Nikon D6 Manual


Læs gratis den danske manual til Nikon D6 (320 sider) i kategorien Digital kamera. Denne vejledning er vurderet som hjælpsom af 34 personer og har en gennemsnitlig bedømmelse på 4.3 stjerner ud af 17.5 anmeldelser. Har du et spørgsmål om Nikon D6, eller vil du spørge andre brugere om produktet?

Side 1/320
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk
(behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen)
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van
NIKON CORPORATION.
Nikon D6
AMA17099
Gedrukt in Europa
SB0C01(1F)
6MB4691F-01
Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera
gebruikt.
Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet
niet “Voor uw Veiligheid” te lezen (pagina xviii).
Bewaar deze handleiding na het lezen op een
gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
(met garantie)
Nl
Nl
ii Verpakkingsinhoud
Controleer of alle hier genoemde items met uw camera zijn
meegeleverd.
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht.
D6 Model Name: N1823
Verpakkingsinhoud
Camera
BF-1B bodydop
BS-3 afdekkapje
accessoireschoen (0204)
EN-EL18c oplaadbare
Li-ionbatterij met
afdekkapje
MH-26a batterijlader met
netsnoer en twee
stopcontactbeschermers
(vorm van netsnoer
afhankelijk van land of
regio van verkoop)
HDMI/USB-kabelklem
(0206)
UC-E24 USB-kabel
AN-DC22-riem
Garantie (afgedrukt op de
achterkant van deze
handleiding)
Gebruikshandleiding
iii
Verpakkingsinhoud
DHet Nikon Downloadcentrum
Een pdf-versie van deze handleiding is verkrijgbaar bij het
Nikon-downloadcentrum, samen met een Engelstalige
naslaggids met gedetailleerde bedieningsinstructies, die in
pdf-formaat kunnen worden gedownload of online worden
bekeken in html. Bezoek het Nikon-downloadcentrum om
firmware-updates, ViewNX-i en andere Nikon-computersoftware en
handleidingen voor andere Nikon-producten waaronder camera’s,
NIKKOR-objectieven en flitsers te downloaden.
https://downloadcenter.nikonimglib.com/
iv Over deze handleiding
❚❚ Symbolen
De volgende symbolen en conventies worden in deze
handleiding gebruikt. Gebruik ze om de informatie te vinden
die u nodig heeft.
❚❚ Conventies
Deze camera gebruikt CFexpress- (Type B) en XQD-
geheugenkaarten. In deze handleiding worden CFexpress- en
XQD-geheugenkaarten meestal “geheugenkaarten”
genoemd. De termen “CFexpress-kaarten” en “XQD-kaarten”
worden echter waar nodig gebruikt om onderscheid te maken
tussen de twee typen.
In deze handleiding worden batterijladers “batterijladers” of
“laders” genoemd.
In deze handleiding worden smartphones en tablets
“smartapparaten” genoemd.
In deze handleiding wordt de term “standaardinstellingen”
gebruikt om te verwijzen naar de instellingen die bij
verzending effectief waren. De uitleg die wordt gegeven in
deze handleiding gaat ervan uit dat de standaardinstellingen
worden gebruikt.
Over deze handleiding
DDit pictogram duidt opmerkingen aan, informatie die moet
worden gelezen voordat dit product in gebruik wordt genomen.
ADit pictogram duidt tips aan, extra informatie die handig kan zijn
bij het gebruik van dit product.
0Dit pictogram verwijst naar andere secties in deze handleiding.
v
Over deze handleiding
AVoor uw veiligheid
“Voor uw veiligheid” bevat belangrijke veiligheidsinstructies. Lees deze
voordat u de camera gebruikt. Voor meer informatie, zie “Voor uw
veiligheid” (0xviii).
❚❚ Nikon gebruikersondersteuning
Bezoek de volgende website om uw camera te registreren en op
de hoogte te blijven van de meest recente productinformatie. U
vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en u kunt
contact met ons opnemen voor technische bijstand.
