voor het vorige faxbericht dat ontvangen of verzonden
werd.
Opgesl.
faxdocumenten
Druk een lijst met faxdocumenten af die in het geheugen van de printer
opgeslagen zijn.
Protocol traceren Drukt een gedetailleerd rapport af voor het vorige faxbericht dat ontvangen
of verzonden werd.
Gerelateerde informatie
&“Meerdere pagina's van een monochroom document verzenden (Direct verzenden)” op pagina 109
&“Een faxbericht prioritair verzenden (Met prioriteit sturen)” op pagina 109
&“Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF (Continuscan van ADF)” op pagina 109
&“Faxberichten verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)” op pagina 107
&“Faxberichten ontvangen d.m.v. pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 112
&“Faxberichten op verzoek verzenden (Polling verzenden)” op pagina 108
&“Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te speciceren (Faxgeg. opslaan)” op pagina 108
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
29
Modus Geheug. app.
Opmerking:
Geheugenapparaat is een algemene benaming voor externe USB-apparaten, zoals een USB-ashdrive.
Bestandsindeling
Menu Instellingen en verduidelijkingen
JPEG Selecteer de bestandsindeling van het bestand dat u wenst af te drukken.
TIFF
PDF
Instel.
Opmerking:
Beschikbare menu's kunnen variëren naargelang de geselecteerde bestandsindeling.
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Aantal afdrukken Voer het aantal afdrukken in.
Instel. Papier- bron Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Als u Papiertoevoersleuf voor selecteert, selecteert u vervolgens het
papierformaat en -type dat u in het papiertoevoer vóór hebt geladen.
Kwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit.
Als u Beste selecteert, duurt het afdrukken mogelijk langer.
Datum Selecteer de datumopmaak op de afdrukken.
Passend binnen
rand
Bijsnijden van de bovenste en onderste randen van het beeld zodat het op de
geselecteerde papiergrootte past. Als u deze optie uitschakelt, verschijnen er
marges aan de linker- en rechterzijde van de afbeelding.
Bidirectioneel Selecteer welke zijde inkt moet vrijgeven als de printkop beweegt. Schakel
deze optie in bij normaal gebruik.
Ingeschakeld: Hiermee drukt de printkop in beide richtingen af.
Uitgeschakeld: Hiermee wordt er alleen afgedrukt als de printkop in één
richting beweegt. De afdrukkwaliteit verbetert, maar het afdrukken duurt
lang.
Dubbelzijdig Selecteer 2-zijdige lay-out.
Afdrukvolgorde Laatste pagina boven: Afdrukken vanaf de eerste pagina van een bestand.
Eerste pagina boven: Afdrukken vanaf de laatste pagina van een bestand.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
30
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Beeldaanpassingen Versterken Selecteer de beeldcorrectiemethode.
Aan: Verbetert automatisch het beeld d.m.v. Epson's unieke beeldanalyse- en
beeldverwerkingstechnologie.
P.I.M.: Past het beeld aan d.m.v. de camerafunctie PRINT Image Matching of
Exif Print informatie.
Rode ogen
verwijderen
Corrigeert rode ogen in foto's.
Correcties worden niet toegepast op het oorspronkelijke bestand, alleen op
de afdrukken.
Naargelang het type foto worden mogelijk andere delen van het beeld
gecorrigeerd.
Opties Selecteer
afbeeldingen
Selecteer alle afb. selecteert alle beelden op het geheugenapparaat.
Selecteer groep Selecteer dit menu om een andere groep te selecteren.
Modus Instellen
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Inktpeil Geeft de niveaus van de inkt en de onderhoudscassette weer.
Als er een uitroepteken weergegeven wordt, dan is de inkt bijna leeg of is de onderhoudscassette
bijna vol.
Onderhoud PrintkopControle
spuitm.
Hiermee drukt u een patroon af om te controleren of de sproeiers van de
printkop verstopt zitten.
Printkop reinigen Hiermee reinigt u de verstopte sproeiers van de printkop.
Printkop uitlijnen Hiermee wordt de printkop bijgesteld om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Voer Uitl. lijn regelafst. uit als tekst en lijnen verkeerd zijn uitgelijnd.
Voer Verticale uitlijning uit als uw afdrukken er wazig uitzien.
Voer Horizontale uitlijning uit als uw afdrukken horizontale banden
bevatten.
Dik papier Hiermee vermindert u inktvlekken tijdens het afdrukken. Schakel deze
functie alleen in als u inktvlekken op uw afdrukken opmerkt; de
afdruksnelheid neemt hierdoor af.
Papiergeleider
reinigen
Gebruik deze functie om papier te laden voor het reinigen van het apparaat
wanneer er zich inktvlekken op de interne rollers bevinden.
Papier verwijderen Gebruik deze functie als er na het verwijderen van vastgelopen pagina's nog
stukjes papier in de printer zitten.
Informatie
onderhoudsrol
Hiermee geeft u de status van de onderhoudsrollers van de papiercassette
weer in de Status onderhoudsrol.
Na het vervangen van de onderhoudsrollers selecteert u Teller
onderhoudsrol resetten om de teller van de papiercassette waarvan u de
onderhoudsrollers vervangen hebt op nul te stellen.
Papier instellen Selecteer voor elke papierbron de instellingen voor papiergrootte en papiertype selecteren.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
31
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Statusv.afdrukk. Statusblad
conguratie
Hiermee drukt u een informatieblad af met de actuele status en instellingen
van de printer.
Statusblad
voorraad
Hiermee drukt u een informatieblad af met de status van de
verbruiksaccessoires.
Blad
gebruiksgeschiede
nis
Hiermee drukt u een informatieblad af met de gebruiksgeschiedenis van de
printer.
Statusvel PS3 Prints an information sheet when you use this printer as a PostScript printer.
PS3 Fontvoorbeeld Hiermee drukt u een lijst met lettertypes af die beschikbaar zijn voor een
PostScript-printer.
PCL-lettertypelijst Hiermee drukt u een lijst met lettertypes af die beschikbaar zijn voor een PCL
printer.
Netwerkstatus Wi-Fi/
netwerkstatus
Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven of afgedrukt.
Status Wi-Fi Direct
Status e-mailserver Hiermee worden de actuele e-mailserverinstellingen weergegeven.
Epson Connect
Status
Geeft aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Epson Connect of
de Google Cloud Print service.
Raadpleeg de Epson Connect-portaalsite voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Printstatus Google
Cloud
Beheerdersinstellin
gen
Dankzij deze menu's kan een beheerder een beheerderswachtwoord registreren om de printer te
beveiligen.
Beheerderswachtw
oord
Het beheerderswachtwoord instellen, wijzigen of resetten.
Als u het wachtwoord vergeten hebt, neem dan contact op met de
klantenservice van Epson.
Instelling
vergrendelen
U moet het beheerderswachtwoord invoeren als u de Systeembeheer
instellingen opent en als u de instellingen van Eco-modus, Presets en de
contactpersonen wijzigt.
Systeembeheer Raadpleeg de pagina's m.b.t. deze functies voor meer details.
Gerelateerde informatie
&“Systeembeheer” op pagina 32
Systeembeheer
Selecteer Instellen op het startscherm en selecteer dan Systeembeheer.
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Printerinstellingen Raadpleeg de lijst met menu's bij Printerinstellingen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
32
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Algemene
instellingen
Lcd-helderheid Hiermee past u de helderheid van het LCD-scherm aan.
Geluid Hiermee past u het volume en het type van de geluiden aan.
Slaaptimer Selecteer de tijd alvorens de printer in slaapstand gaat (energiezuinige stand)
als er geen activiteiten uitgevoerd worden.
Het LCD-scherm dooft als deze tijd verstreken is.
Uitschakelingstime
r
U kunt de tijd aanpassen alvorens het stroombeheer wordt toegepast. Elke
verhoging zal de energiezuinigheid van het product beïnvloeden. Denk aan
het milieu alvorens u enige wijziging doorvoert.
Datum/tijd
instellen
Datum/tijd Voer de actuele datum en tijd in.
Zomertijd Selecteer de zomertijdinstelling van uw regio.
Tijdsverschil Voer het tijdverschil in tussen uw plaatselijke tijd en
de UTC (Coordinated Universal Time).
Land/regio Selecteer uw land of regio.
Taal/Language Selecteer de taal van het display.
Time-out
bewerking
Als deze functie ingeschakeld is, keert het LCD-scherm terug naar het
startscherm als er ca. drie minuten geen actie werd uitgevoerd. Deze functie is
automatisch ingeschakeld als de functiebeperkingen ingeschakeld zijn.
Wi-Fi/
netwerkinstellinge
n
Wi-Fi/
netwerkstatus
Hiermee worden de netwerkinstellingen en verbindingsstatus weergegeven
of afgedrukt.
Wi-Fi instellen Wizard Wi-Fi
instellen
Raadpleeg Netwerkhandleiding voor meer details.
Instellen met
drukknop (WPS)
Instellen met PIN
(WPS)
Wi-Fi autom.
verbinden
Wi-Fi uitschakelen U kunt netwerkproblemen mogelijk oplossen door de
wi-instellingen uit te schakelen of ze opnieuw in te
stellen. Raadpleeg Netwerkhandleiding voor meer
details.
