Sharp AR-M155 Manual

Sharp Printer AR-M155

Læs gratis den danske manual til Sharp AR-M155 (108 sider) i kategorien Printer. Denne vejledning er vurderet som hjælpsom af 15 personer og har en gennemsnitlig bedømmelse på 4.8 stjerner ud af 8 anmeldelser. Har du et spørgsmål om Sharp AR-M155, eller vil du spørge andre brugere om produktet?

Side 1/108
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL
SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
AR-M150
AR-M155
MODEL
In sommige gebieden zijn de "POWER" schakelstanden aangegeven met "I" en " "
op de kopieermachine in plaats van met "ON" en "OFF".
Houd "I" aan voor "ON" en " " voor "OFF" als uw kopieermachine aldus gekenmerkt is.
Attentie!
Trek de stekker uit het stopcontact om de machine geheel van het net af te koppelen.
Het stopcontact dient in de buurt van het apparaat geïnstalleerd te zijn en moet
gemakkelijk toegankelijk zijn.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by
93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung
93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la
directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida
pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de
la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av
93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i derektivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä
93/68/EEC.
Maak geen kopieën van zaken waarvan het wettelijk verboden is kopieën te maken. Het is
normaal gesproken bij de nationale wet verboden van de volgende zaken kopieën te
maken. Andere zaken kunnen verboden zijn door plaatselijke wetgeving.
● ● Cheques Paspoorten Rijbewijzen
● ● Geld Postzegels Obligaties Aandelen Bankcheques
Wanneer de AR-M150/AR-M155 met optionele fax AR-FX9 gebruikt wordt, of wanneer u
gebruik maakt van een AR-FX9, lees dan de bijgevoegde gebruikers overeenkomst.
Het CE-merk wordt aangebracht op apparatuur indien de richtlijnen genoemd in de zin
hiervoor van toepassing zijn op het product. (Deze zin is niet van toepassing in landen
waar de hiervoor genoemde richtlijnen niet vereist zijn.)
Wanneer de AR-M150/AR-M155 zonder optionele fax AR-FX9 gebruikt wordt, zijn de
volgende faciliteiten beschikbaar :
1
WAARSCHUWINGEN............................................................................................... 3
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU ............................................................................ 5
INLEIDING ................................................................................................................ 6
HOOFDKENMERKEN............................................................................................... 7
1
VOORBEREIDINGEN
NAMEN VAN DE ONDERDELEN ..................................................................... 9
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN............................................................. 12
2
PAPIER BIJVULLEN
PAPIER............................................................................................................ 14
HET LADEN VAN DE PAPIERLADE ............................................................... 15
HANDINVOER (inclusief speciaal papier) ....................................................... 17
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN......................... 19
3
HET MAKEN VAN KOPIEËN
NORMAAL KOPIEREN ................................................................................... 20
PAPIERLADEKEUZE ...................................................................................... 23
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN............................................ 24
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM .............................................................. 25
4
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIEREN ............................................................ 26
KOPIEËN SORTEREN.................................................................................... 29
HET KOPIEREN VAN MEERDERE ORIGINELEN OP EEN ENKELZIJDIG VEL
PAPIER (2-IN-1kopie)............................................................................................. 31
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS HET KOPIEREN
(Kantlijnverschuiving)....................................................................................... 34
5
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
SOFTWARE .................................................................................................... 36
VOOR DE INSTALLATIE ................................................................................. 37
SOFTWARE INSTALLEREN ........................................................................... 38
INSTALLATIE VAN DE BUTTON MANAGER .................................................. 51
HET AANSLUITEN VAN DE MACHINE OP UW COMPUTER ....................... 55
INHOUD
2
6
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN ............................................................. 58
BASISPROCEDURE VOOR PRINTEN........................................................... 58
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN ........................................................... 59
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-TOETSEN ............................. 59
SCANNEN VANAF UW COMPUTER.............................................................. 60
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES ............. 60
HET GEBRUIK VAN HET ONLINE HANDBOEK ............................................ 61
7
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S ...................................................................... 62
INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN . 67
8
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD
DISPLAYMELDINGEN .................................................................................... 69
PROBLEMEN MET DE MACHINE OPLOSSEN ............................................. 71
PROBLEMEN TIJDENS HET INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE ............. 75
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN ..................................................... 79
HET VERVANGEN VAN DE TONER CARTRIDGE......................................... 83
ONTGRENDELINGSSCHAKELAAR VAN DE SCANKOP .............................. 86
CONTROLE VAN DE TOTALE TELLING ........................................................ 87
ONDERHOUD VEREIST................................................................................. 87
REINIGEN VAN DE MACHINE........................................................................ 88
9
OPTIONELE APPARATUUR
SYSTEEMCONFIGURATIE............................................................................. 90
FAXAPPARAAT UITBREIDINGSKIT (AR-FX9) ............................................... 90
NETWERK UITBREIDINGSKIT (AR-NB2 N) .................................................. 90
EENMALIG DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER (AR-SP8)/ ZELF-OMKERENDE
EENMALIG DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER (AR-RP8).................................. 90
250-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-D16) ............................................... 91
10
BIJLAGE
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................................................................... 93
SOFTWARE LICENTIE ................................................................................... 98
INDEX............................................................................................................ 100
INDEX PER THEMA...................................................................................... 103
3
WAARSCHUWINGEN
Veiligheidsetiket op de machine
Het etiket ( ) in de fuseereenheid van het apparaat geeft het volgende aan:
: Attentie, gevaar
: Attentie, heet oppervlak
Veiligheidsmaatregelen tijdens het gebruik van de machine
Volg de hieronder beschreven veiligheidsmaatregelen wanneer u deze machine gebruikt.
Waarschuwing:
Het fuseergebied is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van
vastgelopen papier.
Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
Zet de machine niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het
uitzetten van de machine en zet deze daarna weer aan.
Schakel de stroom van de kopieermachine uit voordat u vervangstukken installeert.
Let op:
Plaats de machine op een stevige en vlakke ondergrond.
Installeer de machine niet in een vochtige of stoffige ruimte.
Schakel de kopieermachine uit wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, bijv. tijdens de vakantieperiode, en verwijder de stekker uit het stopcontact.
Zet de kopieermachine uit voordat u deze gaat verplaatsen en verwijder de stekker uit
het stopcontact.
Bedek de machine niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom
ingeschakeld is. Hierdoor wordt de warmte-uitstraling verhindert, waardoor de machine
kan beschadigen.
Andere besturingen, aanpassingen, gebruik of procedures dan beschreven in deze
handleiding kunnen leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en
eenvoudig toegankelijk zijn.
Belangrijke punten bij de keuze van een opstellingsplaats
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, nat of erg stoffig zijn
aan direct zonlicht worden blootgesteld
slecht geventileerd zijn
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de
luchtvochtigheid, zoals in de nabijheid van een airconditioningapparaat of radiator.
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine
voor onderhoud en goede ventilatie.
20cm (8")
10cm
(4")
10cm
(4")
4
Veiligheidsmaatregelen tijdens het verplaatsen van de machine
Houd rekening met de onderstaande aanwijzingen tijdens het verplaatsen om het
prestatievermogen van de machine te behouden.
Machine niet laten vallen, blootstellen aan schokken of tegen andere
voorwerpen aanstoten.
Laat het apparaat niet vallen, stel het niet bloot aan schokken en stoot het niet
tegen andere voorwerpen aan.
Bewaar reserve-tonercartridges in de originele verpakking op een donkere plaats.
Wanneer deze aan direct zonlicht worden blootgesteld, kunnen er vlekken op de
kopieën ontstaan.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
Attentie bij laser
Trademark acknowledgements
• Microsoft® Windows® besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT 4.0®, Windows® 2000,
and Windows® XP zijn handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en andere landen.
IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• Acrobat® Reader Copyright
© 1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle
rechten voorbehouden. Adobe, het Adobe-logo, Acrobat en het Acrobat-logo zijn
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de
respectievelijke eigenaars.
Golflengte 770 nm, 795 nm
Impulstijden 10,24 µs / 7 mm
Uitgangsvermogen 0,17 mW ± 0,01 mW
5
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU
Als een E SNERGY TA R® Partner, heeft SHARP bepaald dat dit
product voldoet aan de E SNERGY TA R® richtlijnen voor efficiënt
energieverbruik.
Er wordt een kleine hoeveelheid ozon geproduceerd binnen de eenheid tijdens de
werking. Het emissieniveau is zo laag dat er geen gevaar voor de gezondheid bestaat.
Opmerking:
De huidige aanbevolen lange termijnlimiet voor blootstelling aan ozon is 0,1 ppm
(0,2 m
g
/m
3
) berekend als een gemiddelde concentratie gedurende 8 uur.
Omdat de geringe hoeveelheid die wordt uitgestoten een verwerpelijke geur verspreidt,
is het raadzaam de machine in een goed geventileerde ruimte te plaatsen.
USB 2.0 compatible
Lees de "Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)" (p.57)
om te controleren of uw systeem en machine-instellingen
correct zijn geconfigureerd voordat u de kopieermachine
aansluit via de USB 2.0 (Hi-Speed functie).
6
INLEIDING
Het gebruik van de handleiding
Deze machine is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale
inname van bedrijfsruimte en een maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van
de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding
op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
Informatie over de gebruiksaanwijzingen
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
Geeft een uitleg van de machine en hoe u deze kunt gebruiken als kopieermachine.
Ook geeft de Gebruiksaanwijzing een uitleg over de installatie van de software
waarmee u de machine kunt gebruiken als printer en scanner voor uw computer.
Online handboek (op de bijgeleverde CD-Rom)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van de procedures om de machine te
gebruiken als printer of scanner.
Gebruiksaanwijzing voor fax (voor modellen die zijn voorzien van de AR-FX9)
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als fax.
Gebruiksaanwijzing voor netwerk uitbreidingskit (voor modellen die
zijn voorzien van de AR-NB2 N)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van de procedures om de machine te
gebruiken als printer of netwerkscanner.
Begrippen die in dit handboek en het online handboek worden gebruikt
De illustraties van besturingschermen en andere computerschermen tonen de schermen
van de Windows XP Home Edition. Sommige namen die in deze schermen verschijnen
kunnen iets afwijken van de schermen die in andere bedrijfssystemen verschijnen.
De beschrijving in deze handleiding gaat ervan uit dat de persoon die de machine installeert
en de gebruikers een basiskennis hebben van Microsoft Windows.
Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "SPF"
en naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF".
In dit handboek worden de volgende iconen gebruikt om de gebruiker informatie te
verstrekken die voor het gebruik van het apparaat nodig zijn.
Sommige modellen kunnen niet beschikbaar zijn in sommige landen.
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de
inhoud van de waarschuwing niet correct worden opgevolgd.
Waarschuwt voor beschadigingen aan de machine of onderdelen
als gevolg van het verkeerd uitvoeren van de
De opmerkingen geven informatie over de specificaties, functies,
prestaties en bediening van de machine.
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen
kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen op de machine
als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
Opmerkingen
Waarschuwing
Let op
Opmerkingen
7
Uitleg over de illustraties
Afhankelijk van uw model en de geïnstalleerde opties kunnen de afbeeldingen in deze
handleiding verschillen. De basishandelingen zijn echter gelijk.
Bij verwijzingen naar papierformaat en gewicht, staan de inch-waarden tussen aanhalingstekens.
Bijvoorbeeld:
Pagina 14 .................56 /mg2 to 80 g/m2 (15 lbs. tot 21 lbs.)
A4 (8-1/2" x 14")
HOOFDKENMERKEN
Kopren op hoge snelheid
Duur eerste kopie*1 op 300 dpi*2 is slechts 9,6 seconden.
Kopieersnelheid is 15 kopieën per minuut. Dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert
een grote bijdrage aan de productiviteit op het kantoor.
*1De duur van de kopie wanneer de stroom wordt ingeschakeled en wanneer het
kopiëren wordt uitgevoerd vanaf de glasplaat onmiddelijk nadat de
stroombesparingsindicator uitgaat (A4, papierinvoer vanuit papierlade).
De duur van de eerste kopie kan variëren afhankelijk van de omstandigheden
waarin de machine functioneert en omgevingsinvloeden zoals temperatuur.
*2"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te
meten. De resolutie is de dichtheid van de beeldpunten die worden weergegeven
op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi wordt uitgevoerd.
Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie kunnen er origineelfuncties
worden geselecteerd: "TEKST" voor originelen met alleen tekst en "FOTO" voor
foto's. De belichting kan binnen elke functie op vijf niveaus worden ingesteld.
Met de kopieerfunctie fotofunctie kunt u heldere kopieën maken van verfijnde
halftint-originelen zoals zwart-wit foto’s en kleurenfotos.
Model AR-M155
Uiterlijk
(Met de optionele RSPF geïnstalleerd)
Origineelklep/
SPF/RSPF
Origineelklep (Standaard)
SPF (Optioneel)
RSPF (Optioneel)
Verwijzingen voor de AB series (metrisch) en de inch series
8
Geavanceerde kopieerkenmerken
Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%. (Wanneer
de SPF/RSPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.)
