Niko 350-20060 Manual

Niko Sikkerhed 350-20060

Læs gratis den danske manual til Niko 350-20060 (8 sider) i kategorien Sikkerhed. Denne vejledning er vurderet som hjælpsom af 11 personer og har en gennemsnitlig bedømmelse på 4.5 stjerner ud af 6 anmeldelser. Har du et spørgsmål om Niko 350-20060, eller vil du spørge andre brugere om produktet?

Side 1/8
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu PM350-20060R12184
350-20060
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. BESCHRIJVING
De aanwezigheidsmelder 360° voor plafondmontage werkt volgens de Passief InfraRoodtechnologie
(PIR) en is geschikt voor lichtsturing binnenshuis zoals in kantoren, gangen, traphallen en kantines. Dit
toestel kan als master en als slave worden gebruikt.
2. INSTALLATIE
2.1. Aansluiting
Gevaar: Installeer de aanwezigheidsmelder niet onder spanning. Sluit het toestel pas na volledige installatie
aan op de netspanning.
A. Eén lichtkring met één of meerdere detectiepunten
Raadpleeg ook het aansluitschema (fig. 1).
1. Sluit de hoofdvoeding aan op de klemmen L en N.
2. Sluit de belasting aan op de klemmen en N op de master.
3. Sluit de slave aan op SL op de master en op de slave.
4. Verbind de aarding met de klem .
B. Gebruik van een externe drukknop
Je sluit een externe drukknop aan op de aanwezigheidsmelder als je het toestel ook manueel moet
kunnen bedienen. Je kunt de drukknop zowel op de master als een slave aansluiten.
Volg het aansluitschema (fig. 2) om de drukknop aan te sluiten.
2.2. Montage
Tip: Voor een optimale daglichtmeting monteer je de aanwezigheidsmelder (master) met de lichtpoort in de
richting van het binnenkomend daglicht (fig. 3).
Tip: Installeer de aanwezigheidsmelder niet in direct zonlicht of in de buurt van warmtebronnen (radiatoren)
of luchtstromen (ventilatie of airconditioning) (fig. 4). Dit kan de sensor ongewenst activeren.
Tip: De aanwezigheidsmelder is geschikt voor montage op plafonds met een standaardhoogte van 2,5 tot
3m. Het toestel moet boven een bureautafel worden geplaatst op ongeveer 1 m verwijderd van de stoel.
1. a. Bij rechtstreekse montage op het plafond (fig. 5A) kun je gaten gebruiken met
een tussenafstand van 105 mm. De kabeldoorvoer moet 45° gedraaid zijn tegenover de
bevestigingsgaten.
b. In geval van montage op een inbouwdoos (fig. 5B) gebruik je de daartoe voorziene gaten met
een tussenafstand van 60 mm, waarbij je de afdekkap opendrukt. Installeer de kabel voorzichtig
volgens de instructies voor een vaste installatie.
2. Duw de sensor op de klemmenstrook op de basis en draai de schroef vast (fig. 6).
3. Stel de aanwezigheidsmelder in (fig. 7) en test het toestel (zie rubriek 3.4.).
4. Verklein het detectiegebied, indien gewenst (fig. 8).
5. Installeer de afdekkap (fig. 6).
3. INSTELLINGEN
3.1. Fabrieksinstellingen
De parameters van de aanwezigheidsmelder zijn bij levering als volgt ingesteld:
Parameter Fabrieksinstelling
sensormode automatisch
gevoeligheid van de bewegingssensor hoog
indicatieled voor beweging uit
master/slave master
3.2. Dipswitches
Figuur 7 toont hoe je de dipswitches moet instellen afhankelijk van de toepassing.
Dipswitches Toepassing
1 en 2 • Je zet de aanwezigheidsmelder in de gewenste
testmode (zie ook rubriek 3.4.).
• Je activeert de indicatieled.
3 en 4
• Je stelt de gevoeligheid van de bewegingssensor
in: minimaal, laag, hoog of maximaal.
3.3. Inbouwbewegingsmelder instellen als slave
Als je het toestel gebruikt als slave (fig. 9):
1. Duw de lichtpoort naar beneden.
2. Vervang de lichtpoort (transparant) door een daglichtblokkering (wit).
3. Stel de LUX-knop in op maximum.
3.4. Testmodes
De aanwezigheidsmelder heeft twee testmodes:
a) Als je de aanwezigheidsmelder (master) instelt in de testmode voor de luxwaarde, kun je
het daglichtniveau meten.
1. Zet dipswitches 1 en 2 aan.
De verlichting is uitgeschakeld.
2. Draai de LUX-knop langzaam naar rechts (maximum) tot de indicatieled brandt.
De luxinstelling is op dit moment gelijk aan het daglichtniveau dat de lichtsensor meet. Als er