Wi-Fi Direct
instellen
Raadpleeg Netwerkhandleiding voor meer details.
Verbinding
controleren
Controleert de status van de netwerkverbinding en drukt het controlerapport
af. Als er problemen zijn met de verbinding, raadpleeg dan het rapport om het
probleem te corrigeren.
Geavanceerde inst. Raadpleeg Netwerkhandleiding voor meer details.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
33
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Epson Connect-
services
U kunt de Epson Connect of Google Could Print service onderbreken of hervatten, of deze annuleren
d.m.v. de services (herstellen van de fabriekstinstellingen).
Raadpleeg de Epson Connect-portaalsite voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Printservices
Google Cloud
Kopieerinstellinge
n
De instellingen bij Standaardinst. gebr. worden in elke modus weergegeven als de
standaardinstellingen. Voor meer details i.v.m. de instellingen, raadpleeg de lijst met menu's voor elke
modus.
Scaninstellingen
Faxinstellingen Raadpleeg de lijst met menu's bij Faxinstellingen.
Algem. afdrukinst. Deze afdrukinstellingen worden toegepast bij het afdrukken vanuit een extern apparaat zonder
gebruik te maken van de printerdriver of wanneer er afgedrukt wordt vanuit een PostScript- of PCL-
printerdriver.
Oset boven Hiermee past u de bovenste of linker marge van het papier aan.
Oset links
Oset boven
achter
Hiermee past u de bovenste of linker marge van het papier aan, voor de
achterzijde van de pagina, bij dubbelzijdig afdrukken.
Oset links achter
Controleer
papierbreedte
Controleert de papierbreedte alvorens de afdruktaak te starten. Hierdoor
verhindert u dat er over de randen van het papier gedrukt wordt als de
papierformaatinstellingen niet juist zijn, maar het afdrukken kan langer duren.
Droogtijd Selecteer de droogtijd bij dubbelzijdig afdrukken.
Lege pagina
overslaan
Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch
overgeslagen.
PDL-
afdrukconguratie
Raadpleeg de lijst met menu's bij PDL-afdrukconguratie.
Veiligheidsinstel. Toegangsbeheer Het beheerderswachtwoord is vereist om de printer te bedienen.
Hiermee kunt u kiezen of u afdruktaken die niet de vereiste authenticatie-
informatie hebben, toelaat of niet.
Alle
vertrouwel.taken
verw.
Hiermee worden alle opgeslagen vertrouwelijke taken verwijderd.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
34
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Eco-modus De volgende instellingen voor de Eco-modus zijn beschikbaar. Als deze instellingen uitgeschakeld
zijn, worden de instellingen bij Algemene instellingen toegepast.
Congureren Slaaptimer Selecteer de tijd alvorens de printer in slaapstand
gaat (energiezuinige stand) als er geen activiteiten
uitgevoerd worden.
Het LCD-scherm dooft als deze tijd verstreken is.
Lcd-helderheid Hiermee past u de helderheid van het LCD-scherm
aan.
Dubblz.(kopie) Hiermee wordt dubbelzijdig afdrukken ingesteld als
standaard.
Dubblz.(geh.) Hiermee wordt dubbelzijdig afdrukken ingesteld als
standaard.
Gegevens intern
geh.wissen
Hiermee worden de afdrukinstellingen voor een PostScript- en PCL-printerdriver verwijderd.
Selecteer Alles wissen om alle gegevens voor een PostScript- en PCL-printerdriver uit het geheugen
te wissen.
Standaardinst.
herstellen
Hiermee worden de geselecteerde instellingen teruggesteld naar de standaardwaarden.
Gerelateerde informatie
&“Modus Kopiëren” op pagina 24
&“Modus Scannen” op pagina 26
&“Printerinstellingen” op pagina 35
&“Faxinstellingen” op pagina 36
&PDL-afdrukconguratie” op pagina 40
Printerinstellingen
Selecteer Instellen > Systeembeheer > Printerinstellingen via het hoofdscherm.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
35
Menu Instellingen en toelichting
Instellingen papierbron Pr. Papiertoevoer achter Hierdoor wordt papier prioritair geladen vanuit de papiertoevoer
achter.
Autom.wisselen A4/
Letter
Hierdoor wordt papier geladen van de papierbron, ingesteld als
A4-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als Letter-
formaat, of wordt papier geladen van de papierbron, ingesteld als
Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-
formaat.
Inst. autom. selecteren Selecteer welke papierbron gebruikt moet worden bij kopiëren en
faxen. Als er meerdere papierbronnen beschikbaar zijn, wordt
papier geladen vanuit de papierbron waarvoor de
papierinstellingen overeenstemmen met de kopieer- of
afdruktaak.
Foutmelding Geeft een foutmelding weer als het papierformaat of de type-
instellingen bij Papier instellen en de afdrukinstellingen niet
overeenstemmen.
USB I/F time-out inst. Specieer de tijd in seconden die moet verstreken zijn alvorens de USB-communicatie met een
computer beëindigd wordt nadat de printer een afdruktaak ontvangen heeft vanuit een
PostScript printerdriver of een PCL printerdriver. Als het einde van de taak niet duidelijk
gedenieerd is vanuit een PostScript printerdriver of een PCL printerdriver, kan dit een eindeloze
USB-communicatie veroorzaken. Als dit gebeurt, beëindigt de printer de communcatie na het
verstrijken van de ingestelde tijd. Voer nul (0) in als u de communicatie niet wenst te beëindigen.
Afdruktaal Selecteer een afdruktaal voor de USB-interface of de netwerkinterface.
Auto probleemopl. Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.
Foutmelding dubbelzijdig afdrukken
Ingeschakeld: Als een taak voor dubbelzijdig afdrukken wordt verzonden terwijl er geen
papier beschikbaar is voor dubbelzijdig afdrukken, wordt automatisch slechts één zijde van
het papier bedrukt.
Uitgeschakeld: De printer geeft een foutmelding weer en de afdruktaak wordt geannuleerd.
Foutmelding geheugen vol
Ingeschakeld: Als tijdens het afdrukken het geheugen van de printer vol geraakt, dan geeft
de printer een foutmelding weer, en vervolgens wordt enkel het deel van de gegevens dat
verwerkt kon worden afgedrukt.
Uitgeschakeld: De printer geeft een foutmelding weer en de afdruktaak wordt geannuleerd.
Interface geheugenapp. Geheugenapp. Selecteer of de printer al dan niet toegang kan krijgen tot een
geplaatst geheugenkaartapparaat. Schakel deze functie uit om het
opslaan van gegevens op het geheugenapparaat te stoppen.
Hierdoor wordt vermeden dat vertrouwelijke documenten illegaal
worden verwijderd.
Bestanden deln Selecteer de toegang tot het geheugenapparaat voor schrijven
vanuit een computer met USB-aansluiting of met een
netwerkaansluiting.
PC-verbinding via USB Selecteer of de printer al dan niet toegang verleent aan een via USB aangesloten computer.
Schakel deze functie uit om afdrukken en scans te beperken die niet via een netwerkverbinding
zijn verzonden.
Faxinstellingen
In het startscherm selecteert u Inst. > Systeembeheer > Faxinstellingen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
36
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Uitvoerinstellingen Faxuitvoer U kunt het apparaat instellen om ontvangen documenten op te slaan in de
inbox, op een geheugenapparaat of op een computer, of om de documenten
door te sturen.
Automatisch
beperken
Hiermee worden grote documenten verkleind zodat ze op het papierformaat
van de papierbron passen. Naargelang de ontvangen gegevens is dit soms
niet mogelijk. Als deze functie uitgeschakeld is, worden grote documenten
op hun oorspronkelijke grootte afgedrukt op meerdere pagina's, of wordt er
mogelijk een tweede lege pagina uitgeworpen.
Autom. draaien Draait een liggend document van A5-, B5-, A4- of Letter-formaat zodat het op
de juiste papiergrootte wordt afgedrukt. Deze instelling wordt toegepast
wanneer er twee of meer papierbronnen ingesteld zijn voor het afdrukken
van faxberichten bij Instellingen papierbron > Inst. autom. selecteren, en
wanneer de papierformaatinstellingen de volgende combinaties gebruiken:
A3 en A4, B4 en B5 of A4 en A5.
Sorteerstapel Hiermee worden ontvangen documenten vanaf de laatste pagina afgedrukt
(oplopende volgorde) zodat de afgedrukte documenten in de juiste volgorde
gestapeld worden. Als het geheugen van de printer bijna vol is, is deze
functie mogelijk niet beschikbaar.
Tijd uitstellen afdr. Activeer deze functie en voer de Tijd tot stop. en Tijd > herst. in om het
afdrukken van documenten te stoppen en ze in het geheugen op te slaan.
Zorg ervoor dat er voldoende geheugen vrij is alvorens u deze functie
gebruikt. U kunt de ontvangen documenten controleren en afdrukken via het
Statusmenu. Deze functie kan gebruikt worden om 's nachts het lawaai te
beperken of om te verhinderen dat vertrouwelijke documenten afgedrukt
worden als u afwezig bent.
Rapport doorsturen Hiermee wordt een rapport afgedrukt nadat een ontvangen document
doorgestuurd is.
Afb. aan rapport
bev.