U kunt tot 99 kopieën continu afdrukken.
Elke uitvoerset kan lichtelijk worden verschoven ten opzichte van de andere sets
om het verdelen te vergemakkelijken (staffelfunctie).
Sorteren per set is mogelijk zonder een sorteereenheid of ander speciaal apparaat
(Sorteren kopie).
De machine is voorzien van handige functies zoals kantlijnverschuiving, 2 in 1
kopie en automatisch 2-zijdig kopiëren.
Één keer scannen/meerdere malen afdrukken
Deze machine is uitgerust met een geheugenbuffer waardoor u de machine één
keer een origineel laat scannen en vervolgens de gescande afbeelding tot 99 kunt
afdrukken. Dit verhoogt de werksnelheid, reduceert de ruisfactor van de machine
en vermindert slijtage van het scanmechanisme, hetgeen leidt tot een hogere
betrouwbaarheid.
LCD scherm displaymeldingen
De functie-instellingen en de status van de machine worden op dit LCD paneel
weergegeven.
Laserprinterfunctie
De bijgeleverde printer driver kan worden geïnstalleerd om de machine te
gebruiken als printer.
Kleurenscannerfunctie
Wanneer u de bijgeleverde scanner driver installeert en de machine aansluit op
een computer via een USB-kabel, kunt u de machine gebruiken als scanner.
Faxfunctie (optie)
U kunt de optionele Faxapparaat uitbreidingskit installeren zodat de machine kan
worden gebruikt als faxapparaat. (Faxapparaat uitbreidingskit gebruiksaanwijzing)
Netwerkverbinding (optie)
U kunt de optionele Netwerkuitbreidingskit installeren zodat de machine kan
worden gebruikt als netwerkprinter en netwerkscanner. (Netwerkuitbreidingskit
gebruiksaanwijzing)
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
De machine is voorzien van een voorverwarming en een stroom uitschakelfunctie
om het stroomverbruik te minimaliseren wanneer de machine niet wordt gebruikt.
De machine is zo ontworpen dat de hoogte van het bedieningspaneel en de vorm
van de toetsen door mensen van verschillende grootte kunnen worden gebruikt.
A
KantlijnverschuivingSorteer kopie Staffelfunctie 2 IN 1 kopie
2
1
3
2
1
3
123
2
1
3
1
1
1
23
A
9
1
Hoofdstuk 1
1
Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de
machine wordt gebruikt.
NAMEN VAN DE ONDERDELEN
Origineelklep Verlengstuk papier uitvoerlade
Origineelplaat Hoofdschakelaar
Bedieningspaneel Handgrepen
Voorklep Stroomkabel
Papierlade Ontgrendelingshefboom fuseereenheid
Zijklep Transportlade
Knop voor het openen van de zijklep Laderreiniger
Papiergeleiders van de handinvoerlade Papierhouderarm
Kopie-uitvoerlade
Fotogeleidende
drum
SPF/RSPF (Optie)
Uitvoergedeelte
Omkeerlade (Uitsluitend RSPF)
Handinvoerlade
Origineelgeleiders
Origineelinvoerlade
Origineel
toevoerklep
Toner cartridge
Interface
USB
connector
Parallelle
connector
3
4
5
6
8
9
10
11
13
14
15
6
4
12
1
2
7
12 13
Interface
USB
connector
Parallelle
connector
17
16
1
10
2
11
3
12
4
13
5
14
6
15
7
16
8
17
9
VOORBEREIDINGEN
VOORBEREIDINGEN
10
Bedieningspaneel
[MODUS SELECTIE] toets / Modus indicators
Gebruik deze toets om de modus te selecteren. De
indicator van de geselecteerde modus gaat branden
(kopie-, printer-, scanner-, faxmodus indicators).
Display
De display toont de status van de machine,
eventuele problemen, de gebruikerprogramma's
en de menu's met functie-instellingen.
Numerieke toetsen
Gebruik deze toetsen om het aantal kopieën en
andere numerieke instellingen in te voeren.
De toetsen kunnen ook worden gebruikt om items
in functie-instelling menu's te selecteren.
[WIS] toets ( )
Gebruik deze toets om het aantal kopin te
wissen of een lopende opdracht te annuleren. In
instellingmenu's kunt u deze toets gebruiken om
terug te keren naar het vorige menuscherm.
Stroomspaarstand indicator
Deze indicator zal oplichten wanneer de
stroombesparing is geactiveerd.
SPF/RSPF indicator (Optie)
Deze indicator gaat branden wanneer er een
origineel in de SPF/RSPF wordt geplaatst.
Storingsindicator
Deze brandt ononderbroken of knippert als er zich
papierstoringen of andere storingen voordoen.
[PAPIERLADEKEUZE] toets ( )
Gebruik deze toets om de papierlade met het
gewenste papierformaat te selecteren.
Ladelocatie indicator
Geeft de geselecteerde papierlade weer. De
indicator knippert wanneer er geen papier meer in
de papierlade aanwezig is.
[MENU] toets
Druk op deze toets om het papierformaat voor het
kopiëren te selecteren, een gebruikersprogramma
te configureren of de totale telling weer te geven.
[2-ZIJDIGE KOPIE ( )] toets
(alleen bij de AR-M155)
Druk op deze toets om de automatische
tweezijdige kopieerfunctie te selecteren.
[E-SORT/SP. FUNC ( )] toets
Druk op deze toets om de sorteerfunctie, de 2 in 1
kopieerfunctie of de kantlijnverschuiving te selecteren.
[ ] toets ( ), [ ] toets ( ),
[OK] toets
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( )
om een item in een functie-instelling menu te
selecteren.
Druk op de [OK] toets om een selectie in te voeren.
[BELICHTING ( )] toets
Gebruik deze toets om te schakelen van automatische
belichtingsaanpassing naar tekst- of fotomodus.
1
1
1
2
3
3
3
4
4
4
5
5
5
6
6
6
7
7
7
8
8
8
9
9
9
10
10
10
11
11
11
12
12
12
1,2,3,
1,2,3,
S
P. FUN
C
13
13
13
14
AR-M155
6 7 8 9
10 11 12 13 14 15
1 2
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
ZOOM
MENU OK
VOORBEREIDINGEN
11
1
[ZOOM] toets
Druk op deze toets om de kopieerfactor voor
verkleining/vergroting te selecteren.
Selecteer een voor ingestelde factor door op
de [ZOOM] toets te drukken en de gewenste
vooringestelde factor te selecteren. Druk op
[ZOOM] toets en selecteer de vooringestelde
factor die het meest met de gewenste factor
overeenkomt en druk op de [ ] toets ( )
of
[
] toets ( ) om de factor te vergroten
of te verkleinen in stappen van 1%.
[START] toets ( ) / Gereed indicator
Deze indicator brandt wanneer kopiëren of
scannen mogelijk is.
Druk op de [START] toets ( ) om het
kopiëren te starten.
De [START] toets ( ) wordt ook gebruikt
om terug te keren van de automatische
uitschakeltijd in de normale modus.
[WIS ALLES] toets ( )
Hiermee worden alle functies teruggezet in
de standaardinstellingen. Wanneer u deze
toets indrukt in een instelmenu, wordt de
instelling en de display teruggezet in de
begininstelling.
Toont de huidige kopieerfactor.
Toont het geselecteerde papierformaat.
Toont het aantal kopieën dat is ingevoerd
met de numerieke toetsen.
Er verschijnt. checkmarkering " " wanneer
de belichting is gewijzigd of wanneer 2-zijdig
kopiëren, sorteren, 2 IN 1 of
kantlijnverschuiving is geselecteerd.
15
15
15
16
16
16
17
17
17
18
19
20
21
KLAAR OM TE KOPIEREN.
100% A4 0
Display
16 17
18 19 20 21
3 4 5
12
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van de kopieermachine.
Stroom inschakelen
Zet de hoofdschakelaar op "ON".
De bedrijfsklaar indicator gaat branden net als
de andere indicaties die de oorspronkelijke
instellingen op het bedieningspaneel
aantonen om de bedrijfsklare positie aan te
geven. Zie "Begininstellingen" (zie hieronder)
voor informatie over de begininstellingen.
Tijdens het opwarmen van de machine kunt u de kopieerinstellingen selecteren en op de [START]
toets ( ) drukken. Het kopren wordt dan gestart nadat de machine is opgewarmd.
Taalinstelling
De eerste keer dat de stroom wordt ingeschakeld nadat de machine de fabriek heeft verlaten, verschijnt er
een melding in het Engels op de display waarin u wordt gevraagd de taal te selecteren. Selecteer de taal
met de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) en druk vervolgens op de [OK] toets. U kunt de taal ook
wijzigen in gebruikersprogramma's (p.65).
Begininstellingen
De machine gebruikt de begininstellingen wanneer deze voor het eerst wordt aangezet, wanneer de
[ALLES WISSEN] toets ( ) wordt ingedrukt, of wanneer er geen enkele toets wordt ingedrukt voor de
voorinstelling "AUTOMATISCH WISSEN" tijd nadat een opdracht is voltooid. Wanneer de machine wordt
teruggezet in de begininstellingen, worden alle tot dan toe geselecteerde instellingen en functies
geannuleerd. De "AUTOMATISCHE WISSEN" kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.62)
Wanneer u de machine in een ander land gebruikt als waar
hij werd gekocht, dient u te controleren of de plaatselijke
netspanning overeenkomt met uw model. Wanneer u de stekker
van de machine in een niet overeenkomende netspanning steekt,
kan er onherstelbare schade aan de machine ontstaan.
Steek het netsnoer alleen in een goed geaarde wandcontactdoos.
Gebruik geen verlengsnoeren of stopcontactlijsten.
Kopieerfactor: 100%, Belichting: Automatisch
Aantal kopieën: 0, Alle speciale kopieerfuncties: Uit
Waarschuwing
Let op
Let op
AR-M155
FAX
1,2, 3,
1,2, 3,
SP. FUNC
ZOOM
MENU OK
Het hoofdscherm van de kopieerfunctie verschijnt.
KLAAR OM TE KOPIEREN.
100% A4 0
Wanneer de kopieermodus
wordt gebruikt
VOORBEREIDINGEN
13
1
De scankop
De scankop lamp blijft constant aan wanneer de machine in de bedrijfsklare positie
staat (wanneer de bedrijfsklaar indicator brandt).
De machine stelt de scankop lamp af en toe in om de kopieerkwaliteit te behouden.
Op zulke momenten beweegt de scankop automatisch. Dit is normaal en betekent
geen storing van het apparaat.
Uitschakelen
Verzeker u ervan dat de machine uitstaat en zet vervolgens de
hoofdschakelaar op "OFF".
Wanneer de kopieermachine wordt uitgeschakeld terwijl
deze in bedrijf is, kan er een papierstoring optreden en
wordt de huidige kopieertaak geannuleerd.
Schakel te stroomschakelaar uit en verwijder de stekker
uit het stopcontact wanneer de machine gedurende een
lange periode niet wordt gebruikt.
Voer de onderstaande controles uit om er zeker van zijn dat de machine niet in bedrijf is:
De bedrijfsklaar indicator brandt. (Beginstand)
De energiebesparingsindicator brandt. (voorverwarmfunctie of automatische
uitschakelfunctie)
Energiebesparingfuncties
Voorverwarmtijd
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt. In deze functie zal de stroombesparing indicator gaan branden. De
normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt
ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een afdrukopdracht wordt ontvangen.
Automatische uitschakelfunctie
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een nog lager stroomverbruik dan bij de
voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. De stroombesparing
indicator gaan branden, op de display verschijnt de melding dat de machine in de automatische
uitschakelfunctie staat. Druk op de [START]-toets ( ) om de normale werking te hervatten. De
normale werking wordt ook automatisch hervat wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of er
wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de machine in de automatische uitschakelfunctie staat,
kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met uitzondering van de [START]-toets ( )).
De machine is voorzien van twee energiebesparingfuncties om het totale
stroomverbruik te verminderen en op die manier de kosten te beperken.
Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt
milieuvervuiling te verminderen. De twee energiebesparingfunctie zijn
Voorverwarmingstijd en Automatische uitschakelfunctie.
De activering van de Voorverwarmingsfunctie en de Automatische uitschakeltijd
kunnen met behulp van "VOORVERWARMINGSFUNCTIE" en "AUTOMATISCHE
UITSCHAKELTIJD" worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. Wij raden u aan
deze tijden aan te passen aan het gebruik van de machine op uw locatie. (p.62,
p.63)
Opmerkingen
14
2
Hoofdstuk 2
De papier bijvulindicator zal gaan knipperen wanneer er geen papier meer in de
geselecteerde papierlade aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet
of onjuist is geïnstalleerd.
PAPIER
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
*
1
Het aantal vel papier dat kan worden geladen is afhankelijk van het gewicht van het papier.