voldoende daglicht is in de ruimte, draai je de LUX-knop naar links (minimum) tot de indicatieled
niet meer brandt. Laat de LUX-knop in deze positie staan.
Draai je de LUX-knop naar links, dan schakelt de verlichting uit als er minder daglicht is.
Draai je de LUX-knop naar rechts, dan schakelt de verlichting uit als er meer daglicht is.
3. Zet dipswitches 1 en 2 opnieuw uit.
b) Testmode voor de werking van de bewegingsmelder
1. Zet dipswitch 1 uit en dipswitch 2 aan voor alle toestellen. De verlichting wordt binnen vijf
seconden aangeschakeld als de bewegingssensor beweging detecteert. De indicatieled voor
beweging geeft aan dat de sensor geactiveerd is.
Opgelet: De wandeltest wordt niet beïnvloed door daglicht.
2. Zet dipswitch 2 opnieuw uit.
3.5. Indicatieled voor beweging
Zet dipswitch 1 aan en dipswitch 2 uit om de indicatieled voor beweging te activeren. De indicatieled blijft
branden zolang er beweging gedetecteerd wordt.
3.6. Detectiebereik
De aanwezigheidsmelder is geschikt voor plafondmontage. Bij plafondmontage binnenshuis op 2,5 m boven
het vloeroppervlak heeft de aanwezigheidsmelder een detectiehoek van 360° en een detectiebereik van
20m voor de detectie van bewegingen van personen. Midden in de sensor bevindt zich een speciale lens
die een oppervlakte bereikt met een diameter van 5 m en die meer dan 618 vlakken bevat voor een optimale
detectie van zelfs de allerkleinste bewegingen.
De sensor is uitgerust met een speciaal ontworpen optische functie met twee detectiebereiken:
• dicht bereik (A + B) voor de detectie van kleine bewegingen.
• ver bereik (C + D) voor de detectie van bewegingen van personen.
Dankzij deze combinatie kun je de verlichting uitstekend regelen en wordt tegelijk zoveel mogelijk energie
bespaard (fig. 10).
Als je in een deel van het detectiegebied geen bewegingsdetectie wilt of als het detectiegebied te groot is, dek
je de lens van de sensor af met het bijgeleverde afschermmasker. Zo kun je de maximale reikwijdte van 20 m
verkleinen tot 12 m, 5 m of 3 m. De detectiehoek van 360° kun je verminderen in stappen van 45° (fig. 8).
4. WERKING EN GEBRUIK
4.1. Ingebruikname
Na aansluiting op de netspanning branden de verlichting en de geïntegreerde indicatieled altijd
gedurende één minuut (stabilisatiefase). Na deze opwarmtijd van één minuut is de aanwezigheidsmelder
gebruiksklaar en wordt de aangesloten verlichting uitgeschakeld.
4.2. Algemene werking
De geïntegreerde lichtsensor meet voortdurend het daglichtniveau in het detectiegebied (360°) en vergelijkt
dit niveau met de ingestelde luxwaarde. Dankzij de lichtsensor springt het licht enkel automatisch aan als
de melder beweging detecteert binnen het detectiebereik én als het daglichtniveau daalt tot onder de vooraf
ingestelde luxwaarde:
• De verlichting blijft aangeschakeld zolang er beweging gedetecteerd wordt.
• Nadat de laatste beweging gedetecteerd is
, blijft de verlichting aangeschakeld gedurende
de ingestelde uitschakelvertraging (1 tot 30 minuten). Zodra de uitschakelvertraging verlopen is,
schakelt de verlichting uit.
• De verlichting
schakelt automatisch uit zodra het vooraf ingestelde daglichtniveau bereikt is.
4.3. Gebruik bij meerdere detectiepunten
Als je meerdere detectiepunten hebt voor één lichtkring, is er sprake van een master en een slave.
Parameter
lichtgevoeligheid De lichtgevoeligheid van de slave wordt bepaald
door de ingestelde lichtgevoeligheid op de master.
uitschakelvertraging* De ingestelde tijd op de slave wordt boven op
de ingestelde uitschakelvertraging op de master
geteld.
* Als de uitschakelvertraging op de slave bijvoorbeeld ingesteld is op één minuut, wordt de verlichting bij
detectie van beweging door deze slave aangeschakeld gedurende de ingestelde uitschakelvertraging op de
master + één minuut. Dit blijft één minuut, ook al zijn er meerdere slaves met een uitschakelvertraging van
één minuut aangesloten op de master.
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu PM350-20060R12184
350-20060
4.4. Externe drukknop