Drukt een Rapport transmissie af met een afbeelding van de eerste pagina
van het verzonden document.
Aan (grote afbeelding): Drukt het bovenste deel van de pagina af zonder te
verkleinen.
Aan (kleine afbeelding): Drukt de gehele pagina af en verkleint deze om in
het rapport te passen.
Faxlogboek auto
afdr.
Drukt automatisch het faxlogboek af.
Aan (elke 30): Drukt een logboek af telkens er 30 faxopdrachten voltooid zijn.
Aan (tijd): Drukt een logboek af op een opgegeven tijdstip. Maar als het
aantal faxopdrachten meer dan 30 is alvorens de tijd verstreken is, dan wordt
het logboek ook afgedrukt.
Rapportindeling Selecteer een opmaak voor faxrapporten, m.u.v. Protocol traceren. Selecteer
Detail om af te drukken met foutcodes.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
38
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Basisinstellingen Faxsnelheid Selecteer de verzendsnelheid van de fax.
We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als er regelmatig een
communicatiefout optreedt, wanneer u berichten zendt/ontvangt naar/
vanuit het buitenland, of wanneer u een IP (VoIP) service gebruikt.
ECM Corrigeert de fouten in faxberichten automatisch (Error Correction Mode),
meestal veroorzaakt door storingen op de telefoonlijn. Als deze functie
uitgeschakeld is, kunt u geen documenten zenden en ontvangen in kleur.
Kiestoondetectie Detecteert een kiestoon alvorens het nummer te vormen.
Als de printer aangesloten is op een PBX (Private Branch Exchange) of op een
digitale telefoonlijn, kan de printer mogelijk geen nummer vormen. Wijzig in
dat geval het Lijntype naar PBX. Als dit niet helpt, schakel de functie dan uit.
Maar als u deze functie uitschakelt, wordt het eerste cijfer van een
faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het bericht naar een foutief
nummer verzonden wordt.
Kiesmodus Selecteer het telefoonsysteemtype waarop u de printer hebt aangesloten. Als
deze ingesteld is op Puls, kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen van pulse
naar toon door op ("T" wordt ingevoerd) te drukken terwijl u de cijfers op
het scherm invoert. Deze instelling wordt mogelijk niet in alle regio's
weergegeven.
Lijntype Selecteer het telefoonlijntype waarop u de printer hebt aangesloten. Voor
meer details, raadpleeg de pagina met de beschrijving van PBX.
Koptekst Voer de naam en het faxnummer van de zender in. Deze verschijnen als
hoofding op uitgaande berichten.
U kunt maximum 40 karakters invoeren voor uw naam en 20 cijfers voor uw
faxnummer.
Veiligheidsinstel. Beperkingen dir.
kiezen
Activeer deze functie om te verhinderen dat faxnummers handmatig
ingevoerd worden, zodat de gebruiker alleen contactpersonen uit de lijst of
uit de zendgeschiedenis kan selecteren. Selecteer Tweemaal invoeren om
ervoor te zorgen dat de gebruiker het faxnummer tweemaal moet invoeren.
Adreslijst
bevestigen
Geeft een bevestigingsscherm voor de ontvanger weer alvorens het bericht
verzonden wordt.
Inst. wachtwoord
postvak
Selecteer een wachtwoord om de inbox te beveiligen.
Selecteer Wijzigen om het wachtwoord te wijzigen en selecteer Resetten
om de beveiliging te annuleren. Als u het wachtwoord wijzigt of reset hebt u
het actuele wachtwoord nodig.
Autom. back-
upgeg.wissen
Faxdocumenten die via het bedieningspaneel van het LCD-scherm gewist
worden, worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen. De volgende functies
verwijderen opgeslagen bestanden.
Autom. back-upgeg.wissen: Verwijdert back-ups automatisch telkens er een
verzonden of ontvangen document verwijderd wordt.
Back-upgeg. wissen: Verwijdert alle back-ups. Voer deze functie uit alvorens u
de printer aan iemand anders geeft of voor u hem weggooit.
Back-upgeg. wissen
Fax-aansl.
controleren
Controleert of de printer aangesloten is op een telefoonlijn en klaar is voor ontvangen en verzenden
van faxberichten, en drukt het resultaat af op een gewoon A4-blad.
Wizard faxinstelling Selecteer dit om basisinstellingen voor faxberichten in te stellen d.m.v. de instructies op het scherm.
Voor meer details, raadpleeg de pagina met de beschrijving van de basisinstellingen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
39
Gerelateerde informatie
&“Modus Fax” op pagina 28
&“Ontvangen faxen opslaan en doorsturen” op pagina 112
&“Meerdere faxberichten tegelijk verzenden naar dezelfde ontvanger (Batchverzending)” op pagina 109
&“Basisinstellingen voor faxberichten congureren” op pagina 102
PDL-afdrukconguratie
Selecteer Inst. > Systeembeheer > Algem. afdrukinst. > PDL-afdrukconguratie via het hoofdscherm.
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Algemene
instellingen
Papierformaat Selecteer het papierformaat.
Papiertype Selecteer het papiertype.
Afdrukstand Selecteer de afdrukrichting.
Kwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit.
Inktbesparings
modus
Spaart inkt door de afdrukdichtheid te verlagen.
Afdrukvolgorde Laatste pagina boven: Afdrukken vanaf de eerste pagina van een bestand.
Eerste pagina boven: Afdrukken vanaf de laatste pagina van een bestand.
Aantal kopieën Stel het aantal kopieën in.
Inbindmarge Selecteer de bindpositie.
Autom.pap.uitw
erpen
Voert papier automatisch uit als het afdrukken tijdens een afdruktaak gestopt wordt.
Dubbelz.
afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
40
Menu Instellingen en verduidelijkingen
Menu PCL Lettertypebron Resident: Selecteer dit om een voorgeïnstalleerd lettertype van de printer te
gebruiken.
Downloaden: Selecteer dit om een lettertype dat u gedownload hebt te gebruiken.
Font Nr Selecteer het standaard aantal lettertypes voor de standaard lettertypebron. Het
beschikbare aantal is afhankelijk van de instellingen die u selecteerde.
Hoogte Stel de standaardgrootte van het lettertype in als het lettertype schaalbaar is. U kunt
0,44 tot 99,99 cpi (karakters per inch) selecteren, in stappen van 0,01.
Dit item verschijnt mogelijk niet omdat het afhankelijk is van de lettertypebron of
instellingen van het aantal lettertypes.
Puntgrootte Stel de standaardhoogte van het lettertype in als het lettertype schaalbaar en
proportioneel is. U kunt 4,00 tot 999,75 punten selecteren, in stappen van 0,25.
Dit item verschijnt mogelijk niet omdat het afhankelijk is van de lettertypebron of
instellingen van het aantal lettertypes.
Symbolenset Selecteer de standaard symbolenreeks. Als het lettertype dat u selecteerde niet
beschikbaar is in de nieuwe symbolenreeks, worden de instelilingen voor aantal
lettertypes en de lettertypebron automatisch teruggesteld op de standaardwaarden,
IBM-US.
Lijnen Stel hier het aantal lijnen in voor het geselecteerde papierformaat en oriëntatie.
Hierdoor wordt ook de regelafstand (VMI) gewijzigd en de nieuwe VMI-waarde
wordt opgeslagen in de printer. Dit betekent dat verdere wijzigingen van het
papierformaat of de oriëntatie een wijziging van de Lijnen waarde veroorzaakt, op
basis van de opgeslagen VMI.
CR-functie Selecteer het regeldoorvoercommando als u afdrukt met een driver van een
speciek besturingssysteem.
LF-functie
Pap.brontoewij
zing
Stel de toewijzing in voor het selectiecommando van de papierbron. Als 4
geselecteerd wordt, dan zijn de commando's compatibel met de HP LaserJet 4. Als
4K geselecteerd wordt, dan zijn de commando's compatibel met de HP LaserJet
4000, 5000 en 8000. Als 5S geselecteerd wordt, dan zijn de commando's compatibel
met de HP LaserJet 5S.
Menu PS3 Foutrapport Drukt een blad af met de foutstatus wanneer er een PostScript-fout optreedt tijdens
het afdrukken en alle fouten die optreden tijdens het afdrukken van een PDF-
bestand.
Kleurinstel Selecteer de kleurenmodus voor PostScript-afdrukken.
Behoud afb. Schakel deze functie uit om de afdrukkwaliteit automatisch te reduceren als het
geheugen van de printer bijna vol is.
Binair Schakel deze functie in als u gegevens afdrukt die binaire afbeeldingen bevatten.
De toepassing zendt de binaire gegevens mogelijk ook als de instelling van de
printerdriver ingesteld is op ASCII, maar u kunt de gegevens afdrukken als deze
functie ingeschakeld is.
Tekstdetectie Converteert het tekstbestand naar een PostScript-bestand.
Deze functie is beschikbaar als Afdruktaal ingesteld is op PS3.
PDF-
papierform.
Selecteer het papierformaat voor het afdrukken van een PDF-bestand. Als Auto
geselecteerd is, dan wordt het papierformaat bepaald op basis van de grootte van
de eerste pagina van het document.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
41
Contactpersonen-modus
Menu Beschrijving
Menu Registreert contactpersonen en een contactpersonengroep, of drukt de contactpersonenlijst af.