https://www.europe-nikon.com/support
vi Inhoudsopgave
Verpakkingsinhoud ................................................................................ ii
Over deze handleiding......................................................................... iv
Menulijst................................................................................................... xii
Voor uw veiligheid............................................................................. xviii
Kennisgevingen.................................................................................. xxvi
Kennismaking met de camera 1
Onderdelen van de camera................................................................. 1
Camerabody....................................................................... 1
De hoofdschakelaar......................................................... 8
Het bovenste bedieningspaneel ................................ 9
Het achterste bedieningspaneel .............................. 11
De zoeker........................................................................... 12
De livebeeldweergaven (foto’s/films)..................... 15
Aanraakbediening ......................................................... 18
Eerste stappen 27
De camera gereed maken.................................................................. 27
De riem bevestigen ....................................................... 27
De accu opladen............................................................. 28
Inhoudsopgave
vii
Inhoudsopgave
De accu plaatsen............................................................ 32
Een objectief bevestigen ............................................ 35
Geheugenkaarten plaatsen........................................ 38
Camera-instellingen ..................................................... 43
Het accuniveau en het aantal resterende opnamen ............... 47
Accuniveau....................................................................... 47
Geheugenkaartaanduidingen en aantal
resterende opnamen ............................................... 48
Basisfotografie en weergave 50
Foto’s maken.......................................................................................... 50
Foto’s kadreren in de zoeker
(Opnamen door de zoeker) ................................... 50
Foto’s kadreren op de monitor (Livebeeld).......... 55
Films opnemen...................................................................................... 63
Foto's maken tijdens het filmen............................... 70
Weergave................................................................................................. 71
Films bekijken ................................................................. 73
Ongewenste foto’s wissen ......................................... 76
Foto's uploaden .................................................................................... 77
Foto’s uploaden naar smartapparaten .................. 77
Foto's uploaden naar een computer of
FTP-server .................................................................... 77
viii Inhoudsopgave
Camerabediening 80
De G-knop.......................................................................................... 80
De menu’s gebruiken.................................................... 81
De i-knop (het i-menu) .................................................................... 88
Het stilstaande fotografie i-menu........................... 90
Het film i-menu ............................................................. 92
Het afspeel i-menu....................................................... 93
De R-knop.............................................................................................. 94
Opnamen door de zoeker ........................................... 94
Livebeeldfotografie ....................................................... 95
De selectieknop voor scherpstelstand.......................................... 97
De AF-stand-knop................................................................................. 98
Een AF-stand kiezen...................................................... 98
Een AF-veldstand kiezen .......................................... 101
De AF-ON-knop................................................................................... 107
De I-knop....................................................................................... 108
Een belichtingsstand kiezen.................................... 108
De keuzeknop ontspanstand en S-knop................................. 109
Een ontspanstand kiezen ......................................... 109
De Y-knop........................................................................................... 111
Een optie voor lichtmeting kiezen........................ 111
De BKT-knop ........................................................................................ 113
ix
Inhoudsopgave
De S (Q)-knop................................................................................ 114
ISO-gevoeligheid aanpassen................................... 114
Autom inst ISO-gevoeligheid inschakelen......... 116
De E-knop ............................................................................................ 117
Belichtingscorrectie aanpassen.............................. 117
De T-knop..................................................................................... 118
Beeldkwaliteit aanpassen ......................................... 118
Een beeldformaat kiezen .......................................... 120
De U-knop......................................................................................... 121
Witbalans aanpassen.................................................. 121
De g (h/Q)-knop .......................................................................... 125
Een Picture Control kiezen ....................................... 125
De W (N)-knop................................................................................... 131
Een flitsstand kiezen................................................... 131
Flitscorrectie aanpassen............................................ 133
De Pv-knop............................................................................................ 134
De Fn1-, Fn2-, Fn3- (C)- en Fn- (Verticale)-knoppen.............. 135
Problemen oplossen 136
Voordat u contact opneemt met de klantenservice.............. 136
Problemen en oplossingen............................................................. 138
Accu/beeldscherm ...................................................... 138
Opname........................................................................... 140
xInhoudsopgave
Weergave ....................................................................... 147
Bluetooth en Wi-Fi (draadloze netwerken)........ 149
Diversen.......................................................................... 149
Waarschuwingen en foutmeldingen.......................................... 150
Waarschuwingen......................................................... 150
Foutmeldingen ............................................................ 155
Technische opmerkingen 159
Cameraschermen............................................................................... 159
De zoeker........................................................................ 159
Het informatiescherm................................................ 164
Livebeeld (Stille fotografie/films) .......................... 167
Het bovenste bedieningspaneel ........................... 171
Het achterste bedieningspaneel ........................... 174
Compatibele F-vatting objectieven ............................................ 175
CPU-objectieven.......................................................... 175
Non-CPU objectieven en andere accessoires ... 183
De elektronische afstandsmeter............................ 187
Compatibele flitsers .......................................................................... 189
Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem
(CVS) ............................................................................ 189
Andere compatibele accessoires.................................................. 198
Een netstekker en lichtnetadapter
aansluiten .................................................................. 207
xi
Inhoudsopgave
Software................................................................................................. 209
Onderhouden van de camera........................................................ 211
Opslag.............................................................................. 211
Reiniging......................................................................... 211
De laagdoorlaatfilter................................................... 213
De klokbatterij vervangen........................................ 221
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen .............. 223
Cameraverzorging....................................................... 223
Accuverzorging ............................................................ 227
De lader gebruiken...................................................... 230
Belichtingsprogramma..................................................................... 231
Specificaties.......................................................................................... 232
Nikon D6 digitale camera ......................................... 232
Batterijen kalibreren ................................................... 252
Goedgekeurde geheugenkaarten................................................ 257
Geheugenkaartcapaciteit................................................................ 258
[FX (36 × 24)] geselecteerd voor beeldveld ....... 258
[DX (24 × 16)] geselecteerd voor beeldveld ...... 260
Duurzaamheid accu........................................................................... 263
Locatiegegevens (GPS/GLONASS)................................................ 266
Handelsmerken en Licenties .......................................................... 267
Kennisgevingen .................................................................................. 275
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloos LAN)............................................ 277
Index........................................................................................................ 282
Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs..... 287
xii Menulijst
De camera biedt de volgende menu’s. Sommige items kunnen
niet worden weergegeven, afhankelijk van de camera-
instellingen of van het type objectief, de flitser, of andere
bevestigde accessoires.