Als je op de externe drukknop drukt, wordt de verlichting aangeschakeld, net als bij de activering van
de sensor. De verlichting wordt enkel aangeschakeld als de lichtmeetcel in de sensor registreert dat het
voldoende donker is in de ruimte (het daglichtniveau ligt lager dan de vooraf ingestelde luxwaarde).
5. ONDERHOUD
Vuil kan de werking van de aanwezigheidsmelder beïnvloeden. Houd daarom de lens altijd schoon en droog.
Gebruik een vochtige doek en water met weinig detergent om de lens te reinigen. Oefen nooit druk uit op de
lens tijdens het reinigen. Als de lens of andere onderdelen van de aanwezigheidsmelder defect zijn, neem je
contact op met een erkend installateur.
6. TECHNISCHE GEGEVENS
afmetingen 59 x 127 mm (HxB)
voedingsspanning 230 Vac ± 10%, 50 Hz
stroomverbruik ± 1 W
relaiscontact NO (max. 10 A), licht- en bewegingsgevoelig
maximale belasting gloeilampen (2300 W)
230V-halogeenlampen (2300 W)
alle laagspanningshalogeenlampen (500 VA)
fluorescentielampen (niet-gecompenseerd) (1200 VA)
spaarlampen (CFLi) (1200 VA)
maximaal schakelvermogen 140 μF
maximale inschakelstroom 80 A/20 ms
detectiehoek 360°
montagehoogte 2,5 – 3 m
detectiebereik cirkel, tot max. 20 m
lichtgevoeligheid 10 – 1000 lux
hysteresis op lichtgevoeligheid + 10%
uitschakelvertraging 1 – 30 min
beschermingsgraad IP20
beschermklasse klasse II-toestellen
omgevingstemperatuur -5 – +50°C
kabeldoorvoer 2 x 12 mm
keurmerk CE-gemarkeerd conform EN 60669-2-1
7. WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE
- De installatie moet worden uitgevoerd door een erkend installateur en volgens de geldende voorschriften.
- Deze handleiding moet aan de gebruiker worden overhandigd. Het moet bij het dossier van de elektrische
installatie worden gevoegd en worden overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende
exemplaren zijn verkrijgbaar via de website of supportdienst van Niko.
- Tijdens de installatie moet rekening gehouden worden met (niet-limitatieve lijst):
- de geldende wetten, normen en reglementen.
- de stand van de techniek op het moment van de installatie.
- deze handleiding die alleen algemene bepalingen vermeldt en moet worden gelezen in het kader van elke
specifieke installatie.
- de regels van goed vakmanschap.
8. NIKO SUPPORT
Heb je twijfel? Of wil je het product omruilen in geval van een eventueel defect? Neem dan contact op met je
groothandel of de Niko supportdienst:
• België: +32 3 778 90 80
• Nederland: +31 183 64 06 60
Contactgegevens en meer informatie vind je op www.niko.eu onder de rubriek “Hulp en advies”.
9. GARANTIEBEPALINGEN
- De garantietermijn bedraagt vier jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum geldt de factuurdatum van
aankoop van het product door de consument. Als er geen factuur voorhanden is, geldt de productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk te informeren over het gebrek aan overeenstemming, en dit
uiterlijk binnen de twee maanden na vaststelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming heeft de consument enkel recht op een kosteloze herstelling
of vervanging van het product, wat door Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een defect of schade als gevolg van een foutieve installatie, oneigenlijk of
onachtzaam gebruik, een verkeerde bediening, transformatie van het product, onderhoud in strijd met de
onderhoudsvoorschriften of een externe oorzaak zoals vochtschade of schade door overspanning.
- De dwingende bepalingen in de nationale wetgeving over de verkoop van consumptiegoederen en de
bescherming van consumenten in landen waar Niko rechtstreeks of via zuster- of dochtervennootschappen,
filialen, distributeurs, agenten of vaste vertegenwoordigers verkoopt, hebben voorrang op bovenstaande
bepalingen.
Veuillez lire le mode d’emploi entièrement avant l’installation et la mise en service.
1. DESCRIPTION
Le détecteur de présence 360° pour montage au plafond fonctionne selon la technologie à infrarouge passif
(PIR) et convient pour la commande de l’éclairage à l’intérieur, par exemple dans des bureaux, des couloirs, des