Bekijken Selecteer of u de contactpersonen allemaal of voor elke functie afzonderlijk wenst weer te geven.
LDAP stelt u in staat om de contactpersonen op de LDAP server te doorzoeken.
Presets-modus
U kunt vaak gebruikte kopieer-, fax- en scaninstellingen opslaan als presets. Om een preset op te slaan, selecteer
Presets in het startscherm, selecteer Nieuwe toevoegen en selecteer dan de functie waarvoor u een contactpersoon
wenst op te slaan. Congureer de nodige instellingen, druk op Opslaan en voer dan een naam in voor de preset.
Om een opgeslagen preset te laden, selecteer de preset in de lijst.
Druk op Voorinstelling op het scherm van elke functie. U kunt het actuele adres (m.u.v. rechtstreeks ingevoerde
adressen en de contactpersonen in de LDAP adreslijst) en instellingen opslaan.
Menu Beschrijving
Menu Geeft de details van de opgeslagen presets weer en laat u toe om de namen ervan te wijzigen, ze te
bewerken of te verwijderen.
Statusmenu
Druk op de toets op het bedieningspaneel.
Menu Beschrijving
Printerinformatie Geeft de status van de verbruiksaccessoires weer alsook alle fouten die in de printer opgetreden zijn.
Selecteer de fout in de lijst om het foutbericht weer te geven.
Taakmonitor Geeft een lijst weer met actuele opdrachten en opdrachten in de wachtrij. U kunt hier opdrachten
ook annuleren.
Taakgeschiedenis Geeft de opdrachtgeschiedenis weer. Als een opdracht mislukt is, wordt er een foutmelding weerge-
geven in de geschiedenis.
Taakopslag Selecteer Postvak IN om de ontvangen faxberichten in het geheugen van de printer weer te geven.
Vertrouwelijke
afdrukt.
Geeft een lijst weer met opdrachten waarvoor een wachtwoord werd ingesteld. Om een opdracht af
te drukken, selecteer de opdracht en voer het wachtwoord in.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
42
Medianaam Formaat Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzijdig
afdrukken
Papiercass
ette 1
Papiercass
ette 2 tot 4
Papiertoev
oer achter
Papiertoev
oer vóór
Epson Bright White
Ink Jet Paper
A4 200 400 50 1 Auto,
Handmatig
*
Epson Ultra Glossy
Photo Paper
A4, 13 × 18 cm
(5 × 7 in.), 10 ×
15 cm (4 × 6 in.)
––20––
Epson Premium
Glossy Photo Paper
A3+, A3 10
A4, 13 × 18 cm
(5 × 7 in.),
breedte 16:9
(102 × 181
mm), 10 × 15
cm (4 × 6 in.)
––20––
Epson Premium
Semigloss Photo
Paper
A3+, A3 10
A4, 10 × 15 cm
(4 × 6 in.)
––20––
Epson Photo Paper
Glossy
A4, 13 × 18 cm
(5 × 7 in.), 10 ×
15 cm (4 × 6 in.)
––20––
Epson Matte
Paper-
Heavyweight
A3+, A3 10
A4 ––20––
Epson Photo
Quality Ink Jet
Paper
A3+, A3 50
A4 ––70––
* Gebruik uitsluitend de papiertoevoer achter om handmatig dubbelzijdig af te drukken. U kunt tot 30 pagina's met één
bedrukte zijde laden.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie
over beschikbaar papier in uw omgeving.
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-papier op een gebruikergedenieerd formaat, zijn alleen de
printkwaliteitinstellingen Standaard of Normaal beschikbaar. Ook al laten sommige printerdrivers u een betere
printkwaliteit kiezen, dan wordt er nog steeds afgedrukt met Standaard of Normaal.
Gebruikershandleiding
Papier laden
44
Commercieel beschikbaar papier
Medianaam Formaat Laadcapaciteit (bladen of enveloppen) Dubbelzijdig
afdrukken
Papiercass
ette 1
Papiercass
ette 2 tot 4
Papiertoev
oer achter
Papiertoev
oer vóór
Gewoon papier
Copy paper
Briefhoofd
Gerecycled papier
Gekleurd papier
Voorgedrukt
papier
A3, B4 Tot de lijn onder het
symbool
d
in de zijgeleider.
50 1 Auto,
Handmatig
*1*2
Legal, Letter,
A4, B5, A5
Tot de lijn onder het
symbool
d
in de zijgeleider.
80 1 Auto,
Handmatig
*1*2
B6, A6 Tot de lijn
onder het
symbool
d
in de
zijgeleider.
–801Handmatig
*1*2
Executive Tot de lijn
onder het
symbool
d
in de
zijgeleider.
–801Handmatig
*1*2
Gewoon papier
Copy paper
Briefhoofd
Gerecycled papier
Gekleurd papier
Voorgedrukt
papier
Op maat (mm)
55 × 127 tot
105 × 148,
297 × 431,8 tot
329 × 1200
- - 1 Handmatig
Op maat (mm)
105 × 148 tot
148 × 210
––801Handmatig
*1*2
Op maat (mm)
148 × 210 tot
215 × 297
––801Auto,
Handmatig
*1*2
Op maat (mm)
215 × 297 tot
297 × 431,8
––501Auto,
Handmatig
*1*2
Dik papier A3, B4, Legal,
Letter, A4, B5,
A5, A6,
Executive
––10Handmatig
*3
Gebruikergede
nieerd
––1–Handmatig
Envelope Envelope #10,
Envelope DL,
Envelope C6
––10––
Envelope C4––1––
*1 Gebruik uitsluitend de papiertoevoer achter om handmatig dubbelzijdig af te drukken.
Gebruikershandleiding
Papier laden
45
*2 U kunt tot 30 pagina's met één bedrukte zijde laden.
*3 U kunt tot 5 pagina's met één bedrukte zijde laden.
Gerelateerde informatie
&“Namen en functies van onderdelen” op pagina 18
Lijst met papiertypes
Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerdriver PostScript
printerdriver
Epson Universal-
printerdriver
Kopieerpapier,
gewoon papier
Epson Bright White
Ink Jet Paper
Gewoon papier Gewoon papier Gewoon Gewoon
Briefhoofd Briefhoofd Briefhoofd Briefhoofd Briefhoofd
Gerecycled papier Gerecycleerd Gerecycleerd Gerecycleerd Gerecycleerd
Gekleurd papier Kleur Kleur Kleur Kleur
Voorgedrukt papier Voorbedrukt Voorbedrukt Preprinted Voorbedrukt
Epson Ultra Glossy
Photo Paper
Ultra Glossy Epson Ultra Glossy Epson Ultra Glossy -
Epson Premium
Glossy Photo Paper
Premium Glossy Epson Premium
Glossy
Epson Premium
Glossy
-
Epson Premium
Semigloss Photo
Paper
Premium Semigloss Epson Premium
Semigloss
Epson Premium
Semigloss
-
Epson Photo Paper
Glossy
Glossy Photo Paper Glossy Photo Paper Glossy -
Epson Matte Paper-
Heavyweight
Epson Photo Quality
Ink Jet Paper
Matte Epson Matte Epson Matte -
Dik papier Dik papier Dik papier Dik Dik
Envelope Enveloppe Enveloppe Enveloppe Enveloppe
Papier in de Papiercassette laden
Opmerking:
Als de optionele kast en papiercassette-eenheden geïnstalleerd zijn, trek dan niet twee of meer papiercassettes tegelijk naar
buiten.
Gebruikershandleiding
Papier laden
46
1. Controleer of de printer niet in werking is en trek dan de papiercassette naar buiten.
2. Schuif de voorste randgeleider naar de maximumpositie en schuif dan de zijgeleiders op maat voor de gekozen
papiergrootte.
3. Laad het papier met de te bedrukken zijde omlaag en schuif dan de voorste randgeleider tegen de rand van het
papier.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor de specieke papiersoort. Let er bij gewoon papier op
dat het niet boven de streep net onder het symbool
d
aan de binnenzijde van de zijgeleider komt.
Gebruikershandleiding
Papier laden
47
Papier in de Papiertoevoer achter laden
1. Open de doorvoerbeveiliging en trek de papiersteun naar buiten.
2. Verschuif de zijgeleiders.
3. Laad papier in het midden van de papiertoevoer achter met de afdrukzijde naar boven.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor de specieke papiersoort. Let er bij gewoon papier
op dat het niet boven de streep net onder het symbool
d
aan de binnenzijde van de zijgeleider komt.
Laad het papier met de kortste zijde eerst. Als u de papiergrootte echter hebt ingesteld op de breedte van de
lange zijde, laad dan eerst de lange zijde van het papier.
Gebruikershandleiding
Papier laden
49
4. Schuif de zijgeleiders naar de randen van het papier.
5. Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en -type in voor het papier dat u in de papiertoevoer achter
hebt geladen.
6. Schuif de uitvoerlade uit.
Opmerking:
Doe de rest van het papier terug in de verpakking. Als u het in de printer laat liggen, kan het gaan krullen of de
afdrukkwaliteit kan verminderen.
In volgende omstandigheden kunt u vooraf geperforeerd papier gebruiken. Automatisch dubbelzijdig afdrukken is
niet mogelijk met vooraf geperforeerd papier.