*
2
Gebruik geen niet standaard enveloppen of enveloppen met metalen klemmen, plastic
klemmen, met touwsluiting, venster, voering, zelfplakkende enveloppen, met opgeplakte
stukken of van synthetisch materiaal. Gebruik geen enveloppen die met lucht zijn gevuld of
waaraan etiketten of zegels zijn bevestigd. Deze zullen de machine beschadigen.
*
3
Gebruik geen papier zwaarder dan 105
g
/m
2
(28 lbs.) wanneer u papier laadt dat groter is
dan A4 (8-1/2" x 11") formaat.
Papierlade
type Papiersoort Formaat Gewicht Capaciteit
Papierlade Standaardpapier
Gerecycleerd papier
A5
B5
A4
8-1/2" x 11
8-1/2" x 13"
8-1/2" x 14"
56 g/m2 tot
80 g/m2
(15 lbs. tot
21 lbs.)
250 vel *
1
(Vul papier bij tot
onder de streep
op de lade)
Handinvoerlade Standaardpapier
Gerecycleerd papier
A6 tot A4
(3-1/2" x 5-1/2" tot
8-1/2" x 14")
56 g/m2 tot
80 g/m2
(15 lbs. tot
21 lbs.)
50 vel *
1
Dik papier
52 g/m2 tot
128 g/m2
(14 lbs. tot
34,5 lbs.)*3
Laad de vellen
papier één
voor één in de
handinvoerlade.
Transparante film/
Etiketten
Enveloppen *
2
International DL
International C5
Monarch
Commercial 9
Commercial 10
PAPIER BIJVULLEN
PAPIER BIJVULLEN
15
2
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Gebruik SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Gebruik van papier
dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op
de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat niet door SHARP is goedgekeurd, plaats
dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade (probeer niet continu te
kopiëren of af te drukken met dit soort papier)
Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in
deze machine worden gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier
voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is
voordat u papier dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
HET LADEN VAN DE PAPIERLADE
1
Til het handvat van de papierlade
omhoog en trek de papierlade zo
ver mogelijk naar buiten.
2
Waaier het papier en plaats het in de lade. Zorg ervoor dat de
randen onder de hoeken zitten.
Zorg ervoor dat het papier vrij is van scheuren, stof, kreukels en
omgekrulde of gevouwen hoeken.
Laad het papier niet boven de maximumhoogte markering ( ). Het overschrijden van de
markering heeft papierstoring tot gevolg.
Wanneer het papier niet wordt losgewaaid is er kans op dubbele vel invoer of papierstoringen.
Controleer of de papierstapel recht ligt alvorens deze te laden. Wanneer u papier aan een
bestaande stapel wilt toevoegen, haal dan de bestaande stapel uit de lade, voeg het papier toe en
plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de lade.
Zorg ervoor dat het papier in de papierstapel van het zelfde soort en formaat is.
Zorg er bij het laden van het papier voor dat er geen ruimte tussen het papier en de papiergeleider
is en dat de papiergeleider niet te nauw is ingesteld zodat het papier niet buigt. Het niet correct
laden van het papier leidt tot papierstoringen of verschoven afdrukken.
Opmerkingen
Opmerkingen
PAPIER BIJVULLEN
16
3
Druk de papierlade weer voorzichtig terug in de machine.
Raadpleeg het hoofdstuk "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN" (p.19) wanneer het papierformaat verschilt van de
eerdere papierstapel in de lade.
Wanneer u de machine gedurende een langere periode niet gebruikt,
dient u het papier uit de machine te verwijderen en op een droge
plaats te bewaren. Als het papier gedurende een langere periode in
de machine blijft zitten, zal dit vocht uit de lucht opnemen waardoor er
papierstoringen ontstaan.
Opmerkingen
17
2
HANDINVOER (inclusief speciaal papier)
De handinvoerlade kan worden gebruikt voor het invoeren van standaard papier,
transparante film, etiketten, enveloppen en ander speciaal papier.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de
handinvoerlade
U kunt tot 50 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen.
(De hoeveelheid hangt af van het soort papier dat wordt geladen.)
Zorg ervoor dat enveloppen horizontaal worden geplaatst zoals afgebeeld in het
onderstaande diagram.
Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de
sluitklep, geen losse lijmdelen bevatten.
Speciaal papier, met uitzondering van SHARP goedgekeurde transparante film, etiketten en
enveloppen moeten één vel per keer in de handinvoerlade worden geplaatst.
Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de
handinvoerlade, voeg dit aan de nieuwe stapel toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer
in de handinvoerlade. Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of
onduidelijke afbeeldingen.
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot
vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Enveloppen
Gebruik niet de onderstaande envelopsoorten. Dit zal leiden tot papierstoringen.
Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
Enveloppen met twee of meer flappen.
Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
Enveloppen met een vouw in de flap.
Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
Enveloppen met etiketten of postzegels.
Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht
Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
Zorg ervoor dat u International DL, International C5, com9, com10 of Monarch selecteert in de
papierformaatinstelling van de printer driver. (Zie het online handboek voor gedetailleerde
informatie over de printer driver.)
Beschikbaar Niet
beschikbaar
PAPIER BIJVULLEN
18
Papier in de handinvoerlade laden
1
Open de handinvoerlade en verleng deze.
2
Stel de papiergeleiders in op de breedte van het papier. Plaats het
papier (afdrukzijde naar beneden) helemaal in de handinvoerlade.
3
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ) om de
handinvoerlade te selecteren.
Het papier moet met de smalle kant in de invoersleuf worden gestoken.
Speciaal papier zoals transparante film, etiketten en enveloppen moeten
één voor één via de handinvoer worden ingevoerd.
Bij het kopiëren op transparante film dient u elke kopie direct te
verwijderen. Laat de kopin niet opstapelen.
Om de handinvoerlade
te sluiten voert u stap 1
en vervolgens stap 2 in
de afbeelding uit en
drukt u op de ronde
uitsteeksels aan de
rechterkant van de lade
tot deze ineenklikken.
Opmerkingen
Opmerkingen
Afdrukzijde
19
2
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om het papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
1
Druk op de toets [MENU].
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) totdat "PAPIERFORMAAT"
verschijnt en drukt vervolgens op de [OK] toets.
2
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om de papierlade te selecteren en
druk vervolgens op de [OK] toets.
3
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om het papierformaat te selecteren
en drukt vervolgens op de [OK] toets.
Het papierformaat worden gewijzigd elke keer wanneer
de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) wordt ingedrukt:
"A4" "B5"→ →"A5""8,5x14" "8,5x13" "8,5x11"→ →
"5,5x8,5".
4
Druk de grendelhendel van de voorste geleider samen en
schuif de voorste geleider zodat deze aansluit bij de breedte
van het papier. Schuif vervolgens de linker geleider naar de
juiste groef op de lade.
De voorste geleider is een schuifgeleider. Neem de vergrendelknop op de
geleider en schuif de geleider naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
De linker geleider is een invoeggeleider. Verplaats deze naar de indicatorlijn van
het te laden papierformaat.
De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de
machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort of papierstoring.
Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de
papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
Druk op de [MENU] toets wanneer u klaar bent met de configuratie
van de papierformaatinstellingen van de lade.
Opmerkingen
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
PAPIERFORMAAT
1:LADE 1
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
LADE 1
1:A4
Opmerkingen
Linker
geleider
Voorgelei
d
20
3
Hoofdstuk 3
Dit hoofdstuk beschrijft de basisfuncties en andere kopieerfuncties.
NORMAAL KOPIEREN
De glasplaat gebruiken
1
Open de origineelklep/SPFRSPF en plaats het origineel op de
glasplaat met de kopiezijde naar beneden.
[Het plaatsen van het origineel]
Leg het origineel gelijk met de schaalverdeling en de
centreermarkering ( ).
2
Sluit voorzichtig de origineelklep/SPF/RSPF.
3
Stel het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
Het kopiëren van boeken of originelen met vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de origineelklep/SPF/
RSPF zoals op de afbeelding. Wanneer de
origineelklep/SPF/RSPF niet volledig gesloten is
kunnen er schaduwen ontstaan op de kopie of kan
de afdruk vaag zijn. Strijk originelen met vouwen of
kreukels goed glad voordat u deze plaatst.
De glasplaat kan originelen tot een grootte van A4 (8-1/2" x 14") scannen.
Wanneer er een kopie wordt gemaakt, zullen de randen niet worden
gekopieerd (beeldverlies). Zie "TECHNISCHE SPECIFICATIES" (p.93) voor
meer informatie over beeldverlies.
Druk op de [WIS] toets ( ) als u het lopende kopieerproces wilt onderbreken.
Zie pagina 23 tot en met 35 voor informatie over de kopieerinstellingen.
Opmerkingen
markering
Origineel schaalverdeling
Opmerkingen
HET MAKEN VAN KOPIEËN
HET MAKEN VAN KOPIEËN
21
3
Verwijderen van de origineelklep
Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van
grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten. Til de
origineelklep recht omhoog zoals getoond op de
afbeelding. Om de origineelklep weer te plaatsen
doet u het tegenovergestelde.
De SPF/RSPF kan niet worden verwijderd.
De SPF/RSPF gebruiken
1
Verzeker u ervan dat het origineel niet achterblijft op de
kopieerplaat.
2
Pas de origineelgeleiders aan het
formaat van de originelen aan.
3
Plaats het origineel (of de originelen)
met de kopiezijde naar boven in de
origineelinvoerlade.
De SPF/RSPF indicator op het bedieningspaneel
gaat branden. Indien deze indicatie niet gaat branden,
werden de orginelen niet behoorlijk werden geplaatst
of wanneer de SPF/RSPF niet goed gesloten is.
4
Stel het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
Originelen van A5 tot A4 (5-1/2" x 8-1/2" to 8-1/2" x 14") en
52
g
/m
2
to 90
g
/m
2
(14 lbs. to 24 lbs.) kunnen worden gebruikt. Er kunnen maximaal 30 pagina's in
een keer worden geplaatst.
Strijk gekreukte originelen glad voordat u deze in de origineelinvoerlade plaatst. Gekreukte
originelen kunnen papierstoringen veroorzaken.
Plaatst de originelen horizontaal.
Verwijder eventuele nietjes of paperclips voordat u originelen in de origineel invoerlade laadt.
Wanneer er een kopie wordt gemaakt, zullen de randen niet worden gekopieerd (
beeldverlies
).
Zie "TECHNISCHE SPECIFICATIES" (p.93) voor meer informatie over beeldverlies.
Controleer nauwkeurig de positie van de marges wanneer u gebruikmaakt van de
kantlijnverschuiving. (p.34)
Druk op de [WIS] toets ( ) als u het lopende kopieerproces wilt onderbreken.
Zie pagina 23 tot en met 35 voor informatie over de kopieerinstellingen.
Opmerkingen
Afdrukzijde naar boven
Opmerkingen
HET MAKEN VAN KOPIEËN
22
Originelen die niet kunnen worden gebruikt in de SPF/RSPF
De onderstaande originelen kunnen niet worden gebruikt. Dit kan leiden tot
papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto’s.
Carbonpapier, thermisch kopieerpapier.
Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd.
Gelijmde originelen, uitgesneden originelen.
Originelen met ringbandgaten.
Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermal transfer print), originelen op
thermaal afdrukpapier.
Ononderbroken-invoerfunctie
"STEL ORIGINELEN IN VOOR CONTINU INVOER." verschijnt gedurende 5
seconden in de display nadat alle originelen zijn ingevoerd. Wanneer er op dat
moment een nieuw origineel in de SPF/RSPF wordt geplaatst, wordt het origineel
automatisch ingevoerd en zal het kopiëren starten met dezelfde instelling. Deze
ononderbroken invoerfunctie is uitgeschakeld in "ONONDERBROKEN-INVOER" in
de gebruikersprogramma's (p.63).
Verlengstuk papier uitvoerlade
Trek de ladeverlenging uit wanneer u kopieert op papier groter dan A4.
Papierhouderarm
De papier uitvoerlade is voorzien van een papierhouder. Deze papierhouder drukt
zachtjes op de stapel uitvoerpapier om het tegen te houden (p.9).
Capaciteit van de kopie-uitvoerlade
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier bevatten. Wanneer u meer
dan 250 paginas laat opstapelen, kan er een papierstoring optreden.
Haal de papierhouderarm omhoog en plaats het papier onder de arm als
u het papier terug wilt plaatsen in de uitvoerlade.
Maximaal aantal pagina's dat in een
lade kan worden geplaatst: 250
Opmerkingen
HET MAKEN VAN KOPIEËN
23
3
Aantal kopieën instellen
Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen.
Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in de display. U kunt maximaal 99 kopieën instellen.
Wanneer u een enkele kopie wilt maken is dit mogelijk wanneer er een "0" op de display verschijnt.
PAPIERLADEKEUZE
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ).