Menulijst
WEERGAVEMENU
Wissen
Weergavemap
Weergaveopties
Beelden in beide sleuven wissen
Weergavesleuf bij twee indelingen
Criteria voor gefilterde weergave
Controlebeeld
Na wissen
Na serieopname toon
Draai portret
Beeld(en) kopiëren
Beeld verbergen
Diashow
FOTO-OPNAMEMENU
Geh.bank foto-opnamemenu
Uitgebreide fotomenubanken
Opslagmap
Naamgeving bestanden
Functie van kaart in sleuf 2
Beeldveld
Beeldkwaliteit
Beeldformaat
NEF (RAW)-opname
ISO-gevoeligheid instellen
Witbalans
Picture Control instellen
Picture Control beheren
Kleurruimte
Actieve D-Lighting
Ruisonderdr. lange tijdopname
Hoge ISO-ruisonderdrukk.
xiii
Menulijst
Vignetteringscorrectie
Diffractiecorrectie
Autom. vertekeningscorrectie
Flikkerreductie
Flitserregeling
Automatische bracketing
Meervoudige belichting
HDR (hoog dynam. bereik)
Intervalopname
Time-lapse-film
Opname met focus-shift
Stille livebeeldfotografie
FOTO-OPNAMEMENU FILMOPNAMEMENU
Filmopnamemenu terugzetten
Naamgeving bestanden
Bestemming
Beeldveld
Beeldformaat/beeldsnelheid
Filmkwaliteit
Bestandstype voor film
ISO-gevoeligheid instellen
Witbalans
Picture Control instellen
Picture Control beheren
Actieve D-Lighting
Hoge ISO-ruisonderdrukk.
Diffractiecorrectie
Flikkerreductie
Elektronische VR
Microfoongevoeligheid
Demper
Frequentiebereik
Onderdrukking windruis
Volume hoofdtelefoon
Tijdcode
xiv Menulijst
MENU PERSOONLIJKE INST.
Geheugenbank pers. inst.
a Autofocus
a1 Selectie AF-C-prioriteit
a2 Selectie AF-S-prioriteit
a3 Focus-tracking met Lock-
On
a4 Gebruikte
scherpstelpunten
a5 Punten opslaan per stand
a6 AF-activering
a7 Detectiezone enkelpunts
AF
a8 3D-tracking met
gezichtsherken.
a9 Groep-veld-AF met
gezichtsherk.
a10 Aangepaste groepen (C1/
C2)
a11 Auto veld-AF met
gezichtsherk.
a12 Beginpunt automatisch
veld-AF
a13 Scherpstelpunt behouden
a14 Selectie AF-veldst.
beperken
a15 Autofocusstand beperken
a16 Doorloop scherpstelpunt
a17 Opties voor scherpstelpunt
a18 Handm. scherpstelring in
AF-st.
b Lichtmeting/belichting
b1 Stapgrootte ISO-gevoeligh.
b2 Stapgrootte inst. belichting
b3 Stap belichtings-/flitscorr.
b4 Eenv. belichtingscorrectie
b5 Matrixmeting
b6 Centrumgericht meetveld
b7 Fijnafst. voor opt.
belichting
c Timers/AE-vergrendeling
c1 AE-vergrend. ontspanknop
c2 Stand-by-timer
c3 Zelfontspanner
c4 Monitor uit
MENU PERSOONLIJKE INST.
xv
Menulijst
d Opnemen/weergeven
d1 Snelheid continu-opnamen
d2 Max. aant. continu-opn.
d3 Selectie ontspanstand
beperken
d4 Opties synchroon
ontspannen
d5
Belichtingsvertragingsstand
d6 Elektr. eerste-gordijnsluiter
d7 Langere sluitertijden (M)
d8 Selecteerb. beeldveld
beperken
d9 Opeenvolgende
nummering
d10 Peakingmarkeringen
d11 Rasterweergave
d12 Achterste lcd-vensterl
d13 Lcd-verlichting
d14 Livebeeld in continustand
d15 Optische VR
MENU PERSOONLIJKE INST.
e Bracketing/flits
e1 Flitssynchronisatiesnelheid
e2 Langste sluitertijd bij flits
e3 Belichtingscorr. voor flitser
e4 Autom inst ISO-
gevoeligheid N
e5 Prioriteit voor flitsserie
e6 Testflits
e7 Auto bracketing (stand M)
e8 Bracketingvolgorde
e9 Opties voor bracketingserie
MENU PERSOONLIJKE INST.
xvi Menulijst
f Bediening
f1 Menu i aanpassen
f2 Menu i aanpassen (Lb)
f3 Aangepaste knoppen
f4 Centrale knop multi-
selector
f5 Sltertijd en diafragma
vergr.
f6 Functie instelschijven inst.
f7 Multi-selector
f8 Knop loslaten voor
instelsch.
f9 Aanduidingen omkeren
f10 Opties voor livebeeldknop
f11 Schakelaar D
f12 Vegen in schermvull.