Laadcapaciteit: Eén blad
Beschikbare formaten: A3, B4, A4, B5, A5, Letter, Legal
Perforatorgaten: Laad het papier niet met de perforatorgaten bovenaan of onderaan.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
Gebruikershandleiding
Papier laden
50
Gerelateerde informatie
&“Voorzorgsmaatregelen voor hanteren van papier” op pagina 43
&“Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 43
&“Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen” op pagina 52
Papier in de Papiertoevoer vóór laden
U kunt slechts één blad papier laden in het papiertoevoer vóór. Omdat het papiertoevoer vóór ook dienst doet als
uitvoerlade, kunt u geen papier laden tijdens het afdrukken.
c
Belangrijk:
U kunt papier laden met een dikte van 0.08 tot 0.11 mm in het papiertoevoer vóór. Maar zelfs als de dikte binnen
deze specicaties ligt, worden bepaalde bladen mogelijk niet goed geladen omwille van de hardheid ervan.
1. Schuif de uitvoerlade uit.
2. Schuif de randgeleiders zodat ze bij het gebruikte papierformaat passen.
Gebruikershandleiding
Papier laden
51
3. Plaats het papier met de te bedrukken zijde omlaag tot de printer het papier gedeeltelijk naar binnen trekt.
c
Belangrijk:
Laad het papier met de kortste zijde eerst. Als u de papiergrootte echter hebt ingesteld op de breedte van de
lange zijde, laad dan eerst de lange zijde van het papier.
Houd het papier recht zodat het niet schuin wordt ingevoerd.
Opmerking:
Als de printer het papier niet naar binnen trekt, laad het dan nogmaals.
Gerelateerde informatie
&“Voorzorgsmaatregelen voor hanteren van papier” op pagina 43
&“Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 43
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen
Enveloppen kunnen alleen in de papiertoevoer achter worden geladen. Laad enveloppen met de korte zijde eerst en
de klep naar beneden, en schuif de zijgeleiders naar de randen van de enveloppen.
Waaier de enveloppen los en maak een rechte stapel voordat u ze in de lade plaatst. Zit er wat lucht in de
opgestapelde enveloppen, druk ze dan plat voordat u ze laadt.
Gebruik geen enveloppen die gekruld of gevouwen zijn. Wanneer u wel op deze enveloppen afdrukt, kunnen ze
vastlopen en kan de afdruk vlekken vertonen.
Gebruikershandleiding
Papier laden
52
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensterenveloppen.
Gebruik geen enveloppen die te dun zijn. Dunne enveloppen kunnen gaan krullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 43
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
Het papierformaat en papiertype voor elke
papierbron instellen
Stel nadat u het papier hebt geladen het papierformaat en -type in voor elke papierbron op het bedieningspaneel.
Zodra deze instellingen gekozen zijn, wordt papier automatisch geladen vanuit een papierbron die overeenstemt
met het papierformaat en de type-instellingen voor de afdruktaak, als de automatische papierbronselectie
ingeschakeld is. U moet dan de papierbron niet selecteren telkens u een afdruktaak start.
1. Ga naar de modus Inst. via het hoofdscherm.
2. Selecteer Papier instellen.
3. Selecteer een papierbron.
4. Selecteer het papierformaat en -type dat u hebt geladen.
Gerelateerde informatie
&“Lijst met papiertypes” op pagina 46
Gebruikershandleiding
Papier laden
53
Originelen plaatsen
Plaats de originelen op de scannerglasplaat van de ADF. Gebruik de scannerglasplaat voor originelen die niet
worden ondersteund door de ADF.
Met de ADF kunt u meerdere originelen en beide kanten van originelen tegelijkertijd scannen.
Beschikbare originelen voor de ADF
Beschikbare papierformaten A6 liggend/A5 tot Ledger (maximum 297 × 431.8 mm)
Papiertype Gewoon papier
Papierdikte (papiergewicht) 52 tot 105 g/m
Laadcapaciteit 50 bladen of 5 mm
Plaats de volgende originelen niet in de ADF, anders kan het papier vastlopen. Gebruik voor deze typen de
scannerglasplaat.
Originelen die gescheurd, gevouwen, gekreukeld, beschadigd of omgekruld zijn
Originelen met perforatiegaatjes
Originelen die aan elkaar vastzitten met plakband, nietjes, paperclips enz.
Originelen waar stickers of labels op zitten
Originelen die onregelmatig gesneden zijn of geen rechte hoeken hebben
Originelen die gebonden zijn
OHP's, papier voor thermische overdracht of carbonpapier
Originelen in de ADF plaatsen
1. Leg de originelen recht.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
54
2. Verschuif de geleiders van de ADF.
3. Plaats de originelen in het midden van de ADF, bedrukt zijde omhoog.
c
Belangrijk:
Let er bij het laden van de originelen op dat ze niet boven de streep net onder het symbool
d
aan de
binnenzijde van de ADF-geleider uitkomen.
Opmerking:
U kunt originelen die kleiner zijn dan A4 in de ADF plaatsen met de lange rand naar de ADF gericht.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
55
4. Schuif de ADF-geleiders tegen de randen van de originelen aan.
Het formaat van de originelen wordt automatisch gedetecteerd.
Opmerking:
Bepaalde formaten worden mogelijk niet automatisch gedetecteerd. In dat geval moet u het formaat van de originelen
handmatig selecteren.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbare originelen voor de ADF” op pagina 54
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
!
Let op:
Pas bij het sluiten van het deksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
c
Belangrijk:
Zorg bij dikkere originelen zoals boeken, dat er geen licht van buitenaf rechtstreeks op de scannerglasplaat schijnt.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
56
1. Open het documentdeksel.
2. Verwijder stof en vlekken van het scannerglasplaat.
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de rand van het scannerglasplaat wordt niet gescand.
Wanneer originelen in de ADF en op de scannerglasplaat worden geplaatst, hebben de originelen in de ADF
voorrang.
4. Sluit het deksel voorzichtig.
Het formaat van de originelen wordt automatisch gedetecteerd.
Opmerking:
Bepaalde formaten worden mogelijk niet automatisch gedetecteerd. In dat geval moet u het formaat van de
originelen handmatig selecteren.
Verwijder de originelen na het scannen of kopiëren. Als u de originele langdurig op het scannerglasplaat laat liggen,
kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
57
Contactpersonen beheren
Door een lijst met contactpersonen op te slaan kunt u makkelijk bestemmingen invoeren. U kunt tot 200
contactpersonen registreren en u kunt de contactpersonenlijst gebruiken tijdens het invoeren van een faxnummer,
een bestemming invoeren voor een gescande aeelding in een e-mail en een gescande aeelding opslaan in een
netwerkmap.
U kunt contactpersonen ook opslaan op de LDAP server. Raadpleeg de Beheerdershandleiding om contactpersonen
op te slaan op de LDAP server.
Contactpersonen opslaan
1. Selecteer Cont. in het startscherm, in de Scannen modus of in de Fax modus.
2. Druk op Menu en selecteer dan Gegeven toevoegen.
3. Selecteer in welke modus u de contactpersoon wenst te gebruiken.
Opmerking:
Dit scherm wordt getoond als u de contactpersonenlijst opent via het startscherm.
4. Selecteer het itemnummer dat u wenst te registreren.
5. Congureer de nodige instellingen voor elke modus.
Opmerking:
Als u een faxnummer invoert, moet u eerst een externe toegangscode voor het faxnummer invoeren als uw
telefoonsysteem PBX is. Deze toegangscode hebt u nodig om een buitenlijn te krijgen. Als de toegangscode is opgegeven
in de instelling van het Lijntype, voert u een hekje (#) i.p.v. de werkelijke toegangscode in. Om een pauze (drie
seconden) toe te voegen tijdens het bellen van het nummer, voegt u een koppelteken toe door op te drukken.
6. Druk op Opslaan.
Opmerking:
Om een item te bewerken of te verwijderen, selecteer het item en druk op Bewerken of Wi s s e n .
U kunt een adres registreren dat op de LDAP-server in de lokale contactpersonenlijst van de printer is geregistreerd.
Geef een contactpersoon weer en druk op Opslaan.
Contactgroepen opslaan
Contactpersonen aan een groep toevoegen zorgt ervoor dat u een faxbericht of een gescand bericht via e-mail naar
meerdere bestemmingen tegelijk kunt zenden.
1. Selecteer Cont. in het startscherm, in de Scannen modus of in de Fax modus.
2. Druk op Menu en selecteer dan Groep toevoegen.
3. Selecteer in welke modus u de contactgroep wenst te gebruiken.
Opmerking:
Dit scherm wordt getoond als u de contactpersonenlijst opent via het startscherm.
Gebruikershandleiding
Contactpersonen beheren
58
4. Selecteer het itemnummer dat u wenst te registreren.
5. Voer Naam en Indexwoord en druk op Doorg..
6. Vink de contactpersonen aan die u in de groep wenst op te slaan.
Opmerking:
U kunt maximum 199 contactpersonen registreren.
Om te deselecteren, vink de contactpersoon uit.
7. Druk op Opslaan.
Opmerking:
Om een contactgroep te bewerken of te verwijderen, selecteer het item en druk op Bewerken of Wi s s e n .