Iedere keer dat u op de [PAPIERLADEKEUZE] toets
( ) drukt wijzigt de locatie die wordt aangegeven door
de papierlocatie indicator in de volgende volgorde:
papierlade
onderste papierlade (wanneer de 250-vel
papierinvoereenheid is geïnstalleerd.)
handinvoerlade.
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde aantal hebt
ingevoerd en voer vervolgens het juiste aantal in.
De papierlocatie indicator zal gaan knipperen wanneer er geen papier
meer in de papierlade aanwezig is, of wanneer de geselecteerde
papierlade niet of onjuist is gesloten.
E
KOPIEREN.
55
ZOOM
Opmerkingen
AR-M155
KLAAR OM TE KOPI
E
100% EXTRA
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
24
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
Automatische belichtingsafstelling is vanaf het begin geactiveerd. Deze functie stelt
automatisch het beeld van de kopie gelijk aan dat van het origineel. Volg de onderstaande
stappen om zelf het belichtingsniveau te selecteren. (U kunt kiezen uit twee origineelsoorten
en vijf belichtingsniveau’s voor elk origineeltype). Het belichtingsniveau in de automatische
belichtingafstelling kan ook worden gewijzigd met "AE BELICHTINGSNIVEAU AANPASSEN"
in de gebruikersprogramma’s (p.65).
Origineeltypen
AUTO ......Automatische belichtingafstelling wordt geactiveerd en de belichting
wordt automatisch aangepast aan het origineel dat wordt gekopieerd.
De belichting wordt verminderd voor gekleurde gebieden en
achtergrondschaduwen.
TEKST ....De belichting wordt vermeerderd voor lichte gebieden en verminderd
voor donkere gebieden zodat tekst gemakkelijker te lezen is.
FOTO ......Halftinten in de foto worden helderder weergegeven.
1
Controleer het origineel en plaats het origineel (of originelen).
2
Druk op de [BELICHTING ( )] toets om
het origineeltype te selecteren.
Het origineelbeeldtype wordt gewijzigd elke keer
wanneer de [BELICHTING ( )] toets wordt ingedrukt:
"AUTO" ( )
"TEXT"( )
"FOTO"( ).
3
Pas indien nodig het belichtingsniveau
aan voor TEKST ( ) of FOTO ( ).
Druk op de [ ] toets ( ) om de afbeelding
donkerder te maken. Druk op de [ ] toets ( )
om de afbeelding lichter te maken.
4
Druk op de [OK] toets.
5
Selecteer het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen en
druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Druk op de [BELICHTING ( )] toets totdat "AUTO" ( ) verschijnt
om terug te keren naar de automatische belichtingaanpassing.
Belichtingswaarden richtlijnen (bij "TEKST" ( )
instelling)
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
TEKST
| | | | |
Opmerkingen
TEKST
| | | | |
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
| | | | |
Normale originelen
Gekleurde tekst of tekst geschreven met potloo
d
Donkere originelen zoals kranten
26
4
Hoofdstuk 4
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIEREN
Twee originelen kunnen automatisch worden gekopieerd op beide zijden van een
enkel vel papier. Wanneer u de RSPF gebruikt kunt u eenvoudig 2-zijdige kopieën
van 2-zijdige originelen maken.
* Wanneer de RSPF is geïnstalleerd.
Tijdens het automatisch 2-zijdig kopren van 1-zijdige originelen, kan de richting van het gekopieerde
beeld worden geselecteerd om deze aan te passen aan de inbindpositie van het papier.
KORTE ZIJDE:
Selecteer deze optie wanneer de inbindpositie op de korte zijde wordt geplaatst.
LANGE ZIJDE:
Selecteer deze optie wanneer de inbindpositie op de lange zijde wordt geplaatst.
Origineel Papier Geschikte formaten
Glas
plaat
1-zijdig origineel 2 zijden
A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11",
8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14")
De handinvoerlade kan niet
worden gebruikt.
SPF/RSPF
1-zijdig
origineel
2 zijden
2-zijdig
origineel
1 zijde*
2-zijdig
origineel
2 zijden*
A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11",
8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14")
Speciaal papier kan hierbij
niet worden gebruikt.
De handinvoerlade kan
uitsluitend worden gebruikt
bij enkelzijdig kopieën vanaf
dubbelzijdige originelen.
(Papier afdrukstand: Liggend) (Papier afdrukstand: Staand)
(Papier afdrukstand: Liggend) (Papier afdrukstand: Staand)
A B A
B
A
BA B
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
27
4
De glasplaat gebruiken
1
Plaats het origineel dat u wilt kopiëren met de voorzijde op de
glasplaat en sluit de origineelklep/SPF/RSPF.
2
Druk op de [2-ZIJDIGE KOPIE] ( ) toets
totdat "1 TOT 2" verschijnt en druk
vervolgens op de [OK] toets.
3
4
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om de inbindzijde te selecteren en
druk vervolgens op de [OK] toets.
Selecteer "LANGE ZIJDE" of "KORTE ZIJDE".
De "LANGE ZIJDE" de "KORTE ZIJDE" worden
weergegeven in de afbeelding op de vorige pagina.
5
Selecteer het aantal kopieën en andere instellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
Het origineel voor de voorzijde wordt gescand en in het geheugen geplaatst.
6
Wanneer "[START] : VOLG. SCAN [#] :
START AFDRUK." verschijnt, verwijder
het eerste origineel en plaats vervolgens
het origineel dat u op de achterzijde wilt
kopiëren op de glasplaat. Sluit de
origineelklep/SPF/RSPF
Plaats het tweede origineel in dezelfde
richting als het eerste origineel.
7
Druk op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Druk op de [WIS] toets ( ) als u de scangegevens in het geheugen wilt wissen.
Druk op de [ ] toets als u het 2-zijdig kopiëren wilt annuleren en gewoon een
kopie van het eerste origineel wilt maken.
Druk op de [WIS ALLES] toets ( ) of de [2-ZIJDIGE KOPIE( )]
toets, selecteer "1 TOT 1" en druk vervolgens op de [OK] toets om het
automatisch 2-zijdig kopren te annuleren.
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
2-ZIJDIGE KOPIE
1 TOT 2
INBINDZIJDE
LANGE ZIJDE
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
Tweede origineel
Opmerkingen
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
28
Het gebruik van de SPF/RSPF
1
Plaats één of meerdere originelen in de SPF/RSPF. (p.21)
Wanneer u een oneven aantal originelen plaatst voor eenzijdige of
dubbelzijdige kopieën, zal de achterzijde van de laatste kopie leeg zijn.
2
Druk op de [2-ZIJDIGE KOPIE ( )] toets
en selecteer de 2-zijdige kopieerfunctie die
u wilt gebruiken.
De functie wijzigt zoals hieronder weergegeven elke
keer wanneer u de [2-ZIJDIGE KOPIE ( )] toets
indrukt. "1 TOT 1", "1 TOT 2", "2 TOT 2", "2 TOT 1"
Dubbelzijdig kopiëren vanaf enkelzijdige originelen: "1 TOT 2"
2-zijdige kopieën vanaf 2-zijdige originelen: "2 TOT 2"*
1-zijdige kopieën van 2-zijdige originelen: "2 TOT 1"*
* Wanneer de RSPF is gnstalleerd.
3
Druk op de [OK] toets.
Als u "1 TOT 2" in stap 2 hebt geselecteerd, selecteer dan "LANGE ZIJDE"
of "KORTE ZIJDE" en druk vervolgens op de [OK] toets. LANGE ZIJDE en
KORTE ZIJDE worden getoond in de afbeelding op page 26.
4
Als u "2 TOT 2" of "2 TOT 1" hebt geselecteerd,
druk dan op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om het origineelformaat te selecteren en
druk vervolgens op de [OK] toets.
U kunt de volgende origineelformaten selecteren.
"A4", "B5", "A5", "8,5x14", "8,5x13", "8,5x11",
"5,5x8,5".
5
Selecteer het aantal kopieën en andere instellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Druk op de [WIS ALLES] toets ( ) of de [2-ZIJDIGE KOPIE( )]
toets, selecteer "1 TOT 1" en druk vervolgens op de [OK] toets om
het automatisch 2-zijdig kopiëren te annuleren.
Raak de omkeerlade niet aan tijdens het automatisch dubbelzijdig
kopiëren. (Wanneer de RSPF is geïnstalleerd.)
2-ZIJDIGE KOPIE
2 TOT 1
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
ORIGINEELFORM INVRN
A4
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
29
4
KOPIEËN SORTEREN
Kopieën van meerdere originelen kunnen worden gesorteerd in series.
De origineelplaat gebruiken
1
Plaats het eerste origineel. (p.20)
2
Druk op de [E-SORT/SP. FUNC ( )] toets
totdat "SORTEREN" verschijnt en druk
vervolgens op de [OK] toets.
3
Druk op de [ ] toets ( ) om de " " in
de "AAN" positie te zetten en druk
vervolgens op de [OK] toets.
4
Selecteer het aantal kopieën en andere instellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
"[START] : VOLG. SCAN [#] : START AFDRUK." verschijnt en het origineel
wordt gescand en in het geheugen geplaatst.
5
Vervang het origineel met het volgende origineel en druk op de
[START] toets ( ).
Herhaal stap 5 totdat alle originelen in het geheugen zijn gescand.
6
Druk op de [ ] toets wanneer alle originelen zijn gescand.
De kopieën komen terecht in de kopie-uitvoerlade.
Het aantal pagina’s dat kan worden gescand is afhankelijk van het type origineel (foto,
tekst etc.) en de aan de printer toegewezen geheugengrootte. De grootte van het
geheugen dat is toegewezen aan de printer kan worden gewijzigd met "GEH. VOOR
PRINTER" in de gebruikersprogramma's. (p.64)
Druk op de [WIS]-toets ( ) om de gegevens in het geheugen te wissen. Wanneer u op
de [WIS] toets ( ) drukt, wordt ook de instelling voor het aantal kopieën gewist.
Druk op de [WIS] toets ( ) om de sorteeropdracht te annuleren.
Druk op de [WIS ALLES] toets ( ) om de sorteerfunctie te annuleren.
Opmerkingen
2
1
3
2
1
3
123
2
1
3
Sorteer kopie
SPECIALE FUNCTIE
SORTEREN
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
1,2,3,
1,2,3,
S
P. FUN
C
SORTEREN
UIT AAN
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
Opmerkingen
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
30
De SPF/RSPF gebruiken
1
Plaats de originelen. (p.21)
2
Druk op de [E-SORT/SP. FUNC ( )] toets
totdat "SORTEREN" verschijnt en druk
vervolgens op de [OK] toets.
3
Druk op de [ ] toets ( ) om de " " in
de "AAN" positie te zetten en druk
vervolgens op de [OK] toets.
4
Selecteer het aantal kopieën en andere instellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
De kopin komen terecht in de kopie-uitvoerlade.
Staffelfunctie tijdens de sorteeropdracht
De staffelfunctie verschuift de positie van elke groep kopieën in de kopie-uitvoerlade
om het verdelen te vergemakkelijken.
Deze staffelfunctie kan worden gewijzigd met "STAFFELFUNCTIE" in de
gebruikersprogramma's. (p.63)
Wanneer "AUTOM. SELECTIE SORTEREN" is ingeschakeld in de
gebruikersprogramma's, is de standaard uitvoermodus vanaf de RSPF de
sorteermodus (p.65). Ga in dit geval direct door met stap 4. Een checkmarkering " "
verschijnt automatisch in het scherm (p.11).
SELECTIE SORTEREN" is uitgeschakeld, is de standaard uitvoermodus de niet-
sorteermodus. Volg de stappen hieronder om de sorteermodus te selecteren.
Druk op de [WIS] toets ( ) om de sorteeropdracht te annuleren.
Druk op de [WIS ALLES] toets ( ) om de sorteerfunctie te annuleren.
Wanneer het geheugen volraakt
"GEHEUGEN VOL, DRUK START OM TE HERV." verschijnt in de display en de machine zal
stoppen met kopiëren als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen.
Druk op de [START]-toets ( ) om de reeds gescande originelen af te drukken.
Druk op de [WIS ALLES]-toets ( ) of de [WIS]-toets ( ) om de aanwezige scangegevens uit het
geheugen te wissen.
Opmerkingen
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
SPECIALE FUNCTIE
SORTEREN
1,2,3,
1,2,3,
S
P. FUN
C
SORTEREN
UIT AAN
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
1
1
1
2
3
1
1
2
3
Staffelfunctie Wanneer de staffelfunctie uitstaat
31
4
HET KOPIEREN VAN MEERDERE ORIGINELEN OP
EEN ENKELZIJDIG VEL PAPIER (2-IN-1kopie)
Meerdere originelen kunnen worden gekopieerd op een enkelzijdige kopie volgens
een vooraf geselecteerd lay-outpatroon.
Deze functie is handig bij het samenstellen van referentiemateriaal van meerdere
pagina’s op één compact formaat, of het maken van een overzicht met alle pagina’s
van een document op een enkele kopie.