weergave
g Film
g1 Menu i aanpassen
g2 Aangepaste knoppen
g3 Centrale knop multi-
selector
g4 Weergave hoge lichten
MENU PERSOONLIJKE INST. SETUP-MENU
Geheugenkaart formatteren
Taal (Language)
Tijdzone en datum
Monitorhelderheid
Kleurbalans monitor
Virtuele horizon
Informatiescherm
Opties voor AF-fijnafstelling
Objectief zonder CPU
Beeldsensor reinigen
Spiegel omhoog voor reiniging
Stof-referentiefoto
Pixel-mapping
Beeldcommentaar
Copyrightinformatie
IPTC
Opties voor spraakmemo
Signaalopties
Aanraakbediening
HDMI
Locatiegegevens (ingebouwd)
xvii
Menulijst
Opties draadl. afstandsbed. (WR)
Fn-knop afstandsb. (WR) toew.
Vliegtuigmodus
Verbinden met smartapparaat
Verbinden met pc (ingeb. Wi-Fi)
Bedraad LAN/WT
Conformiteitsmarkering
Batterij-informatie
Ontspannen bij geen kaart
Menu-instellingen opslaan/laden
Alle instellingen terugzetten
Firmwareversie
SETUP-MENU RETOUCHEERMENU
NEF (RAW)-verwerking
Bijsnijden
Formaat wijzigen
D-Lighting
Rode-ogencorrectie
Rechtzetten
Vertekeningscorrectie
Perspectiefcorrectie
Monochroom
Beeld-op-beeld
Film bijsnijden
MIJN MENU
Opties toevoegen
Opties verwijderen
Opties sorteren
Tab kiezen
xviii Voor uw veiligheid
Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te
voorkomen, lees “Voor uw veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit
product te gebruiken.
Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit
product ze kan lezen.
Voor uw veiligheid
A GEVAAR: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen,
gemarkeerd met dit pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de dood of
ernstig letsel.
A WAARSCHUWING: Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, kan de dood of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
A LET OP: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen,
gemarkeerd met dit pictogram, kan letsel of schade aan eigendommen
tot gevolg hebben.
A WAARSCHUWING
Niet gebruiken tijdens het lopen of het bedienen van een voertuig.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken of
ander letsel veroorzaken.
Dit product niet uit elkaar halen of aanpassen. Raak geen interne
delen aan die worden blootgesteld als gevolg van een val of ander
ongeluk.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan een
elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
Mocht u afwijkingen aan het product ontdekken zoals het
produceren van rook, hitte of ongebruikelijke geuren, ontkoppel
dan onmiddellijk de accu of voedingsbron.
Voortgaand gebruik kan brand, brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
xix
Voor uw veiligheid
Houd droog. Niet met natte handen vastpakken. Pak de stekker niet
met natte handen vast.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of
een elektrische schok tot gevolg hebben.
Laat uw huid niet langdurig in contact komen met dit product
terwijl deze in en uit het stopcontact wordt gehaald.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan lichte
brandwonden tot gevolg hebben.
Gebruik dit product niet in de aanwezigheid van ontvlambaar stof
of gas zoals propaan, benzine of spuitbussen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een explosie
of brand tot gevolg hebben.
Kijk niet rechtstreeks in de zon of andere felle lichtbronnen door
middel van het objectief of camera.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beperkt
gezichtsvermogen tot gevolg hebben.
Richt de flitser of AF-hulpverlichting niet op de bestuurder van een
motorvoertuig.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken
tot gevolg hebben.
Houd dit product uit de buurt van kinderen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een
defect aan het product tot gevolg hebben. Merk bovendien op dat
kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind
onderdelen van dit product inslikken, zoek dan onmiddellijk medische
hulp.
Wikkel, draai en raak niet verstrikt in de riemen om uw nek.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken
tot gevolg hebben.
xx Voor uw veiligheid
Gebruik geen accu’s, laders of lichtnetadapters die niet specifiek
zijn bedoeld voor gebruik met dit product. Bij het gebruik van
accu’s, laders en lichtnetadapters die bedoeld zijn voor gebruik met
dit product, ga geen:
Snoeren of kabels beschadigen, aanpassen, met overmatige
kracht trekken aan of buigen van kabels of ze onder zware
voorwerpen plaatsen of ze blootstellen aan hitte of vlammen.
Reisadapters of adapters gebruiken die speciaal ontworpen zijn
om van de ene spanning naar een andere spanning over te
schakelen, of met DC-naar-AC-omvormers.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of
een elektrische schok tot gevolg hebben.
Pak de stekker niet vast tijdens het opladen van het product of
gebruik van de lichtnetadapter tijdens onweersbuien.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Pak niet met blote handen vast op plaatsen die worden
blootgesteld aan extreem hoge en lage temperaturen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brandwonden
of bevriezingsverschijnselen tot gevolg hebben.
A LET OP
Laat het objectief niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen
gericht.
Licht dat wordt geconvergeerd door het objectief kan brand of schade
aan de interne onderdelen van het product veroorzaken. Houd de zon
goed buiten beeld bij het fotograferen van onderwerpen met
tegenlicht. Zonlicht geconvergeerd in de camera wanneer de zon zich
dicht bij het beeld bevindt, kan brand veroorzaken.
xxi
Voor uw veiligheid
Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is.