Registratie en back-up van contactpersonen via een
computer
Met behulp van EpsonNet Cong kunt u op de printer registratie en back-up van contactpersonen uitvoeren.
Raadpleeg de handleiding van EpsonNet Cong voor meer details.
Gegevens van contactpersonen kunnen verloren gaan bij printerstoringen. We raden u aan om een back-up te
maken telkens u de gegevens bijwerkt. Epson is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies, voor de back-up of het
ophalen van gegevens en/of instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode.
Gerelateerde informatie
&“EpsonNet Cong” op pagina 158
Gebruikershandleiding
Contactpersonen beheren
59
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel
U kunt gegevens die opgeslagen zijn op een geheugenapparaat, zoals een USB-ashdrive, rechtstreeks afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer.
3. Ga naar de modus Geheug. app. via het hoofdscherm.
4. Selecteer een bestandsindeling.
Opmerking:
Als er meer dan 999 beelden op uw geheugenapparaat staan, worden de beelden automatisch in groepen verdeeld en
wordt het groepselectiescherm weergegeven. Selecteer de groep die het bestand bevat dat u wenst af te drukken.
Aeeldingen worden gesorteerd op opnamedatum. Om een andere groep te selecteren, selecteer Opties > Selecteer
groep.
5. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
6. Voer het aantal afdrukken in d.m.v. het cijferklavier.
7. Druk op Instel. en congureer hier de afdrukinstellingen.
Opmerking:
Als u JPEG selecteert als bestandsindeling kunt u de aeelding bijstellen. Druk op Aanpassingen. U kunt ook meer
aeeldingen toevoegen. Druk op de toets
y
of veeg horizontaal over het scherm om de aeelding te selecteren.
8. Druk op de knop
x
.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Namen en functies van onderdelen” op pagina 18
&“Modus Geheug. app.” op pagina 30
Afdrukken vanaf een computer
Als u bepaalde printerdriverinstellingen niet kunt wijzigen, dan zijn deze mogelijk geblokkeerd door de beheerder.
Neem voor assistentie contact op met uw printerbeheerder.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
60
Gebruikers in de printerdriver autoriseren als de Functiebeperking
geactiveerd is (uitsluitend voor Windows)
Als de functiebeperking ingeschakeld is, zijn een gebruikers-ID en wachtwoord vereist om documenten af te
drukken. Registreer de gebruikers-ID en het wachtwoord in de printerdriver. Als u het wachtwoord niet kent,
neem dan contact op met uw printerbeheerder.
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Printer- en optie-informatie op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Selecteer Instellingen toegangscontrole opslaan, klik op Instellingen en voer dan de gebruikersnaam en het
wachtwoord in.
Gerelateerde informatie
&“Windows-printerdriver” op pagina 153
Basisprincipes van printer - Windows
Opmerking:
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen. Rechtsklik op een item en klik dan op Help.
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Printerinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
61
5. Selecteer Voorkeuren of Eigenschappen om het venster van de printerdriver te openen.
6. Stel het volgende in.
Papierbron: Selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Papiertype: Selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Kleur: Selecteer Grijswaarden wanneer u in zwart-wit of grijstinten wilt afdrukken.
Opmerking:
Als u gegevens met hoge dichtheid afdrukt op gewoon papier, briefpapier of voorgedrukt papier, selecteer dan
Standaard - Levendig als Kwaliteit instelling om uw afdruk levendig te maken.
Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
8. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 43
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Lijst met papiertypes” op pagina 46
&“Gebruikers in de printerdriver autoriseren als de Functiebeperking geactiveerd is (uitsluitend voor Windows)”
op pagina 61
Gebruikershandleiding
Afdrukken
62
Basisprincipes van printer - Mac OS X
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Stel het volgende in.
Printer: Selecteer uw printer.
Preset: Kies wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen
Gebruikershandleiding
Afdrukken
63
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Opmerking:
Als in Mac OS X v10.8.x of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is de Epson-printerdriver fout
geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
6. Stel het volgende in.
Papierbron: Selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
Afdrukmateriaal: Selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Grijswaarden: Selecteer deze optie om in zwart-wit of grijstinten af te drukken.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 43
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Lijst met papiertypes” op pagina 46
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt een van de volgende methoden gebruiken om aan beide zijden van het papier af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Gebruikershandleiding
Afdrukken
64
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (alleen Windows)
Wanneer de printer de eerste zijde hee afgedrukt, draait u het papier om om aan de andere zijde af te drukken.
U kunt ook een brochure afdrukken. (Uitsluitend voor Windows)
Opmerking:
Als u papier gebruikt dat eigenlijk niet geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan het papier vastlopen en de
afdrukkwaliteit minder zijn.
Aankelijk van het papier en de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt om tekst en aeeldingen af te drukken, kan de inkt
vlekken veroorzaken op de andere zijde van het papier.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteit” op pagina 43
Dubbelzijdig afdrukken - Windows
Opmerking:
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 ingeschakeld is. Is EPSON Status
Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer via een netwerk of als gedeelde
printer wordt gebruikt.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Automatisch (binden langs lange zijde), Automatisch (binden langs korte zijde), Handmatig
(binden langs lange zijde), of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig afdrukken op het
tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Selecteer Boekje om een gevouwen boekje af te drukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
65
6. Klik op Afdrukdichtheid, selecteer het documenttype in Documenttype selecteren, en klik vervolgens op
OK.
De printerdriver stelt automatisch de opties voor Aanpassingen in voor dat documenttype.
Opmerking:
Afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de opties die u gecombineerd hebt voor Documenttype selecteren in
het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep.
De instelling Afdrukdichtheid aanpassen is niet beschikbaar voor handmatig dubbelzijdig afdrukken.
7. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
8. Klik op Afdrukken.
Wanneer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken de eerste zijde klaar is, verschijnt een pop-upvenster op de
computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 61
Dubbelzijdig afdrukken - Mac OS X
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer Inst. dubbelzijdig afdr. in het venstermenu.
5. Selecteer de bindingen en Documenttype.
Opmerking:
Het afdrukken kan traag verlopen naargelang de instellingen van Documenttype.
Als u iets met een hoge gegevensdichtheid afdrukt, zoals foto's of graeken, selecteert u Tekst en aeel dingen of
Tekst en foto's als de instelling voor Documenttype. Als de aeelding vlekken vertoont of doorloopt naar de
achterkant, past u de afdrukdichtheid en de droogtijd voor de inkt aan door op de pijl te klikken naast
Aanpassingen.
6. Congureer indien nodig andere instellingen.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Basisprincipes van printer - Mac OS X” op pagina 63
Gebruikershandleiding
Afdrukken
66
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Pag.volgorde, congeer de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 61
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Mac OS X
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
67
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 61
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Mac OS X
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het venstermenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Destination Paper Size.
8. Congureer indien nodig andere instellingen.
9. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Basisprincipes van printer - Mac OS X” op pagina 63
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor
gecombineerde bestanden congureren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
69
Opmerking:
Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Taken ind elen Lite wilt openen, klikt u op Take n indel e n Lite op het tabblad
Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand te selecteren. De
bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Afdrukken.
Het venster Taken indelen Lite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject
toegevoegd.
7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan in
het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Taken indelen Lite om de Afdrukproject indien nodig aan te
passen.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 61
Groter afdrukken en posters maken (alleen voor Windows)
U kunt een aeelding afdrukken op meerdere bladen om een grotere poster te creëren. U kunt uitlijningstekens
laten afdrukken om het gemakkelijker te maken de vellen aan elkaar te plakken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
70
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
&“Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 61
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
71
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
72
3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
73
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
74
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
75
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken
In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver
beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
&“Windows-printerdriver” op pagina 153
&“Mac OS X-printerdriver” op pagina 155
Een afdrukpreset toevoegen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te
selecteren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
76
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op
Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Mac OS X
Open het afdrukdialoogvenster. Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en
sla dan de actuele instellingen op als preset in de Presets instelling.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten
Windows
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties. Selecteer Verk l ein / vergroot document, Zoomen naar en
voer vervolgens een percentage in.
Mac OS X
Selecteer Pagina-instelling in het menu Bestand. Selecteer de instellingen voor Opmaak voor en Papierformaat
en voer vervolgens een percentage in bij Schaal. Sluit het venster en druk de volgende basisafdrukinstructies af.
Gerelateerde informatie
&“Basisprincipes van printer - Mac OS X” op pagina 63
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren die voor de afdruktaak worden gebruikt, aanpassen.
Met PhotoEnhance krijgt u scherpere, levendigere kleuren, omdat contrast, verzadiging en helderheid van de
originele beeldgegevens automatisch worden aangepast.
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet op de originele gegevens toegepast.
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp
hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Als de aeelding
niet scherpgesteld is, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden, druk
dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
Windows
Selecteer Aangepast voor Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties. Klik op Geavanceerd, selecteer
Kleurenbeheer en congureer dan de toepasselijke instellingen.