De glasplaat gebruiken
1
Plaats het eerste origineel. (p.20)
2
Druk op de [E-SORT/SP. FUNC ( )] toets
totdat "2-IN-1" verschijnt en druk vervolgens
op de [OK] toets.
3
Druk op de [ ] toets ( ) om de " " in de
"AAN" positie te zetten en druk vervolgens
op de [OK] toets.
Er zal automatisch een bijpassende kopieerfactor worden
geselecteerd op basis van het origineel- en papierformaat. Wanneer
er gebruik wordt gemaakt van de glasplaat, is er een verkleining tot
25% mogelijk. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de SPF/RSPF,
is er een verkleining tot 50% mogelijk. Enkele mogelijke combinaties
van origineelformaat en papierformaat.
De 2-IN-1 kopie kan niet worden gebruikt in combinatie met de
functie kantlijnverschuiving.
Het 2 IN-1 paginaopmaak patroon kan worden gewijzigd met "LAY-
OUT IN 2-IN-1" in de gebruikers programma’s (p.63).
De handinvoerlade kan bij 2-IN-1 niet worden gebruikt.
Patroon 2
Patroon 1
Opmerkingen
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
SPECIALE FUNCTIE
2-IN-1
1,2,3,
1,2,3,
S
P. FUN
C
2-IN-1
UIT AAN
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
32
4
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om het origineelformaat te selecteren
en druk vervolgens op de [OK] toets.
U kunt de volgende origineelformaten selecteren.
"A4", "B5", "A5", "8,5x14", "8,5x13", "8,5x11",
"5,5x8,5".
5
Selecteer het aantal kopieën en andere instellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
"[START] : VOLG. SCAN [#] : START AFDRUK." verschijnt en het origineel
wordt gescand en in het geheugen geplaatst.
Druk op de [ ] toets om de gescande afbeelding direct af te drukken.
6
Vervang het origineel met het volgende origineel en druk op de
[START] toets ( ).
Herhaal stap 6 totdat alle originelen zijn gescand.
De kopieën zullen worden uitgevoerd elke keer nadat twee originelen zijn gescand.
Druk op de [ ] toets nadat alle pagina's zijn gescand als het aantal originelen
oneven is.
Druk op de [WIS]-toets ( ) om de gegevens in het geheugen te wissen.
Wanneer u de [WIS] toets ( ) indrukt, wordt ook het aantal kopin gewist.
Druk op de [WIS] toets ( ) om het 2-IN-1 kopiëren te annuleren.
Druk op de [WIS ALLES] toets ( ) om de 2-IN-1 kopieerfunctie te annuleren.
ORIGINEELFORM INVRN
A4
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
33
4
Het gebruik van de SPF/RSPF
1
Plaats de originelen. (p.21)
2
Druk op de [E-SORT/SP.FUNC ( )] toets
totdat "2IN1" verschijnt en druk vervolgens
op de [OK] toets.
3
Druk op de [ ] toets ( )om de " " in de
"AAN" positie te zetten en druk vervolgens
op de [OK] toets.
4
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om het origineelformaat te selecteren
en druk vervolgens op de [OK] toets.
U kunt de volgende origineelformaten selecteren.
"A4", "B5", "A5", "8,5x14", "8,5x13", "8,5x11",
"5,5x8,5".
5
Stel het aantal kopieën en andere instellingen in en druk op de
[START] toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Druk op de [WIS] toets ( ) om het 2-IN-1 kopren te annuleren.
Druk op de [WIS ALLES] toets ( ) om de 2-IN-1 kopieerfunctie te annuleren.
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
SPECIALE FUNCTIE
2-IN-1
1,2,3,
1,2,3,
S
P. FUN
C
2-IN-1
UIT AAN
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
ORIGINEELFORM INVRN
A4
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
34
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS
HET KOPIEREN (Kantlijnverschuiving)
De functie kantlijnverschuiving wordt gebruikt om automatisch de tekst of de
afbeelding of het kopieerpapier met ongeveer 10 mm (1/2") te verschuiven.
Zoals hieronder afgebeeld kunt u LANGE ZIJDE of KORTE ZIJDE selecteren.
1
Plaats één of meerdere originelen.
2
Druk op de [E-SORT/SP. FUNC ( )] toets totdat
"KANTLIJNVERSCHUIVING" verschijnt en druk
vervolgens op de [OK] toets.
Deze functie kan niet worden gebruikt met de 2-IN-1 functie.
De kantlijnbreedte kan worden gewijzigd met "KANTLIJNBREEDTE"
in de gebruikersprogramma's. (p.64)
Let erop dat de kantlijn wordt bepaald door de verschuiving van de
afbeelding. Wanneer de afbeelding dus te ver wordt verschoven kan
de afbeelding worden afgebroken.
LANGE ZIJDEKORTE ZIJDE
SPF/RSPF
Glasplaat
Marge Marge
Origineel
Kopie
AB
AB
AB
AB
Opmerkingen
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
SPECIALE FUNCTIE
KANTLNVERSCHUIVING
1,2,
3
1,2,3,
P
. FU
N
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
35
4
3
Druk op de [ ] toets ( ) om de " " in de
"AAN" positiete zetten en druk vervolgens op
de [OK] toets.
4
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om het kantlijnpositie te selecteren
en druk vervolgens op de [OK] toets.
Selecteer "LANGE ZIJDE" of "KORTE ZIJDE".
Raadpleeg de vorige pagina voor informatie over
de kantlijnpositie.
5
Stel het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Druk op de [WIS]-toets ( ) om de kantlijnverschuiving opdracht te annuleren.
Druk op de [WIS ALLES] toets ( ) om de functie kantlijnverschuiving te annuleren.
KANTLNVERSCHUIVING
UIT AAN
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
KANTLNVERSCHUIVING
LANGE ZIJDE
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
36
5
Hoofdstuk 5
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de software die is vereist voor de printer- en
scannerfuncties van de machine kunt installeren. Ook wordt hier de procedure voor
het weergeven van het online handboek uitgelegd.
SOFTWARE
De bijgeleverde CD-ROM bevat de onderstaande software:
MFP driver
Printer driver
Met de printer driver kunt u de printerfunctie van de machine gebruiken.
De printer driver bevat het Afdrukstatus scherm*. Het Afdrukstatus scherm is een
hulpprogramma waarmee u toezicht kunt houden op de machine en op de hoogte
wordt gehouden van de afdrukstatus, de naam van het document dat wordt
afgedrukt en foutmeldingen.
*Wanneer het apparaat via de parallelle poort is aangesloten, kan het Afdrukstatus
alleen worden gebruikt wanneer de parallelle poort op ECP modus is ingesteld. Om
de parallelle poort modus in te stellen, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw
computer of vraagt u de computerfabrikant.
Scanner driver (uitsluitend USB)
Met de scanner driver kunt u de scanfunctie van de machine gebruiken met de
TWAIN-compliant en WIA-compliant toepassingen.
Sharpdesk
Sharpdesk is een geïntegreerde softwareomgeving waarmee u eenvoudig
document- en beeldbestanden beheert en toepassingen kunt starten.
Button Manager
Met de Button Manager kunt u scanmenus op de machine gebruiken om een
document te scannen.
De schermafbeeldingen in deze handleiding hebben voornamelijk
betrekking op Windows XP. Bij andere Windows-versies kunnen
sommige schermen anders zijn dan in dit handboek aangegeven.
Deze handleiding verwijst naar de CD-ROM die bij de machine wordt
geleverd als "CD-ROM".
De scanfunctie kan alleen worden gebruikt met Windows 98/Me/2000/XP
computers die zijn verbonden met de machine d.m.v. een USB kabel.
Wanneer uw computer draait Windows 95/NT 4.0 of is verbonden met de
machine d.m.v. een parallelle verbinding, kan alleen de printerfunctie
worden gebruikt.
Opmerkingen
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
37
5
VOOR DE INSTALLATIE
Hardware en software eisen
Controleer de volgende hardware en software eisen voor het installeren van de software.
*
1
De USB connector van de machine verstuurt de gegevens alleen volgens de USB 2.0 (Hi-Speed)
gespecificeerde snelheid als de Microsoft USB 2.0 driver is geïnstalleerd op de computer, of als de USB 2.0
driver voor Windows 2000 Professional/XP (geleverd door Microsoft via "Windows Update") is geïnstalleerd.
*
2
Compatible met Windows 98, Windows Me, Windows 2000 Professional, Windows XP Professional of
Windows XP Home Edition machines, standaard voorzien van een USB poort.
*
3
Printen is niet beschikbaar in de MS-DOS modus.
*
4
De machine geeft geen ondersteuning voor het afdrukken binnen een Macintosh omgeving.
*
5
Beheerdersrechten zijn vereist om deze software via het installatieprogramma te kunnen installeren.
Installatieomgeving en geschikte software
De onderstaande tabel toont de besturingen en de software die voor iedere versie
van Windows geïnstalleerd kunnen worden alsmede de interface aansluiting.
*
1
Windows 98/Me ondersteunt geen USB 2.0. Een USB 2.0 verbinding kan worden gebruikt onder Windows
98/Me, maar de snelheid is hetzelfde als USB 1.1. De afdruksnelheid gebaseerd op de USB 2.0 specificaties
kan alleen worden bereikt als uw computer draait onder Windows 2000/XP, u een kabel gebruikt die USB 2.0
(USB 1.1 of USB 2.0 gecertificeerd) ondersteunt en deze kabel is verbonden aan een USB 2.0 poort op uw
computer. Als u verbinding maakt via een hub, moet de hub USB 2.0 ondersteunen.
*
2
De installatie van de printer driver hangt af van het type verbinding tussen de machine en uw computer.
*
3
Hoewel het mogelijk is de Button Manager en Sharpdesk te installeren onder Windows 98/Me/2000/XP,
kunnen noch de Button Manager noch de scannerfunctie van Sharpdesk worden gebruikt.
Computertype
IBM PC/AT of compatible computer voorzien van USB
2.0*1/1.1*2 of bidirectionelw parallelle interface (IEEE 1284).
Besturingssysteem*
3
*
4
Windows 95, Windows 98, Windows Me, Windows NT
Workstation 4.0 (ServicePack 5 of later)*
5, Windows 2000
Professional*5, Windows XP Professional*5, Windows XP
Home Edition*5
Display
800 x 600 dots (SVGA) display met 256 kleuren (of beter)
Vrije ruimte op de harde
schijf
150 MB of meer
Andere hardware
vereisten
Een omgeving waarin het bovengenoemde
besturingssysteem volledig kan functioneren
Kabel
Besturingssysteem
MFP Driver Button
Manager
Sharpdesk
Printer
driver
Scanner
driver
USB*1Windows
98/Me/2000/XP
Beschikbaar*
2
Beschikbaar
Parallel Windows 95/98/Me/
NT 4.0/2000/XP Niet beschikbaar*3
38
SOFTWARE INSTALLEREN
Hieronder volgt een uitleg van de procedure voor de standaard installatie van de
software. Wij raden u aan de standaard installatie te gebruiken als de machine is
aangesloten via een USB kabel.
1
De USB kabel moet niet zijn aangesloten op de machine. Zorg
ervoor dat de kabel niet is verbonden voordat u verdergaat.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and Play scherm verschijnen. Klik
op de "Annuleren" toets om het scherm te sluiten en verwijder de kabel.
2
Plaats de CD-ROM in de CD-ROM speler van uw computer.
3
Klik op "Start", "Deze Computer" ( ), en dubbelklik
vervolgens op het CD-ROM ( ) icoon.
Dubbelklik in Windows 95/98/Me/2000 op "Deze computer" en dubbelklik
vervolgens op het CD-ROM icoon.
4
Dubbelklik op het "setup" ( ) icoon.
Als u een andere verbinding gaat gebruiken nadat de software voor
USB- of parallelle verbinding is geïnstalleerd, moet u deze software
eerst verwijderen ((p.78)) en de software vervolgens opnieuw
installeren en configureren voor het nieuwe type verbinding.
In deze beschrijving wordt er van uitgegaan dat de muis is
geconfigureerd voor bediening met de rechterhand.
De scannerfunctie werkt alleen wanneer u een USB kabel gebruikt.
Volg de instructies op het scherm om het probleem op te lossen als
er een foutmelding verschijnt. Nadat u het probleem hebt opgelost,
kan de installatieprocedure worden voortgezet. Afhankelijk van het
probleem kan het zijn dat u op "Annuleren" moet drukken om het
installatieprogramma te verlaten. Installeer in zo'n geval de software
opnieuw vanaf het begin nadat u het probleem hebt opgelost.
STANDAARD INSTALLATIE (uitsluitend USB)
De standaard installatie kan alleen worden gebruikt wanneer de machine is
aangesloten via een USB kabel. Gebruikt de aangepaste installatieprocedure
(p.40) als de machine is aangesloten via een parallelle kabel.
De kabel kan worden aangesloten in stap 9.
Selecteer de gewenste taal en klik op de toets "Volgende" als het
taalselectiescherm verschijnt nadat u op het "setup" icoon hebt geklikt.
(Normaal gesproken wordt de correcte taal automatisch geselecteerd.)
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
39
5
5
Het scherm "SOFTWARE LICENTIE" verschijnt. Verzeker u
ervan dat u de inhoud van de software licentie goed begrijpt en
klik vervolgens op de "Ja" knop.
6
Lees de "Readme First" ("Leesmij") in het scherm "Welkom" en
klik vervolgens op de toets "Volgende".
7
Klik op de "Standaard" toets.
"Geïntegreerd installatieprogramma
wordt voorbereid..." verschijnt waarna
automatisch de installatie van de MFP
besturing, de Button Manager en
Sharpdesk wordt gestart.
Volg de instructies op het scherm.
8
Klik op "Sluiten" wanneer het scherm "Resultaat" verschijnt.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de machine aan te sluiten
op uw computer. Klik op de "OK" toets.
9
Zorg ervoor dat de machine is ingeschakeld en sluit vervolgens
de USB kabel aan (p.55).
Windows herkent de machine en het Plug and Play scherm verschijnt.
Klik op de knop "Toch doorgaan" of "Ja" als u draait onder Windows 2000/XP en er een melding
verschijnt met betrekking tot de Windows logo test of digitale handtekening.
Na de installatie kan er een melding verschijnen waarin u wordt gevraagd uw computer opnieuw
op te starten. Klik in dit geval op de "Ja" toets om uw computer opnieuw op te starten.
Sluit het onderstaande scherm wanneer deze verschijnt.
Er verschijnt vervolgens een scherm m.b.t. de "HI-SPEED USB apparaat". Sluit het scherm.
Deze melding verschijnt wanneer de USB 2.0 modus van de machine niet is ingesteld op
"HI-SPEED". Zie Hoofdstuk 6, "PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES" (p.57) voor informatie
over het omschakelen van de USB 2.0 modus.
Let op
Opmerkingen
Let op
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
40
10
Volg de instructies op het plug and play scherm om de MFP
driver te installeren.
Volg de instructies op het scherm.
Hiermee is de installatie van de MFP driver voltooid.
Voer een Setup uit van de Button Manager zoals beschreven in "INSTALLATIE
VAN DE Button Manager" (p.51) als de Button Manager is geïnstalleerd.
Hieronder volgt een uitleg van de procedure voor de aangepaste installatie van de software.
Gebruik de aangepaste installatieprocedure als de machine is aangesloten via een parallelle
kabel, de machine wordt gebruikt als gedeelde printer binnen een netwerk of wanneer u
afzonderlijk de MFP driver, de Button Manager of Sharpdesk wilt installeren.
Windows XP (USB/Parallel)
1
De USB/parallelle kabel moet niet zijn aangesloten op de machine.
Zorg ervoor dat de kabel niet is verbonden voordat u verdergaat.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and Play scherm verschijnen. Klik
op de "Annuleren" toets om het scherm te sluiten en verwijder de kabel.
2
Plaats de CD-ROM in de CD-ROM speler van uw computer.
3
Klik op "Start", "Deze Computer" ( ), en dubbelklik
vervolgens op het CD-ROM ( ) icoon.
Dubbelklik in Windows 95/98/Me/2000 op "Deze computer" en dubbelklik
vervolgens op het CD-ROM icoon.
4
Dubbelklik op het "setup" ( ) icoon.
Klik op de knop "Toch doorgaan" of "Ja" als u draait onder Windows
2000/XP en er een melding verschijnt met betrekking tot de Windows
logo test of digitale handtekening.
Voorafgaand aan deze procedure kan er een "USB 2.0 samengesteld
apparaat" installatiescherm verschijnen. Volg in zo'n geval de instructies
in het scherm om het USB 2.0 samengesteld apparaat te installeren.
AANGEPASTE INSTALLATIE
De kabel kan worden aangesloten in stap 14.
Selecteer de gewenste taal en klik op de toets "Volgende" als het
taalselectiescherm verschijnt nadat u op het "setup" icoon hebt geklikt.
(Normaal gesproken wordt de correcte taal automatisch geselecteerd.)
Let op
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
41
5
5
Het scherm "SOFTWARE LICENTIE" verschijnt. Verzeker u
ervan dat u de inhoud van de software licentie goed begrijpt en
klik vervolgens op de "Ja" knop.
6
Lees de "Readme First" ("Leesmij") in het scherm "Welkom" en
klik vervolgens op de toets "Volgende".
7
Klik op de "Aangepast"
toets.
8
Klik op de knop "MFP
stuurprogramma".
Klik op de knop "README
weergeven" om gedetailleerde
informatie over de software te
bekijken.
9
Het scherm "Welkom" verschijnt. Klik op de toets "Volgende".
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
42
10
Selecteer de "Aangesloten
op deze computer" en klik op
de knop "Volgende" wanneer
u wordt gevraagd hoe de
printer is aangesloten.
Selecteer de "Verbonden via het
netwerk" als u de machine
gebruikt als gedeelde printer
binnen een netwerk. Raadpleeg
de "De machine gebruiken als
gedeelde printer" (p.48) voor meer
informatie over deze instelling.
Volg de instructies op het scherm.
11
U keert terug naar het scherm uit stap 8. Klik op de
"Gebruikerssoftware" de knop als u de Button Manager of
Sharpdesk wilt installeren.
Klik op de "Sluiten" en ga verder met stap 14 als u de gebruikerssoftware
niet wilt installeren.
Het installeren van de gebruikerssoftware
12
Klik op de "Button
Manager" knop.
Klik op de knop "README weergeven"
om gedetailleerde informatie over de
software te bekijken.
Volg de instructies op het scherm.
Klik in dit scherm op de knop
"Sharpdesk" en volg de instructies
op het scherm als u Sharpdesk wilt
installeren.
Klik op de knop "Toch doorgaan" als u draait onder Windows XP en er een melding
verschijnt met betrekking tot de Windows logo test of digitale handtekening.
Na de installatie kan er een melding verschijnen waarin u wordt gevraagd uw computer opnieuw
op te starten. Klik in dit geval op de "Ja" toets om uw computer opnieuw op te starten.
De Button Manager kan
uitsluitend worden gebruikt
wanneer de machine is
aangesloten via een USB kabel.
De scanfunctie van Sharpdesk
kan alleen worden gebruikt
wanneer de machine is
aangesloten via een USB kabel.
Let op
Opmerkingen
Let op
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
43
5
13
U keert terug naar stap 12 (p.42) nadat de installatie van de
Button Manager is voltooid. Klik op de knop "Sluiten".
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de machine aan te sluiten
op uw computer. Klik op de "OK" toets.
14
Zorg dat de stroom van de machine ingeschakeld is en sluit
vervolgens het USB/parallelle interfacekabel aan (p.55).
Windows herkent de machine en het Plug and Play scherm verschijnt.
15
Volg de instructies op het plug and play scherm om de MFP
driver te installeren.
Volg de instructies op het scherm.
Klik op "Overslaan" om over te slaan of "Doorgaan" om door te gaan met
de installatie van Sharpdesk wanneer het onderstaande scherm verschijnt.
Als u "Overslaan" hebt geselecteerd, zal de installatie van Sharpdesk
doorgaan zonder Sharpdesk imaging te installeren.
Als u "Doorgaan" hebt geselecteerd, zal Sharpdesk Imaging worden
gnstalleerd. Als Imaging for Windows is geïnstalleerd op uw computer, zal
Sharpdesk Imaging het programma Imaging for Windows overschrijven.
Na de installatie kan er een melding verschijnen waarin u wordt gevraagd
uw computer opnieuw op te starten. Klik in dit geval op de "Ja" toets om
uw computer opnieuw op te starten.
Sluit het onderstaande scherm wanneer deze verschijnt.
Er verschijnt vervolgens een scherm m.b.t. de "HI-SPEED USB
apparaat". Sluit het scherm.
Deze melding verschijnt wanneer de USB 2.0 modus van de machine
niet is ingesteld op "HI-SPEED". Zie Hoofdstuk 6, "PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES" (p.57)" voor informatie over het omschakelen
van de USB 2.0 modus.
Let op
Opmerkingen
Let op
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
44
Hiermee is de installatie van de MFP driver voltooid.
Voer een Setup uit van de Button Manager zoals beschreven in "INSTALLATIE
VAN DE BUTTON MANAGER" (p.51) als de Button Manager is geïnstalleerd.
Windows 98/Me/2000 (USB)
1
De USB kabel moet niet zijn aangesloten op de machine. Zorg
ervoor dat de kabel niet is verbonden voordat u verdergaat.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and Play scherm verschijnen. Klik
op de "Annuleren" toets om het scherm te sluiten en verwijder de kabel.
2
Volg de stappen 2 tot en met 7 in "AANGEPASTE
INSTALLATIE" (p.40 - p.41).
3
Klik op de knop "MFP
stuurprogramma".
Klik op de knop "README
weergeven" om gedetailleerde
informatie over de software te
bekijken.
4
Het scherm "Welkom" verschijnt. Klik op de toets "Volgende".
Klik op de knop "Toch doorgaan" als u draait onder Windows XP en er
een melding verschijnt met betrekking tot de Windows logo test of
digitale handtekening.
Voorafgaand aan deze procedure kan er een "USB 2.0 samengesteld
apparaat" installatiescherm verschijnen. Volg in zo'n geval de instructies
in het scherm om het USB 2.0 samengesteld apparaat te installeren.
De kabel kan worden aangesloten in stap 9.
Let op
Opmerkingen
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
45
5
5
Selecteer de "Aangesloten
op deze computer" en klik op
de knop "Volgende" wanneer
u wordt gevraagd hoe de
printer is aangesloten.
6
Wanneer het selectiescherm
voor de interface verschijnt,
7
Selecteer "USB" en klik op
de knop "Volgende".
Selecteer de "Verbonden via
het netwerk" als u de machine
gebruikt als gedeelde printer
binnen een netwerk. Raadpleeg
de "De machine gebruiken als
gedeelde printer" (p.48) voor meer
informatie over deze instelling.
Volg de instructies op het scherm.
7
U keert terug naar het scherm van stap 3(p.44). Klik op de "Gebruikerssoftware"
knop als u de Button Manager of Sharpdesk wilt installeren.
Raadpleeg "De Gebruikerssoftware installeren" (stappen 12 en 13 en
verder page 42) om de gebruikerssoftware installeren.
Klik op de "Sluiten" als u de gebruikerssoftware niet wilt installeren.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de machine aan te sluiten
op uw computer. Klik op de "OK" toets.
8
Zorg ervoor dat de machine is ingeschakeld en sluit vervolgens
de USB kabel aan (p.55).
Windows herkent de machine en het Plug and Play scherm verschijnt.
Klik op de knop "Ja" als u draait onder Windows 2000 en er een melding verschijnt met
betrekking tot de Windows logo test of digitale handtekening.
Na de installatie kan er een melding verschijnen waarin u wordt gevraagd uw computer opnieuw
op te starten. Klik in dit geval op de "Ja" toets om uw computer opnieuw op te starten.
Let op
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
46
9
Volg de instructies op het plug and play scherm om de MFP
driver te installeren.
Volg de instructies op het scherm.
Hiermee is de installatie van de MFP driver voltooid.
Voer een Setup uit van de Button Manager zoals beschreven in "INSTALLATIE
VAN DE BUTTON MANAGER" (p.51) als de Button Manager is geïnstalleerd.
Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000 (Parallel)
1
De parallelle kabel moet niet zijn aangesloten op de machine. Zorg
ervoor dat de kabel niet is verbonden voordat u verdergaat.
Als de kabel is verbonden zal er een Plug and Play scherm verschijnen. Klik
op de "Annuleren" toets om het scherm te sluiten en verwijder de kabel.
2
Volg de stappen 2 tot en met 7 in "AANGEPASTE
INSTALLATIE" (p.40 - p.41).
3
Klik op de knop "MFP
stuurprogramma".
Klik op de knop "README
weergeven" om gedetailleerde
informatie over de software te
bekijken.
4
Het scherm "Welkom" verschijnt. Klik op de toets "Volgende".
Klik op de knop "Ja" als u draait onder Windows 2000 en er een melding
verschijnt met betrekking tot de Windows logo test of digitale handtekening.
Voorafgaand aan deze procedure kan er een "USB 2.0 samengesteld
apparaat" installatiescherm verschijnen. Volg in zo'n geval de instructies
in het scherm om het USB 2.0 samengesteld apparaat te installeren.
De kabel kan worden aangesloten in stap 10.
De "Gebruikerssoftware"
knop verschijnt niet in
Windows 95/NT4.0 en u
kunt alleen de printer
driver installeren.
Let op
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
47
5
5
Selecteer de "Aangesloten
op deze computer" en klik op
de knop "Volgende" wanneer
u wordt gevraagd hoe de
printer is aangesloten.