Schakel draadloze functies uit wanneer het gebruik van draadloze
apparatuur verboden is.
De radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen
interfereren met apparatuur aan boord van vliegtuigen of in
ziekenhuizen of andere medische faciliteiten.
Verwijder de accu en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere
tijd geen gebruik wordt gemaakt van dit product.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een
defect aan het product tot gevolg hebben.
Laat de flitser niet flitsen terwijl deze in contact is met of zich nabij
de huid of voorwerpen bevindt.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brandwonden
of brand tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op een plaats waar het voor langere tijd
wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een
afgesloten auto of in direct zonlicht.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een
defect aan het product tot gevolg hebben.
Kijk niet rechtstreeks in de AF-hulpverlichting.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan nadelige
effecten hebben op het gezichtsvermogen.
Geen camera's of lenzen vervoeren met bevestigde statieven of
soortgelijke accessoires.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een
defect aan het product tot gevolg hebben.
xxii Voor uw veiligheid
A GEVAAR (Accu’s)
Voorkom onjuist gebruik van accu’s.
Het niet in acht nemen van de volgende voorzorgsmaatregelen kan
ervoor zorgen dat de accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam
vatten.
Gebruik uitsluitend oplaadbare accu’s die zijn goedgekeurd voor
gebruik in dit product.
Stel accu’s niet bloot aan vlammen of extreme hitte.
Haal niet uit elkaar.
Sluit de aansluitingen niet kort door ze in aanraking te laten komen
met kettingen, haarspelden of andere metalen voorwerpen.
Stel accu’s of de producten waarin ze worden geplaatst, niet bloot aan
krachtige fysieke schokken.
Ga niet op accu’s staan, doorboor ze niet met spijkers en sla er niet op
met hamers.
Laad alleen op zoals is aangegeven.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen
dat de accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Als accuvloeistof in aanraking komt met de ogen, spoel dan met
veel schoon water en zoek onmiddellijk medische hulp.
Het uitstellen van deze handeling kan oogletsel tot gevolg hebben.
xxiii
Voor uw veiligheid
A WAARSCHUWING (Accu’s)
Houd accu’s buiten bereik van kinderen.
Mocht een kind een accu inslikken, zoek dan onmiddellijk medische
hulp.
Houd accu’s buiten het bereik van huisdieren en andere dieren.
De accu’s kunnen lekken, oververhitten, scheuren of vlam vatten als erin
wordt gebeten, op gekauwd of als ze op andere wijze door dieren
worden beschadigd.
Dompel accu’s niet onder in water en stel ze niet bloot aan regen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een
defect aan het product tot gevolg hebben. Droog het product
onmiddellijk met een handdoek of gelijkwaardig voorwerp, mocht deze
nat worden.
Stop het gebruik onmiddellijk indien u veranderingen aan de accu’s
opmerkt, zoals verkleuring en vervorming. Stop met het opladen
van EN-EL18c oplaadbare accu’s als ze niet binnen de opgegeven
tijdsduur worden opgeladen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan ervoor
zorgen dat de accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Als de accu's niet langer nodig zijn, dient u de aansluitingen met
plakband te isoleren.
Oververhitting, scheuren of brand kan het gevolg zijn indien metalen
voorwerpen in aanraking komen met de aansluiting.
Als accuvloeistof in aanraking komt met iemand zijn huid of
kleding, spoel het getroffen gebied dan onmiddellijk met veel
schoon water.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan huidirritatie
tot gevolg hebben.
xxiv Voor uw veiligheid
A GEVAAR (CR1616-lithiumhorlogebatterijen)
Voorkom onjuist gebruik van batterijen.
Het niet in acht nemen van de volgende voorzorgsmaatregelen kan
ervoor zorgen dat de batterij lekt, oververhit raakt, scheurt of vlam vat.
Probeer niet de batterij op te laden.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Haal niet uit elkaar.
Sluit de polen niet kort door ze in aanraking te laten komen met
kettingen, haarspelden of andere metalen voorwerpen.
Stel batterijen of de producten waarin ze zijn geplaatst niet bloot aan
sterke fysieke schokken.
Als vloeistof van de batterij in aanraking komt met de ogen, spoel
dan met veel schoon water en zoek onmiddellijk medische hulp.
Het uitstellen van deze handeling kan oogletsel tot gevolg hebben.
xxv
Voor uw veiligheid
A WAARSCHUWING
(CR1616-lithiumhorlogebatterijen)
Houd batterijen buiten bereik van kinderen.
Mocht een kind een batterij inslikken, zoek dan onmiddellijk medische
hulp.
Dompel batterijen niet onder in water en stel ze niet bloot aan
regen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een
defect aan het product tot gevolg hebben. Droog het product
onmiddellijk met een handdoek of gelijkwaardig voorwerp, mocht het
nat worden.
Stop het gebruik onmiddellijk indien u veranderingen aan de
batterij opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen
dat de batterij lekt, oververhit raakt, scheurt of vlam vat.