Mac OS X
Open het afdrukdialoogvenster. Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON
Kleurencontrole. Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties. Klik op
de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
77
Een anti-kopieerpatroon afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt op documenten onzichtbare letters afdrukken, zoals "Kopie". Deze letters verschijnen wanneer het
document gekopieerd wordt zodat de kopieën onderscheiden kunnen worden van het origineel. U kunt ook uw
eigen anti-kopieerpatroon toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is alleen beschikbaar als volgende instellingen geselecteerd zijn.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard
Dubbelzijdig afdrukken: Uitgeschakeld
Kleurcorrectie: Automatisch
Breedlopend papier: Uitgeschakeld
Klik op Watermerkfuncties in het tabblad Meer opties en selecteer daar een anti-kopieerpatroon. Klik op
Instellingen om details te wijzigen zoals het formaat en de dichtheid.
Een watermerk afdrukken (alleen voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', op uw documenten afdrukken. U kunt ook uw eigen
watermerk toevoegen.
Klik op Watermerkfuncties in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk. Klik op Instellingen om
details te wijzigen zoals de kleur en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Watermerkfuncties in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen
en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.
Een wachtwoord instellen voor een afdruktaak (uitsluitend voor Windows)
U kunt voor een afdruktaak een wachtwoord instellen zodat de taak niet kan worden afgedrukt zonder invoer van
een wachtwoord op het bedieningspaneel.
Selecteer Vertrouwelijke afdruktaak in het tabblad Meer opties en voer dan een wachtwoord in.
Om de taak af te drukken druk op de toets op het bedieningspaneel van de printer en selecteer dan
Vertrouwelijke afdrukt .. Selecteer de taak en voer het wachtwoord in.
Afdrukken m.b.v. een PostScript printerdriver
Afdrukken m.b.v. een PostScript printerdriver - Windows
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de PostScript printerdriver.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
78
4. Selecteer de oriëntatie die u selecteerde als de Orientatie in het tabblad Lay-out.
5. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Papierbron: Selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
Media: Selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
79
6. Klik op Geavanceerd, congureer de instellingen en klik op OK.
Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Kleuring: Selecteer kleuren- monochroomafdruk.
7. Klik op OK.
8. Klik op Afdrukken.
Afdrukken m.b.v. een PostScript printerdriver - Mac OS X
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
80
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Stel het volgende in.
Printer: Selecteer uw printer.
Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierinvoer in het pop-upmenu en selecteer dan de papierbron waarin u het papier plaatste.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
81
6. Selecteer Printerfuncties in het pop-upmenu, selecteer Afdrukkwaliteit als de instelling voor Functiereeksen
en selecteer daar het papiertype dat u plaatste als Afdrukmateriaal instelling.
7. Selecteer Kleurinstelling als de instelling voor Functiereeksen en selecteer dan de instelling voor Kleuring.
8. Klik op Afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
82
Items instellen voor de PostScript printerdriver
Opmerking:
De beschikbaarheid van deze instellingen verschilt per model.
Kleuring Selecteer of u in kleur of monochroom wenst af te drukken.
Perssimulatie U kunt een CMYK inktkleur selecteren om te simuleren tijdens het afdrukken door de CMYK
inktkleur van de osetpers te reproduceren.
Simulatiemethode Selecteer de methode voor kleurconversie voor de CMYK simulatie.
Puur zwart Selecteer of zwarte tekstgegevens of lijnen afgedrukt moeten worden d.m.v. zwarte inkt.
Hoewel deze functie ingesteld is, kunnen de kleureninkten toch gebruikt worden,
naargelang de papiersoort.
Ink Save Mode Spaart inkt door de afdrukdichtheid te verlagen.
180º graden draaien Draait de gegevens 180 graden alvorens ze af te drukken.
Afdrukken met Smart Devices
Epson iPrint gebruiken
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart
devices, zoals smartphones of tablets. Dit kan op twee verschillende manieren: u kunt lokaal afdrukken via een
smart device dat met hetzelfde draadloze netwerk is verbonden als uw printer, of op afstand via het internet.
Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
U kunt Epson iPrint op uw smart device installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/c
Epson iPrint gebruiken
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart device en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
83
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
AHet startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
BBiedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
CGeeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
DSelecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's, documenten en webpagina's.
EGeeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
FGeeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
GStart het afdrukken.
Opmerking:
Als u wilt afdrukken vanuit het documentmenu via een iPhone, iPad, of iPod touch met iOS, start u Epson iPrint nadat u
het af te drukken document hebt overgebracht met de functie voor bestandsuitwisseling in iTunes.
Gerelateerde informatie
&“De service van Epson Connect” op pagina 151
Gebruikershandleiding
Afdrukken
84
AirPrint gebruiken
Met AirPrint kunt u draadloos afdrukken met uw printer aangesloten op AirPrint met behulp van uw iOS-toestel
dat de laatste versie van iOS gebruikt en ook van uw Mac OS X v10.7.x of later.
Opmerking:
Raadpleeg de AirPrint-pagina op de website van Apple voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Verbind uw toestel op hetzelfde draadloze netwerk dat uw printer gebruikt.
3. Print van uw toestel op uw printer.
Gerelateerde informatie
&“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 46
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 49
&“Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 51
Afdrukken annuleren
Opmerking:
In Windows, kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is. In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS X, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel. In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.x of v10.5.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk
niet via de computer annuleren. In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
U moet de instellingen in Web Cong congureren om het afdrukken te annuleren op de computer. Raadpleeg de
Netwerkhandleiding voor meer details.
Afdrukken annuleren - Printertoets
Druk op
y
om de actieve afdruktaak te annuleren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
85
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel
Scannen naar e-mailbericht
U kunt gescande aeeldingen rechtstreeks vanuit de printer doormailen via een vooraf gecongureerde e-
mailserver. Daartoe moet deze e-mailserver vooraf gecongureerd worden.
U kunt het e-mailadres rechtstreeks invoeren, maar het is wellicht eenvoudiger om het e-mailadres eerst in de
contactpersonenlijst op te slaan.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de instellingen Datum/tijd en Ti j d s v e r s c h i l van de printer
juist zijn. Open de menu's via Systeembeheer > Algemene instellingen.
Als u de functie Document Capture Pro op het bedieningspaneel gebruikt in plaats van deze functie, kunt u e-mails
direct verzenden. Voordat u deze functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u een taak voor het verzenden van e-mails
hebt geregistreerd in Document Capture Pro en dat de computer is ingeschakeld.
1. Plaats de originelen.
2. Ga naar de modus Scannen via het hoofdscherm.
3. Selecteer E-mail.
4. Voer de e-mailadressen in.
Om te selecteren uit de lijst met contactpersonen: Druk op Contacten, vink elke vereiste contactpersoon
aan en druk dan op Doorg..
Om het e-mailadres handmatig in te voeren: Selecteer E-mailadres invoeren > E-mailadres invoeren, voer
het e-mailadres in en druk dan op de Enter-toets rechts onderaan het scherm.
Opmerking:
U kunt e-mails zenden aan max. 10 afzonderlijke e-mailadressen en groepen.
5. Druk op Indeling en selecteer dan de opslagbestandsindeling.
6. Druk op Menu en pas de instellingen aan voor E-mailinstellingen en Basisinstellingen.
Opmerking:
U kunt een maximale bestandsgrootte instellen voor bijlagen van e-mailberichten bij Max. grootte bijlage.
Als u PDF selecteert als bestandsindeling, kunt u een wachtwoord instellen om het bestand te beveiligen. Selecteer
PDF-instellingen en congureer hier de instellingen.
Druk op Voorinstelling om uw instellingen als een preset op te slaan.
7. Druk op de knop
x
.
De gescande aeelding wordt via e-mail verzonden.
Gerelateerde informatie
&“Systeembeheer” op pagina 32
Gebruikershandleiding
Scannen
88
&“Een e-mailserver congureren” op pagina 233
&“Contactpersonen beheren” op pagina 58
&“Originelen plaatsen” op pagina 54
&“Modus Scannen” op pagina 26
&“Presets-modus” op pagina 42
&“Scannen m.b.v. Document Capture Pro (uitsluitend voor Windows)” op pagina 90
Scannen naar een netwerkmap of FTP-server
U kunt de gescande aeelding in een specieke map op een netwerk opslaan. U kunt de maplocatie rechtstreeks
invoeren, maar het is wellicht eenvoudiger om de mapinformatie eerst in de contactpersonenlijst op te slaan.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de instellingen Datum/tijd en Ti jd s v e r s c h i l van de printer juist
zijn. Open de menu's via Systeembeheer > Algemene instellingen.
1. Plaats de originelen.
2. Ga naar de modus Scannen via het hoofdscherm.
3. Selecteer Netwerkmap/FTP.
4. Specieer de maplocatie.
Om te selecteren uit de lijst met contactpersonen: Druk op Contacten, selecteer een contactpersoon en
druk dan op Doorg..
Om de maplocatie rechtstreeks in te voeren: Druk op Locatie invoeren. Selecteer Communicatiemodus,
voer de maplocatie in als Locatie en pas dan de andere mapinstellingen aan.
Opmerking:
Voer het mappad in de volgende opmaak i.
Als u SMB gebruikt als de communicatiemodus:
\\hostnaam\mapnaam
Als u FTP gebruikt als de communicatiemodus:
p://hostnaam/mapnaam
5. Druk op Indeling en selecteer dan de geschikte bestandsindeling.
6. Druk op Menu en pas de instellingen aan voor Bestandsinstellingen en Basisinstellingen.
Opmerking:
Als u PDF selecteert als bestandsindeling, kunt u een wachtwoord instellen om het bestand te beveiligen. Selecteer
PDF-instellingen en congureer hier de instellingen.