Selecteer de "Verbonden via
het netwerk" als u de machine
gebruikt als gedeelde printer
binnen een netwerk. Raadpleeg
de "De machine gebruiken als
gedeelde printer" (p.48) voor meer
informatie over deze instelling.
6
Selecteer "Parallel" en klik
op "Volgende" wanneer het
selectiescherm voor de
interface verschijnt.
7
Selecteer de printerpoort
en of de machine wordt
gebruikt als standaard
printer, selecteer de
instellingen en klik op
"Volgende".
Selecteer "LPT1" voor de
printerpoort.
Wanneer "LPT1" niet verschijnt wordt deze poort door een andere printer
of randapparaat gebruikt. Ga in zo'n geval door met de installatie en
wijzig de instelling van de poort nadat de installatie voltooid, zodat de
machine LPT1 kan gebruiken. Deze procedure wordt beschreven in "Een
andere printer gebruikt de parallelle poort (bij gebruik van een parallelle
kabel)" op pagina 77.
De "Netwerkpoort toevoegen" knop wordt gebruikt wanneer u de
machine gebruikt als gedeelde printer. (p.48) Klik hier niet op deze knop.
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
48
8
Selecteer de modelnaam van uw machine en klik op de toets
"Volgende" wanneer het scherm met de modelselectie verschijnt.
Volg de instructies op het scherm.
9
U keert terug naar het scherm uit stap 3. Klik op de
"Gebruikerssoftware" knop als u Sharpdesk wilt installeren.
Raadpleeg "De Gebruikerssoftware installeren" (stappen 12 en 13 en
verder page 42) om de gebruikerssoftware installeren.
Klik op de "Sluiten" als u de gebruikerssoftware niet wilt installeren.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de machine aan te sluiten
op uw computer. Klik op de "OK" toets.
10
Zorg dat de stroom van de machine ingeschakeld is en sluit
vervolgens het parallelle kabel aan (p.56).
11
Hiermee is de installatie van de MFP driver voltooid.
De machine gebruiken als gedeelde printer
Volg de onderstaande stappen om de MFP driver in de client computer te installeren
als u de machine gebruikt als gedeelde printer binnen een netwerk.
1
Volg de stappen 2 tot en met 7 in "AANGEPASTE INSTALLATIE"
(p.40 - p.41).
Klik op de knop "Ja" als u draait onder Windows 2000 en er een melding
verschijnt met betrekking tot de Windows logo test of digitale handtekening.
Raadpleeg de handleiding of de helpbestanden van het besturingssysteem
om de juiste instellingen in de printerserver te configureren.
De hier beschreven "printerserver" is een computer die rechtstreeks is
verbonden met de machine en waarbij andere computers ofwel "clients" zijn
aangesloten op hetzelfde netwerk.
Wanneer de machine wordt gebruikt via een netwerkverbinding, kan alleen
de printerfunctie worden gebruikt. De scannerfunctie zal niet functioneren.
Let op
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
49
5
2
Klik op de knop "MFP
stuurprogramma".
Klik op de knop "README
weergeven" om gedetailleerde
informatie over de software te
bekijken.
3
Het scherm "Welkom" verschijnt. Klik op de toets "Volgende".
4
Selecteer de "Aangesloten
op deze computer" en klik op
de knop "Volgende" wanneer
u wordt gevraagd hoe de
printer is aangesloten.
5
Klik op de knop "Netwerkpoort
toevoegen" wanneer u wordt
gevraagd om de printerpoort
te selecteren die moet worden
gebruikt.
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
50
6
Selecteer de netwerkprinter
die wordt gedeeld en klik
op de knop "OK".
Raadpleeg uw netwerkbeheerder
voor de server- en printernaam van
de machine binnen het netwerk
.
7
Controleer in het Printerpoort selectiescherm de gedeelde
netwerkprinter en of de machine wordt gebruikt als standaard
printer, selecteer de instellingen en klik op "Volgende".
8
Selecteer het model dat u gebruikt en klik op de knop "Volgende"
wanneer u wordt gevraagd om de modelnaam te selecteren.
Volg de instructies op het scherm.
9
U keert terug naar het scherm van stap 2. Klik op de knop "Sluiten".
Hiermee is de installatie van de MFP driver voltooid.
Klik op de knop "Toch doorgaan" of "Ja" als u draait onder Windows
2000/XP en er een melding verschijnt met betrekking tot de Windows
logo test of digitale handtekening.
Na de installatie kan er een melding verschijnen waarin u wordt gevraagd
uw computer opnieuw op te starten. Klik in dit geval op de "Ja" toets om
uw computer opnieuw op te starten.
Let op
Opmerkingen
51
5
INSTALLATIE VAN DE BUTTON MANAGER
De Button Manager is een software programma die samen met de scanner driver het
scannen vanaf de machine mogelijk maakt.
De Button Manager moet zijn gekoppeld met het scanmenu op de machine als u de
machine wilt gebruiken om te scannen. Volg de onderstaande stappen om de Button
Manager te koppelen aan scangebeurtenissen.
Windows XP
1
Klik op de "Start" toets, kies "Configuratiescherm" en
vervolgens "Printers en andere hardware" en klik vervolgens
op "Scanners en Camera’s".
2
Klik op het "SHARP AR-M155" icoon en selecteer
"Eigenschappen" uit het menu "Bestand".
3
In het "Eigenschappen" scherm klikt u op de "Gebeurtenissen" tab.
4
Selecteer "SC1:" uit het
rolmenu "Selecteer een
gebeurtenis".
E
Eigenschappen voor SHARP AR-M155
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
52
5
Selecteer "Uitvoeren"
en selecteer vervolgens
"Sharp Button Manager
E" uit het rolmenu.
6
Klik op de "Toepassen" toets.
7
Herhaal de stappen 4 tot 6 om de Button Manager te koppelen
aan de "SC2:". tot "SC6:".
Selecteer "SC2:" uit het rolmenu "Selecteer een gebeurtenis". Selecteer
"Uitvoeren", selecteer "Sharp Button Manager E" uit het rolmenu en klik
vervolgens op de "Toepassen" toets. Ga op dezelfde manier te werk voor
elk ScanMenu tot "SC6:".
Wanneer de instellingen voltooid zijn klikt u op de "OK" toets om dit scherm
te sluiten.
De Button Manager is nu gekoppeld aan het scanmenu (1 tot 6).
U kunt de scaninstellingen voor elk scanmenu 1 tot 6 wijzigen via het instelscherm
van de Button Manager.
Raadpleeg de "Button Manager instellingen" in het online handboek voor de
fabrieksinstellingen van het scanmenu en de procedures voor het configureren
van de Button Manager.
E
Eigenschappen voor SHARP AR-M155
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
53
5
Windows 98/Me/2000
1
Klik op de "Start" toets, selecteer "Instellingen" en klik
vervolgens op "Configuratiescherm".
2
Dubbelklik op het "Scanners en camera's" icoon.
3
Selecteer "SHARP AR-M155" en klik op de "Eigenschappen" toets.
Klik in Windows Me met de rechtermuisknop op "SHARP AR-M155" en
vervolgens op "Eigenschappen" in het menu dat verschijnt.
4
In het "Eigenschappen" scherm klikt u op de "Gebeurtenissen" tab.
5
Selecteer "SC1:" uit het
rolmenu "Scanner
gebeurtenissen".
Klik op "Alle opties van het Configuratiescherm weergeven" als het
icoon "Scanners en camera's" niet verschijnt in Windows Me.
Opmerkingen
Eigenschappen voor SHARP AR-M155
SHARP AR-M155
E
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
54
6
Selecteer "Sharp Button
Manager E" in "Naar deze
toepassing doorsturen".
7
Klik op de "Toepassen" toets.
8
Herhaal de stappen 5 tot 7 om de Button Manager te koppelen
aan de "SC2:". tot "SC6:".
Selecteer "SC2:" uit het rolmenu "Scanner gebeurtenissen". Selecteer
"Sharp Button Manager E" in "Naar deze toepassing doorsturen" en klik op
de "Toepassen" toets. Ga op dezelfde manier te werk voor elk ScanMenu
tot "SC6:".
Wanneer de instellingen voltooid zijn klikt u op de "OK" toets om dit scherm
te sluiten.
De Button Manager is nu gekoppeld aan het scanmenu (1 tot 6).
U kunt de scaninstellingen voor elk scanmenu 1 tot 6 wijzigen via het instelscherm
van de Button Manager.
Raadpleeg de "Button Manager instellingen" in het online handboek voor de
fabrieksinstellingen van het scanmenu en de procedures voor het configureren
van de Button Manager.
Indien er andere toepassingen worden getoond, deselecteert u de
checkboxes voor de andere toepassingen en laat u alleen de Button
Manager checkbox geselecteerd.
Eigenschappen voor SHARP AR-M155
SHARP AR-M155
E
Opmerkingen
55
5
HET AANSLUITEN VAN DE MACHINE OP UW
COMPUTER
Het aansluiten van een USB kabel
Volg de onderstaande procedure om de machine aan te sluiten op uw computer.
De USB kabel die nodig is voor aansluiting van de machine op uw computer wordt
niet bij de machine geleverd. Schaf een geschikte kabel aan voor uw computer.
1
Steek de kabel in de USB connector
van de machine.
2
Steek het andere uiteinde van de kabel in de USB poort van uw
computer.
USB is beschikbaar bij een PC/AT compatible computer die origineel
werd uitgerust met USB en vooraf Windows 98, Windows Me, Windows
2000 Professional, Windows XP Professional of Windows XP Home
Edition geïnstalleerd heeft.
Sluit de USB kabel niet aan voordat u de MFP driver installeert. De USB
kabel moet worden aangesloten tijdens de installatie van de MFP driver.
Schaf een USB kabel aan die USB 2.0 ondersteunt als de machine
worden aangesloten op de USB 2.0 poort van uw computer.
De USB connector van de machine verstuurt de gegevens alleen
volgens de USB 2.0 (Hi-Speed) gespecificeerde snelheid als de
Microsoft USB 2.0 driver is gnstalleerd op de computer, of als de USB
2.0 driver voor Windows 2000 Professional/XP (geleverd door Microsoft
via "Windows Update") is gnstalleerd.
De "USB 2.0 FUNCTIEOMSCHAKELING" in de gebruikersprogrammas
van de machine moeten op "Hi-Speed" worden gezet om te profiteren
van de snelste USB 2.0 dataoverdracht. Zie
"GEBRUIKERSPROGRAMMA’S" (p.66) voor meer informatie.
Gebruik de "HI-SPEED" modus alleen wanneer uw computer draait
onder Windows 2000/XP.
Zelfs wanneer de Microsoft USB 2.0 driver wordt gebruikt, zijn sommige
USB 2.0 uitbreidingskaarten niet in staat om de USB 2.0 snelheid te
halen. Neem contact op met de fabrikant van uw pc uitbreidingskaart
voor de laatste driver (die wellicht een hogere snelheid biedt).
Ook is er een verbinding mogelijk met een USB 1.1 poort op uw computer. Er
word dan wel gebruikgemaakt van de USB 1.1 specificaties (Full-Speed).
Let op
Opmerkingen
INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
56
Het aansluiten van een parallelle kabel
1
Schaf een overeenkomstig IEEE1284 afgeschermd parallel
interfacekabel aan.
2
Steek de kabel in de parallelle
interface aansluiting aan de
achterkant van het apparaat.
3
Steek het andere uiteinde van de kabel in de interfaceaansluiting
van uw computer.
57
6
Hoofdstuk 6
6
De machine is standaard voorzien van een USB en een parallelle connector.
Wanneer u gebruikt maakt van de USB connector kunt u de printer- en
scannerfuncties gebruiken.
Wanneer u gebruikt maakt van de parallelle connector kunt u de printerfunctie gebruiken.
De machine is voorzien van de volgende onderdelen:
Hoge snelheid gegevensoverdracht (wanneer aangesloten op een USB 2.0 connector)
• ROPM*-functie
* ROPM is een afkorting voor het "Rip Once Print Many" proces. De ROPM-functie slaat
meerdere paginas met afdrukgegevens op in het geheugen voordat deze worden
afgedrukt. Dit voorkomt dat de computer herhaaldelijk de afdrukgegevens moet verzenden
wanneer er meerdere afdrukken worden gemaakt.
Om de kopieermachine te kunnen gebruiken als printer of scanner, moet er eerst
een printer driver of scanner driver worden geïnstalleerd. Raadpleeg hiervoor
"INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE" (p.36).
Raadpleeg het Online handboek als er zich problemen voordoen tijdens de
printer- of scannerfunctie.
Lees de "Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)" om te controleren
of uw systeem en machine-instellingen correct zijn geconfigureerd voordat u
de kopieermachine aansluit via de USB 2.0 (Hi-Speed functie).
De scanfunctie is uitsluitend beschikbaar onder Windows 98/Me/2000/XP
met een USB verbinding. De scanfunctie is niet beschikbaar onder Windows
95/NT4.0 of wanneer er een
parallelle
verbinding wordt gebruikt.
Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)
Het onderstaande systeem is vereist voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie):
Uw computer draait onder Windows XP / Windows 2000 en de Microsoft USB
2.0 driver is voorgeïnstalleerd, of de USB 2.0 driver voor Windows XP /
Windows 2000 moet worden geïnstalleerd met behulp van de Microsoft
Windows Update service.
De "USB 2.0 FUNCTIEOMSCHAKELING"-instelling in de
gebruikersprogramma’s van de machine moeten op "Hi-Speed" worden gezet.
Raadpleeg "USB 2.0 FUNCTIEOMSCHAKELING" in de
gebruikersprogramma’s om de instelling te wijzigen (p.66).
* Zelfs wanneer de Microsoft USB 2.0 driver is geïnstalleerd, zijn sommige USB 2.0
uitbreidingskaarten niet in staat om de snelheid zoals vermeld bij de Hi-Speed
standaard te halen. Dit probleem kan meestal worden opgelost door de installatie
van een meer recente driver voor de betreffende kaart. Neem contact op met de
fabrikant van de kaart om de meest recente driver in uw bezit te krijgen.
Opmerkingen
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
59
6
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN
De procedure voor het plaatsen van het origineel is hetzelfde als voor het kopren.
Zie "NORMAAL KOPIEREN" (p.20).
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-TOETSEN
Wanneer het scannen via deze methode wordt uitgevoerd, zal de toepassing die in
het Knoppenbeheer is ingesteld automatisch starten en de gescande afbeelding in
deze toepassing worden geplakt.
Scannen vanaf het bedieningspaneel van machine.
1
Druk op de [MODUSSELECTIE] toets om
de scannerfunctie te selecteren.
De ( ) indicator gaat branden om aan te geven dat
de machine in de scanfunctie staat.
2
Plaats het origineel. (p.20)
3
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om de gewenste Button Manager
scanmenu-instelling te selecteren.
4
Druk op de [START] key ( ) om het scannen te starten.
De scannerfunctie kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
Wanneer er een papierstoring optreedt (papier-of origineelstoring in de SPF/RSPF).
Er gebruikersprogramma's worden gebruikt.
De papierformaatlade wordt ingesteld.
De kopieermachine wordt gebruikt in de kopieerfunctie.
De voor- of zijklep staat open.
Druk op de [MODUSSELECTIE] toets als de machine in de kopieerfunctie
staat en deze in de scannerfunctie te zetten en de eerder ingestelde
kopieerinstellingen te wissen.
De scanfunctie blijft actief nadat het scannen is voltooid. (Gebruik de
[MODUSSELECTIE] toets om de functie te wijzigen.)
Opmerkingen
Opmerkingen
AR-M155
FAX
AR-M155
FAX
SCAN VIA:
SC1:
Opmerkingen
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
60
Button Manager scanmenu
Raadpleeg de Knoppenbeheer helpbestanden voor informatie over de instellingen
van het Knoppenbeheer. U kunt de namen in de Button Manager menus ("xxxx" in
"SC1:xxxx", etc.) wijzigen. Zie het Online handboek.
SCANNEN VANAF UW COMPUTER
De machine ondersteunt de TWAIN-standaard, waarmee het mogelijk wordt te scannen
vanuit TWAIN-compatibele toepassingen. De machine ondersteunt ook WIA (Windows
Image Acquisition), waarmee het mogelijk wordt te scannen met behulp van de "Scanner
en Camera Wizard" in Windows XP. Raadpleeg het online handboek voor de TWAIN en
WIA scanprocedures. Meer informatie over de TWAIN en WIA instellingen vindt u in de
helpbestanden van de scannerdriver of de Windows Help.
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES
Sommige handelingen kunnen niet tegelijkertijd worden uitgevoerd wanneer de
machine in de kopieer-, printer-of scannerfunctie staat.
*1Tijdens het 2-zijdig afdrukken, zal de kopieeropdracht worden uitgevoerd nadat
de afdrukopdracht is voltooid.
*2Afdrukken is mogelijk terwijl er wordt gescand. Het afdrukken via de parallelle
poort begint nadat het scannen is voltooid.
*3Het scannen begint nadat het afdrukken is voltooid als de machine bezig is met 2-
zijdig afdrukken via de parallelle poort.
Functies Kopieren Printen Scannen vanaf
een computer
Scannen vanaf de
kopieermachine
Kopie Kopieertoets-invoer
Ja Ja Ja Nee
Tijdens kopren
Nee Nee Nee Nee
Printer Tijdens het printen
Ja*1Nee Ja*3Ja*3
Scanner Tijdens scanvoorbeeld/tijdens
het scannen
Nee Ja*2Nee Nee
61
6
HET GEBRUIK VAN HET ONLINE HANDBOEK
Het online handboek beschrijft de instructies om de machine te gebruiken als printer en scanner.
Ook worden hier de methoden beschreven om printer- en scannerproblemen op te lossen.
Om het online handboek te kunnen openen moet Acrobat Reader 5.0 of een latere versie op uw
computer zijn geïnstalleerd. Raadpleeg "Het installeren van Acrobat Reader" (zie hieronder)
wanneer Acrobat Reader niet is geïnstalleerd.
1
Zet uw computer aan.
2
Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROM speler.
3
Klik op de "Start" toets, klik op "Deze Computer" ( ), en
dubbelklik vervolgens op het CD-ROM ( ) icoon.
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u op "Deze computer" en
dubbelklik vervolgens op het CD-ROM icoon.
4
Dubbelklik op de map "Manual",
klik op de map "Dutch", en
dubbelklik vervolgens op het
"AR_M150_M155.pdf" icoon.
Het scherm hier rechts verschijnt.
5
Klik op om het online handboek te lezen.
Klik op de ( ) toets rechts boven in het venster om het online handboek te sluiten.
Het installeren van de Acrobat Reader
1
Zet uw computer aan.
2
Plaats de CD-ROM in uw CD-ROM speler.
3
Klik op de "Start" toets, klik op "Deze Computer" ( ), en
dubbelklik vervolgens op het CD-ROM ( ) icoon.
Dubbelklik in Windows 95/98/Me/NT4/2000 op "Deze computer" en
dubbelklik vervolgens op het CD-ROM icoon.
4
Dubbelklik op de map "Acrobat" en dubbelklik vervolgens op
de "ar500nld.exe" icoon.
Volg de instructies op het scherm op om Acrobat Reader te installeren.
Het online handboek kan met de Acrobat Reader worden afgedrukt.
Het kan handig zijn bepaalde hoofdstukken die u regelmatig nodig
hebt af te drukken.
Raadpleeg de "Help" van de Acrobat Reader voor meer informatie
over de werking en functie van de Acrobat Reader.
AR-M150/AR-M155
Online handboek
Opmerkingen
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
63
7
4
AUTOMATISCHE
UITSCHAKELFUNCTIE
1: 5 MIN.
2: 30 MIN.
3: 60 MIN.
4: 120 MIN.
5: 240 MIN.
Deze functie zet de kopieermachine
automatisch in een nog lager
stroomverbruik dan bij de
voorverwarmfunctie wanneer de
machine gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt. Alle lampjes, behalve
de stroombesparing indicator, gaan
uit. Druk op de [START]-toets ( )
om de normale werking te hervatten.
De normale werking wordt ook
automatisch hervat wanneer er een
afdrukopdracht wordt ontvangen of er
wordt gescand vanaf een computer.
Wanneer de machine in de
automatische uitschakelfunctie staat,
kunnen geen van de toetsen worden
gebruikt (met uitzondering van de
[START]-toets ( )).
5
ONONDERBROKEN-
INVOER
1: AAN
2: UIT
Wanneer u kopieert via de
SPF/RSPF kunt u, wanneer
"ORIGINELEN INSTELLEN VOOR
ONONDERBROKEN INVOER."
verschijnt in de display nadat een
origineel is gescand (gedurende
ongeveer 5 seconden), het
daaropvolgende origineel plaatsen
die vervolgens automatisch in de
machine wordt gevoerd.
6 LAY-OUT IN 2-IN-1 1: PATROON 1
2: PATROON 2
Gebruik deze instelling om het lay-
outpatroon te selecteren wanneer
twee originelen worden gekopieerd
op een 1-zijdige kopie (zie page 31
voor de lay-outpatronen).
7 STAFFELFUNCTIE 1: AAN
2: UIT
Indien geactiveerd verschuift de
staffelfunctie de positie van kopiesets
in de kopie-uitvoerlade tijdens de
kopieer- en afdrukopdrachten
wanneer u de printerfunctie gebruikt.
Programma
nummer Programmanaam
Instelcodes
(fabrieksinstelling
verschijnt
vetgekleurd)
Uitleg
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
65
7
14
TOETSDRUKTIJD
1: NORMAAL
2: 0,5 SEC.
3: 1,0 SEC.
4: 1,5 SEC.
5: 2,0 SEC.
Gebruik deze instelling om de duur te
selecteren waarbinnen de invoer van een
bepaalde toetsdruk wordt geaccepteerd.
Door een langere duur in te stellen
voorkomt u dat instellingen worden
gewijzigd door het per ongeluk indrukken
van een toets.
15
TOETSGELUID
1: LAAG
2: HOOG
3: UIT
Deze insteling regelt het volume van de
piepsignalen. (p.68)
16
BASISINSTELLING
GELUIDSSIGNAAL
1: AAN
2: UIT
Gebruik deze instelling om een piepgeluid
te laten horen wanneer een basisinstelling
wordt geselecteerd. (p.68)
17
TONERBESPARINGS-
FUNCTIE
1: AAN
2: UIT
Hiermee kunt u het tonergebruik tijdens het
kopiëren verminderen met ongeveer 10%.
De tonerbesparingsfunctie is effectief
wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld
op AUTO ( ) of TEKST ( ).
18
AE
BELICHTINGSNIVEAU
AANPASSEN
1: SPF/RSPF
2:GLASPLAAT
Deze wordt gebruikt om het
belichtingsniveau aan te passen.
Het automatische belichtingsniveau kan
afzonderlijk worden ingesteld voor de
origineelplaat en de SPF/RSPF.
De fabrieksinstelling voor het
belichtingsniveau is "midden".
19 TAAL
1: AMERIKAANS
ENGELS
2: NEDERLANDS
3: FRANS
4: SPAANS
5: DUITS
6: ITALIAANS
7: NEDERLANDS
8: ZWEEDS
9: NOORS
10: FINS
11: DEENS
12: HONGAARS
13: TJECHISCH
14: POOLS
15: RUSSISCH
16: SLOWAAKS
Dit programma wordt gebruikt om de taal
die u in de display gebruikt te wijzigen.
20
FABRIEKSINSTELLINGEN
TERUGSTELLEN
1: JA
2: NEE
Hiermee kunt u alle instellingen
terugstellen naar de fabrieksinstellingen.
21
AUTOM. SELECTIE
SORTEREN
1: AAN
2: UIT
Gebruik deze instelling om de automatische
selectiefunctie in- of uit te schakelen.
Programma
nummer Programmanaam
Instelcodes
(fabrieksinstelling
verschijnt
vetgekleurd)
Uitleg
67
7
INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA
SELECTEREN
1
Druk op de [MENU] toets en vervolgens op
de [OK] toets.
Druk in de printerfunctie op de [MENU] toets om de
gebruikersprogramma’s te verlaten.
2
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om het item te selecteren dat u in het
GEBRUIKERSPROGRAM. wilt configureren
en druk vervolgens op de [OK] toets.
Zie "GEBRUIKERSPROGRAMMA" (p.62
tot p.66) voor de programmanaam en
programmacode.
• U kunt ook een programma selecteren
door rechtstreeks de programmanaam in
te voeren met de numerieke toetsen.
3
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
( ) om de instelling van het geselecteerde
item te wijzigen.
Zie "GEBRUIKERSPROGRAM." p.62 tot p.66)
voor de programmacode.
4
Druk op de [OK] toets.
Uw selectie verschijnt kortstondig waarna het vorige scherm verschijnt.
Druk op de [WIS] toets ( ) wanneer u het verkeerde nummer
hebt ingevoerd en herhaal de procedure vanaf stap 2.
Druk op de [MENU] toets om een instelling voor een
gebruikersprogramma te annuleren.
Wanneer u "AE BELICHTINGSNIVEAU AANPASSEN" selecteert in het
gebruikersprogramma en vervolgens op de [OK] toets drukt, verschijnt
het scherm automatische belichtingsaanpassing. Selecteer 1 : SPF/
RSPF of 2. GLASPLAAT. Pas de belichting aan en druk op de [OK]
toets.
HOOFDMENU
1:GEBRUIKERSPROGRAM.
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
GEBRUIKERSPROGRAM.
2:VOORVERWARMFUNCTIE
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
VOORVERWARMFUNCTIE
1:30SEC.
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Opmerkingen
Opmerkingen


Produkt Specifikationer

Mærke: Sharp
Kategori: Printer
Model: AR-M155

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Sharp AR-M155 stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig