DGPS NAVIGATOR GP-37
GPS NAVIGATOR GP-32
Gebruikersgids
In deze gebruikersgids worden de standaard bedieningsprocedures voor dit apparaat beschreven.
Zie de uitgebreide bedieningshandleiding voor meer informatie.
Weergavemodus kiezen
Druk op de [DISP] toets tot de gewenste
weergave verschijnt.
[Snelwegscherm]
COG
BRG
RNG
SOG
0.5
XTE
0.05
242˚
0.05 0.05
17.5
004
n
m
[Plotterscherm]
D2D
[ 5 ]
n
m
SOG:
10.0 k
t
34 44.000N 135 21.000E˚ ˚
X
X
X
XX
D2D MAG 15:37
N E
30 60300 330
SOG: kt COG:
RNG: BRG:
TTG: ETA:
1H30M 12:30
17.5 nm 242˚
[Stuur- of kompasscherm]
(Vorm hangt af
van gebruikersinstelling.)
CURSOR
[+]
n
m
k
t
[Navigatiescherm]
D2D
02-FEB-02 15:37:40
SOG:
kt
CSE:
34˚44. 000' N
135˚21. 000' E
10.0 357˚
COG:
357˚
357˚
10.0
10.0 357
˚
[Gebruikersscherm: snelheidsmeter]
(Vorm hangt af
van gebruikersinstelling.)
20
30
40
60
0
10
0 9.9 KT
SOG
[Gebruikersscherm: digitale data]
POWER(V) SOG(KT)
TRIP(NM) COG(˚)
9.99 5.6
12.1 9.9
[DISP] toets
[DISP] toets
[DISP] toets
[DISP] toets
[DISP] toets
[DISP] toets
Let op: snelheidheidsmeter niet
weergegeven in standaardindeling.
Weergavebereik kiezen
1.
Druk op de [MENU] toets.
2.
Druk op de [ENT] toets.
3.
Druk op pijl omhoog om uit te breiden; pijl
omlaag om te verkleinen.
4.
Druk op de [ENT] toets om het venster te
sluiten.
Cursor, scherm verplaatsen
1.
Druk op het kaartplotterscherm op het
cursorveld om de cursor aan te zetten.
Verplaats de cursor met het cursorveld.
2.
Plaats de cursor op een van de
schermranden. Verplaats het scherm met
het cursorveld.
Eigen positie centreren
1.
Druk op de [MENU] toets.
2.
Kies “CENTREER POS.?”.
3.
Druk op de [ENT] toets.
Markering MOB invoeren
1.
Houd de [MARK/MOB] toets enkele
seconden ingedrukt.
2.
Kies JA.
3.
Druk op de [ENT] toets.
Waypoints registreren
Een waypoint kan op verschillende manieren
worden ingevoerd. Hieronder volgt de
invoerprocedure met de cursor.
Bedien het cursorveld om de cursor naar de
positie te brengen waar u het waypoint wilt
invoeren.