Druk op Voorinstelling om uw instellingen als een preset op te slaan.
7. Druk op de knop
x
.
De gescance aeelding wordt opgeslagen.
Gerelateerde informatie
&“Systeembeheer” op pagina 32
Gebruikershandleiding
Scannen
89
Opmerking:
Installeer voordat u de scan uitvoert Document Capture Pro en pas de instellingen aan.
Sluit de printer en de computer aan op het netwerk alvorens de scan te starten.
1. Plaats de originelen.
2. Ga naar de modus Scannen via het hoofdscherm.
3. Selecteer Document Capture Pro.
4. Druk op Pc selecteren en selecteer daar de computer die voor de taak geregistreerd is bij Document Capture
Pro.
Opmerking:
Als u Optie > Instellingen netwerkscan selecteert en Bescherm met wachtwoord inschakelt bij Document Capture
Pro, voer dan een wachtwoord in.
Als u slechts één taak instelt, ga dan naar stap 6.
5. Selecteer de taak.
6. Druk op het gebied waar de taakinhoud wordt weergegeven en controleer de gegevens.
7. Druk op de knop
x
.
De gescance aeelding wordt opgeslagen.
Gerelateerde informatie
&“Originelen plaatsen” op pagina 54
&“Document Capture Pro (uitsluitend voor Windows)” op pagina 156
Scannen naar een computer (WSD)
Opmerking:
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de computer instellen. Raadpleeg Netwerkhandleiding voor meer details.
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista
besturingssystemen.
1. Plaats de originelen.
2. Ga naar de modus Scannen via het hoofdscherm.
3. Selecteer Computer (WSD).
4. Selecteer een computer.
5. Druk op de knop
x
.
Het gescande bestand wordt opgeslagen.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van uw computer voor meer informatie over de opslag van gescande bestanden.
Gebruikershandleiding
Scannen
91
Gerelateerde informatie
&“Originelen plaatsen” op pagina 54
Scannen vanaf een computer
Scan met de scannerdriver "EPSON Scan". Raadpleeg de help van EPSON Scan voor een uitleg van de items voor
instellingen.
Gebruikers autoriseren bij gebruik van Toegangscontrole bij EPSON
Scan (uitsluitend voor Windows)
Als de toegangscontrole ingeschakeld is, moet u bij het scannen een gebruikers-ID en wachtwoord invoeren.
Registreer een gebruikersnaam en wachtwoord in EPSON Scan. Als u het wachtwoord niet kent, neem dan contact
op met uw printerbeheerder.
1. Open de instellingen van EPSON Scan.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Voer "EPSON Scan Instellingen" in het zoekvenster en selecteer het weergegeven pictogram.
Behalve voor Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's of Programma's > EPSON > EPSON Scan > EPSON
Scan Instellingen.
2. Klik op Toegang sb eheer.
3. Voer gebruikersnaam en wachtwoord in.
Scannen in de Kantoormodus
U kunt snel veel tekstdocumenten scannen.
1. Plaats de originelen.
2. Start EPSON Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
92
3. Selecteer Kantoormodus in het menu Modus.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Documentbron: Selecteer de documentbron waar u het origineel hebt geladen.
Grootte: Selecteer de grootte van uw origineel.
Beeldtype: Selecteer het aeeldingstype dat u wilt scannen.
Resolutie: Selecteer de resolutie van de aeelding die u wilt scannen.
5. Klik op Voorbe eldscan.
Het voorbeeldvenster wordt geopend.
Opmerking:
Als u originelen in de ADF plaatste, wordt de eerste pagina uitgeworpen na weergave van het voorbeeld. Plaats deze
eerste pagina terug bovenop de stapel originelen en plaats ze dan terug in de ADF.
6. Bevestig het voorbeeld en pas de instellingen indien nodig aan in het tabblad Beeldaanpassing.
Opmerking:
U kunt de aeelding wijzigen, door bijvoorbeeld tekstverbeteringen aan te brengen.
7. Klik op Scannen.
8. Klik op Instellingen voor Bewaar bestand, congureer de instellingen en klik op OK.
De gescande aeelding wordt in de gespeciceerde map opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
93
Opmerking:
Als u PDF selecteert als Beeldformaat instelling, kunt u een wachtwoord instellen om het bestand te beveilgen. Klik op
Opties, selecteer Beveiliging en congureer dan de toepasselijke instellingen.
Gerelateerde informatie
&“Originelen plaatsen” op pagina 54
&“EPSON Scan (scannerdriver)” op pagina 156
Scannen in de Professionele modus
U kunt aeeldingen scannen en de kwaliteit en kleur aanpassen. Deze modus wordt aanbevolen voor
geavanceerde gebruikers.
1. Plaats de originelen.
2. Start EPSON Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
94
3. Selecteer Professionele modus in het menu Modus.
4. Stel het volgende in.
Documentbron: Selecteer de documentbron waar u het origineel hebt geladen.
Automatische belichting: Selecteer het blootstellingstype voor uw origineel.
Beeldtype: Selecteer het aeeldingstype dat u wilt scannen.
Resolutie: Selecteer de resolutie van de aeelding die u wilt scannen.
Doelgrootte: Selecteer de gewenste uitvoergrootte.
Gebruikershandleiding
Scannen
95
5. Klik op Voorbe eldscan.
Het voorbeeldvenster wordt geopend.
Opmerking:
Als u originelen in de ADF plaatste, wordt de eerste pagina uitgeworpen na weergave van het voorbeeld. Plaats deze
eerste pagina terug bovenop de stapel originelen en plaats ze dan terug in de ADF.
6. Controleer het voorbeeld en pas indien nodig de aeelding aan.
Opmerking:
U kunt de kleur, scherpte en het contrast van de aeelding aanpassen.
7. Klik op Scannen.
8. Klik op Instellingen voor Bewaar bestand, congureer de instellingen en klik op OK.
De gescande aeelding wordt in de gespeciceerde map opgeslagen.
Opmerking:
Als u PDF selecteert als Beeldformaat instelling, kunt u een wachtwoord instellen om het bestand te beveilgen. Klik op
Opties, selecteer Beveiliging en congureer dan de toepasselijke instellingen.
Gerelateerde informatie
&“Originelen plaatsen” op pagina 54
&“EPSON Scan (scannerdriver)” op pagina 156
Scannen met Smart Devices
Epson iPrint een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart
devices, zoals smartphones of tablets, die met hetzelfde netwerk als uw printer zijn verbonden. U kunt gescande
gegevens opslaan op een smart device of een Cloud-service, het via e-mail versturen of het afdrukken.
U kunt Epson iPrint op uw smart device installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/c
Epson iPrint gebruiken
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart device en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Scannen
96
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
AHet startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
BBiedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
CGeeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
DHiermee opent u het scanscherm.
EGeeft het scherm weer waarop u de scaninstellingen kunt congureren zoals de resolutie.
FGeeft gescande bestanden weer.
GHiermee start het scannen.
HGeeft het scherm weer waarop u gescande gegevens kunt opslaan op een smart device of Cloud-service.
IGeeft het scherm weer om gescande gegevens met e-mail te verzenden.
JGeeft het scherm weer om gescande gegevens af te drukken.
Gerelateerde informatie
&“Epson iPrint gebruiken” op pagina 83
Gebruikershandleiding
Scannen
97
Faxen
Een faxbericht instellen
Aansluiten op een telefoonlijn
Compatibele telefoonlijnen
U kunt de printer gebruiken via standaard analoge telefoonlijnen (PSTN = Public Switched Telephone Network) en
PBX (Private Branch Exchange) telefoonsystemen.
U kunt de printer mogelijk niet gebruiken via de volgende telefoonlijnen of systemen.
VoIP telefoonlijnen zoals DSL of glasvezellijnen
Digitale telefoonlijnen (ISDN)
Bepaalde PBX telefoonsystemen
Als er tussen de telefooncontactdoos in de muur en de printer adapters zoals terminaladapters, VoIP adapters,
splitters of DSL routers aangesloten zijn
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Sluit de printer aan op een telefooncontactdoos via een RJ-11-telefoonkabel (6P2C). Als u een telefoon aansluit op
de printer, dient u een tweede RJ-11-telefoonkabel (6P2C) te gebruiken.
Aankelijk van de regio wordt er een telefoonkabel bij de printer meegeleverd. Als deze meegeleverd is, gebruik
deze dan.
U moet de telefoonkabel mogelijk aansluiten op een adapter voor uw land of regio.
c
Belangrijk:
Verwijder de dop van de poort EXT. van de printer alleen als u uw telefoontoestel op de printer aansluit. Verwijder
de dop niet als u geen telefoon aansluit.
In gebieden waar vaak blikseminslagen optreden raden we aan om een piekbeveiliging te gebruiken.
Gebruikershandleiding
Faxen
98


Produkt Specifikationer

Mærke: Epson
Kategori: Printer
Model: WorkForce Pro WF-R8590 DTWF

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Epson WorkForce Pro WF-R8590 DTWF stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig