Medion MD 40900 Manual
Læs nedenfor 📖 manual på dansk for Medion MD 40900 (217 sider) i kategorien Router. Denne guide var nyttig for 13 personer og blev bedømt med 4.1 stjerner i gennemsnit af 7 brugere
Side 1/217

Gebruikershandleiding
NPD4893-03 NL

Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op
enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Seiko Epson
Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de informatie in deze uitgave. Evenmin
kan Seiko Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit het gebruik van de
informatie uit deze uitgave. De hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij dit Epson-product.
Epson is niet verantwoordelijk voor het gebruik van deze informatie bij andere producten.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of
derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief
gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het
zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen
voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson
Products of Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit
elektromagnetische storingen die plaatsvinden door het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar als Epson
Approved Products by Seiko Epson Corporation.
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is een
handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Memory Stick Duo, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick PRO-HG Duo, Memory Stick Micro en MagicGate
Memory Stick Duo zijn handelsmerken van Sony Corporation.
Intel
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
PowerPC
®
is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
De software Epson Scan is deels gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
libtiff
Copyright © 1988-1997 Sam Leffler
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
2
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice
appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and
Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the
specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT
ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING
OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Microsoft
®
, Windows
®
en Windows Vista
®
zijn gedepondeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Apple, Macintosh, Mac OS en OS X zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de VS en andere landen.
AirPrint is een handelsmerk van Apple Inc.
Google Cloud Print
™
is een gedeponeerd handelsmerk van Google Inc.
Adobe, Adobe Reader, Acrobat en Photoshop zijn handelsmerken van Adobe systems Incorporated, die in bepaalde
rechtsgebieden kunnen zijn gedeponeerd.
Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als identificatie en kunnen
handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze
handelsmerken.
© 2013 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit apparaat zijn onderhevig aan verandering zonder
kennisgeving.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
3

Inhoudsopgave
Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken.............. 2
Inleiding
Informatie vinden.......................... 8
Beschikbare functies........................ 8
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie
en opmerkingen........................... 9
Besturingssystemen en versies................. 9
De service Epson Connect gebruiken........... 10
Belangrijke instructies
Veiligheidsvoorschriften.................... 11
Productadviezen en waarschuwingen........... 12
Het apparaat installeren/gebruiken.......... 12
Het gebruik van het apparaat met een
draadloze verbinding..................... 14
Geheugenkaarten....................... 14
Het display............................ 14
Cartridges hanteren..................... 14
Beperkingen op het kopiëren................. 15
Uw persoonlijke gegevens beschermen.......... 15
Aan de slag met uw apparaat
Productonderdelen........................ 16
WF-7610-serie/WF-7620-serie.............. 16
WF-3620-serie/WF-3640-serie.............. 19
Uitleg over het configuratiescherm............. 21
Statuspictogrammen..................... 23
Pictogrammen voor elke modus............. 24
Statusmenu............................ 25
Pictogrammen op het softwaretoetsenbord
voor het LCD-scherm.................... 25
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden
en opslaan van afdrukmateriaal............... 27
Papier opslaan......................... 27
Papier selecteren.......................... 27
Instellingen voor papiersoorten op het display
.................................... 31
Printerdriverinstellingen voor papiersoorten
.................................... 32
Papier in de papiercassette laden.............. 33
Enveloppen in de papiercassette plaatsen........ 37
Papier en enveloppen in de papiertoevoer aan de
achterkant laden.......................... 40
Originelen plaatsen........................ 43
Automatische documentinvoer (ADF)........ 43
Glasplaat............................. 45
Geheugenkaart plaatsen.................... 45
Kopiëren
Documenten kopiëren...................... 48
Normaal kopiëren....................... 48
Menulijst kopieermodus.................... 48
Afdrukken
Afdrukken via het configuratiescherm.......... 49
Een JPEG-bestand afdrukken............... 49
Een TIFF-bestand afdrukken............... 50
Afdrukken vanaf uw computer............... 50
Printerdriver en Statusmonitor. . ........... 50
Normaal gebruik.......................... 53
Normaal afdrukken...................... 53
Afdrukken annuleren.................... 56
Overige opties............................ 58
Een eenvoudige manier om foto's af te drukken
.................................... 58
Voorkeursinstellingen van de printer (alleen
voor Windows)......................... 59
Dubbelzijdig afdrukken................... 60
Volledige pagina afdrukken................ 62
Pages per Sheet (Pagina's per vel) afdrukken. . . . 63
Anti-Copy Pattern (Antikopieerpatroon)
(alleen voor Windows)................... 64
Watermark (Watermerk) (alleen voor
Windows)............................. 65
Header/Footer (Koptekst/voettekst) (alleen
voor Windows) ........................ 66
Beheerdersinstellingen voor
printerstuurprogramma (alleen voor Windows)
...................................... 66
Scannen
Scannen via het configuratiescherm............ 68
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
4

Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . 68
Scannen naar een map.................... 69
Scannen naar een e-mail.................. 69
Scannen naar een computer................ 70
Scannen.............................. 71
Scannen vanaf uw computer................. 71
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
.................................... 71
Scannen in de Professional Mode
(Professionele modus).................... 73
Mogelijkheden voor het aanpassen van
afbeeldingen........................... 75
Het scangebied weergeven en aanpassen....... 78
Software-informatie....................... 80
Epson Scan Driver starten................. 80
Andere software voor scannen starten........ 80
Faxen
Verbinden met een telefoonlijn............... 82
Compatibele telefoonlijnen en -kabels........ 82
Het apparaat aansluiten op de telefoonlijn. . . . . 82
Een telefoon aansluiten................... 83
Faxinstellingen........................... 85
Basisinstellingen........................ 85
Geavanceerde instellingen................. 88
Faxen verzenden.......................... 90
Basisbewerkingen....................... 90
Overige opties.......................... 92
Faxen ontvangen.......................... 96
De ontvangstmodus instellen............... 96
Ontvangen faxen uitvoeren................ 97
Ontvangen faxen weergeven op het lcd-
scherm............................... 99
Een fax ontvangen via polling............. 100
Een fax handmatig ontvangen............. 100
Ontvangen faxen op een computer opslaan.... 101
Status en geschiedenis van faxtaken controleren
..................................... 101
Het statusmenu gebruiken................ 101
Een faxrapport afdrukken................ 102
Menulijst faxmodus....................... 103
Instellingen voor de contactlijst
configureren
Een contact maken....................... 104
Een groep maken........................ 105
Menulijst van het configuratiescherm
De modus Kopiëren...................... 107
De modus Geheug. app..................... 108
De modus Fax........................... 109
De modus Scannen....................... 110
De modus Instellen....................... 112
Instellingen voor Systeembeheer........... 113
Contacten.............................. 120
Presets................................ 120
Statusmenu............................. 120
Informatie over cartridges en
verbruiksartikelen
Cartridges.............................. 121
Onderhoudscassette ...................... 122
Cartridges vervangen
Veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen
en specificaties voor cartridges............... 123
Veiligheidsvoorschriften................. 123
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen
van cartridges......................... 124
Specificaties van de cartridge.............. 125
De cartridgestatus controleren............... 126
Voor Windows........................ 126
Voor Mac OS X........................ 127
Het configuratiescherm gebruiken.......... 128
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt wanneer de
kleurencartridges opgebruikt zijn............. 129
Voor Windows........................ 129
Voor Mac OS X........................ 131
Zwarte inkt besparen als de cartridge bijna leeg is
(alleen Windows)........................ 132
Een cartridge vervangen................... 133
Uw printer en software onderhouden
De spuitkanaaltjes in de printkop controleren. . . . 138
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Windows............................ 138
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Mac OS X............................ 138
Het configuratiescherm gebruiken.......... 139
De printkop reinigen...................... 140
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5

Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Windows.... 140
Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Mac OS X. . . 141
Het configuratiescherm gebruiken.......... 141
De printkop uitlijnen...................... 141
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Windows. . . 142
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Mac OS X. . . 142
Het configuratiescherm gebruiken.......... 142
Netwerkservice-instellingen configureren....... 143
De printer voor afdrukken delen............. 145
De printer reinigen....................... 145
De buitenzijde van de printer reinigen. . . . . . . 145
De binnenzijde van de printer reinigen. . . . . . . 146
De onderhoudscassette vervangen............ 147
De onderhoudscassette controleren......... 147
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette..................... 147
De onderhoudscassette vervangen.......... 147
De printer vervoeren...................... 149
Software controleren en installeren........... 151
De op uw computer geïnstalleerde software
controleren........................... 151
De software installeren.................. 152
De software verwijderen................... 152
Voor Windows........................ 152
Voor Mac OS X........................ 153
Gegevens overbrengen met behulp
van een extern opslagapparaat
Voorzorgsmaatregelen voor opslagapparaten. . . . 155
Bestanden kopiëren van opslagapparaat naar
computer en omgekeerd................... 155
Bestanden kopiëren naar uw computer. . . . . . . 155
Bestanden opslaan op een opslagapparaat. . . . . 156
Foutindicatoren
Foutmeldingen op het configuratiescherm...... 158
Foutcode in het Statusmenu................. 159
Probleemoplossing voor afdrukken/
kopiëren
De oorzaak van het probleem opsporen........ 162
De printerstatus controleren.............. 163
Vastgelopen papier....................... 166
Vastgelopen papier verwijderen uit het
achterdeksel.......................... 167
Vastgelopen papier uit de printer verwijderen
................................... 172
Vastgelopen papier verwijderen uit de
papiercassette......................... 174
Vastgelopen papier verwijderen uit de
automatische documentinvoer (ADF)....... 176
Vastlopen van papier voorkomen........... 178
Opnieuw afdrukken na een papierstoring
(alleen voor Windows).................. 178
Hulp voor de afdrukkwaliteit................ 179
Horizontale strepen..................... 180
Verticale strepen of verstoring............. 180
Onjuiste of ontbrekende kleuren........... 181
Vage afdrukken en vegen................. 181
Diverse afdrukproblemen.................. 183
Onjuiste of verminkte tekens.............. 183
Onjuiste marges....................... 183
Afdruk is enigszins scheef................ 184
Het beeldformaat of de positie van de
gekopieerde afbeelding is onjuist........... 184
Omgekeerd beeld...................... 184
Lege pagina's.......................... 184
De afdrukzijde bevat vlekken of vegen....... 185
Afdrukken verloopt te traag............... 185
Papier wordt niet goed doorgevoerd........... 186
Het papier wordt niet ingevoerd............ 186
Er worden meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd............................ 186
Papier niet goed geladen................. 186
Papier wordt niet volledig uitgeworpen of is
gekreukeld........................... 187
De printer drukt niet af.................... 187
Er branden geen lampjes................. 187
Het configuratiescherm of de lampjes lichten
op.................................. 187
Er wordt een inktfout aangegeven nadat u de
cartridge hebt vervangen................. 188
Overige problemen....................... 189
Gewoon papier stil afdrukken............. 189
De geheugenkaart wordt niet herkend. . . . . . . 189
Papiertoevoer aan de achterkant is verwijderd
(alleen voor WF-7610-serie/WF-7620-serie). . . 190
Probleemoplossing voor scannen
Problemen aangeduid door meldingen op het
display of via statuslampjes................. 191
Problemen bij het starten van het scannen. . . . . . 191
Deblokkeren van Epson Event Manager. . . . . . 192
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6

Gebruik van de automatische documentinvoer
(ADF)............................... 192
Gebruik van andere scansoftware dan de
Epson Scan driver...................... 193
Problemen met papierinvoer................ 193
Het papier wordt vuil................... 193
Meerdere vellen papier worden ingevoerd. . . . 193
Papier vastgelopen in de automatische
documentinvoer (ADF) ................. 193
Problemen met de scantijd.................. 193
Problemen met de gescande beelden. . . . . . . . . . 193
De scankwaliteit is onvoldoende........... 193
Het scanvlak of de richting is onjuist........ 195
Overige problemen....................... 196
Stil scannen........................... 196
Nog steeds problemen na het uitvoeren van alle
oplossingen............................. 196
Probleemoplossing voor faxen
Kan geen faxberichten verzenden of ontvangen
..................................... 197
“Geen kiestoon gedetecteerd.” opgetreden. . . . 197
Fout met vol geheugen treedt op........... 198
Problemen met kwaliteit................... 198
In verzonden faxen..................... 198
In ontvangen faxen..................... 198
Overige problemen....................... 199
Antwoordapparaat kan geen
telefoongesprekken beantwoorden.......... 199
De tijd en datum van verzonden of ontvangen
faxtaken is onjuist...................... 199
Kan ontvangen faxen niet opslaan in een
extern opslagapparaat................... 199
Faxen worden met de verkeerde grootte
verstuurd............................ 199
Productinformatie
Systeemvereisten......................... 200
Voor Windows........................ 200
Voor Mac OS X........................ 200
Technische specificaties.................... 200
Printerspecificaties..................... 200
Scannerspecificaties..................... 203
Specificaties automatische documentinvoer
(ADF)............................... 203
Fax: specificaties....................... 204
Specificaties netwerkinterface............. 204
Geheugenkaart........................ 205
Mechanische specificaties................ 206
Elektrische specificaties.................. 207
Omgevingsspecificaties.................. 208
Normen en goedkeuringen............... 209
Interface............................. 210
Extern USB-apparaat.................... 210
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)........... 211
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson................................. 211
Voordat u contact opneemt met Epson. . . . . . . 211
Hulp voor gebruikers in Europa............ 212
Hulp voor gebruikers in Australië.......... 212
Hulp voor gebruikers in Hong Kong........ 212
Index
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7

Inleiding
Informatie vinden
De nieuwste versies van de volgende handleidingen staan op de ondersteuningswebsite van Epson.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
❏Hier beginnen (document):
Een introductie tot het apparaat en de services.
❏Basishandleiding (document):
Biedt u basisinformatie voor gebruik van de printer zonder computer. Of deze handleiding wordt meegeleverd, is
afhankelijk van model of regio.
❏Belangrijke veiligheidsvoorschriften (document):
Instructies voor veilig gebruik van dit apparaat. Of deze handleiding wordt meegeleverd, is afhankelijk van model
of regio.
❏Gebruikershandleiding (PDF):
Biedt u uitvoerige instructies voor gebruik, veiligheid en probleemoplossing. Raadpleeg deze gids wanneer u dit
apparaat met een computer gebruikt, of wanneer u geavanceerde functies zoals dubbelzijdig afdrukken gebruikt.
❏Netwerkhandleiding (PDF):
Instructies voor netwerkinstellingen voor uw computer, smartphone of product, en probleemoplossing.
❏Beheerdershandleiding (PDF):
Informatie voor de beheerder over beveiligingsbeheer en apparaatinstellingen.
Beschikbare functies
Nagaan wat beschikbaar is voor uw apparaat.
WF-7610 WF-7620 WF-7621 WF-3620 WF-3621 WF-3640
Afdrukken ✓✓✓✓✓✓
Kopiëren ✓✓✓✓✓✓
Fax ✓✓✓✓✓✓
Gebruikershandleiding
Inleiding
8

WF-7610 WF-7620 WF-7621 WF-3620 WF-3621 WF-3640
Scannen naar een
computer
Scannen naar een
geheugenappa-
raat
✓✓✓✓✓✓
Scannen naar een
netwerkmap
Scannen naar een
e-mail
Fax doorsturen
naar een netwerk-
map
Fax doorsturen
naar een e-mail
✓✓✓
Alleen Au-
stralië en
Nieuw-Zee-
land
✓
Alleen Au-
stralië en
Nieuw-Zee-
land
LDAP
*
✓✓✓ ---
Papiercassette 2 - ✓✓ --✓
* Zie de online Beheerdershandleiding voor meer informatie.
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie en
opmerkingen
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie en opmerkingen worden in deze gebruikershandleiding als volgt
aangegeven en hebben de hier beschreven betekenis.
!
Voorzorgsmaatregelen
moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijke informatie
wordt aangegeven met "Let op"; u moet dit naleven om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerkingen
bevatten handige tips en beperkingen voor het gebruik van het apparaat.
Besturingssystemen en versies
In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt.
❏Windows 8 verwijst naar Windows 8, Windows 8 Pro, Windows 8 Enterprise.
❏Windows 7 wordt gebruikt voor Windows 7 Home Basic, Windows 7 Home Premium, Windows 7 Professional
en Windows 7 Ultimate.
Gebruikershandleiding
Inleiding
9

❏Windows Vista wordt gebruikt voor Windows Vista Home Basic Edition, Windows Vista Home Premium
Edition, Windows Vista Business Edition, Windows Vista Enterprise Edition en Windows Vista Ultimate
Edition.
❏Windows XP wordt gebruikt voor Windows XP Home Edition, Windows XP Professional x64 Edition en
Windows XP Professional.
❏Windows Server 2012 verwijst naar Windows Server 2012 Essentials Edition, Server 2012 standard Edition.
❏Windows Server 2008 verwijst naar Windows Server 2008 Standard Edition, Windows Server 2008 Enterprise
Edition, Windows Server 2008 x64 Standard Edition en Windows Server 2008 x64 Enterprise Edition.
❏Windows Server 2008 R2 verwijst naar Windows Server 2008 R2 Standard Edition en Windows Server 2008 R2
Enterprise Edition.
❏Windows Server 2003 verwijst naar Windows Server 2003 Standard Edition en Windows Server 2003 Enterprise
Edition, Windows Server 2003 x64 Standard Edition en Windows Server 2003 x64 Enterprise Edition.
❏Mac OS X verwijst naar Mac OS X 10.5.8, 10.6.x, 10.7.x, 10.8.x.
De service Epson Connect gebruiken
Met behulp van Epson Connect en de services van andere bedrijven kunt u altijd, en vrijwel overal ter wereld,
gemakkelijk direct vanaf uw smartphone, tablet of laptop afdrukken. Ga voor meer informatie over de afdrukservice
en andere services naar de volgende URL:
https://www.epsonconnect.com/ (Epson Connect-portaalsite)
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Opmerking:
U kunt netwerkservice-instellingen configureren via een webbrowser op uw computer, smartphone, tablet-pc of laptop die
met hetzelfde netwerk als het apparaat is verbonden.
& “Netwerkservice-instellingen configureren” op pagina 143
Gebruikershandleiding
Inleiding
10

Belangrijke instructies
Veiligheidsvoorschriften
Lees en volg deze instructies voor een veilig gebruik van dit apparaat. Bewaar deze handleiding voor toekomstig
gebruik. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften die op het apparaat zelf staan in acht.
❏Gebruik alleen het netsnoer dat met het product is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met dit apparaat of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
❏Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
❏Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze onderdelen
nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij dit uitdrukkelijk staat beschreven in de handleiding van het apparaat.
❏Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en doe een beroep op een onderhoudstechnicus:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in het apparaat is gekomen, als het apparaat is gevallen
of als de behuizing beschadigd is, als het apparaat niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
❏Zet het apparaat in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt
halen.
❏Plaats of bewaar het apparaat niet buiten en zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan vuil, stof,
water of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
❏Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op het apparaat morst en pak het apparaat niet met natte handen vast.
❏Houd dit product ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door dit product worden
uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
❏Neem contact op met uw leverancier als het display beschadigd is. Als u vloeistof uit het display op uw handen
krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het display in uw ogen krijgt, moet u uw ogen
onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen
krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
❏Gebruik geen telefoon tijdens onweer. Er is enige kans op elektrische schokken door bliksem.
❏Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
11

❏Voor WF-7610-serie/WF-7620-serie: het apparaat is zwaar en moet worden getild of gedragen door ten minste
twee personen. De twee personen die het apparaat tillen, moeten de juiste positie aannemen (zie hieronder).
Opmerking:
Volg de volgende link voor veiligheidsvoorschriften voor cartridges.
& “Cartridges vervangen” op pagina 123
Productadviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan het apparaat of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding
voor toekomstig gebruik.
Het apparaat installeren/gebruiken
❏De openingen in de behuizing van het apparaat mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt.
❏Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op het apparaat.
❏Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
❏Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
❏Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storingen kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
❏Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats geen
voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat het
snoer mooi recht blijft aan de transformator.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
12
❏Als u een verlengsnoer gebruikt voor het apparaat, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal
van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
❏Als u het apparaat in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om het apparaat te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
❏Let bij het aansluiten van dit apparaat op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op een
verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden zijn,
beschadigd raken.
❏Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan het apparaat zelf. Het apparaat werkt niet
goed als het scheef staat.
❏Zorg er bij opslag of transport van het apparaat voor dat het niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden. Anders kan er inkt lekken.
❏Laat achter het apparaat voldoende ruimte vrij voor kabels. Boven het apparaat moet er voldoende ruimte zijn om
het deksel volledig te kunnen openen.
❏Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
❏Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen of vochtige plaatsen. Houd het apparaat ook uit de
buurt van direct zonlicht, sterk licht of warmtebronnen.
❏Steek geen voorwerpen door de openingen in het apparaat.
❏Steek uw hand niet in het apparaat en raak de cartridges niet aan tijdens het afdrukken.
❏Raak de witte, platte kabel binnen in het apparaat niet aan.
❏Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoffen in of in de buurt van dit apparaat. Dit kan brand veroorzaken.
❏Verplaats de cartridgehouder niet met de hand. Hierdoor kan het apparaat worden beschadigd.
❏Zet het apparaat altijd uit met de knop P. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het display niet helemaal uit is.
❏Controleer voordat u het apparaat vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
❏Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
❏Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
❏Let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
13

Het gebruik van het apparaat met een draadloze verbinding
❏Gebruik dit product niet in medische instellingen of in de buurt van medische apparatuur. De radiogolven die
door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van elektrische
medische apparatuur.
❏Gebruik dit product niet in de buurt van automatisch bestuurde inrichtingen zoals automatische deuren of
brandalarmen. De radiogolven die door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben
op de werking van deze apparatuur, en een storing zou tot ongevallen kunnen leiden.
Geheugenkaarten
❏Verwijder een geheugenkaart niet en schakel het apparaat niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart
knippert.
❏Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart is
geleverd voor meer informatie.
❏Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
& “Geheugenkaart” op pagina 205
Het display
❏Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit is
normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
❏Maak het display of touchscreen alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
❏De afdekplaat van het display kan breken bij hevige schokken. Neem contact op met uw leverancier als het display
barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
❏Druk zachtjes met uw vinger op het touchscreen. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
❏Gebruik geen puntig voorwerp, zoals een balpen, scherp potlood, styluspen enzovoort.
❏De werking van het touchpad kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchpad veroorzaakt door
plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Cartridges hanteren
In het gekoppelde gedeelte treft u veiligheidsvoorschriften voor inkt en productadvies/waarschuwingen aan (voor het
gedeelte "Cartridges vervangen").
& “Cartridges vervangen” op pagina 123
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
14

Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van dit apparaat moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
❏Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven effecten.
❏Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene briefkaarten en andere officiële, voorgefrankeerde
poststukken.
❏Belastingzegels en effecten volgens de geldende voorschriften.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
❏Privé-effecten (zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
❏Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
❏Misbruik van het apparaat is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Zorg
ervoor dat u toestemming hebt van de rechthebbende voordat u dergelijk materiaal kopieert.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
U kunt namen en telefoonnummers in het geheugen van dit product bewaren, zelfs als het uitgeschakeld is.
Gebruik het volgende menu om het geheugen te wissen als u het apparaat aan iemand anders geeft of als u het
wegruimt.
Instellen > Systeembeheer > Standaardinst. herstellen > Alle geg.en inst.wissen
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
15

Aan de slag met uw apparaat
Opmerking:
De illustraties in deze handleiding zijn van een soortgelijk productmodel. Hoewel ze kunnen verschillen van uw effectieve
apparaat, werken ze op dezelfde manier.
Productonderdelen
WF-7610-serie/WF-7620-serie
a. Deksel van de ADF
b. ADF lever
c. Automatische documentinvoer (ADF)
d. Zijgeleider
e. Papierlade van de ADF (plaats hierop uw originelen voor het kopiëren)
f. Uitvoerlade van de ADF (uw originelen worden na het kopiëren op deze lade geplaatst)
g. Papiercassette 1
h. Papiercassette 2
*
* Papiercassette 2 is alleen verkrijgbaar voor de WF-7620-serie.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
16

a. Zijgeleiders
b. Papiertoevoer achter
c. Uitvoerlade
d. Verlengstuk uitvoerlade
e. Stop
f. Zijgeleiders
g. Papiercassette
h. Deksel van papiercassette
a. Documentdeksel
b. Glasplaat
c. Configuratiescherm
d. Geheugenkaartsleuf
e. Geheugenkaartlampje
f. USB-poort externe interface
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
17

a. Scannereenheid
b. Cartridgedeksel
c. Cartridgehouder
d. Printkop (onder de cartridgehouder)
a. Onderhoudscassette
b. Achterdeksel 1
c. Achterdeksel 2 (automatisch dubbelzijdig afdrukken)
d. Netaansluiting
e. LINE-poort
f. EXT.-poort
g. LAN-poort
h. USB-aansluiting
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
18

WF-3620-serie/WF-3640-serie
a. Deksel van de ADF
b. Automatische documentinvoer (ADF)
c. Zijgeleider
d. Papierlade van de ADF (plaats hierop uw originelen voor het kopiëren)
e. Uitvoerlade van de ADF (uw originelen worden na het kopiëren op deze lade geplaatst)
f. Papiercassette 1
g. Papiercassette 2
*
* Papiercassette 2 is alleen verkrijgbaar voor de WF-3640-serie.
a. Zijgeleiders
b. Papiertoevoer achter
c. Uitvoerlade
d. Verlengstuk uitvoerlade
e. Stop
f. Zijgeleiders
g. Papiercassette
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
19

a. Documentdeksel
b. Glasplaat
c. Configuratiescherm
d. Geheugenkaartsleuf
e. Geheugenkaartlampje
f. USB-poort externe interface
a. Scannereenheid
b. Cartridgedeksel
c. Cartridgehouder
d. Printkop (onder de cartridgehouder)
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
20

a. Onderhoudscassette
b. Achterdeksel (automatisch dubbelzijdig afdrukken)
c. Netaansluiting
d. LINE-poort
e. EXT.-poort
f. LAN-poort
g. USB-aansluiting
Uitleg over het configuratiescherm
Opmerking:
❏Het ontwerp van het configuratiescherm verschilt afhankelijk van locatie.
❏Hoewel het ontwerp van het configuratiescherm en wat wordt weergegeven op het display, zoals menunamen en opties,
kan verschillen van uw daadwerkelijke apparaat, is de bediening hetzelfde.
WF-7610-serie/WF-7620-serie
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
21

WF-3620-serie/WF-3640-serie
Knoppen/lampjes Functie
a
Schakelt het apparaat in of uit. Het stroomlampje brandt wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
Knippert wanneer het apparaat afdrukt/kopieert/scant/faxt, wanneer een cartridge wordt
vervangen, inkt wordt geladen of wanneer de printkop wordt gereinigd.
bHiermee gaat u terug naar het bovenste menu. Staat u in het bovenste menu, dan schakelt u
hiermee tussen de modi.
c
*1
Onderbreekt de huidige afdruk- of kopieertaak zodat u een andere afdruk- of kopieertaak kunt
uitvoeren.
Druk nogmaals op deze knop om de gepauzeerde taak te hervatten.
d
Hiermee worden uw instellingen teruggezet op standaardgebruikersinstellingen. Als er geen
standaardgebruikersinstellingen zijn geconfigureerd, worden de fabrieksinstellingen
hersteld.
eyStopt de huidige bewerking.
f-
Op het display worden menu's weergegeven. Als uw apparaat een touchscreen heeft, kunt u
scrollen door over het display te vegen. Veeg wat harder als het touchscreen traag reageert.
Keert terug naar het thuisscherm als er enkele minuten geen bewerkingen worden
uitgevoerd.
gAnnuleren/terugkeren naar het vorige menu.
h
Geeft het Statusmenu weer.
& “Statusmenu” op pagina 25
Het oranje lampje aan de linkerkant licht op of knippert wanneer er een fout optreedt. U kunt
de fout controleren in het Statusmenu.
Het blauwe lampje aan de rechterkant knippert wanneer het apparaat gegevens verwerkt.
Het lampje blijft branden wanneer er afdruk-/scan-/faxtaken in de wachtrij staan.
i0 - 9
,
Hiermee voert u de datum/tijd of het aantal exemplaren en de faxnummers in. Hiermee voert
u alfanumerieke tekens in. Telkens wanneer u op deze knop drukt, wisselt u tussen
hoofdletters, kleine letters en nummers telkens. Het kan gemakkelijker zijn om het
softwaretoetsenbord te gebruiken voor tekstinvoer, in plaats van deze knoppen.
j c Wist het aantal kopieën en faxnummer.
kHiermee wordt afdrukken/kopiëren/scannen/faxen in zwart-wit gestart.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
22

Knoppen/lampjes Functie
lHiermee wordt afdrukken/kopiëren/scannen/faxen in kleur gestart.
mu, d
*2
Hiermee kunt u het scherm laten scrollen.
n
*2
Geeft een lijst weer met de geregistreerde vooraf gedefinieerde instellingen.
*1Deze knop is alleen beschikbaar op de WF-7610-serie/WF-7620-serie.
*2Deze knoppen zijn alleen beschikbaar voor de WF-3620-serie.
Statuspictogrammen
De volgende pictogrammen worden weergegeven op het configuratiescherm, afhankelijk van de apparaatstatus. Druk
op het wifi-pictogram of het netwerkstatuspictogram om de huidige netwerkinstellingen te controleren en
wifi-instellingen te configureren.
Pictogrammen Beschrijving
Geeft Help weer met instructies voor bijvoorbeeld papier laden en een document plaatsen.
Een document wordt geplaatst op de automatische documentinvoer.
Een of meer cartridges zijn bijna leeg of de onderhoudscassette is bijna vol. Druk op om het
Statusmenu te openen, selecteer Printerinformatie en controleer de status van de
verbruiksgoederen.
Geeft aan dat een of meer cartridges leeg zijn of dat de onderhoudscassette vol is. Druk op
om het Statusmenu te openen, selecteer Printerinformatie en controleer de status van de
verbruiksgoederen.
Geeft aan dat niet-gelezen of niet-afgedrukte faxgegevens zijn opgeslagen in het apparaat.
Geeft het verbruik van het faxgeheugen aan.
Geeft aan dat het faxgeheugen vol is. Verwijder ontvangen faxen die u al hebt gelezen of
afgedrukt.
& “Ontvangen faxen controleren in het postvak IN” op pagina 102
Als u instellingen hebt geconfigureerd om ontvangen faxen op te slaan op een computer of
extern geheugenapparaat, zet u de computer aan of sluit u het apparaat aan op het product.
Geeft aan dat een wifi- of ethernetverbinding wordt verwerkt.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
23

Pictogrammen Beschrijving
Geeft aan dat er geen ethernetverbinding is.
Geeft aan dat een ethernetverbinding tot stand is gebracht.
Geeft aan dat er geen wifi-verbinding is.
Geeft aan dat er een wifi-netwerkfout is opgetreden of dat het apparaat naar een verbinding
zoekt.
Geeft aan dat een wifi-verbinding tot stand is gebracht. Het aantal streepjes geeft de
signaalsterkte van de verbinding aan.
Geeft aan dat een ad-hocverbinding tot stand is gebracht.
Geeft aan dat een Wi-Fi Direct-modusverbinding tot stand is gebracht.
Geeft aan dat een Simple AP-modusverbinding tot stand is gebracht.
Pictogrammen voor elke modus
Pictogrammen Beschrijving
De modus Kopiëren wordt geactiveerd.
& “Kopiëren” op pagina 48
De modus Scannen wordt geactiveerd.
& “Scannen via het configuratiescherm” op pagina 68
De modus Fax wordt geactiveerd.
& “Faxen” op pagina 82
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
24

Pictogrammen Beschrijving
*1
Opent het venster Presets.
De modus Geheug. app. wordt geactiveerd.
*2
Geeft de geregistreerde contactlijst voor scannen en faxen weer.
& “Instellingen voor de contactlijst configureren” op pagina 104
Geeft de status van de Epson Connect-service weer.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 10
Opent het instellingenvenster Ecomodus.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 113
De modus Instellen wordt geactiveerd.
& “De modus Instellen” op pagina 112
*1Dit pictogram is alleen beschikbaar voor de WF-7610-serie/WF-7620-serie/WF-3640-serie.
*2Dit pictogram is alleen beschikbaar voor de WF-7610-serie/WF-7620-serie.
Statusmenu
In het Statusmenu wordt de huidige status van het apparaat en de taken weergegeven. Druk op in het
configuratiescherm.
Functie Beschrijving
Printerinformatie
Geeft de status van de verbruiksartikelen weer en eventuele fouten die in het apparaat zijn
opgetreden. Als u een fout wilt oplossen, selecteert u de fout in de lijst om het foutbericht
weer te geven.
Taakmonitor Geeft een lijst met actieve taken weer, evenals taken die in de wachtrij voor verwerking staan.
Taakgeschiedenis
Geeft de taakgeschiedenis weer. Als een taak mislukt, wordt er een foutcode in de
geschiedenis weergegeven. U kunt de foutcode en de oplossing in de volgende sectie
controleren.
& “Foutcode in het Statusmenu” op pagina 159
Taakopslag Selecteer Postvak IN om de ontvangen faxen die in het productgeheugen zijn opgeslagen,
weer te geven.
Pictogrammen op het softwaretoetsenbord voor het LCD-scherm
U kunt tekens en symbolen invoeren via het softwaretoetsenbord om een contactpersoon te registeren,
netwerkinstellingen te configureren enzovoort. De volgende pictogrammen worden weergegeven op het scherm met
het softwaretoetsenbord.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
25

Opmerking:
Beschikbare pictogrammen zijn afhankelijk van de instelling.
Pictogrammen Beschrijving
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters.
Hiermee schakelt u tussen tekentypen.
123#: Hiermee kunt u cijfers en symbolen invoeren.
ABC: Hiermee kunt u letters invoeren.
ÁÄÂ: Hiermee kunt u speciale tekens invoeren zoals umlauts en accenten.
Hiermee wijzigt u de indeling van het toetsenbord.
Hiermee voert u een spatie in.
Hiermee verwijdert u het teken links van de cursor.
Hiermee bevestigt u de ingevoerde tekens.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
26

Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden en
opslaan van afdrukmateriaal
De meeste soorten gewoon papier zijn geschikt voor deze printer. Gecoat papier geeft echter het beste resultaat, omdat
dit type papier minder inkt absorbeert.
Epson levert afdrukmateriaal dat speciaal bedoeld is voor de inkt die in Epson-inkjetprinters wordt gebruikt. Dergelijk
papier wordt aanbevolen voor een hoogwaardig resultaat.
Lees voordat u het speciale afdrukmateriaal van Epson in de printer laadt, de instructies op de verpakking. Houd
bovendien rekening met de volgende punten.
Opmerking:
❏Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in de papiercasette. De afdrukzijde is meestal witter of glanzender
dan de achterkant van het papier. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie. Bij sommige afdrukmaterialen
is er een hoekje afgesneden om de juiste laadrichting aan te geven.
❏Als het papier gekruld is, strijk het dan in tegenovergestelde richting glad voordat u het in de printer laadt. Als u afdrukt
op gekruld papier kunnen er vegen ontstaan op de afdruk.
Papier opslaan
Plaats ongebruikt papier meteen na het afdrukken terug in de verpakking. Wanneer u speciaal afdrukmateriaal
gebruikt, raadt Epson aan de afdrukken in een hersluitbare plastic zak te bewaren. Stel ongebruikt papier en afdrukken
niet bloot aan hoge temperaturen, een vochtige omgeving of direct zonlicht.
Papier selecteren
In de volgende tabel ziet u de ondersteunde papiersoorten. De laadcapaciteit, papierbron en mogelijkheid van
randloos afdrukken variëren per papiersoort, zoals hieronder aangegeven.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
27

WF-7610-serie/WF-7620-serie
Afdrukmateri-
aal Formaat
Laadcapaciteit (vellen of hoogte)
Randloos
afdrukken
Dubbel-
zijdig af-
drukken
papiercas-
sette 1
papiercas-
sette 2
*1
papiertoe-
voer achter
Gewoon pa-
pier
*2
A3 27,5 mm
*3
27,5 mm
*3
1-✓
B4 27,5 mm
*3
27,5 mm
*3
1-✓
Legal 27,5 mm
*3
27,5 mm
*3
1-✓
Letter 27,5 mm
*3
27,5 mm
*3
1-✓
A4 27,5 mm
*3
27,5 mm
*3
1-✓
B5 27,5 mm
*3
27,5 mm
*3
1-✓
A5 27,5 mm
*3
-1-✓
A6 27,5 mm
*3
-1--
Gebruikergede-
finieerd
111-✓
Dik papier
*4
A3 - - 1 - -
B4 - - 1 - -
Legal - - 1 - -
Letter - - 1 - -
A4 - - 1 - -
B5 - - 1 - -
A5 - - 1 - -
A6 - - 1 - -
Gebruikergede-
finieerd
--1--
Envelop #10 10 - 1 - -
DL 10 - 1 - -
C6 10 - 1 - -
C4 10 - 1 - -
Epson Bright
White Ink Jet Pa-
per (Inkjetpapier
helderwit)
A4 200
*3
200
*3
1-✓
Epson Photo
Quality Ink Jet
Paper (Inkjetpa-
pier fotokwali-
teit)
A3+ 80 - 1 - -
A3 80 - 1 - -
A4 80 - 1 - -
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
28

Afdrukmateri-
aal Formaat
Laadcapaciteit (vellen of hoogte)
Randloos
afdrukken
Dubbel-
zijdig af-
drukken
papiercas-
sette 1
papiercas-
sette 2
*1
papiertoe-
voer achter
Epson Matte Pa-
per - Heavy-
weight (Mat pa-
pier zwaar)
A3+ 20 - 1 ✓-
A3 20 - 1 ✓-
A4 20 - 1 ✓-
Epson Premium
Glossy Photo Pa-
per (Fotopapier
glanzend Premi-
um)
A3+ 20 - 1 ✓-
A3 20 - 1 ✓-
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - 1 ✓-
13 × 18 cm (5 × 7
inch)
20 - 1 ✓-
16:9-formaat
(102 × 181 mm)
20 - 1 ✓-
Epson Premium
Semigloss Photo
Paper (Fotopa-
pier halfglan-
zend Premium)
A3+ 20 - 1 ✓-
A3 20 - 1 ✓-
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - 1 ✓-
Epson Ultra
Glossy Photo Pa-
per (Fotopapier
ultraglanzend)
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - 1 ✓-
13 × 18 cm (5 × 7
inch)
20 - 1 ✓-
Epson Photo Pa-
per, Glossy (Fo-
topapier glan-
zend)
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - 1 ✓-
13 × 18 cm (5 × 7
inch)
20 - 1 ✓-
*1Papiercassette 2 is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het apparaat.
*2Normaal papier wordt gedefinieerd als papier met een gewicht van 64 g/m
2
(17 lb) tot 90 g/m
2
(24 lb).
Hiertoe behoren ook vooraf bedrukt papier, briefpapier, gekleurd papier en gerecycled papier.
Zorg dat u langlopend papier gebruikt. Als u niet zeker weet welk type papier u gebruikt, raadpleegt u de papierverpakking of de
fabrikant om de papierspecificaties te controleren.
*3De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 30 vellen.
*4Dik papier wordt gedefinieerd als papier met een gewicht van 91 g/m
2
(25 lb) tot 256 g/m
2
(68 lb).
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
29

WF-3620-serie/WF-3640-serie
Afdrukmateri-
aal Formaat
Laadcapaciteit (vellen of hoogte)
Randloos
afdrukken
Dubbel-
zijdig af-
drukken
papiercas-
sette 1
papiercas-
sette 2
*1
papiertoe-
voer achter
Gewoon pa-
pier
*2
Legal 30
*3
30
*3
1-✓
*5
Letter 27,5 mm
*4
27,5 mm
*4
1-✓
A4 27,5 mm
*4
27,5 mm
*4
1-✓
B5 27,5 mm
*4
27,5 mm
*4
1-✓
A5 27,5 mm
*4
-1-
✓
*5
A6 27,5 mm
*4
----
Gebruikergede-
finieerd
111-✓
Dik papier
*6
Legal - - 1 - -
Letter - - 1 - -
A4 - - 1 - -
B5 - - 1 - -
A5 - - 1 - -
Gebruikergede-
finieerd
--1--
Envelope #10 10 - 1 - -
DL 10 - 1 - -
C6 10 - - - -
C4 - - 1 - -
Epson Bright
White Ink Jet Pa-
per (Inkjetpapier
helderwit)
A4 200
*4
200
*4
1-✓
Epson Photo
Quality Ink Jet
Paper (Inkjetpa-
pier fotokwali-
teit)
A4 80 - 1 - -
Epson Matte Pa-
per - Heavy-
weight (Mat pa-
pier zwaar)
A4 20 - 1 ✓-
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
30