cages d’escalier et des cantines. Cet appareil peut être utilisé tant comme maître que comme esclave.
2. INSTALLATION
2.1. Raccordement
Danger: N’installez pas le détecteur de présence sous tension. Ne raccordez l’appareil à la tension réseau
qu’après installation complète.
A. Un circuit d’éclairage avec un ou plusieurs points de détection
Consultez également le schéma de raccordement (fig. 1).
1. Connectez l’alimentation principale aux bornes L et N.
2. Connectez la charge aux bornes et N au maître.
3. Connectez l’esclave à SL sur le maître et à l’esclave.
4. Raccordez la terre à la borne .
B. Utilisation d’un bouton-poussoir externe
Raccordez un bouton-poussoir externe sur le détecteur de présence si vous souhaitez pouvoir commander
celui-ci manuellement aussi. Vous pouvez raccorder le bouton-poussoir sur le maître ou sur un esclave.
Raccordez le bouton-poussoir selon le schéma de raccordement (fig. 2).
2.2. Montage
Conseil: Pour une mesure optimale de la lumière naturelle, montez le détecteur de présence (maître) de manière à
ce que la barrière photoélectrique soit orientée vers la lumière naturelle pénétrant dans le local (fig. 3).
Conseil: N’installez pas le détecteur de présence à la lumière directe du soleil ni à proximité de sources de
chaleur (radiateurs) ou de courants d’air (ventilation ou climatisation) (fig. 4), car ils risqueraient d’activer le
capteur de manière intempestive.
Conseil: Le détecteur de présence convient pour un montage au plafond, à une hauteur standard de 2,5 à
3m. Au-dessus d’un bureau, l’appareil doit être placé à environ 1 m du siège.
1. a. En cas de montage direct sur le plafond (fig. 5A), vous pouvez utiliser les trous à un entraxe de
105 mm. L’opercule de câble doit être tourné à 45° par rapport aux trous de fixation.
b. En cas de montage sur une boîte d’encastrement (fig. 5B), utilisez les trous prévus à cet
effet, à un entraxe de 60 mm, et ouvrez la coiffe au moyen d’une pression. Installez le câble avec
précaution, selon les instructions relatives à une installation fixe.
2. Fixez le capteur à la base du bornier au moyen d’une pression et serrez la vis (fig. 6).
3. Réglez le détecteur de présence (fig. 7) et testez l’appareil (voir rubrique 3.4.).
4. Réduisez la zone de détection, si nécessaire (fig. 8).
5. Montez la coiffe (fig. 6).
3. RÉGLAGES
3.1. Réglages d’usine
À la livraison, les paramètres du détecteur de présence sont réglés comme suit:
Paramètre Réglage d’usine
mode du capteur automatique
sensibilité du capteur de mouvement élevée
LED d’indication du mouvement désactivée
maître/esclave maître
3.2. Commutateurs miniatures
La figure 7 montre comment vous devez régler les commutateurs miniatures selon l’application.
Commutateurs miniatures Application
1 et 2 • Placez le détecteur de présence en mode de
test souhaité (voir aussi rubrique 3.4.).
• Activez la LED d’indication.
3 et 4
• Réglez la sensibilité du capteur de mouvement:
minimale, faible, élevée ou maximale.
3.3. Réglage du détecteur de mouvement encastré comme esclave
Si vous utilisez l’appareil comme esclave (fig. 9):
1. Poussez la barrière photoélectrique vers le bas.
2. Remplacez la barrière photoélectrique (transparente) par un masque de blocage de la lumière
naturelle (blanc).
3. Réglez le bouton LUX sur le maximum.


Produkt Specifikationer

Mærke: Niko
Kategori: Sikkerhed
Model: 350-20060

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Niko 350-20060 stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig




Sikkerhed Niko Manualer

Niko

Niko 350-20011 Manual

19 August 2024
Niko

Niko 101-00700 Manual

14 August 2024
Niko

Niko 350-20150 Manual

11 August 2024
Niko

Niko 350-20110 Manual

9 August 2024
Niko

Niko 100-00700 Manual

8 August 2024
Niko

Niko 10-162 Manual

8 August 2024
Niko

Niko 550-20210 Manual

8 August 2024
Niko

Niko 100-00601 Manual

7 August 2024
Niko

Niko 350-20111 Manual

7 August 2024
Niko

Niko 350-20060 Manual

7 August 2024

Sikkerhed Manualer

Nyeste Sikkerhed Manualer