Afdrukmateri-
aal Formaat
Laadcapaciteit (vellen of hoogte)
Randloos
afdrukken
Dubbel-
zijdig af-
drukken
papiercas-
sette 1
papiercas-
sette 2
*1
papiertoe-
voer achter
Epson Premium
Glossy Photo Pa-
per (Fotopapier
glanzend Premi-
um)
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - - ✓-
13 × 18 cm (5 × 7
inch)
20 - - ✓-
16:9-formaat
(102 × 181 mm)
20 - - ✓-
Epson Premium
Semigloss Photo
Paper (Fotopa-
pier halfglan-
zend Premium)
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - - ✓-
Epson Ultra
Glossy Photo Pa-
per (Fotopapier
ultraglanzend)
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - - ✓-
13 × 18 cm (5 × 7
inch)
20 - - ✓-
Epson Photo Pa-
per, Glossy (Fo-
topapier glan-
zend)
A4 20 - 1 ✓-
10 × 15 cm (4 × 6
inch)
20 - - ✓-
13 × 18 cm (5 × 7
inch)
20 - - ✓-
*1Papiercassette 2 is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het apparaat.
*2Normaal papier wordt gedefinieerd als papier met een gewicht van 64 g/m
2
(17 lb) tot 90 g/m
2
(24 lb).
Hiertoe behoren ook vooraf bedrukt papier, briefpapier, gekleurd papier en gerecycled papier.
*3De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 1 vel.
*4De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 30 vellen.
*5De papierformaten Legal en A5 zijn niet beschikbaar voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. Deze formaten zijn alleen
beschikbaar voor handmatig dubbelzijdig afdrukken.
*6Dik papier wordt gedefinieerd als papier met een gewicht van 91 g/m
2
(25 lb) tot 256 g/m
2
(68 lb).
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier kan van land tot land verschillen.
Instellingen voor papiersoorten op het display
De printer stelt zichzelf automatisch in op het afdrukmateriaal dat u in de afdrukinstellingen opgeeft. Daarom is het zo
belangrijk wat u instelt als papiersoort. Aan de hand van deze instelling weet de printer welk papier u gebruikt. De
hoeveelheid inkt wordt daar automatisch aan aangepast. In de volgende tabel staan de instellingen die u kunt opgeven
voor uw papier.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
31

C
Knijp en schuif de zijgeleiders naar de zijkant van de papiercassette.
Opmerking:
Wanneer u papier met een groter formaat dan A4 gebruikt, trekt u de papiercassette uit tot het symbool op de
cassette.
D
Verschuif de zijgeleider om deze af te stemmen op het papierformaat dat u wilt gebruiken.
Opmerking:
Papier met een formaat groter dan Legal is alleen beschikbaar voor de WF-7610-serie/WF-7620-serie.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
34

E
Leg het papier in de richting van de zijgeleider in met de afdrukzijde naar beneden en zorg ervoor dat het papier
niet aan het einde van de cassette uitsteekt.
Opmerking:
❏Papiercassette 2 is alleen geschikt voor papierformaat B5 of hoger.
❏Waaier het papier los en maak een rechte stapel voordat u het papier in de lade plaatst.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
35

F
Schuif de zijgeleiders naar de randen van het papier.
Opmerking:
Let er bij gewoon papier op dat het papier niet boven het pijltje H aan de binnenzijde van de zijgeleider uitkomt.
Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen minder is dan het maximum dat voor het
betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 27
G
Voor WF-7610-serie/WF-7620-serie: plaats het deksel van de papiercassette terug.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
36

H
Houd de cassette recht en schuif deze langzaam en voorzichtig weer helemaal in het apparaat terug.
Opmerking:
Wanneer u de papiercassette plaatst, wordt het venster met instellingen voor papierformaat en -type automatisch
weergegeven. Zorg dat de papierinstellingen overeenkomen met het geladen papier.
I
Schuif de uitvoerlade uit en zet de stop omhoog.
Opmerking:
❏Als u op voorgeperforeerd papier wilt afdrukken, raadpleegt u “Papier en enveloppen in de papiertoevoer aan de
achterkant laden” op pagina 40.
❏Zorg ervoor dat aan de voorkant van het apparaat voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
❏De papiercassette niet verwijderen of terugschuiven terwijl het apparaat in werking is.
Enveloppen in de papiercassette plaatsen
Volg de onderstaande instructies om enveloppen in de papiercassette te plaatsen:
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
37

A
Trek papiercassette 1 er helemaal uit.
B
Voor WF-7610-serie/WF-7620-serie: verwijder het deksel.
C
Knijp en schuif de zijgeleiders naar de zijkant van de papiercassette.
D
Plaats enveloppen in de lengte, met de klep rechts en naar boven gericht.
Opmerking:
Zorg dat het aantal enveloppen het maximum niet overschrijdt.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
38

E
Schuif de zijgeleiders naar de randen van de enveloppen en zorg dat de enveloppen niet uit het uiteinde van de
cassette steken.
Opmerking:
Als u geen klik voelt, schuift u de zijgeleiders naar de randen van de enveloppen.
F
Voor WF-7610-serie/WF-7620-serie: plaats het deksel van de papiercassette terug.
G
Houd de cassette recht en schuif deze langzaam en voorzichtig weer helemaal in het apparaat terug.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
39

Opmerking:
Wanneer u de papiercassette plaatst, wordt het venster met instellingen voor papierformaat en -type automatisch
weergegeven. Zorg dat de papierinstellingen overeenkomen met het geladen papier.
H
Schuif de uitvoerlade uit en zet de stop omhoog.
Opmerking:
❏De dikte van de enveloppen en de mogelijkheid om deze te vouwen, varieert per envelop. Als de totale dikte van
de stapel enveloppen meer is dan 10 mm, drukt u de stapel plat voordat u deze in cassette plaatst. Als u een stapel
enveloppen hebt geplaatst en de afdrukkwaliteit minder wordt, laadt u één envelop tegelijk.
❏Gebruik geen enveloppen die gekruld of gevouwen zijn.
❏Druk de envelop en de kleppen eerst goed plat.
❏Druk de zijde die als eerste in het apparaat gaat goed plat.
❏Gebruik geen enveloppen die te dun zijn. Dunne enveloppen kunnen gaan krullen tijdens het afdrukken.
❏Zorg dat de enveloppen recht op elkaar liggen voordat u ze in de cassette plaatst.
Papier en enveloppen in de papiertoevoer aan de
achterkant laden
Volg de onderstaande instructies om papier en enveloppen in de papiertoevoer aan de achterkant te laden:
Opmerking:
❏Verstuur uw taak voordat u papier in de papiertoevoer aan de achterkant plaatst.
❏Laad papier in de papiertoevoer aan de achterkant wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
40

A
Schuif de uitvoerlade uit en zet de stop omhoog.
B
Open de papiertoevoer aan de achterkant.
C
Houd één vel papier met de afdrukzijde naar boven gericht in het midden van de papiertoevoer aan de
achterkant en verschuif de zijgeleiders tot deze tegen de randen van het papier aanliggen.
Opmerking:
De afdrukzijde is meestal witter of glanzender dan de andere zijde.
D
Plaats het papier in de papiertoevoer aan de achterzijde. Het papier wordt automatisch ingevoerd.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
41

Opmerking:
❏Plaats enveloppen altijd met de korte zijde eerst en de klep naar beneden.
❏Gebruik geen enveloppen die gekruld of gevouwen zijn.
❏Druk de envelop en de kleppen eerst goed plat.
❏Druk de zijde die als eerste in het apparaat gaat goed plat.
❏Gebruik geen enveloppen die te dun zijn. Dunne enveloppen kunnen gaan krullen tijdens het afdrukken.
Opmerking bij papier met gaatjes:
❏U kunt voorgeperforeerd papier gebruiken met gaatjes aan een van de lange randen. Laad het papier niet met de
gaatjes aan de boven- of onderkant.
❏Beschikbare formaten zijn A3
*
, B4
*
, A4, B5, A5, A6
*
, Letter en Legal.
(* Papierformaten A3, B4 en A6 worden alleen ondersteund door de WF-7610-serie/WF-7620-serie.)
❏Automatisch dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk.
❏Zorg dat u de afdrukpositie van uw bestand aanpast om te voorkomen dat u over de gaatjes afdrukt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
42

Originelen plaatsen
Automatische documentinvoer (ADF)
U kunt uw originele documenten in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen om meerdere pagina's snel te
kopiëren, scannen of faxen. De ADF kan beide zijden van uw documenten scannen. U kunt de volgende originelen in
de ADF plaatsen.
Formaat B5, A5
*1
, A4, Letter, Legal
*1
, B4
*2
, A3
*2
Type Gewoon papier
Gewicht 64 g/m
2
tot 95 g/m
2
Capaciteit 35 vellen of 3,5 mm of minder
*3
*1Op de WF-3620-serie/WF-3640-serie kunt u niet automatisch aan weerszijden van de papierformaten A5 en Legal scannen.
*2B4- en A3-documenten zijn alleen beschikbaar voor de WF-7610-serie/WF-7620-serie.
*3Voor de WF-3620-serie/WF-3640-serie is de laadcapaciteit van het formaat Legal 10 vellen.
c
Belangrijk:
Vermijd de volgende documenten te gebruiken om te vermijden dat het papier vastloopt. Gebruik hiervoor de
glasplaat.
❏Documenten die worden samengehouden met papierklemmen, nietjes enz.
❏Documenten waar plakband of papier aan kleeft.
❏Foto's, OHP's of papier voor thermische overdracht.
❏Papier dat gescheurd of gekreukt is of waar gaten in zitten.
A
Tik de originelen op een vlakke ondergrond om de randen mooi gelijk te maken.
B
Verschuif de zijgeleider in de automatische documentinvoer.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
43

C
Plaats de originelen in de automatische documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde
eerst.
Opmerking:
Laad geen documenten boven het pijltje H aan de binnenzijde van de randgeleider.
D
Verschuif de zijgeleider tot deze op gelijke hoogte met de originelen komt.
Opmerking:
Plaats het origineel zoals weergegeven voor de lay-out 2op kopie. Zorg ervoor dat de afdrukstand van het origineel
overeenkomt met de instellingen voor Documentstand.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
44

Glasplaat
A
Open het deksel en plaats uw origineel op de glasplaat met de afdrukzijde naar beneden.
B
Schuif het origineel in de hoek.
Opmerking:
Zie de volgende gedeelten als er problemen optreden met het scangebied of de scanrichting wanneer u EPSON Scan
gebruikt.
& “De randen van het origineel worden niet gescand” op pagina 195
& “Meerdere documenten worden als een enkel bestand gescand” op pagina 195
C
Sluit de klep zachtjes.
Opmerking:
Wanneer er een document in de automatische documentinvoer (ADF) en op de glasplaat ligt, wordt voorrang gegeven aan
het document in de automatische documentinvoer.
Geheugenkaart plaatsen
U kunt foto's afdrukken die op een geheugenkaart zijn opgeslagen, of gescande gegevens op een geheugenkaart
opslaan. De volgende geheugenkaarten worden ondersteund.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
45

SD, miniSD, microSD, SDHC, miniSDHC, microSDHC, SDXC, microSDXC, MultiMediaCard, MMCplus,
MMCmobile, MMCmicro, Memory Stick Duo, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick PRO-HG Duo, Memory Stick
Micro, MagicGate Memory Stick Duo
c
Belangrijk:
Voor de volgende geheugenkaarten is een adapater vereist. Bevestig deze voordat u de kaart in de sleuf plaats, anders
kan de kaart klem komen te zitten.
❏miniSD, microSD, miniSDHC, microSDHC, microSDXC
❏Memory Stick Micro
A
Plaats één kaart tegelijk.
B
Kijk of het lampje aanblijft.
= aan, = knippert
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
46

c
Belangrijk:
❏Probeer de kaart niet met kracht helemaal in de sleuf te duwen. De kaart hoort uit te steken.
❏Verwijder de geheugenkaart niet terwijl het lampje knippert. De gegevens op de geheugenkaart kunnen
dan verloren gaan.
Opmerking:
Als de instellingen van Interface geheugenapp. zijn geconfigureerd op Uitschakelen, wordt de geheugenkaart niet
herkend.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
47

Kopiëren
Documenten kopiëren
Normaal kopiëren
Volg onderstaande instructies voor het kopiëren van documenten.
A
Laad papier in de papiercassette.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 33
Opmerking:
Als u op één veldik papier of papier met gaatjes wilt kopiëren, laadt u het papier in de papiertoevoer aan de
achterkant nadat u de taak hebt verzonden in stap 7. Zorg dat u de instelling van Papierbron wijzigt naar
Papiertoevoersl. achter.
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer aan de achterkant laden” op pagina 40
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
C
Ga naar de modus Kopiëren via het menu Home.
D
Voer het aantal kopieën in via het numerieke toetsenblok op het configuratiescherm.
E
Selecteer Indeling en vervolgens de toepasselijke indeling, zoals 2-op kopie.
F
Configureer de vereiste kopieerinstellingen. Selecteer Instel. voor uitgebreidere instellingen.
Opmerking:
❏Druk op Voorbeeld om een voorbeeld van de kopieerresultaten te bekijken voordat u de kopieertaak start.
❏U kunt uw kopieerinstellingen opslaan als voorinstelling.
& “Presets” op pagina 120
G
Druk op een van de x knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het kopieerproces.
Menulijst kopieermodus
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menulijst in de kopieermodus.
& “De modus Kopiëren” op pagina 107
Gebruikershandleiding
Kopiëren
48

Een TIFF-bestand afdrukken
A
Laad het papier.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 33
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer aan de achterkant laden” op pagina 40
B
Plaats een geheugenapparaat.
& “Geheugenkaart plaatsen” op pagina 45
C
Selecteer Geheug. app. in het menu Home.
D
Selecteer TIFF.
E
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
F
Controleer de bestandsgegevens en druk op Doorg..
G
Voer het aantal afdrukken in via het numerieke toetsenblok op het configuratiescherm.
H
Druk op Instel. om de afdrukinstellingen te configureren.
Opmerking:
Voor uitgebreide instellingen raadpleegt u de menulijst voor de modus Geheug. app..
& “De modus Geheug. app.” op pagina 108
I
Druk op Doorg. en bevestig de afdrukinstellingen.
J
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het afdrukproces.
Afdrukken vanaf uw computer
Printerdriver en Statusmonitor
In de printerdriver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste afdrukresultaten te krijgen. Met de
statusmonitor en de printerhulpprogramma's kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat
optimaal blijft werken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
50

Opmerking voor Windows-gebruikers:
❏De printerdriver gaat op de website van Epson op zoek naar de nieuwste versie van de printerdriver, waarna eventuele
updates automatisch worden geïnstalleerd. Klik in het Maintenance (Hulpprogramma's)-venster van uw
printerdriver op de knop Software Update (Software-update) en volg verder de instructies op het scherm. Als de knop
niet wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma's), wijst u All Programs (Alle programma's)
of Programs (Programma's) aan in het menu Start van Windows en kijkt u in de map EPSON.*
* Voor Windows 8:
Als de knop niet wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma's), klikt u met de rechtermuisknop
op het venster Start of veegt u omhoog of omlaag op het venster Start, selecteert u All apps (Alle apps) en vervolgens
Software Update (Software-update) in de EPSON-categorie.
❏Als u de taal van de driver wilt wijzigen, gaat u naar het venster Maintenance (Hulpprogramma's) van de
printerdriver en selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst Language (Taal). Of deze functie aanwezig is, verschilt per
land.
De printerdriver voor Windows openen
U kunt de printerdriver openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, vanaf het bureaublad of vanaf de taskbar
(taakbalk).
Als u instellingen wilt opgeven die alleen van toepassing moeten zijn op de toepassing waarmee u aan het werk bent,
opent u de printerdriver vanuit de toepassing in kwestie.
Als u instellingen wilt opgeven die door alle Windows-toepassingen moeten worden gebruikt, opent u de
printerdriver vanaf het bureaublad of via de taskbar (taakbalk).
Raadpleeg de volgende gedeelten voor meer informatie over het openen van de printerdriver.
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze Gebruikershandleiding zijn afkomstig uit Windows 7.
Vanuit Windows-toepassingen
A
Klik op Print (Afdrukken) of Print Setup (Afdrukinstelling) in het menu File (Bestand).
B
Klik in het venster dat verschijnt op Printer, Setup (Instellingen), Options (Opties), Preferences
(Voorkeuren) of Properties (Eigenschappen). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen
moet klikken, afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.)
Vanaf het bureaublad
❏Windows 8 en Server 2012:
Selecteer Desktop (Bureaublad), de Settings (Instellingen)-charm, en Control Panel (Configuratiescherm).
Selecteer vervolgens Devices and Printers (Apparaten en printers) in de categorie Hardware and Sound
(Hardware en geluiden). Klik met de rechtermuisknop op het apparaat of houd de knop ingedrukt op het
apparaat en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
❏Windows 7 en Server 2008 R2:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers). Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op de printer en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
51

Normaal gebruik
Normaal afdrukken
Volg de onderstaande stappen om vanaf uw computer af te drukken.
Als u bepaalde printerdriverinstellingen niet kunt wijzigen, zijn ze mogelijk vergrendeld door de beheerder. Neem
contact op met uw beheerder of een hoofdgebruiker voor hulp.
Opmerking:
❏De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen per model verschillen.
❏Laad papier op de juiste manier, voordat u gaat afdrukken.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 33
& “Enveloppen in de papiercassette plaatsen” op pagina 37
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer aan de achterkant laden” op pagina 40
❏Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het afdrukgebied.
& “Afdrukgebied” op pagina 202
❏Maak na het opgeven van de instellingen eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote hoeveelheden
afdrukt.
Basisinstellingen van de printer voor Windows
A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
B
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
Gebruikershandleiding
Afdrukken
53

C
Klik op het tabblad Main (Hoofdgroep).
D
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Source (Papierbron).
E
Selecteer de gewenste instelling voor Document Size (documentformaat). U kunt ook een aangepast
papierformaat definiëren. Zie de online-Help voor meer informatie.
F
Selecteer Borderless (Randloos) als u randloze foto's wilt afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Als u wilt regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt, klikt u op de knop Settings
(Instellingen), stelt u Auto Expand (Automatisch vergroten) in als de Method of Enlargement (Wijze van
vergroting) en past u vervolgens de schuifknop Amount of Enlargement (Mate van vergroting) aan.
G
Selecteer Portrait (Staand) (verticaal) of Landscape (Liggend) (horizontaal) om de afdrukstand van het
document op het papier op te geven.
Opmerking:
Selecteer Landscape (Liggend) wanneer u op enveloppen afdrukt.
H
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Type (Papiertype).
& “Printerdriverinstellingen voor papiersoorten” op pagina 32
Opmerking:
De afdrukkwaliteit wordt automatisch aangepast voor het geselecteerde Paper Type (Papiertype).
I
Selecteer de juiste instelling bij Quality (Kwaliteit).
Opmerking:
Als u gegevens met hoge dichtheid afdrukt op normaal papier, briefpapier of voorbedrukt papier, selecteert u
Standard-Vivid (Standaard - Levendig) voor een levendige afdruk.
J
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten.
Opmerking:
Zie het betreffende gedeelte om de geavanceerde instellingen te wijzigen.
K
Druk het bestand af.
Basisinstellingen van de printer voor Mac OS X
Opmerking:
❏Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze gebruikershandleiding zijn afkomstig van Mac OS X
10.7.
❏Wanneer u enveloppen afdrukt, gebruikt u de toepassing om de gegevens 180 graden te draaien.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
54

A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
B
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 52
Opmerking:
Als het vereenvoudigde dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op de knop Show Details (Toon details) (voor
Mac OS X 10.8 of 10.7) of de knop d (voor Mac OS X 10.6 of 10.5.8) om dit dialoogvenster uit te breiden.
C
Selecteer de printer die u gebruikt bij Printer.
Opmerking:
Afhankelijk van de toepassing kunt u bepaalde items in dit dialoogvenster mogelijk niet selecteren. Kies in dat geval
Page Setup (Pagina-instelling) in het menu File (Archief) van uw toepassing en geef de gewenste instellingen op.
D
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Size (Papierformaat).
Opmerking:
Selecteer XXX ( Borderless (Randloos)) bij Paper Size (Papierformaat) als u randloze foto's wilt afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 27
E
Selecteer de juiste instelling bij Orientation (Richting).
Opmerking:
Selecteer een liggend formaat wanneer u op enveloppen afdrukt.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
55

F
Selecteer Print Settings (Printerinstellingen) in het venstermenu.
G
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Source (Papierbron).
H
Selecteer de juiste instelling bij Media Type (Afdrukmateriaal).
& “Printerdriverinstellingen voor papiersoorten” op pagina 32
I
Selecteer de juiste instelling bij Print Quality (Afdrukkwaliteit).
Opmerking:
Als u gegevens met hoge dichtheid afdrukt op normaal papier, briefpapier of voorbedrukt papier, selecteert u
Standard-Vivid (Standaard - Levendig) voor een levendige afdruk.
J
Selecteer de juiste instelling bij Expansion (Uitbreiding) tijdens het randloze afdrukken om te regelen hoeveel
van de afbeelding buiten de rand van het papier valt.
K
Klik op Print (Afdrukken) om te beginnen met afdrukken.
Afdrukken annuleren
U kunt het afdrukken annuleren op de hierna beschreven manieren.
De printerknop gebruiken
Druk op y om de afdruktaak te annuleren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
56

Het statusmenu van het apparaat gebruiken
U kunt een actieve afdruktaak annuleren via het Statusmenu van het apparaat.
A
Druk op om het Statusmenu weer te geven.
B
Selecteer Taakmonitor en vervolgens Afdruktaak. Lopende taken en taken in de wachtrij worden in de lijst
weergegeven.
C
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
D
Druk op Annuler..
Voor Windows
Opmerking:
Een afdruktaak die volledig naar de printer is verzonden, kan niet meer worden geannuleerd. In dit geval moet u de
afdruktaak op de printer zelf annuleren.
A
Open de EPSON Status Monitor 3.
& “Voor Windows” op pagina 163
B
Klik op de knop Print Queue (Wachtrij). De Windows Spooler (Windows-spooler) wordt weergegeven.
C
Klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en selecteer Cancel (Annuleren).
Voor Mac OS X
Volg de onderstaande instructies om een afdruktaak te annuleren.
Opmerking:
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X 10.6 of 10.5.8 hebt verzonden via het netwerk, kunt u de afdruktaak mogelijk niet
annuleren vanaf de computer. Druk op y op het configuratiescherm van het apparaat om een afdruktaak te annuleren.
Raadpleeg de online Netwerkhandleiding voor instructies om dit probleem op te lossen.
A
Klik in het Dock op het pictogram van uw printer.
B
Selecteer in de lijst met documenten het document dat wordt afgedrukt.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
57

C
Klik op de knop Delete (Verwijderen) om de afdruktaak te annuleren.
Voor Mac OS X 10.8:
Klik op de knop om de afdruktaak te annuleren.
Overige opties
Een eenvoudige manier om foto's af te drukken
Met Epson Easy Photo Print kunt u uw digitale afbeeldingen afdrukken op verschillende soorten papier. Dankzij de
stapsgewijze instructies bereikt u snel het gewenste resultaat zonder dat u allerlei ingewikkelde instellingen hoeft op te
geven.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
58

Met de functie Quick Print (Snel afdrukken) kunt u met één klik afdrukken met de instellingen die u speciaal daarvoor
hebt opgeslagen.
Epson Easy Photo Print starten
Opmerking:
U kunt Epson Easy Photo Print downloaden vanaf de volgende Epson-website.
http://support.epson.net/
http://www.epson.eu/Support (Europa)
Voor Windows
❏Dubbelklik op het pictogram Epson Easy Photo Print op het bureaublad.
❏Voor Windows 8:
Voer 'Epson Easy Photo Print' in bij de zoekcharm en selecteer de software.
Voor Windows 7 en Vista:
Klik op de startknop, wijs naar All Programs (Alle Programma's), klik op Epson Software en klik vervolgens op
Easy Photo Print.
Voor Windows XP:
Klik op Start, wijs naar All Programs (Alle Programma's), wijs naar Epson Software en klik vervolgens op Easy
Photo Print.
Voor Mac OS X
Dubbelklik op de map Applications (Programma's) op de vaste schijf van uw Mac OS X, dubbelklik om de beurt op de
mappen Epson Software en Easy Photo Print en dubbelklik vervolgens op het pictogram Easy Photo Print.
Voorkeursinstellingen van de printer (alleen voor Windows)
Met de voorkeursinstellingen voor de printerdriver kunt u razendsnel afdrukken. U kunt ook zelf
voorkeursinstellingen maken.
Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
B
Selecteer Printing Presets (Voorkeursinstellingen) op het tabblad Main (Hoofdgroep). De printerinstellingen
worden automatisch aangepast aan de in het venster weergegeven waarden.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
59

Dubbelzijdig afdrukken
Gebruik de printerdriver om beide zijden van het papier te bedrukken.
Opmerking:
❏Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
❏De laadcapaciteit is verschillend bij dubbelzijdig afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 27
❏Gebruik alleen papier dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken. Anders kan het resultaat sterk tegenvallen.
& “Papier selecteren” op pagina 27
❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer via een netwerk of als gedeelde
printer wordt gebruikt.
❏Als de inkt tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken opraakt, wordt het afdrukken stopgezet en moet de inkt worden
vervangen. Wanneer de inkt is vervangen, wordt het afdrukken hervat. Er kunnen echter onderdelen op de afdruk
ontbreken. Wanneer dit gebeurt, drukt u de pagina waarop onderdelen ontbreken opnieuw af.
❏Afhankelijk van het papier en de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt om tekst en afbeeldingen af te drukken, kan de inkt
vlekken veroorzaken op de andere zijde van het papier.
❏Bij dubbelzijdig afdrukken kunnen vlekken op het papier ontstaan.
Opmerking voor Windows:
❏Er zijn vier soorten dubbelzijdig afdrukken mogelijk: automatisch standaard, automatisch gevouwen boekje,
handmatig standaard en handmatig gevouwen boekje.
❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken is alleen beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 is geactiveerd. Om de
statusmonitor te activeren, gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's)
en vervolgens op de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended Settings (Extra instellingen)
schakelt u het selectievakje Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor 3 inschakelen) in.
❏Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken kan het afdrukken langzaam verlopen, afhankelijk van de combinatie van
opties geselecteerd bij Select Document Type (Documenttype selecteren) in het venster Print Density Adjustment
(Afdrukdichtheid aanpassen) en bij Quality (Kwaliteit) in het venster Main (Hoofdgroep).
Opmerking bij Mac OS X
❏Mac OS X ondersteunt alleen automatisch standaard dubbelzijdig afdrukken.
❏Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken kan het afdrukken langzaam verlopen, afhankelijk van de instelling van
Document Type (Documenttype) in Two-sided Printing Settings (Inst. dubbelzijdig afdr.).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
60

Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
B
Selecteer de toepasselijke instelling voor 2-Sided Printing (Dubbelzijdig afdrukken).
Opmerking:
Afhankelijk van de versie van uw driver wordt de instelling 2-Sided Printing (Dubbelzijdig afdrukken) mogelijk
beschikbaar wanneer u het selectievakje inschakelt. Zorg dat het selectievakje Auto is ingeschakeld wanneer u
automatisch afdrukken gebruikt.
C
Klik op Settings (Instellingen) en kies de juiste instellingen.
Opmerking:
Selecteer Booklet (Boekje) als u een gevouwen boekje wilt afdrukken.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
❏Wanneer u automatisch afdrukken gebruikt en gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's en
grafieken, raden wij aan de instellingen op te geven in het venster Print Density Adjustment (Afdrukdichtheid
aanpassen).
❏De werkelijke rugmarge kan afwijken van de opgegeven instellingen. Dit hangt af van de toepassing waarmee u
werkt. Probeer daarom eerst een paar vellen uit om te zien wat het resultaat zal zijn, voordat u de volledige
afdruktaak afdrukt.
❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken biedt u de mogelijkheid de even pagina's eerst af te drukken. Wanneer u
oneven pagina's afdrukt, wordt een wit vel papier uitgevoerd wanneer de afdruktaak is voltooid.
❏Wanneer u handmatig afdrukt, controleert u of de inkt volledig droog is voordat u het papier terugplaatst.
Printerinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 52
B
Geef de gewenste instellingen op in Two-sided Printing Settings (Inst. dubbelzijdig afdr.).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
Wanneer u gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's en grafieken, raden wij aan de instellingen Print
Density (Afdrukdichtheid) en Increased Ink Drying Time (Langere droogtijd) handmatig op te geven.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
61

Volledige pagina afdrukken
Hiermee kunt u een document automatisch vergroten of verkleinen en zo aanpassen aan het papierformaat dat in de
printerdriver is geselecteerd.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
B
Selecteer Reduce/Enlarge Document (Verklein/vergroot document) en Fit to Page (Volledige pagina) op
het tabblad More Options (Meer opties) en selecteer vervolgens bij Output Paper (Uitvoerpapier) het
papierformaat dat u gebruikt.
Opmerking:
Als u een gereduceerde afbeelding wilt afdrukken met centrering, selecteert u Center (Centreren).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Printerinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 52
B
Kies Scale to fit paper size (Pas aan papierformaat aan) als instelling voor Destination Paper Size
(Doelpapierformaat) in het venster Paper Handling (Papierafhandeling) en selecteer het gewenste
papierformaat in het venstermenu.
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
62

Pages per Sheet (Pagina's per vel) afdrukken
Hiermee kunt u de printerdriver gebruiken om twee of vier pagina's op één vel af te drukken.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
B
Selecteer 2-Up (2 per vel) of 4-Up (4 per vel) als instelling voor Multi-Page (Meerdere pagina's) op het tabblad
Main (Hoofdgroep).
C
Klik op Page Order (Pag.volgorde) en kies de juiste instellingen.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Printerinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 52
B
Selecteer het gewenste aantal Pages per Sheet (Pagina's per vel) en de Layout Direction (Lay-outrichting)
(paginavolgorde) in het venster Layout (Lay-out).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
63

Anti-Copy Pattern (Antikopieerpatroon) (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u een document afdrukken als een document dat beveiligd is tegen kopiëren. Wanneer u
probeert een dergelijk document te kopiëren, wordt de tekenreeks die u als het antikopieerpatroon hebt toegevoegd,
meermaals op het document afgedrukt.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
B
Klik op Watermark Features (Watermerkfuncties) op het tabblad More Options (Meer opties), en selecteer
het antikopieerpatroon in de lijst Anti-Copy Pattern (Antikopieerpatroon).
Opmerking:
❏Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de volgende instellingen zijn geselecteerd:
Paper Type (Papiertype): plain papers (Gewoon papier)
Quality (Kwaliteit): Standard (Standaard)
Auto 2-Sided Printing (Automatisch dubbelzijdig afdrukken): Off (Uit)
Borderless (Randloos): Off (Uit)
Color Correction (Kleurcorrectie): Automatic (Automatisch)
Short Grain Paper (Breedlopend papier): Off (Uit)
❏Als u uw eigen watermerk wilt maken, klikt u op Add/Delete (Toev./Verw.). Zie de online-Help voor meer
informatie over elke instelling.
C
Klik op Settings (Instellingen) en kies de juiste instellingen.
Opmerking:
Antikopieerpatronen worden alleen in monochroom afgedrukt.
D
Klik op OK om naar het venster More Options (Meer opties) weer te geven.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en uw afdruktaak uit te voeren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
64

Watermark (Watermerk) (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u een watermerk dat op tekst of afbeelding is gebaseerd, op uw document afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
B
Klik op Watermark Features (Watermerkfuncties) op het tabblad More Options (Meer opties) en selecteer
een watermerk in de lijst Watermark (Watermerk).
Opmerking:
❏Als u uw eigen watermerk wilt maken, klikt u op Add/Delete (Toev./Verw.). Zie de online-Help voor meer
informatie over elke instelling.
❏Opgeslagen watermerken kunnen alleen worden gebruikt met het printerstuurprogramma waarin u de
instellingen hebt opgeslagen. Zelfs als meerdere printernamen zijn ingesteld voor een printerstuurprogramma,
zijn de instellingen alleen beschikbaar voor de printernaam waarin u de instellingen hebt opgeslagen.
❏Wanneer u de printer op een netwerk deelt, kunt u geen gebruikergedefinieerd watermerk als client maken.
C
Klik op Settings (Instellingen) en configureer de toepasselijke instellingen.
D
Klik op OK om naar het venster More Options (Meer opties) weer te geven.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en uw afdruktaak uit te voeren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
65

Header/Footer (Koptekst/voettekst) (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u de gebruikersnaam, computernaam, datum, tijd of sorteernummer boven of onder aan elke
pagina in een document afdrukken.
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 51
B
Klik op Watermark Features (Watermerkfuncties) op het tabblad More Options (Meer opties), selecteer
Header/Footer (Koptekst/voettekst) en klik op Settings (Instellingen).
C
Selecteer de vereiste opties in de vervolgkeuzelijst in het venster Header/Footer Settings (Instellingen koptekst/
voettekst).
Opmerking:
Als u Collate Number (Nummer sorteren) kiest, wordt het aantal kopieën afgedrukt.
D
Klik op OK om naar het venster More Options (Meer opties) weer te geven.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en uw afdruktaak uit te voeren.
Beheerdersinstellingen voor printerstuurprogramma
(alleen voor Windows)
Beheerders kunnen de volgende instellingen van het printerstuurprogramma vergrendelen voor iedere gebruiker om
te voorkomen dat de instellingen onbedoeld worden gewijzigd.
❏Antikopieerpatroon
❏Watermerk
❏Koptekst/voettekst
Gebruikershandleiding
Afdrukken
66

❏Kleur
❏Dubbelzijdig afdrukken
❏Meerdere pagina's
Opmerking:
U moet zich als beheerder aanmelden bij Windows.
A
Windows 8 en Server 2012:
Selecteer Desktop (Bureaublad), Settings (Instellingen), charm, Control Panel (Configuratiescherm) en
selecteer vervolgens Devices and Printers (Apparaten en printers) de categorie Hardware and Sound
(Hardware en geluiden).
Windows 7 en Server 2008 R2:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers).
Windows Vista en Server 2008:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden).
Windows XP en Server 2003:
Klik op Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printers and Faxes (Printers en
faxapparaten) in de categorie Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware).
B
Windows 8, 7, Server 2008 en Server 2012:
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat of houd de knop ingedrukt op het apparaat, selecteer Printer
properties (Eigenschappen van printer), Optional Settings (Optionele instellingen) en selecteer de knop
Driver Settings (Stuurprogramma-instellingen).
Windows Vista en Server 2008:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor uw apparaat, klik op Optional Settings (Optionele
instellingen) en klik vervolgens op de knop Driver Settings (Stuurprogramma-instellingen).
Windows XP en Server 2003:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor uw apparaat, klik op Optional Settings (Optionele
instellingen) en klik vervolgens op de knop Driver Settings (Stuurprogramma-instellingen).
C
Configureer de toepasselijke instellingen. Zie de online-Help voor meer informatie over elke instelling.
D
Klik op OK.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
67

Scannen
Scannen via het configuratiescherm
U kunt documenten scannen en de gescande afbeelding van het apparaat als bijlage van een e-mail naar een
aangesloten computer, een geheugenapparaat of een netwerkmap versturen.
Opmerking:
❏Afhankelijk van het apparaat worden de functies Scan naar netwerkmap/FTP en Scan naar e-mail mogelijk niet
ondersteund.
& “Beschikbare functies” op pagina 8
❏U kunt uw scaninstellingen opslaan als voorinstelling.
& “Presets” op pagina 120
Scannen naar een geheugenapparaat
A
Plaats een geheugenkaart of een extern USB-apparaat.
& “Geheugenkaart plaatsen” op pagina 45
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
C
Ga naar de modus Scannen via het menu Home.
D
Selecteer Geheug. app.
E
Druk op Indeling en selecteer de bestandsindeling die u wilt gebruiken om gescande gegevens naar het
geheugenapparaat in op te slaan.
F
Druk op Instel. en configureer de toepasselijke scaninstellingen.
Opmerking:
Wanneer u PDF selecteert als bestandsindeling, komen beveiligingsinstellingen beschikbaar zodat u een pdf kunt
maken dat met een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer PDF-instellingen.
G
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het scanproces.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
68

Scannen naar een map
Met de functie Scan naar netwerkmap/FTP kunt u gescande afbeeldingen naar een map op een server opslaan. U kunt
een opgeslagen map opgeven door een mappad rechtstreeks in te voeren, maar het is mogelijk gemakkelijker om eerst
een opgeslagen map te registreren en de mapinstellingen in Contacten te configureren voordat u deze functie gebruikt.
& “Instellingen voor de contactlijst configureren” op pagina 104
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Ga naar de modus Scannen via het menu Home.
C
Selecteer Netwerkmap/FTP.
D
Druk op Contacten om een lijst met geregistreerde mappen weer te geven.
Opmerking:
U kunt de map ook opgeven door het pad van de map rechtstreeks in te voeren. Na stap 3 drukt u op het veld Locatie
invoeren. Selecteer Communicatiemodus, voer het pad van de map in via het numerieke toetsenblok en andere
knoppen in het configuratiescherm, en configureer de mapinstellingen.
E
Druk op het selectievakje in de lijst om de map te selecteren, en druk op Doorg.
F
Druk op Menu. Configureer de toepasselijke scaninstellingen.
G
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het scanproces.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen naar een e-mail
Met de functie Scan naar e-mail kunt u de gescande afbeeldingsbestanden rechtstreeks vanaf het apparaat via e-mail
naar een vooraf geconfigureerde e-mailserver sturen.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u de instellingen van E-mailserver configureren en de Datum/tijd en het Tijdsverschil
in Datum/tijd instellen goed instellen. De tijdstempels op uw e-mails worden anders misschien niet goed weergegeven op de
computer van de ontvanger.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Ga naar de modus Scannen via het menu Home.
C
Selecteer E-mail.
Gebruikershandleiding
Scannen
69

D
Als u de e-mailadressen rechtstreeks wilt opgeven, drukt u op het veld E-mailadres invoeren en voert u een
e-mailadres in.
E
Als u e-mailadressen van Contacten wilt opgeven, drukt u op Contacten om de lijst weer te geven en selecteert u
een contactpersoon door op het selectievakje op de lijst te drukken. Druk vervolgens op Doorg.
Opmerking:
U kunt een e-mail naar 10 afzonderlijke e-mailadressen en -groepen versturen.
F
Druk op Indeling en selecteer de bestandsindeling.
G
Druk op Menu.
H
Selecteer E-mailinstellingen. U kunt een naam voor het gescande afbeeldingsbestand opgeven in Voorvoegsel
bestandsnaam. In Onderwerp geeft u het onderwerp op van de e-mail waaraan u het gescande bestand wilt
bijvoegen.
Opmerking:
In het hoofdgedeelte van de e-mail wordt het vooraf ingestelde bericht “Attached Scan Data” ingevoegd.
I
Selecteer Basisinstellingen. Configureer de toepasselijke scaninstellingen.
Opmerking:
❏In Max. grootte bijlage kunt u de maximumgrootte opgeven voor bestanden die bij een e-mail gevoegd kunnen
worden. Selecteer een hogere instelling als u vaak grote bestanden stuurt.
❏Wanneer u PDF selecteert als bestandsindeling, komen beveiligingsinstellingen beschikbaar zodat u een pdf
kunt maken dat met een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer PDF-instellingen.
J
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het scanproces.
Uw gescande afbeelding wordt per e-mail verstuurd.
Scannen naar een computer
Opmerking:
Zorg dat u de Epson Event Manager installeert voordat u deze functie gebruikt.
& “De software installeren” op pagina 152
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Ga naar de modus Scannen via het menu Home.
C
Selecteer Computer of Computer (WSD).
Gebruikershandleiding
Scannen
70

D
Selecteer een computer.
Opmerking:
Wanneer u Computer selecteert, gaat u naar de volgende stap. Wanneer u Computer (WSD) selecteert, gaat u naar
stap 7.
E
Druk op Indeling en selecteer de bestandsindeling om de gescande afbeelding op te slaan.
F
Configureer de toepasselijke scaninstellingen.
G
Druk op één van de knoppen x om het scannen te starten.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menulijst in de Scannen.
& “De modus Scannen” op pagina 110
Scannen vanaf uw computer
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
Met Office Mode (Kantoormodus) kunt u snel tekstdocumenten scannen zonder eerst een voorbeeld te tonen.
Opmerking:
❏Als u Epson Scan installeert op Windows Server 2012, Server 2008 en Server 2003, moet u Desktopcomputerervaring
hebben geïnstalleerd.
❏Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Scannen
71

C
Selecteer Office Mode (Kantoormodus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer de Document Source (Documentbron).
E
Selecteer het formaat van het origineel bij Size (Grootte).
F
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
G
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
H
Klik op Scan (Scannen).
Gebruikershandleiding
Scannen
72

I
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand) selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
❏Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet
is aangevinkt, start Epson Scan het scannen onmiddellijk zonder het venster File Save Settings (Instellingen voor
Bewaar bestand) weer te geven.
❏U kunt een PDF-bestand maken dat door een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer het tabblad Security
(Beveiliging) in PDF Plug-in Settings (PDF Plug-in Instellingen). Zie de Help voor details aangaande Epson
Scan.
❏Wanneer u Skip Blank Page (Blanco pagina's overslaan) selecteert, worden lege pagina's in het document niet
gescand.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in de Professional Mode (Professionele modus)
Met de Professional Mode (Professionele modus) kunt u alle mogelijke scaninstellingen aanpassen en het resultaat van
deze veranderingen bekijken in een voorbeeldscan. Deze modus wordt aanbevolen voor geavanceerde gebruikers.
Opmerking:
❏Als u Epson Scan installeert op Windows Server 2012, Server 2008 of Server 2003, moet u Desktopcomputerervaring
hebben geïnstalleerd.
❏Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 80
Gebruikershandleiding
Scannen
73

C
Selecteer Professional Mode (Professionele modus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer de Document Source (Documentbron).
E
Selecteer Photo (Foto) of Document als de instelling voor Auto Exposure Type (Automatische belichting).
F
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
Gebruikershandleiding
Scannen
74

G
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
H
Klik op Preview (Voorbeeldscan) om de scan(s) vooraf te bekijken. Het venster Preview (Voorbeeldscan)
wordt geopend waarin u het voorbeeld kunt zien.
& “Het scangebied weergeven en aanpassen” op pagina 78
Opmerking bij de automatische documentinvoer (ADF):
❏De ADF laadt uw eerste documentpagina en vervolgens scant Epson Scan het en wordt het in het venster Preview
(Voorbeeldscan) getoond. De ADF werpt vervolgens de eerste pagina uit.
Plaats de eerste documentpagina boven op de rest van de pagina's en laad vervolgens het gehele document in de
ADF.
❏De door de ADF uitgeworpen documentpagina is nog niet gescand. Plaats het gehele document opnieuw in de
ADF.
I
Selecteer indien nodig de grootte van de gescande afbeelding(en) bij Target Size (Doelgrootte). U kunt uw
afbeeldingen scannen op de grootte van het origineel, of u kunt ze verkleinen of vergroten door de Target Size
(Doelgrootte) te selecteren.
J
Pas indien nodig de kwaliteit aan.
& “Mogelijkheden voor het aanpassen van afbeeldingen” op pagina 75
K
Klik op Scan (Scannen).
L
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand) selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
❏Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet
is aangevinkt, start Epson Scan het scannen onmiddellijk zonder het venster File Save Settings (Instellingen voor
Bewaar bestand) weer te geven.
❏U kunt een PDF-bestand maken dat door een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer het tabblad Security
(Beveiliging) in PDF Plug-in Settings (PDF Plug-in Instellingen). Zie de Help voor details aangaande Epson
Scan.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Mogelijkheden voor het aanpassen van afbeeldingen
Epson Scan biedt tal van mogelijkheden om de kleuren, de scherpte en het contrast te verbeteren, en diverse andere
aspecten die van invloed zijn op de beeldkwaliteit te veranderen.
Gebruikershandleiding
Scannen
75

Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Histogram Adjustment (Histo-
gramaanpassing)
Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de lichte delen, schaduwen en
gammaniveaus.
Tone Correction (Tooncorrectie) Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de verschillende tonen.
Image Adjustment (Afbeeldings-
aanpassing)
Hiermee past u helderheid en contrast aan en bepaalt u het balans tussen de kleuren rood,
groen en blauw in de hele afbeelding.
Color Palette (Kleurenpalet) Biedt een grafische interface voor de aanpassing van middentinten, zoals huidtinten,
zonder iets te veranderen aan de lichte en donkere delen van de afbeelding.
Unsharp Mask (Verscherpen) Hiermee verscherpt u de overgangen tussen kleurgebieden waardoor de hele afbeelding
helderder lijkt.
Gebruikershandleiding
Scannen
76

Descreening (Ontrasteren) Hiermee verwijdert u de ribbelpatronen (ook wel "moiré" genoemd) die soms voorkomen
over kleurgebieden met subtiele schakeringen, bijvoorbeeld huidkleuren.
Color Restoration (Kleurherstel) Hiermee worden verkleurde foto's automatisch opgefrist.
Backlight Correction (Tegenlicht-
correctie)
Hiermee worden donkere delen uit foto's met veel tegenlicht automatisch lichter
gemaakt.
Dust Removal (Stof verwijderen) Hiermee wordt stof op uw originelen automatisch onzichtbaar gemaakt.
Text Enhancement (Tekst verbete-
ren)
Hiermee wordt de tekstherkenning tijdens het scannen verbeterd.
Gebruikershandleiding
Scannen
77

Auto Area Segmentation (Gebie-
den autom. scheiden)
Met deze optie worden afbeeldingen in Black&White (Zwart-wit) scherper en wordt de
tekstherkenning nauwkeuriger omdat tekst en afbeeldingen worden gescheiden.
Color Enhance (Kleur verbeteren) Hiermee kunt u een kleur verbeteren. U kunt kiezen tussen rood, blauw en groen.
Het scangebied weergeven en aanpassen
Een voorbeeldmodus selecteren
Nadat u de basisinstellingen en de resolutie hebt geselecteerd, kunt u een voorbeeld van de gescande afbeelding
weergeven en het scangebied selecteren of aanpassen in het venster Preview (Voorbeeldscan). Er zijn twee manieren
om een voorbeeldscan te maken.
❏Normal (Normaal) voorbeeld: hiermee worden afbeeldingen volledig weergegeven. U kunt zelf het gewenste
scangebied selecteren en met de hand de beeldkwaliteit aanpassen.
❏Thumbnail voorbeeld: hiermee worden de afbeeldingen als miniaturen (thumbnails) weergegeven. Epson Scan
lokaliseert automatisch de randen van het scangebied, de belichtingsinstellingen worden automatisch aangepast
en indien nodig wordt de afbeelding (of worden de afbeeldingen) gedraaid.
Opmerking:
❏Enkele instellingen die u na het weergeven van de voorbeeldscan wijzigt, worden teruggezet als u een andere modus voor
de voorbeeldscanmodus selecteert.
❏Of u het type voorbeeldscan kunt wijzigen, hangt af van het documenttype en de Epson Scan modus die u gebruikt.
❏Indien u de voorbeeldscan bekijkt zonder dat het venster Preview (Voorbeeldscan) wordt getoond, wordt de afbeelding
met de basisinstellingen voor de voorbeeldscanmodus getoond. Als u een voorbeeld bekijkt terwijl het venster Preview
(Voorbeeldscan) wel is geopend, wordt het voorbeeld weergegeven in de modus die vóór het openen van de
voorbeeldscan actief was.
❏Om het formaat van het venster Preview (Voorbeeldscan) te wijzigen, klikt u op de hoek van het venster Preview
(Voorbeeldscan) en versleept u het.
❏Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Een selectiekader maken
Het selectiekader is een bewegende stippellijn aan de rand van de voorbeeldscan. Dit kader geeft het scangebied aan.
Gebruikershandleiding
Scannen
78

U kunt een selectiekader tekenen op een van de volgende manieren.
❏Om handmatig een selectiekader te tekenen, plaatst u de aanwijzer daar waar de hoek van het selectiekader moet
komen en klikt u. Sleep de kruiscursor over het beeld naar de andere hoek van het gewenste scangebied.
❏Om automatisch een selectiekader te tekenen, klikt u op het pictogram automatisch lokaliseren. U kunt dit
pictogram alleen gebruiken bij het bekijken van een normale voorbeeldscan en wanneer er slechts een enkel
document op de glasplaat ligt.
❏Om een selectiekader met een bepaald formaat te tekenen, voert u de nieuwe breedte en hoogte in bij Document
Size (Documentformaat).
❏Voor een goed resultaat in het algemeen, en een goede belichting in het bijzonder, moet u ervoor zorgen dat alle
zijden van het selectiekader binnen de omtrek van de afbeelding blijven. Trek het selectiekader dus niet door tot in
het gebied dat buiten de voorbeeldscan van de afbeelding valt.
Een selectiekader aanpassen
U kunt het selectiekader verplaatsen en de grootte ervan veranderen. Als u met het normale voorbeeld werkt, kunt u op
elke afbeelding tot 50 selectiekaders maken om verschillende scangebieden als afzonderlijke bestanden te scannen.
Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer ergens binnen het kader. De aanwijzer
verandert in een handje. Klik en sleep het selectiekader naar de gewenste plaats.
Als u het selectiekader groter of kleiner wilt maken, plaatst u de aanwijzer op de rand of op een van de
hoeken van het kader.
De aanwijzer verandert in een rechte of schuine dubbele pijl. Klik en sleep de rand van het
selectiekader naar de gewenste plaats (tot de gewenste grootte is bereikt).
Klik op dit pictogram om extra selectiekaders van hetzelfde formaat te maken.
Als u een selectiekader wilt verwijderen, klikt u ergens in het kader en vervolgens op dit pictogram.
Klik op dit pictogram om alle selectiekaders te activeren.
Gebruikershandleiding
Scannen
79

Opmerking:
❏Als u het selectiekader verplaatst met de Shift-toets ingedrukt, kan het selectiekader alleen in horizontale of verticale
richting worden versleept.
❏Als u de grootte van het selectiekader aanpast met de Shift-toets ingedrukt, blijft de bestaande
hoogte-breedteverhouding van het selectiekader behouden.
❏Als u meer dan één selectiekader hebt gemaakt, vergeet dan niet op All (Alle) te klikken, in het venster Preview
(Voorbeeldscan), voordat u de scan maakt. Anders wordt alleen het gebied binnen het laatst getekende selectiekader
gescand.
Software-informatie
Epson Scan Driver starten
Met deze software kunt u alle aspecten van het scannen regelen. U kunt dit programma als een afzonderlijk
scanprogramma of samen met andere TWAIN-scanprogramma's gebruiken.
Starten
❏Windows 8 en Server 2012:
Selecteer het pictogram EPSON Scan op het bureaublad.
Of selecteer EPSON Scan in het Start-venster.
❏Windows 7, Vista, XP, Server 2008 en Server 2003:
Dubbelklik op het pictogram EPSON Scan op het bureaublad.
Of klik op Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > EPSON > EPSON Scan >
EPSON Scan.
❏Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software > EPSON Scan.
De Help openen
Klik op de knop Help van de Epson Scan driver.
Andere software voor scannen starten
Opmerking:
Bepaalde scansoftware is voor sommige landen mogelijk niet bijgeleverd.
Epson Event Manager
Met Epson Event Manager kunt u knoppen van het apparaat toewijzen om een scanprogramma te openen. U kunt
tevens vaak gebruikte instellingen voor het scannen opslaan zodat scanwerkzaamheden sneller kunnen worden
uitgevoerd.
U kunt deze software downloaden vanaf de volgende Epson-website.
http://support.epson.net/
http://www.epson.eu/Support (Europa)
Gebruikershandleiding
Scannen
80

Starten
❏Windows 8:
Klik met de rechtermuisknop op het Start-venster of veeg omhoog of omlaag op het Start-venster en selecteer All
apps (Alle apps) > Epson Software > Event Manager (Gebeurtenisbeheer).
❏Windows 7, Vista en XP:
Selecteer de startknop of Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's)> Epson
Software > Event Manager.
❏Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software en dubbelklik op het pictogram Event Manager.
De Help openen
❏Windows:
Klik op het pictogram in de rechterbovenhoek van het scherm.
❏Mac OS X:
Klik op menu > Help > Epson Event Manager Help.
Presto! PageManager
Met deze software kunt u foto's en documenten scannen, beheren en delen.
Opmerking:
De software-cd van Presto! PageManager wordt mogelijk bij uw apparaat geleverd.
Starten
❏Windows 8:
Klik met de rechtermuisknop op het Start-venster of veeg omhoog of omlaag op het Start-venster en selecteer All
apps (Alle apps) > Epson Software > Presto! PageManager.
Windows 7, Vista en XP:
Klik op de startknop of Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > Presto!
PageManager map > Presto! PageManager.
❏Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Presto! PageManager en dubbelklik op het pictogram Presto!
PageManager.
Gebruikershandleiding
Scannen
81

c
Belangrijk:
❏Als u een PBX-console in de kamer hebt, verbindt u de kabel vanaf de console met de LINE-poort.
❏Verwijder het deksel van de EXT-poort van het apparaat niet wanneer u uw telefoon niet aansluit.
DSL of ISDN
Sluit een telefoonkabel van uw DSL-modem, terminal adapter of ISDN-router aan op de LINE-poort aan de
achterkant van het apparaat. Voor meer informatie raadpleegt u de documentatie bij uw modem, adapter of router.
c
Belangrijk:
Wanneer u aansluit op een DSL-lijn, moet u misschien een afzonderlijk DSL-filter gebruiken. Bij gebruik van een
DSL-filter sluit u een telefoonkabel van het DSL-filter aan op de LINE-poort van het apparaat.
Een telefoon aansluiten
Nadat u het apparaat op de telefoonlijn aansluit, volgt u de onderstaande procedure om uw telefoon of
antwoordapparaat aan te sluiten.
Gebruikershandleiding
Faxen
83

Eén telefoonlijn
A
Verwijder het deksel van de EXT-poort op het apparaat.
B
Sluit een tweede telefoonkabel aan op uw telefoon of antwoordapparaat en op de EXT-poort.
c
Belangrijk:
❏Wanneer één telefoonlijn wordt gedeeld door de telefoon en het apparaat, moet u de telefoon aansluiten op de
EXT-poort van het apparaat. De telefoon en het apparaat werken anders misschien niet goed.
❏Wanneer u een antwoordapparaat aansluit, moet u de instelling Overgaan voor antwoorden van het apparaat
misschien wijzigen.
& “Het aantal rings voor antwoorden instellen” op pagina 88
Twee telefoonlijnen (voorbeeld van ISDN)
Sluit een tweede telefoonkabel op uw telefoon of antwoordapparaat aan en op de poort van de terminal adapter of
ISDN-router.
Gebruikershandleiding
Faxen
84

Faxinstellingen
Basisinstellingen
In deze sectie worden de minimuminstellingen beschreven die vereist zijn om de faxfuncties te kunnen gebruiken.
Opmerking:
Met de functie Instelling vergrendelen in het menu Beheerdersinstellingen kan een beheerder voorkomen dat instellingen
worden gewijzigd door ze te beschermen met een wachtwoord.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 113
De wizard Faxinstelling gebruiken
Het menu Wizard faxinstelling begeleidt u bij het instellen van de basisfaxfuncties. De wizard wordt automatisch
weergegeven wanneer u het apparaat voor het eerst instelt. Als u de instellingen al hebt geconfigureerd, kunt u deze
sectie overslaan, tenzij u de instellingen moet wijzigen.
c
Belangrijk:
Voordat u de wizard start, moet u het apparaat en uw telefoon goed op de telefoonlijn hebben aangesloten.
& “Verbinden met een telefoonlijn” op pagina 82
A
Ga naar de modus Instellen via het menu Home.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
D
Selecteer Wizard faxinstelling.
Het venster Wizard faxinstelling wordt weergegeven. Druk op Start om verder te gaan.
E
In het venster Faxkoptekst voert u de naam van de afzender in (maximaal 40 tekens).
Gebruikershandleiding
Faxen
85

Instellingen voor het verzenden van faxen
❏De faxcommunicatiesnelheid wijzigen.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Faxsnelheid
Opmerking:
De faxsnelheid die u hier selecteert, wordt ook toegepast wanneer u faxen ontvangt.
❏Een contactlijst maken voor faxen.
& “Een contact maken” op pagina 104
❏De standaardinstellingen voor het verzenden van faxen wijzigen, zoals de resolutie en de documentgrootte.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Standaardinst. gebr.
Instellingen voor het ontvangen van faxen
❏Uitvoerinstellingen van ontvangen faxen wijzigen.
Het apparaat drukt standaard alle ontvangen faxen af. U kunt de instellingen wijzigen om ontvangen faxen te
bewaren in het geheugen van het apparaat, op een computer of op een extern geheugenapparaat.
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 97
❏Papiercassettes selecteren om faxen en faxrapporten af te drukken.
Als uw apparaat meer dan een cassette heeft, kunt u selecteren welke cassette gebruikt moet worden om faxen en
faxrapporten af te drukken.
& Instellen > Systeembeheer > Printerinstellingen > Instellingen papierbron > Inst. autom. selecteren > Fax
Opmerking:
Wanneer meer dan een cassette in het bovenstaande menu wordt geselecteerd, wordt automatisch de meest geschikte
cassette geselecteerd op basis van de papiergrootte-instelling voor elke cassette en de grootte van ontvangen faxen of
faxrapporten.
❏Instellingen wijzigen voor het afdrukken van faxen en faxrapporten.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Uitvoerinstellingen
FAX Utility installeren om te faxen vanaf een computer
Met Epson FAX Utility kunt u een fax vanaf een computer verzenden en ontvangen faxen in een opgegeven map
opslaan. Volg de onderstaande procedure om FAX Utility te installeren. PC-FAX Driver wordt ook geïnstalleerd. Dit
is vereist voor het versturen van faxen.
c
Belangrijk:
Installeer het printerstuurprogramma voordat u FAX Utility installeert.
Windows
Plaats de software-cd die bij uw apparaat is geleverd, en klik op setup.exe in de volgende map.
\Apps\FaxUtility\setup.exe
c
Belangrijk:
Selecteer dezelfde poort die voor het printerstuurprogramma is gebruikt.
Gebruikershandleiding
Faxen
89

Mac OS X
Download FAX Utility vanaf de volgende Epson-website.
http://support.epson.net/setupnavi/
Na installatie van FAX Utility volgt u de onderstaande procedure om het faxstuurprogramma toe te voegen.
A
Selecteer Apple - System Preference (Systeemvoorkeuren) - Print & Fax (Afdrukken en faxen) om de
printerlijst weer te geven.
B
Klik op de toevoegknop (+).
C
Klik op Default (Standaard) wanneer het venster voor het toevoegen van een printer wordt weergegeven.
D
Wanneer het PC-FAX Driver wordt weergegeven in de lijst, selecteert u het en klikt u op Voeg toe.
Opmerking:
❏Het kan even duren voordat het PC-FAX Driver wordt weergegeven.
❏De naam van het PC-FAX Driver begint met FAX, gevolgd door de naam van het apparaat en de
verbindingsmethode tussen haakjes, zoals (USB).
E
Selecteer Stop systeemvoorkeuren via het menu Systeemvoorkeuren.
Faxen verzenden
Basisbewerkingen
Volg de onderstaande stappen om een monochrome (zwartwit) of kleurenfax te sturen. Wanneer u een monochrome
fax verstuurt, wordt het gescande document tijdelijk in het geheugen van het apparaat opgeslagen en kunt u een
voorbeeld op het lcd-scherm bekijken voordat u de fax verzendt.
Opmerking:
Het apparaat kan tot 50 monochrome faxtaken accepteren. U kunt de gereserveerde faxtaak controleren of annuleren via
het Statusmenu.
& “Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren” op pagina 101
A
Plaats het origineel. U kunt tot 100 pagina's per overdracht verzenden.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Ga naar de modus Fax via het menu Home.
Opmerking:
Als u een dubbelzijdig document wilt faxen, plaatst u het document in de automatische documentinvoer. Druk op
Menu, selecteer Inst.faxverzending, ADF dubbelzijdig en tot slot Aan. U kunt dubbelzijdige documenten niet in
kleur faxen.
Gebruikershandleiding
Faxen
90

Opmerking:
❏U kunt geen voorbeeld van de afbeeldingen bekijken wanneer de optie Direct verzenden in het menu
Inst.faxverzending is ingeschakeld.
❏Wanneer het voorbeeldvenster 20 seconden niet wordt aangeraakt, wordt de fax automatisch verzonden.
❏Als u het document opnieuw wilt scannen, drukt u op Opnieuw in het voorbeeldvenster. Stel het document
opnieuw in of wijzig waar nodig de verzendinstellingen, en herhaal deze stap.
F
Druk op x (Color) of x (B&W) om de fax te verzenden.
Druk op y om het verzenden van de fax te annuleren. U kunt de taak ook annuleren of de taakstatus/het
taakresultaat controleren in het venster Taakmonitor of Taakgeschiedenis.
Lees de volgende sectie voor meer informatie over het controleren van de status of het resultaat van de taak.
& “Het statusmenu gebruiken” op pagina 101
Opmerking:
Als de optie Foutgeg.opslaan is ingeschakeld, worden faxen die niet kunnen worden verzonden, opgeslagen. U kunt
deze opgeslagen faxen opnieuw verzenden vanuit het venster Statusmenu.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Verzendinstellingen > Foutgeg.opslaan
Overige opties
Handige faxfuncties gebruiken
In deze sectie wordt besproken hoe u andere handige faxfuncties gebruikt om uw productiviteit te verbeteren.
Opmerking:
Met de functie Instelling vergrendelen in het menu Beheerdersinstellingen kan een beheerder voorkomen dat instellingen
worden gewijzigd door ze te beschermen met een wachtwoord.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 113
❏Een groot aantal monochrome documenten versturen (Direct verzenden)
Wanneer u een monochrome fax verzendt, wordt het gescande document tijdelijk in het geheugen van het
apparaat opgeslagen. Als u een groot aantal documenten scant, raakt het geheugen van het product mogelijk vol
en wordt het scannen halverwege gestopt. U kunt dit voorkomen door de optie Direct verzenden in het menu
Inst.faxverzending te gebruiken. Het apparaat begint met scannen nadat de verbinding is gemaakt, en scant en
verstuurt tegelijkertijd zonder de gescande afbeelding naar het geheugen op te slaan. Zelfs wanneer het geheugen
al vol is, kunt u een monochrome fax via deze optie versturen.
U kunt deze optie niet gebruiken wanneer u faxen naar meer dan een ontvanger stuurt.
❏Voorrang geven aan dringende faxen (Met prioriteit sturen)
Wanneer u een dringende fax wilt sturen en er staan al meerdere faxen in de wachtrij, kunt u de dringende fax
sturen zodra een actieve faxtaak is voltooid. Hiervoor schakelt u Met prioriteit sturen in het menu
Inst.faxverzending voordat u op x (Color) of x (B&W) drukt.
Een faxtaak die vanaf een computer wordt gestuurd, krijgt voorrang op faxtaken die via Met prioriteit sturen
worden verzonden.
Gebruikershandleiding
Faxen
92

❏Batchbewerkingen gebruiken om verbindingstijden te verkorten en kosten te besparen (Batchverzending)
Wanneer de optie Batchverzending is ingeschakeld (de optie is standaard uitgeschakeld), controleert het apparaat
alle faxen die in de wachtrij voor het geheugen staan en worden faxen voor dezelfde ontvanger gegroepeerd om als
batch te versturen. Via de batchbewerking kunnen tot 5 bestanden en/of tot 100 pagina's worden verstuurd. Roep
het menu op dat hieronder is weergegeven.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Verzendinstellingen > Batchverzending
Opmerking:
❏Deze functie werkt alleen als de ontvangersgegevens identiek zijn. Als dezelfde ontvnager in twee faxtaken wordt
gedetecteerd maar een van de taken bevat een andere ontvanger, groepeert het apparaat de ontvangers niet.
❏Zelfs als de ontvangersgegevens overeenkomen, worden geplande faxen niet gegroepeerd tenzij de tijd om de fax
te sturen, overeenkomt.
❏Deze functie wordt niet toegepast op faxen die vanaf een computer worden verstuurd of faxen die met de optie
Met prioriteit sturen of Direct verzenden worden gestuurd.
❏Documenten met verschillende groottes versturen via de automatische documentinvoer (Continuscan van
ADF)
Als u documenten met verschillende groottes tegelijk in de automatische documentinvoer plaatst, worden ze
misschien niet met hun oorspronkelijke groottes verstuurd. Als u documenten met verschillende groottes via de
automatische documentinvoer wilt versturen, schakelt u eerst de optie Continuscan van ADF in het menu
Inst.faxverzending in. Het apparaat vraagt u vervolgens of u nog een pagina wilt scannen wanneer een document
in de automatische documentinvoer is gescand en voordat de overdracht wordt gestart. Via deze functie kunt u
documenten op grootte sorteren en scannen. Dit is ook handig wanneer u een groot aantal documenten faxt, die
niet tegelijk in de automatische documentinvoer kunnen worden geladen.
❏De functie Op haak gebruiken (alleen WF-7610-serie/WF-7620-serie)
Met de functie Op haak kunt u tonen en stemmen van de interne speaker van het apparaat horen terwijl de
aangesloten telefoon op de haak blijft liggen. Druk op Op haak op het bovenste faxvenster en voer het faxnummer
in het configuratiescherm in. U kunt deze functie gebruiken wanneer u een specifiek document bij een faxservice
op aanvraag wilt opvragen door de audiobegeleiding van de service te volgen.
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip
U kunt instellen dat een fax op een opgegeven tijd wordt verstuurd. Met deze functie kunt u geen kleurenfaxen
versturen.
Opmerking:
Zorg dat de datum- en tijdinstelling van het apparaat goed is.
& Instellen > Systeembeheer > Algemene instellingen > Datum/tijd instellen
A
Volg stap 1 tot 4 in “Basisbewerkingen” op pagina 90.
B
Druk op het bovenste faxvenster op Menu en selecteer Fax later verzenden.
C
Selecteer Aan en voer de tijd in waarop de fax moet worden verzonden. Druk op OK wanneer u klaar bent.
Gebruikershandleiding
Faxen
93

D
Druk op x (B&W) om de fax te scannen.
De gescande afbeelding wordt op een specifiek tijdstip verzonden. Als het apparaat op de opgegeven tijd is
uitgeschakeld, wordt de fax verzonden wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
Een fax op aanvraag versturen (fax-polling)
Met de functie Polling verzenden kunt u een gescand document (tot 100 pagina's in monochroom) opslaan zodat het
automatisch op aanvraag vanaf een ander faxapparaat kan worden verzonden. Uw klanten of bedrijfspartners kunnen
het document ontvangen door gewoon uw faxnummer te bellen via de functie Polling ontvangen op hun faxapparaat.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Ga naar de modus Fax via het menu Home.
C
Druk op Menu, selecteer Polling verzenden en vervolgens Aan.
D
Druk op Menu en selecteer Inst.faxverzending om desgewenst de faxoverdrachtsinstellingen te wijzigen, zoals
de resolutie. In de menulijst vindt u een beschrijving van alle instellingen.
& “De modus Fax” op pagina 109
E
Druk op x (B&W) om het document te scannen.
Het gescande document wordt opgeslagen tot u het verwijdert. Als u het opgeslagen document wilt
verwijderen, roept u het op via het Statusmenu.
& “Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren” op pagina 101
Opmerking:
Omdat slechts één document kan worden opgeslagen, wordt u gevraagd of u wilt overschrijven wanneer er al een
document is opgeslagen.
Een opgeslagen fax verzenden
U kunt één gescand document (tot 100 pagina's in monochroom) opslaan in het geheugen van het apparaat, zodat u
het op elk moment naar een willekeurige ontvanger kunt sturen. Dit is een handige functie voor documenten die u
vaak naar klanten of bedrijfspartners moet sturen.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Ga naar de modus Fax via het menu Home.
C
Druk op Menu en selecteer Faxgeg. opslaan en vervolgens Aan.
D
Druk op Menu en selecteer Inst.faxverzending om desgewenst de faxoverdrachtsinstellingen te wijzigen, zoals
de resolutie. In de menulijst vindt u een beschrijving van alle instellingen.
& “De modus Fax” op pagina 109
Gebruikershandleiding
Faxen
94

E
Druk op x (B&W) om het document te scannen.
Het gescande document wordt opgeslagen tot u het verwijdert. Als u het opgeslagen document wilt verzenden,
roept u het op via het Statusmenu.
& “Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren” op pagina 101
Opmerking:
Omdat slechts één document kan worden opgeslagen, wordt u gevraagd of u wilt overschrijven wanneer er al een
document is opgeslagen.
Een fax verzenden vanaf een verbonden telefoon
Als het telefoonnummer en faxnummer van de ontvanger hetzelfde zijn, kunt u een fax sturen nadat u telefonisch met
de ontvanger hebt gesproken.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 43
B
Kies het nummer vanaf de telefoon dat is aangesloten op het apparaat. U kunt desgewenst telefonisch met de
ontvanger praten.
C
Druk op Start fax op het lcd-scherm van het apparaat.
D
Selecteer Verzenden.
E
Wanneer u een faxtoon hoort, drukt u op x (Color) of x (B&W) om de fax te verzenden.
F
Leg de telefoon neer.
Een fax vanaf een computer verzenden
Via Epson FAX Utility kunt u documenten die zijn gemaakt met een toepassing zoals een tekstverwerkings- of
werkbladprogramma, rechtstreeks vanaf uw computer faxen. Lees de volgende sectie voor informatie om FAX Utility
te installeren.
& “FAX Utility installeren om te faxen vanaf een computer” op pagina 89
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Microsoft Word gebruikt als voorbeeld voor Windows OS (Windows-besturingssysteem), en
Text Edit voor Mac OS X. De daadwerkelijke bewerkingen kunnen afwijken, afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Raadpleeg de Help van de toepassing voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
Faxen
95

A
Open het bestand dat u wilt faxen.
B
Selecteer het afdrukmenu via het bestandsmenu van uw toepassing. Het venster met afdrukinstellingen van de
toepassing wordt weergegeven.
C
Windows: Selecteer uw printer (FAX) via het printerselectievakje en wijzig de afdrukinstellingen waar nodig.
Max OS X: Selecteer uw printer (FAX) via het printerselectievakje, klik op d en wijzig de afdrukinstellingen
waar nodig.
D
Windows: klik op Eigenschappen, wijzig de faxoverdrachtsinstellingen waar nodig, en klik op OK.
Mac OS X: Selecteer Fax Settings (Faxinstellingen) en wijzig de faxoverdrachtsinstellingen waar nodig.
E
Windows: klik op OK. Het venster Recipient Settings (Instellingen geadresseerden) wordt weergegeven.
Selecteer een of meer ontvangers en klik op Next (Volgende).
Mac OS X: Selecteer Recipient Settings (Instellingen geadresseerden) en selecteer een of meer ontvangers.
F
Geef de inhoud van het voorblad op waar nodig. (Voor Mac OS X slaat u deze stap over.)
G
Klik op Send (Verzenden) of Fax om de fax te versturen. De faxtaak wordt naar het apparaat gestuurd.
Opmerking:
In Windows FAX Utility kunt u tot 1000 contactpersonen opslaan (PC-FAX Phone Book (PC-FAX-telefoonboek)).
Bovendien kunt u in Windows en Mac FAX Utility kunt u de contactlijst van het apparaat bewerken. Raadpleeg de
Help van FAX Utility voor meer informatie.
Faxen ontvangen
De ontvangstmodus instellen
Het apparaat is aanvankelijk ingesteld om faxen automatisch te ontvangen (Ontvangstmodus - Auto). U kunt deze
modus wijzigen naar Handmatig als u een externe telefoon op het apparaat aansluit.
In automatische ontvangstmodus ontvangt het apparaat elke fax automatisch en worden faxen uitgevoerd via de
instelling van Faxuitvoer.
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 97
In handmatige ontvangstmodus moet u elk gesprek beantwoorden en faxen ontvangen via het configuratiescherm van
uw apparaat of via uw telefoon. De ontvangen fax wordt uitgevoerd volgens de instellingen van Faxuitvoer.
& “Een fax handmatig ontvangen” op pagina 100
Wanneer u de faxfuncties de eerste keer instelt, of wanneer u de instellingen moet wijzigen bij een wijziging in uw
telefoonsysteem of om een andere reden, gebruikt u de Wizard faxinstelling om het apparaat goed in te stellen.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Faxen
96

Ontvangen faxen uitvoeren
Het apparaat is aanvankelijk ingesteld om elke ontvangen fax af te drukken. U kunt de instellingen wijzigen om
ontvangen faxen op te slaan in het apparaatgeheugen, op een computer of op een extern geheugenapparaat, zodat u ze
eerst kunt bekijken en alleen afdrukt wanneer dat nodig is. U kunt ook instellingen maken om ontvangen faxen
automatisch door te sturen. Volg de instructies hieronder om de instellingen te wijzigen.
Opmerking:
Met de functie Instelling vergrendelen in het menu Beheerdersinstellingen kan een beheerder voorkomen dat instellingen
worden gewijzigd door ze te beschermen met een wachtwoord.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 113
A
Ga naar de modus Instellen via het menu Home.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
D
Selecteer Uitvoerinstellingen.
E
Selecteer Faxuitvoer.
F
Controleer de huidige instellingen die op het lcd-scherm worden weergegeven, en druk op Instel. om de
instellingen te wijzigen.
G
Selecteer een of alle opties of een combinatie ervan, en raadpleeg de volgende uitleg.
❏Opslaan in postvak IN
Selecteer deze optie om ontvangen faxen in het apparaatgeheugen op te slaan. Als u alleen deze optie selecteert,
worden ontvangen faxen niet automatisch afgedrukt. U kunt de faxen op het lcd-scherm weergeven en waar nodig
afdrukken.
& “Ontvangen faxen weergeven op het lcd-scherm” op pagina 99
c
Belangrijk:
Verwijder faxen nadat u ze hebt afgedrukt of weergegeven, om te voorkomen dat het geheugen volraakt.
Wanneer het geheugen vol is, kan het apparaat geen faxen ontvangen of versturen.
Gebruikershandleiding
Faxen
97

❏Opslaan op computer
Als u deze optie wilt inschakelen, gebruikt u Epson FAX Utility op de computer die op het apparaat is aangesloten.
& “Ontvangen faxen op een computer opslaan” op pagina 101
Ontvangen faxen worden in een opgegeven map op de computer in PDF-indeling opgeslagen. Nadat u FAX
Utility hebt geconfigureerd om faxen op een computer op te slaan, kunt u wijzigen naar Ja en afdrukken op het
apparaat om ontvangen faxen automatisch af te drukken terwijl ze op de computer worden opgeslagen.
c
Belangrijk:
Ontvangen faxen worden alleen op de computer opgeslagen wanneer de computer is aangemeld. Aangezien het
apparaat de ontvangen faxen tijdelijk in het geheugen opslaat tot ze op de computer worden opgeslagen, raakt
het geheugen mogelijk vol als u de computer langere tijd uitgeschakeld laat.
❏Opsl.op geheugenapp.
Schakel deze optie in om ontvangen faxen op te slaan op een geheugenkaart of extern USB-opslagapparaat dat op
het apparaat is aangesloten. Selecteer Ja en afdrukken om ontvangen faxen automatisch af te drukken terwijl ze
naar het externe opslagapparaat worden opgeslagen.
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u een opslagmap op het apparaat maken. Selecteer Map voor opslag
maken in het menu Overige instellingen en volg de instructie op het scherm.
Lees de volgende sectie voor informatie over ondersteunde externe opslagapparaten.
& “Geheugenkaart” op pagina 205
& “Extern USB-apparaat” op pagina 210
c
Belangrijk:
Aangezien het apparaat ontvangen faxen tijdelijk in het geheugen opslaat tot ze naar het opslagapparaat
worden opgeslagen, kan het geheugen vol raken als u het apparaat langere tijd niet aansluit.
Opmerking:
Ontvangen faxen kunnen niet rechtstreeks vanaf het configuratiescherm van het apparaat worden afgedrukt, omdat
ze in PDF-indeling op het externe opslagapparaat worden opgeslagen.
❏Doorsturen
Schakel deze optie in om ontvangen faxen door te sturen naar vijf bestemmingen die u hebt geselecteerd. Selecteer
Ja en afdrukken om ontvangen faxen automatisch af te drukken terwijl ze naar de bestemmingen worden
doorgestuurd. Kleurenfaxen kunnen niet worden doorgestuurd.
Selecteer Overige instellingen > Waarheen doorsturen en selecteer een of meer doorstuurbestemmingen in de
contactlijst.
Bestemmingstype Uitleg
Ander faxapparaat Selecteer faxnummers in de contactlijst.
E-mailadres
*
Selecteer e-mailadressen in de contactlijst. U kunt het onderwerp van de
e-mail opgeven. Selecteer Overige instellingen > E-mailonderwerp v.
doorsturen en voer het onderwerp in.
Zorg dat u de Datum/tijd en het Tijdsverschil in de Datum/tijd instellen
goed configureert.
De tijdstempels op uw e-mails worden anders misschien niet goed weer-
gegeven op de computer van de ontvanger.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 113
Gebruikershandleiding
Faxen
98

Bestemmingstype Uitleg
Map op een server
*
Selecteer mappen in de contactlijst.
* Afhankelijk van het apparaat wordt het doorsturen van faxen naar e-mails en mappen mogelijk niet
ondersteund. Lees de volgende sectie voor meer informatie.
& “Beschikbare functies” op pagina 8
In het menu Opties bij misl.doorst. kunt u selecteren of de fax moet worden afgedrukt of opgeslagen in het
apparaatgeheugen (Postvak IN) als het doorsturen mislukt.
Opmerking:
Het apparaat drukt automatisch een rapport af wanneer er een doorstuurfout optreedt. U kunt de instellingen in het
volgende menu wijzigen.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Uitvoerinstellingen > Rapport doorsturen
Ontvangen faxen weergeven op het lcd-scherm
Als u ontvangen faxen in het apparaatgeheugen wilt opslaan en op het lcd-scherm wilt weergeven, moet u de optie
Opslaan in postvak IN inschakelen.
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 97
Opmerking:
Een beheerder kan het Postvak IN beveiligen met een wachtwoord om te voorkomen dat gebruikers de ontvangen faxen
kunnen weergeven.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Veiligheidsinstel. > Inst. wachtwoord postvak
Volg de onderstaande stappen om de ontvangen faxen weer te geven.
A
Controleer het pictogram op het venster Home. Het blijft branden als er ongelezen of niet-afgedrukte
faxen in het apparaatgeheugen staan.
B
Ga naar de modus Fax via het menu Home.
C
Selecteer Postvak IN openen.
D
Voer het beheerderswachtwoord in als het Postvak IN met een wachtwoord is beveiligd.
Opmerking:
Druk op Menu in het venster Postvak IN als u alle gegevens in een batch wilt verwijderen of afdrukken.
E
Selecteer de fax die u wilt weergeven via de lijst Postvak IN.
De inhoud van de fax wordt weergegeven.
F
Druk op Menu in het voorbeeldvenster en selecteer Afdrukken, Afdrukken en verwijderen of Wissen, en volg
de instructies op het scherm.
Gebruikershandleiding
Faxen
99

c
Belangrijk:
Verwijder faxen nadat u ze hebt afgedrukt of weergegeven, om te voorkomen dat het geheugen volraakt. Wanneer het
geheugen vol is, kan het apparaat geen faxen ontvangen of versturen.
Opmerking bij afdrukken:
Als de binnenkomende fax groter is dan het papier in de cassette die voor faxen wordt gebruikt, wordt de fax passend
gemaakt of op meerdere pagina's afgedrukt, afhankelijk van de geselecteerde instelling voor Automatisch beperken.
Een fax ontvangen via polling
Hiermee kunt u een fax ontvangen van de faxgegevensservice die u hebt opgeroepen.
A
Laad het papier. Sla deze stap over als u voor de instelling van Faxuitvoer hebt gekozen om het apparaat geen
ontvangen faxen te laten afdrukken.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 33
B
Ga naar de modus Fax via het menu Home.
C
Druk op Menu en selecteer Polling ontvangen.
D
Selecteer Aan.
E
Voer het faxnummer in.
F
Druk op x (Color) of x (B&W) om de fax te ontvangen.
Een fax handmatig ontvangen
Als uw telefoon is aangesloten op het apparaat en de Ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig, kunt u faxgegevens
ontvangen nadat u verbinding hebt gemaakt.
A
Laad het papier. Sla deze stap over als u voor de instelling van Faxuitvoer hebt gekozen om het apparaat geen
ontvangen faxen te laten afdrukken.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 33
B
Als de telefoon gaat, neemt u de telefoon verbonden met het apparaat op.
Gebruikershandleiding
Faxen
100

C
Wanneer u een faxtoon hoort, drukt u op Start fax op het lcd-scherm van het apparaat.
D
Selecteer Ontvangen.
E
Druk op x (Color) of x (B&W) om te beginnen met het ontvangen van de fax, en leg vervolgens de telefoon op
de haak.
Opmerking:
Met de functie Extern ontvangen kunt u faxen ontvnagen via uw telefoon in plaats van uw apparaat. Schakel deze functie in
en stel een Startcode in. Als u zich in een andere kamer bevindt met een draadloze handset, kunt u de fax ontvangen door
gewoon de code in te voeren met de handset.
& Instellen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Extern ontvangen
Ontvangen faxen op een computer opslaan
Via Epson FAX Utility kunt u ontvangen faxen in PDF-indeling op een computer opslaan. Lees de volgende sectie voor
informatie om FAX Utility te installeren.
& “FAX Utility installeren om te faxen vanaf een computer” op pagina 89
Start FAX Utility zoals hieronder wordt beschreven, en selecteer Received Fax Output Settings (Instellingen uitvoer
ontvangen faxen) (voor Mac OS X selecteert u Fax Receive Monitor (Faxontvangstmonitor)) om de instelling te
wijzigen. Raadpleeg de Help van FAX Utility voor meer informatie.
Windows:
Klik op de startknop (Windows 7 en Vista) of klik op Start (Windows XP), wijs Alle programma's aan, selecteer Epson
Software en klik op FAX Utility.
Klik voor Windows 8 met de rechtermuisknop op het venster Start, veeg omhoog of omlaag op het Start scherm en
selecteer All apps (Alle apps) > Epson Software > FAX Utility. (Serverbesturingssysteem wordt niet ondersteund.)
Mac OS X:
Klik op System Preference (Systeemvoorkeuren), klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen) of Print & Scan
(Afdrukken en scannen) en selecteer vervolgens FAX (uw printer) onder Printer. Klik vervolgens op;
Mac OS X 10.6.x, 10.7.x, 10.8.x: Option & Supplies (Opties en toebehoren) - Utility (Hulpprogramma) - Open Printer
Utility (Open printerhulpprogramma)
Mac OS X 10.5.8: Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) - Utility (Hulpprogramma)
Status en geschiedenis van faxtaken controleren
Het statusmenu gebruiken
Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren via het menu Taakmonitor.
❏Controleer en annuleer faxtaken die actief zijn of in de wachtrij staan.
❏Stuur of verwijder een gescand docuemtn via de functie Faxgeg. opslaan.
Gebruikershandleiding
Faxen
101

❏Verwijder een gescand document voor polling-services.
❏Verstuur faxen die niet gestuurd konden worden, opnieuw of verwijder ze als u de optie Foutgeg.opslaan hebt
geactiveerd.
Volg de onderstaande instructies om het menu op te roepen.
A
Druk op in het configuratiescherm.
B
Selecteer Taakmonitor en selecteer Communicatietaak of Afdruktaak.
C
Selecteer een doeltaak in de lijst.
Er wordt een uitgebreid informatievenster weergegeven met alle beschikbare opties.
Verstuurde/ontvangen faxtaken controleren
U kunt de geschiedenis van verzonden of ontvangen faxtaken controleren. U kunt ontvangen faxen ook opnieuw
afdrukken. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt de oudste geschiedenisingang het eerst verwijderd. Volg de
onderstaande instructies om het menu op te roepen.
A
Druk op in het configuratiescherm.
B
Selecteer Taakgeschiedenis en vervolgens Taak ontvangen of Taak verzenden.
C
Selecteer een doeltaak in de lijst.
Er wordt een uitgebreid informatievenster weergegeven met alle beschikbare opties.
Ontvangen faxen controleren in het postvak IN
U kunt ontvangen faxen weergeven in het apparaatgeheugen (Postvak IN). Druk op in het configuratiescherm,
selecteer Taakopslag en vervolgens Postvak IN.
U kunt het Postvak IN ook oproepen via de modus Fax.
& “Ontvangen faxen weergeven op het lcd-scherm” op pagina 99
Een faxrapport afdrukken
Een faxlogboek automatisch afdrukken
U kunt instellen dat een faxlogboekrapport automatisch wordt afgedrukt.
A
Ga naar de modus Instellen via het menu Home.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
Gebruikershandleiding
Faxen
102
D
Selecteer Uitvoerinstellingen.
E
Selecteer Faxlogboek auto afdr.
F
Selecteer een van de twee opties voor automatisch afdrukken.
❏Uit
Het rapport wordt niet automatisch afgedrukt.
❏Aan (elke 30)
Het rapport wordt automatisch afgedrukt bij elke 30 verzonden/ontvangen faxtaken.
❏Aan (tijd)
U kunt opgeven wanneer het rapport automatisch moet worden afgedrukt.
Een faxrapport handmatig afdrukken
U kunt op elk moment verschillende faxrapporten afdrukken.
A
Ga naar de modus Fax via het menu Home.
B
Druk op Menu, selecteer Faxverslag en selecteer een van de volgende items die u wilt afdrukken.
❏Lijst faxinstellingen
Hiermee worden de huidige instellingen voor faxcommunicatie afgedrukt.
❏Faxlogboek
Hiermee wordt een geschiedenis van verzonden en ontvangen faxtaken weergegeven of afgedrukt.
❏Laatste overdracht
Hiermee wordt een rapport afgedrukt voor de vorige fax die via polling is verzonden of ontvangen.
❏Opgesl. faxdocumenten
Hiermee wordt een lijst afgedrukt van de faxtaken die momenteel in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
❏Protocol traceren
Hiermee wordt een gedetailleerd rapport afgedrukt voor de vorige fax die is verzonden of ontvangen.
Menulijst faxmodus
Lees de volgende sectie voor meer informatie over de menulijst van de faxmodus.
& “De modus Fax” op pagina 109
Gebruikershandleiding
Faxen
103

Instellingen voor de contactlijst configureren
Een contact maken
U kunt veelgebruikte faxnummers, e-mailadressen en netwerkmappen in de contactlijst registreren. Dankzij deze
functie kunt u snel een bestemming selecteren wanneer u faxt en scant.
Opmerking:
U kunt bestemmingen via een LDAP-server registreren. Zie de online-Beheerdershandleiding voor meer informatie.
A
Open de contactlijst via het menu Home, de modus Scannen of de modus Fax.
Opmerking voor de WF-3620-serie/WF-3640-serie:
U kunt Contacten oproepen via de modus Scannen of Fax.
B
Druk op Menu.
C
Selecteer Gegeven toevoegen.
D
Selecteer de functie die u wilt gebruiken om een contact te registreren.
Opmerking:
Dit venster wordt weergegeven wanneer u de contactlijst opent via het menu Home.
E
Selecteer het ingangsnummer dat u wilt registreren.
Opmerking:
U kunt het volgende aantal ingangen registreren, inclusief afzonderlijke ingangen en groepsingangen.
WF-7610-reeks/WF-7620-reeks: tot 200 ingangen
WF-3620/WF-3640-reeks: tot 100 ingangen
F
Voer in Naam een naam in om de ingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
G
Voer in Indexwoord een woord in om de ingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren. Dit indexwoord
kan nuttig zijn wanneer u naar een ingang in de contactlijst zoekt.
Gebruikershandleiding
Instellingen voor de contactlijst configureren
104

H
Voer de andere instellingen in overeenstemming met de geselecteerde functie in.
Opmerking voor faxnummers:
❏U moet een faxnummer invoeren. U kunt tot 64 tekens invoeren.
❏Als uw telefoonsysteem PBX is en u moet een externe toegangscode invoeren voor een buitenlijn, zoals 9, voert u
de toegangscode aan het begin van het faxnummer in. Als de toegangscode is ingesteld in de instelling voor
Lijntype, voert u (hash) in in plaats van de daadwerkelijke toegangscode.
❏Voer een streepje in om het apparaat enkele seconden te laten pauzeren tijdens het kiezen.
I
Druk op Opslaan om de registratie te voltooien.
Opmerking:
Als u een bestaande ingang wilt verwijderen of bewerken, drukt u op de naamsectie van de doelingang in het venster
met de contactlijst en selecteert u Wissen of Bewerken.
Een groep maken
Wanneer u contacten aan een groepslijst toevoegt, kunt u een fax of gescande afbeelding via e-mail aan meerdere
bestemmingen tegelijk sturen.
A
Open de contactlijst via het menu Home, de modus Scannen of de modus Fax.
Opmerking voor de WF-3620-serie/WF-3640-serie:
U kunt Contacten oproepen via de modus Scannen of Fax.
B
Druk op Menu.
C
Selecteer Groep toevoegen.
D
Selecteer de functie die u wilt gebruiken om de groepsingang te registreren.
Opmerking:
Dit venster wordt weergegeven wanneer u de contactlijst opent via het menu Home.
E
Selecteer het ingangsnummer dat u wilt registreren.
Opmerking:
U kunt het volgende aantal ingangen registreren, inclusief afzonderlijke ingangen en groepsingangen.
WF-7610-reeks/WF-7620-reeks: tot 200 ingangen
WF-3620/WF-3640-reeks: tot 100 ingangen
F
Voer in Naam een naam in om de groepsingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
Gebruikershandleiding
Instellingen voor de contactlijst configureren
105

G
Voer in Indexwoord een woord in om de ingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren. Dit indexwoord
kan nuttig zijn wanneer u naar een ingang in de contactlijst zoekt.
H
Druk op Doorg.
I
Selecteer een ingang die u in de groepslijst wilt registreren.
J
Druk op Opslaan om de registratie te voltooien.
Opmerking:
Als u een bestaande ingang wilt verwijderen of bewerken, drukt u op de naamsectie van de doelingang in het venster
met de contactlijst en selecteert u Wissen of Bewerken.
Gebruikershandleiding
Instellingen voor de contactlijst configureren
106

Menulijst van het configuratiescherm
U kunt dit apparaat gebruiken als printer, kopieerapparaat, scanner en fax. Wanneer u een van deze functies gebruikt,
uitgezonderd de printerfunctie, selecteert u de gewenste functie door op de overeenkomstige modusknop op het
configuratiescherm te drukken. Wanneer u de modus selecteert, verschijnt het hoofdscherm van deze modus.
De modus Kopiëren
Opmerking:
❏Het instellen van items is afhankelijk van de Indeling of andere geselecteerde instellingen.
❏De menuhiërarchie varieert per apparaat.
Menu Instellingen en beschrijving
Indeling Met rand Hiermee wordt een document met een rand gekopieerd.
Randloos Hiermee wordt een document zonder een rand gekopieerd. Uw af-
beelding wordt enigszins vergroot en bijgesneden om het vel papier
te vullen. De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan de boven- en on-
derkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen.
2-omhoog Hiermee worden pagina's met meerdere documenten op één vel
gekopieerd. Na selectie van een van de opties drukt u op Instel. en
selecteert u een toepasselijke instelling in Documentstand en Lay-
out-volg..
4-omhoog
ID-kaart Hiermee worden beide zijden van een id-kaart tegelijk gekopieerd.
Pagina's splitsen
*
Hiermee worden twee tegenover elkaar liggende pagina's van een
boek op aparte vellen papier afgedrukt. Nadat u deze functie hebt
geselecteerd, drukt u op Instel. en selecteert u een toepasselijke
instelling in Scanvolgorde.
Documentgr. Selecteer de grootte van het document dat moet worden gekopieerd.
Zoom Selecteer de hoeveelheid waarmee het document moet worden vergroot of verkleind.
Papierbron Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken. Wanneer u Auto selecteert, wordt papier automatisch
doorgevoerd volgens de instellingen die elke keer wanneer u papier in de papiercassette laadt,
vereist zijn.
Dubbelzijdig Selecteer een dubbelzijdige indeling. Wanneer u 1>2-zijdig of 2>enkelzijdig selecteert, drukt u op
Geavanceerd en selecteert u de bindrand.
Documentstand Selecteer de documentstand.
Kwaliteit Selecteer het documenttype.
Dichtheid Stel de dichtheid in.
Uitbreiding Selecteer de mate van uitbreiding wanneer Randloos is geselecteerd als de instelling voor Indeling.
Schaduw verw. Selecteer Aan om de schaduwen te verwijderen die in het midden van een document worden
weergegeven wanneer u een boek kopieert of die rond een document worden weergegeven
wanneer u dik papier kopieert.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
107

Menu Instellingen en beschrijving
Ponsgaten verw Selecteer Aan om de ponsgaten van een document te verwijderen.
Sort. kopieën Selecteer Aan om meerdere kopieën van een document met meerdere pagina's in volgorde af te
drukken en in sets te sorteren.
Droogtijd Selecteer de droogtijd voor kopiëren aan weerszijden van het papier.
* Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-7610-serie/WF-7620-serie.
De modus Geheug. app.
Opmerking:
Het instellen van dit item is afhankelijk van de afdrukindeling.
Indeling
Menu Instellingen en beschrijving
JPEG Selecteer de bestandsindeling.
TIFF
Geavanceerde instellingen
Menu Instellingen en beschrijving
Instel. Papierbron Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken.
Randloos Selecteer of u een afbeelding met of zonder rand wilt afdrukken
(Randloos). Wanneer u Randloos of Aan selecteert, wordt uw afbeel-
ding iets vergroot en bijgesneden om het vel papier te vullen.
De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan de boven- en onderkant van
de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen.
Indeling
Kwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit.
Uitbreiding Selecteer de mate van uitbreiding wanneer u de indeling Randloos
selecteert.
Datum Selecteer de indeling van de datum op de afdrukken.
Passend binnen rand Selecteer Aan om de afbeelding bij de papiergrootte te laten passen.
Bidirectioneel Selecteer Aan om bidirectioneel af te drukken.
Afdrukvolgorde Selecteer Laatste pagina boven om vanaf de laatste pagina van een
document af te drukken.
Selecteer Eerste pagina boven om vanaf de eerste pagina van een
document af te drukken.
Beeldaanpassingen Herstel foto Selecteer de herstelmethode voor de afbeelding.
Rode ogen verwijderen
*
Selecteer Aan om een foto met rode ogen automatisch te herstellen.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
108

Menu Instellingen en beschrijving
Opties Selecteer afbeeldingen Selecteer deze optie om alle foto's op het externe geheugenapparaat
te selecteren.
Selecteer groep Selecteer deze optie om een andere groep op het externe geheu-
genapparaat te selecteren.
* Met deze instelling wordt uw oorspronkelijke afbeelding niet gewijzigd, alleen uw afdruk. Afhankelijk van het type foto worden
behalve de ogen mogelijk andere delen van de afbeelding gecorrigeerd.
De modus Fax
Menu Instellingen en opties
Menu Inst.faxverzending Resolutie Selecteer de resolutie voor de uitgaande fax. Selecteer Foto
voor documenten met een groot aantal afbeeldingen.
Dichtheid Selecteer de dichtheid voor de uitgaande fax. Selecteer Auto
wanneer u monochrome documenten met tekst verstuurt.
Documentgr. (glas) Selecteer de grootte en stand van het document dat u op het
scannerglas hebt geplaatst.
ADF dubbelzijdig Selecteer Aan om beide zijden te scannen van de documen-
ten die in de automatisch documenttoevoer zijn geplaatst.
De optie Direct verzenden en kleurenfaxen zijn uitgescha-
keld wanneer deze optie is ingesteld op Aan.
Direct verzenden Selecteer Aan tom het apparaat een monochrome fax te
laten verzenden zodra de verbinding tot stand is gebracht,
zonder de gescande afbeelding op te slaan in het apparaat-
geheugen.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 92
Met prioriteit sturen Selecteer Aan om uw fax te versturen voordat de andere
faxen die in de wachtrij staan, worden verstuurd.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 92
Continuscan van ADF Selecteer Aan zodat het apparaat u vraagt of u nog een
pagina wilt scannen wanneer het scannen van de documen-
ten in de automatische documentinvoer is voltooid.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 92
Rapport transmissie Selecteer of een rapport moet worden afgedrukt wanneer
een fax is verzonden. Het apparaat drukt standaard alleen
een rapport af wanneer er een fout optreedt.
Fax later verzenden & “Een fax verzenden op een specifiek tijdstip” op pagina 93
Polling ontvangen & “Een fax ontvangen via polling” op pagina 100
Polling verzenden & “Een fax op aanvraag versturen (fax-polling)” op pagina 94
Faxgeg. opslaan & “Een opgeslagen fax verzenden” op pagina 94
Faxverslag & “Een faxrapport handmatig afdrukken” op pagina 103
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
109

De modus Scannen
Opmerking:
❏Afhankelijk van het apparaat worden de functies Scan naar netwerkmap/FTP en Scan naar e-mail mogelijk niet
ondersteund. Lees de volgende sectie voor meer informatie.
& “Beschikbare functies” op pagina 8
❏Het instellen van dit item is afhankelijk van het menu.
Scan naar geheugenkaart
Menu Instellingen en beschrijving
Indeling Selecteer de bestandsindeling voor de gescande afbeelding. Wanneer u TIFF (Multi-p.) selecteert,
wordt de afbeelding in monochroom gescand.
Instel. Zie de menulijst van Scan naar e-mail.
Scan naar netwerkmap/FTP
Menu Instellingen en beschrijving
Locatie Communicatiemodus Selecteer de communicatiemodus.
Locatie Geef het pad van de map op waar de gescande gegevens moeten
worden opgeslagen.
Gebruikersnaam Voer een gebruikersnaam in voor de opgegeven map.
Wachtwoord Voer een wachtwoord in voor de opgegeven map.
Verbindingsmodus Selecteer de verbindingsmodus.
Poortnummer Voer een poortnummer in.
Indeling Selecteer de bestandsindeling voor de gescande afbeelding. Wanneer u TIFF (Multi-p.) selecteert,
wordt de afbeelding in monochroom gescand.
Menu Bestandsinstellingen Voer het voorvoegsel voor de bestandsnaam in Voorvoegsel be-
standsnaam in.
Basisinstellingen Zie de menulijst van Scan naar e-mail.
Scanrapport Hiermee worden tot 30 rapporten van maplogboeken afgedrukt die
de scandatum, de locatie en het scanresultaat bevatten.
Scan naar e-mail
Menu Instellingen en beschrijving
Indeling Selecteer de bestandsindeling voor de gescande afbeelding. Wanneer u TIFF (1 p.) of TIFF (Multi-p.)
selecteert, wordt de afbeelding in monochroom gescand.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
110

De modus Instellen
Menu Instellingen en beschrijving
Inktpeil Controleert de status van cartridges en de onderhoudscassette.
Onderhoud PrintkopControle
spuitm.
Hiermee wordt een patroon afgedrukt om te controleren of de spuit-
kanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
Printkop reinigen Hiermee wordt de printkop gereinigd om verstoppingen op te los-
sen.
Vervangen inktpatronen Hiermee wordt de procedure gestart voor vervanging van de car-
tridge.
Printkop uitlijnen Verticale uitlijning Hiermee worden verticale ruimtes in
een afdruk gecorrigeerd.
Horizontale uitlijning Hiermee worden horizontale ruimtes in
een afdruk gecorrigeerd.
Dik papier Selecteer Aan wanneer u op dik papier afdrukt om vegen te voorko-
men.
Papiergeleider reinigen Voer deze functie uit om de binnenkant van het apparaat te reinigen.
Papier verwijderen
*
Voer deze functie uit als er nog stukjes gescheurd papier in het ap-
paraat aanwezig zijn, ook na het oplossen van de papierstoring.
Papier instellen Selecteer de grootte en het type van het papier dat u in elke papierbron hebt geladen. Dit menu
wordt elke keer weergegeven wanneer u papier in de papiercassette laadt.
Statusv.afdrukk. Statusblad configuratie Hiermee wordt een blad afgedrukt met de huidige printerinstellin-
gen.
Statusblad voorraad Hiermee wordt een blad afgedrukt met informatie over verbruiksar-
tikelen.
Blad gebruiksgeschiede-
nis
Hiermee wordt een blad afgedrukt met de geschiedenis van het
printergebruik.
Netwerkstatus Wi-Fi/netwerkstatus U kunt de huidige netwerkinstellingen bekijken en een vel met de
netwerkstatus afdrukken.
Status Wi-Fi Direct
Status e-mailserver U kunt de huidige instellingen van de e-mailserver bekijken.
Epson Connect Status U kunt controleren of uw printer is geregistreerd of aangesloten bij
Epson Connect of de Google Cloud Print-service.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 10
Printstatus Google Cloud
Beheerdersinstellingen Beheerderswachtwoord U kunt het wachtwoord registreren, wijzigen of opnieuw instellen om
het configuratiescherm te vergrendelen en te voorkomen dat onbe-
doelde wijzigingen worden aangebracht.
Instelling vergrendelen Selecteer Aan om het configuratiescherm te vergrendelen met het
wachtwoord dat is geregistreerd in Beheerderswachtwoord.
Systeembeheer & “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 113
* Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-7610-serie/WF-7620-serie.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
112

Instellingen voor Systeembeheer
De beheerder kan het configuratiescherm vergrendelen om te voorkomen dat onopzettelijk wijzigingen worden
aangebracht. Als u het configuratiescherm wilt vergrendelen, selecteert u de menu's zoals hieronder wordt aangegeven
en voert u het wachtwoord in.
Instellen > Beheerdersinstellingen > Instelling vergrendelen
Het wachtwoord is vereist wanneer u de volgende functies gebruikt.
❏De instellingen voor Systeembeheer invoeren in de modus Instellen
❏De Ecomodus via het menu Home activeren.
❏De instellingen van Voorinstelling en de contactlijst toevoegen, verwijderen en bewerken
Het wachtwoord dat is ingesteld in Instelling vergrendelen, is ook vereist wanneer u instellingen configureert in Epson
WebConfig of EpsonNet Config.
Opmerking:
Neem contact op met uw leverancier als u uw wachtwoord bent vergeten.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
113

Menu Instellingen en beschrijving
Printerinstellingen Instellingen papier-
bron
Autom.wisselen A4/Letter Configureer de papierinstellingen voor
A4 en Letter. Wanneer de papiergroot-
te A4 of Letter is geselecteerd voor af-
drukken en er is geen papierbron inge-
steld voor de geselecteerde papier-
grootte, wordt de afdruk uitgevoerd
met een andere papiergrootte (Letter
voor A4 of A4 voor Letter).
Inst. autom. selecteren Selecteer Aan om papier te gebruiken
van de papierbron met papier dat over-
eenkomt met uw papierinstellingen.
(Alleen voor apparaten met twee pa-
piercassettes.)
Foutmelding Melding pa-
pierformaat
Selecteer Aan om een foutbericht te
laten weergeven wanneer de instellin-
gen die voor de grootte en het type van
het papier voor elke cassette zijn ge-
maakt, niet overeenkomen met de ko-
pieer-/afdrukinstellingen die in elke
modus zijn gemaakt.
Melding pa-
piertype
Auto probleemopl. Selecteer Aan om automatisch productcodes te wissen.
Interface geheugen-
app.
Geheug. app. Selecteer Uitschakelen om een geheugenapparaat uit
te schakelen. Als Uitschakelen is geselecteerd, herkent
het apparaat het aangesloten geheugenapparaat niet.
Bestanden
deln
Selecteer aan welk type computer u schrijftoegang voor
het geheugenapparaat wilt geven. U kunt een USB- of
netwerkcomputer selecteren.
PC-verbinding via USB Selecteer of u de USB-interface wilt in- of uitschakelen. Als Uitschakelen is
geselecteerd, herkent de computer het apparaat niet, ook als het is aan-
gesloten via een USB-kabel.
Algemene instellingen Lcd-helderheid Hiermee wordt de helderheid van het lcd-scherm aangepast.
Geluid Hiermee worden de geluidsinstellingen aangepast.
Slaaptimer Geef de duur op waarna het lcd-scherm zwart wordt.
Uitschakelingstimer Geef de duur op waarna de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
U kunt aanpassen na hoeveel tijd de energiespaarstand wordt toegepast.
Als u deze tijd verhoogt, beïnvloedt dit de energiezuinigheid van de prin-
ter. Denk aan het milieu voor u een wijziging aanbrengt.
Datum/tijd instellen Datum/tijd Voer de huidige datum en tijd in.
Zomertijd Selecteer Aan om zomertijd in te stellen.
Tijdsverschil Voer het tijdsverschil in tussen UTC en de huidige tijd-
zone.
Land/regio Selecteer het huidige land/de huidige regio.
Taal/Language Selecteer de weergavetaal.
Time-out bewerking Selecteer Aan om na drie minuten inactiviteit naar het menu Home terug
te keren.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
114

Menu Instellingen en beschrijving
Wi-Fi-netwerkinstellin-
gen
Wi-Fi/netwerkstatus U kunt de huidige netwerkinstellingen bekijken en een
vel met de netwerkstatus afdrukken.
Wi-Fi instellen Wizard Wi-Fi
instellen
Zie de online- Netwerkhandleiding voor meer informa-
tie over de items voor instellingen.
Instellen met
drukknop
(WPS)
Instellen met
PIN (WPS)
Wi-Fi autom.
verbinden
Wi-Fi uitscha-
kelen
Netwerkproblemen kunnen worden opgelost door de
wifi-instellingen uit te schakelen of te starten en de in-
stellingen opnieuw te configureren. Zie de online-Net-
werkhandleiding voor meer informatie.
Wi-Fi Direct
instellen
Zie de online-Netwerkhandleiding voor meer informa-
tie over de items voor instellingen.
Verbinding controleren U kunt de status van de netwerkverbinding controleren
en het verslag afdrukken. Indien er een probleem is met
de verbinding, kunt u het verslag gebruiken om de op-
lossing te vinden.
Geavanceerde inst. Zie de online-Netwerkhandleiding voor meer informa-
tie over de items voor instellingen.
Epson Connect-servi-
ces
Raadpleeg de handleiding Epson Connect voor instructies.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 10
Printservices Google
Cloud
Kopieerinstellingen Configureer de Standaardinst. gebr.. De instellingen in dit menu worden weergegeven als de stan-
daardinstellingen in elke modus. Raadpleeg de menulijst voor elke modus voor informatie over de
instellingsitems.
& “De modus Kopiëren” op pagina 107
& “De modus Scannen” op pagina 110
Scaninstellingen
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
115

Menu Instellingen en beschrijving
Faxinstellingen Standaardinst. gebr. U kunt de standaardinstellingen wijzigen voor het verzenden van een fax.
Lees de volgende sectie voor meer informatie over de menu's.
& “De modus Fax” op pagina 109
Verzendinstellingen Autom. draai-
en
*
Selecteer Aan om gescande documenten 90 graden te
roteren wanneer een document met grootte A4 of Let-
ter met de lange zijde eerst in de automatische docu-
mentinvoer is geladen, zodat het document met groot-
te A4 of Letter wordt verzonden.
Als deze optie is uitgeschakeld, wordt het document
met grootte A3 verstuurd. Als het faxapparaat van de
ontvanger de grootte A3 niet ondersteunt, wordt het
document automatisch verkleind.
Deze instelling wordt niet toegepast op kleurenfaxen
en monochrome faxen die met de functie Direct ver-
zenden worden verstuurd.
Batchverzen-
ding
Selecteer Aan om faxen die in de wachtrij in het geheu-
gen staan, op ontvanger te sorteren, en ze vervolgens
als batch te verzenden.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 92
Foutgeg.op-
slaan
Selecteer Aan om faxen die niet konden worden ver-
stuurd, in het apparaatgeheugen op te slaan. U kunt de
faxen opnieuw versturen vanuit het Statusmenu.
& “Het statusmenu gebruiken” op pagina 101
Ontvangstinstellin-
gen
Ontvangst-
modus
& “De ontvangstmodus instellen” op pagina 96
DRD Zie stap 7 in de volgende sectie.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 85
Overgaan
voor ant-
woorden
& “Het aantal rings voor antwoorden instellen” op pa-
gina 88
Extern ont-
vangen
Zie de opmerking in de volgende sectie.
& “Een fax handmatig ontvangen” op pagina 100
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
116

Menu Instellingen en beschrijving
Uitvoerinstellingen Faxuitvoer & “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 97
Automatisch
beperken
Selecteer of grote ontvangen faxen worden geredu-
ceerd om op het papier in de geselecteerde papiercas-
sette te passen, of op oorspronkelijk formaat op meer-
dere vellen papier worden afgedrukt.
Autom. draai-
en
Selecteer Aan om een binnenkomende liggende fax
(A5, B5 of A4) te draaien zodat de fax op de juiste pa-
piergrootte wordt afgedrukt als u de volgende papier-
groottes in de papiercassettes hebt geladen.
Voor apparaten met één cassette: A5
Voor apparaten met twee cassettes: A4 en A5, B4 en B5
*
of A3 en A4
*
*Deze combinaties zijn alleen beschikbaar voor de
WF-7620-serie.
Sorteerstapel Selecteer Aan om ontvangen faxen af te drukken vanaf
de laatste pagina (afdrukken in aflopende volgorde),
zodat de afgedrukte documenten met de juiste pagi-
navolgorde worden gestapeld. Deze optie is misschien
niet beschikbaar als het apparaatgeheugen bijna vol is.
Tijd uitstellen
afdr.
Selecteer een tijdperiode wanneer automatisch afdruk-
ken van faxen of rapporten moet worden gestopt. Ont-
vangen faxen worden in het apparaatgeheugen opge-
slagen. Zorg dat er voldoende geheugen beschikbaar is
voordat u deze functie gebruikt.
Rapport
doorsturen
Selecteer of er een rapport moet worden afgedrukt
wanneer een ontvangen fax wordt doorgestuurd. Het
apparaat drukt standaard alleen een rapport af wanneer
er een fout optreedt.
Afb. aan rap-
port bev.
Selecteer Aan (grote afbeelding) of Aan (kleine af-
beelding) om het Rapport transmissie af te drukken
met een afbeelding van de eerste pagina van het do-
cument. Afbeeldingen van kleurenfaxen of monochro-
me faxen die via de optie Direct verzenden zijn verzon-
den, worden niet afgedrukt.
Faxlogboek
auto afdr.
& “Een faxlogboek automatisch afdrukken” op pagi-
na 102
Rapportinde-
ling
Selecteer een andere indeling voor faxrapporten dan
Protocol traceren. Selecteer Detail om met foutcodes af
te drukken.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
117

Menu Instellingen en beschrijving
Basisinstellingen Faxsnelheid Geeft de snelheid aan waarmee u faxen verzendt en
ontvangt.
ECM Geeft aan of de foutcorrectiemodus faxgegevens die
met fouten zijn verzonden/ontvangen vanwege de lijn
of andere problemen, automatisch corrigeert. Wanneer
ECM uitgeschakeld is, kunnen er geen faxen in kleur
worden verzonden/ontvangen.
Kiestoonde-
tectie
Als dit is ingesteld als Aan, begint het apparaat te kiezen
nadat het een belsignaal detecteert. Het is mogelijk dat
er geen belsignaal wordt gedetecteerd wanneer een
PBX (Private Branch Exchange) of TA (Terminal Adapter)
is verbonden. In dit geval wijzigt u eerst de instelling van
Lijntype naar PBX. Als dit niet werkt, zet u de optie Uit.
Als u dit doet, is het echter mogelijk dat het eerste cijfer
van een faxnummer wordt verwijderd en dat de fax naar
het verkeerde nummer wordt verzonden.
Kiesmodus Geeft het soort telefoonsysteem weer dat u hebt ver-
bonden met het apparaat. Afhankelijk van het land is
het mogelijk dat deze instelling niet wordt weergege-
ven. Wanneer deze optie is ingesteld op Puls, kunt u de
kiesmodus tijdelijk overschakelen van puls naar toon
door op te drukken ('T' wordt ingevoerd) terwijl u een
nummer op het bovenste faxvenster invoert.
Lijntype & “Het lijntype instellen” op pagina 87
Koptekst Zie stap 5 en 6 van de volgende sectie.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
118

Menu Instellingen en beschrijving
Ecomodus Aan U kunt de tijd aanpassen voordat de energiespaarstand wordt toegepast.
Als u deze tijd verhoogt, beïnvloedt dit de energiezuinigheid van de prin-
ter. Denk aan het milieu voor u een wijziging aanbrengt. Selecteer Aan om
alle volgende functies van de Ecomodus in te schakelen.
Uit
Configureren Slaaptimer Geef de duur op waarna het lcd-scherm zwart wordt.
Lcd-helder-
heid
Hiermee wordt de helderheid van het lcd-scherm aan-
gepast.
Dubblz.(ko-
pie)
Selecteer Aan om dubbelzijdig kopiëren de standaard-
instelling te maken.
Standaardinst. herstel-
len
Hiermee worden de geselecteerde instellingen teruggezet op hun standaardinstellingen.
* Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-7610-serie/WF-7620-serie.
Contacten
& “Instellingen voor de contactlijst configureren” op pagina 104
Presets
U kunt veelgebruikte kopieer-, scan- en faxinstellingen als voorinstelling opslaan. Bestemmingsgegevens die in de
contactlijst zijn geselecteerd, zoals e-mailadressen, netwerkmappen en faxnummers, worden ook in de voorinstelling
opgenomen.
Volg de onderstaande stappen om een voorinstelling te maken.
Druk op Presets op het Home-venster (voor de WF-3620-serie drukt u op ), selecteer Nieuwe toevoegen en
selecteer een functie. Het bovenste venster van de geselecteerde functie wordt weergegeven. Configureer de gewenste
instellingen en druk op Opslaan (voor de WF-3620-serie drukt u op ). Voer een naam in om de voorinstelling te
identificeren, en druk op Opslaan.
Opmerking:
U kunt ook voorinstellingen in elke functiemodus maken door op Voorinstelling op het bovenste venster van de
geselecteerde functie te drukken (voor de WF-3620-serie drukt u op ).
Als u de voorinstelling wilt oproepen, drukt u op Presets op het Home-venster (voor de WF-3620-serie drukt u op
), en selecteert u de gewenste voorinstelling in de lijst.
Statusmenu
& “Statusmenu” op pagina 25
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
120

Onderhoudscassette
U kunt de volgende onderhoudscassette voor dit apparaat gebruiken.
Artikelnummers
Onderhoudscassette T6711
Gebruikershandleiding
Informatie over cartridges en verbruiksartikelen
122

Cartridges vervangen
Veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen en
specificaties voor cartridges
Veiligheidsvoorschriften
Houd bij het hanteren van de cartridges rekening met het volgende:
❏Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
❏Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts
als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, spuugt u deze onmiddellijk uit en raadpleegt u direct een arts.
❏De beschermstrook op de cartridge mag niet worden verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders gaat
lekken.
❏Verwijder het transparante zegel aan de onderkant van de cartridge niet, omdat de cartridge dan mogelijk
onbruikbaar wordt.
❏Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
123

❏Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
❏Wanneer de kleureninkt op is maar u nog wel zwarte inkt hebt, kunt u tijdelijk verder afdrukken met alleen zwarte
inkt. Zie “Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt wanneer de kleurencartridges opgebruikt zijn” op pagina 129 voor
meer informatie.
❏Houd een nieuwe cartridge bij de hand als een cartridge bijna op is.
❏Pas op dat u de haakjes aan de zijkant van de cartridge niet afbreekt als u deze uit de verpakking haalt.
❏Voordat u de cartridge installeert, moet u de gele tape verwijderen, anders kan de afdrukkwaliteit minder zijn of
kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
❏Bewaar cartridges op een koele, donkere plaats.
❏Bewaar cartridges met het label naar boven. Bewaar cartridges nooit ondersteboven.
❏Voor het vervangen kunt u niet de cartridges gebruiken die met de printer werden meegeleverd.
Specificaties van de cartridge
❏Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
❏De cartridges die bij de printer zijn geleverd, worden deels verbruikt bij de installatie van de printer. Voor
afdrukken van hoge kwaliteit moet de printkop in de printer volledig zijn geladen met inkt. Bij dit eenmalige
proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom wellicht
minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
❏De opgegeven capaciteit hangt af van de afbeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u afdrukt
en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
❏Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft een variabele inktreserve in de cartridge
achter op het moment waarop de printer aangeeft dat u de cartridge moet vervangen. Bij opgave van de capaciteit
is deze reserve niet meegerekend.
❏De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties van
het product.
❏Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van zwarte
inkt, afhankelijk van de instellingen van de papiersoort of afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt wordt
gemengd om zwart te creëren.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
125

De cartridgestatus controleren
Voor Windows
Opmerking:
Wanneer een cartridge bijna leeg is, verschijnt automatisch het venster Low Ink Reminder (Herinnering weinig inkt). In dit
venster kunt u de cartridgestatus controleren. Als u dit venster niet wilt weergegeven, opent u de printerdriver en klikt u op
het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en op Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen). Schakel
in het venster Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen) het selectievakje See Low Ink Reminder alerts
(Herinneringen weinig inkt weergeven) uit.
U kunt de cartridgestatus op de volgende manieren controleren:
❏Open de printerdriver, klik op het tabblad Main (Hoofdgroep) en klik op de knop Ink Levels (Inktniveau).
❏Dubbelklik op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) van Windows. Raadpleeg het gedeelte hierna voor
informatie over het toevoegen van dit pictogram aan de taskbar (taakbalk):
& “Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)” op pagina 52
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
126

❏Open de printerdriver, klik op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en klik op de knop EPSON Status
Monitor 3. Er verschijnt een grafische weergave van de cartridgestatus.
Opmerking:
❏ Als EPSON Status Monitor 3 niet verschijnt, gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's) en vervolgens op de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended
Settings (Extra instellingen) schakelt u het selectievakje Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor 3
inschakelen) in.
❏Afhankelijk van de huidige instellingen is het mogelijk dat de vereenvoudigde statusmonitor wordt weergegeven. Klik
op de knop Details om het bovenstaande venster weer te geven.
❏Het inktniveau is een geschatte waarde.
Voor Mac OS X
U kunt de cartridgestatus controleren met de EPSON Status Monitor. Ga als volgt te werk.
A
Open de Epson Printer Utility 4.
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 52
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
127
Produkt Specifikationer
Mærke: | Medion |
Kategori: | Router |
Model: | MD 40900 |
Har du brug for hjælp?
Hvis du har brug for hjælp til Medion MD 40900 stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig
Router Medion Manualer

4 Juli 2024
Router Manualer
- Router Approx
- Router KPN
- Router Key Digital
- Router Aztech
- Router Vivanco
- Router Hercules
- Router Vimar
- Router Metabo
- Router KanexPro
- Router Barco
- Router Kopul
- Router 3Com
- Router Zebra
- Router Sabrent
- Router Lancom
Nyeste Router Manualer

6 Juni 2025

4 Juni 2025

31 Maj 2025

8 April 2025

22 Marts 2025

9 Marts 2025

6 Marts 2025

23 Februar 2025

23 Februar 2025

22 Februar 2025