Plaats de batterij in de juiste richting.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen
dat de batterij lekt, oververhit raakt, scheurt of vlam vat.
Als de batterijen niet langer nodig zijn, dient u de aansluitingen met
plakband te isoleren.
Oververhitting, scheuren of brand kan het gevolg zijn indien metalen
voorwerpen in aanraking komen met de aansluiting.
Als vloeistof van de batterij in aanraking komt met iemand zijn huid
of kleding, spoel het getroffen gebied dan onmiddellijk met veel
schoon water.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan huidirritatie
tot gevolg hebben.
xxvi Kennisgevingen
Niets uit de handleidingen die bij dit product horen, mag in enigerlei
vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de
hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op
elk moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het
gebruik van dit product.
Hoewel al het mogelijke in het werk is gesteld om ervoor te zorgen dat
de informatie in deze handleidingen accuraat en volledig is, stellen we
het ten zeerste op prijs als u eventuele fouten of onvolkomenheden
onder de aandacht wilt brengen van de Nikon-vertegenwoordiger in
uw land/regio (adres apart vermeld).
Kennisgevingen
xxvii
Kennisgevingen
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander
apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen worden gekopieerd of
gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of
obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën
of reproducties worden voorzien van een stempel “Voorbeeld” of
“Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren
van ongebruikte door de overheid uitgegeven postzegels of
briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven
postzegels en gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot het kopiëren of reproduceren
van bepaalde waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot
het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen
en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve als het gaat om een
minimum aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Het is
eveneens niet toegestaan om door de overheid uitgegeven paspoorten,
vergunningen van overheidsinstellingen en andere instanties,
identiteitsbewijzen, toegangsbewijzen, pasjes en maaltijdbonnen te
kopiëren of te reproduceren.
Auteursrechten
Onder de wet op het auteursrecht kunnen foto’s en opnamen van
auteursrechtelijk beschermd werk gemaakt met de camera niet worden
gebruikt zonder toestemming van de auteursrechthebbende.
Uitzonderingen zijn van toepassing op persoonlijk gebruik, maar houd
er rekening mee dat zelfs persoonlijk gebruik aan beperkingen
onderhevig kan zijn in het geval van foto’s of opnamen van
tentoonstellingen of live-optredens.
xxviii Kennisgevingen
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikoncamera’s zijn ontworpen volgens de hoogste standaarden en
bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische
accessoires van het merk Nikon (inclusief objectieven, laders, batterijen,
lichtnetadapters en flitseraccessoires) die speciaal door Nikon zijn
gecertificeerd voor gebruik met deze Nikon digitale camera zijn
ontworpen en beproefd om te werken binnen de operationele en
veiligheidseisen van dit elektronische circuit.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan
schade aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de
Nikon-garantie valt. Het gebruik van oplaadbare
Li-ionbatterijen van andere fabrikanten, die niet zijn voorzien
van het holografische zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale
werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de accu’s oververhit
raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op
met een door Nikon geautoriseerde leverancier.
xxix
Kennisgevingen
DVoordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een
huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te
controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van
het product.
DPermanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met
het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is
voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende
sites:
Voor gebruikers in de VS: https://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika:
https://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
https://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites om up-to-date te blijven met de nieuwste
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en
algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende
informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw
land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
https://imaging.nikon.com/
xxx Kennisgevingen
1
Onderdelen van de camera
Kennismaking met de camera
Camerabody
Onderdelen van de camera
2
1
3
4
5
6
7
4
1GNSS-antenne
2I-knop (0108)
3Ontgrendelingsknop van
keuzeknop ontspanstand
(0109)
4Oogje voor polsriem (027)
5BKT-knop (0113)
6Keuzeknop ontspanstand
(0109)
7Y-knop (0111)
2Onderdelen van de camera
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
1Filmopnameknop (063)
2Hoofdschakelaar (08)
3Ontspanknop (050)
4E-knop (0117)
5S (Q)-knop (0114)
6Bovenste bedieningspaneel
(09, 171)
7E (filmvlakmarkering)
8Dioptrieregelaar (014)
9Accessoireschoen (voor
optionele flitser)
10 Afdekkapje accessoireschoen
(0204)
3
Onderdelen van de camera
2
1
3
24
4
5
6
7
8
9
10
11
1415
12
13
16
19
20
21
23
22
18
17
1Stereomicrofoon (voor films;
063)
2Diafragmasimulator
3Spiegel (063, 216)
4Zelfontspannerlampje
5Afdekkapje flitssynchronisatie
6
Afdekkapje tien-pins
afstandsbedieningsaansluiting
7Afdekking USB-aansluiting
8Deksel aansluitingen
randapparatuur
9Deksel aansluitingen HDMI
10 Afdekking voor microfoon-,
hoofdtelefoon- en Ethernet-
aansluitingen
11 Knop objectiefontgrendeling
(037)
12 Ontgrendeling deksel
batterijvak (032)
13 Deksel van het batterijvak
(032)
14 AF-stand-knop (098)
15 Selectieknop voor
scherpstelstand (097)
16 Flitssynchronisatieaansluiting
17
Tien-pins
afstandsbedieningsaansluiting
18 Aansluiting randapparatuur
19 USB-aansluiting
20 HDMI-aansluiting
21 Aansluiting voor externe
microfoon
22 Hoofdtelefoonaansluiting
23 Ethernetaansluiting
24 Bodydop (035)
4Onderdelen van de camera
1
2
3
4
5
8
7
6
11
10
9
12
13
1Pv-knop (062, 134)
2Secundaire instelschijf
3Fn1-knop (0135)
4Fn2-knop (0135)
5Secundaire instelschijf voor
verticaal fotograferen
6Ontspanknop voor verticaal
fotograferen
7Fn-knop (verticaal; 0135)
8Beveiligingssleuf (voor
antidiefstalkabel; 07)
9
Objectiefbevestigingsmarkering
(035)
10 Objectiefvatting (035)
11 CPU-contacten
12 Statiefaansluiting
13 Vergrendeling ontspanknop
voor verticaal fotograferen
(054)
5
Onderdelen van de camera
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1211 15
18
19
17
16
13 14
1O (Q)-knop (076)
2K-knop (071)
3Monitor (018, 55, 63)
4G-knop (080)
5g (h/Q)-knop (087, 125)
6X-knop (061)
7W (M)-knop (061, 131)
8J (OK)-knop (081)
9Netwerkaanduiding
10 Fn3 (C) knop (0135)
11 Achterste bedieningspaneel
(011, 174)
12 S-knop (0109)
13 T-knop (0118)
14 U-knop (0121)
15 R-knop (094)
16 Zoeker (014)
17 Vergrendeling van de
scherpstelselectieknop
18 Toegangslampje
geheugenkaart (038)
19 i-knop (088)
6Onderdelen van de camera
2
1
3
4
87
9
11
12
13
14
16
15
10
65
1Zoekeroculair (0205)
2Oculairadapter (0205)
3Oculairsluiterhendel (013)
4Vergrendeling oculairadapter
(0205)
5a-knop (055, 63)
6Selectieknop Livebeeld (055,
63)
7Secundaire selector
8AF-ON-knop (0107)
9Hoofdinstelschijf
10 Multi-selector (081)
11 Deksel geheugenkaartsleuf
(038)
12 Afdekking ontspanknop
deksel van de kaartsleuf
(038)
Ontspanknop deksel van de
kaartsleuf (onder deksel;
038)
13 C-knop (0107)
14 Multi-selector (verticaal)
15 Hoofdinstelschijf (verticaal)
Luidspreker
16 Microfoon (voor
spraakmemo’s)
7
Onderdelen van de camera
DDe GNSS-antenne
Blijf, indien mogelijk, buitenshuis wanneer u locatiediensten gebruikt.
Houd de antenne naar de lucht gericht voor de beste ontvangst.
DDe deksels van de aansluitingen
Sluit de deksels wanneer de aansluitingen niet in gebruik zijn. Vreemd
materiaal in de aansluitingen kan leiden tot storing.
DDe luidspreker
Als gevolg van de directe nabijheid van de luidspreker kunnen gegevens
die op kaarten met magnetische strips of andere soortgelijke
magnetische opslagapparaten zijn opgeslagen, beschadigd raken. Houd
magnetische opslagapparaten uit de buurt van de luidspreker.
ADe beveiligingssleuf
De beveiligingssleuf dient als bevestigingspunt
voor antidiefstalkabels van derden. Hij is
compatibel met en bedoeld voor gebruik met
Kensington-beveiligingskabelsloten.
Raadpleeg de documentatie die meegeleverd
is bij het beveiligingskabelslot voor meer
informatie.
8Onderdelen van de camera
De hoofdschakelaar
Draai de hoofdschakelaar naar
de positie “AAN” zoals
afgebeeld om de camera in te
schakelen. Als u de schakelaar
weer in de positie “UIT” zet,
wordt de camera
uitgeschakeld.
DDe lcd-verlichting
Door de hoofdschakelaar naar D
te draaien, wordt de
achtergrondverlichting voor de
knoppen en bedieningspanelen
geactiveerd (lcd-verlichting). De
achtergrondverlichting blijft
branden gedurende een paar
seconden nadat de hoofdschakelaar wordt losgelaten. De
achtergrondverlichting gaat uit wanneer de schakelaar een tweede keer
naar D wordt gedraaid of als de sluiter wordt ontspannen. Door de
achtergrondverlichting voor de knop te activeren, is de camera
gemakkelijker te gebruiken in het donker.
9
Onderdelen van de camera
Het bovenste bedieningspaneel
De volgende aanduidingen verschijnen bij
standaardinstellingen op het bovenste bedieningspaneel. Voor
een volledige lijst van de aanduidingen die kunnen worden
weergegeven, zie “Cameraschermen” (0171) in “Technische
Opmerkingen”.
7
1
2
3
5
4
6
13
10
12
11
15
169
8
14
1Sluitertijd
2Belichtingsstand (0108)
3Aanduiding AF-veldstand
(0101)
4Lichtmeting (0111)
5Geh.bank foto-opnamemenu
6Geheugenbank voor
persoonlijke instellingen
7Autofocusstand (098)
8Aanduiding ISO-gevoeligheid
(0114)
9ISO-gevoeligheid (0114)
10 Diafragma (f-waarde)
11 Belichtingsaanduiding
Belichting
Belichtingscorrectie (0117)
12 Geheugenkaartpictogram
(Sleuf 2; 041, 48)
13 Batterijaanduiding (047)
14 “k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer
dan 1.000 opnamen; 048)
15 Aantal resterende opnamen
(048, 258)
16 Geheugenkaartpictogram
(Sleuf 1; 041, 48)
10 Onderdelen van de camera
DCamera Uit-weergave
Als de camera wordt uitgeschakeld met een
geplaatste batterij en geheugenkaart, worden
het pictogram van de geheugenkaart, het
aantal foto's in de huidige map (q) en het
aantal resterende opnamen (w) weergegeven
in het bovenste bedieningspaneel. Afhankelijk
van de geheugenkaart geeft de camera deze
informatie in zeldzame gevallen mogelijk niet weer wanneer er een kaart
geplaatst is. Dit kan worden opgelost door de camera in te schakelen.
11
Onderdelen van de camera
Het achterste bedieningspaneel
De volgende aanduidingen verschijnen bij
standaardinstellingen op het achterste bedieningspaneel. Voor
een volledige lijst van de aanduidingen die kunnen worden
weergegeven, zie “Cameraschermen” (0174) in “Technische
Opmerkingen”.
4
312
5
1Ontspanstand (0109)
2Formaat (JPEG-beelden;
0120)
3Beeldkwaliteit (0118)
4Witbalans (0121)
5Functie van geheugenkaart in
sleuf 2
Beeldkwaliteit (0118)
12 Onderdelen van de camera
De zoeker
De volgende aanduidingen verschijnen bij
standaardinstellingen in de zoeker. Voor een volledige lijst van
de aanduidingen die kunnen worden weergegeven, zie
“Cameraschermen” (0159) in “Technische Opmerkingen”.
1
3
2
4 5 6 7 8 9 10 12 13
11
1Referentiecirkel van 12 mm
voor centrumgerichte meting
(0111)
2Scherpstelpunten
3AF-veldhaakjes (050)
4Scherpstelaanduiding (050)
5Lichtmeting (0111)
6Belichtingsstand (0108)
7Sluitertijd
Autofocusstand (098)
8Diafragma (f-waarde)
9Aanduiding ISO-gevoeligheid
(0114)
10 ISO-gevoeligheid (0114)
AF-veldstand (0101)
11 Batterijaanduiding (047)
12 Aantal resterende opnamen
(048, 258)
Aantal resterende opnamen
voordat de geheugenbuffer
wordt gevuld
13 “k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer
dan 1.000 opnamen; 048)
13
Onderdelen van de camera
DDe zoeker
Wanneer de accu leeg is of als er geen accu is geplaatst, wordt de
zoekerweergave zwak. De weergave wordt weer normaal wanneer er een
opgeladen accu wordt geplaatst.
DExtreme temperaturen
De helderheid van het bedieningspaneel en de zoekerweergaven varieert
met de temperatuur en responstijden kunnen verminderen wanneer de
temperatuur laag is; de weergaven worden weer normaal bij
kamertemperatuur.
DDe oculairsluiter van de zoeker
Om te voorkomen dat licht dat binnenkomt via
de zoeker de foto's of belichting verstoort, zet
u de oculairsluiterhendel van de zoeker
omhoog om de oculairsluiter van de zoeker te
sluiten wanneer u foto's maakt zonder uw oog
tegen de zoeker.
14 Onderdelen van de camera
ADe dioptrieregelaar
De zoeker kan worden scherpgesteld door het
omhoog brengen en draaien van de
dioptrieregelaar. Draai, met uw oog tegen de
zoeker, aan de dioptrieregelaar totdat de
zoekerweergave scherp is gesteld.
Corrigerende objectieven (apart verkrijgbaar)
kunnen worden gebruikt om de dioptrie van
de zoeker verder aan te passen.
Na aanpassing van de dioptrie, drukt u de dioptrieregelaar terug in de
uitgangspositie.
Zoeker niet
scherpgesteld
Zoeker scherpgesteld
15
Onderdelen van de camera
De livebeeldweergaven (foto’s/films)
Druk de a-knop in om het beeld via het objectief op de
monitor weer te geven. Draai de livebeeldkeuzeknop naar C
om foto’s te maken of naar 1 om films op te nemen.
❚❚ Livebeeldfotografie
De volgende aanduidingen verschijnen bij
standaardinstellingen op de monitor. Voor een volledige lijst
van de aanduidingen die kunnen worden weergegeven, zie
“Cameraschermen” (0167) in “Technische Opmerkingen”.
1 2 843 56 7
1Belichtingsstand (0108)
2Scherpstelpunt
3Autofocusstand (098)
4AF-veldstand (0101)
5Actieve D-Lighting
6Picture Control (0125)
7Witbalans (0121)
8Beeldveld
16 Onderdelen van de camera
10
12
368 7945
1Aanraakopname (018)
2i-pictogram (088)
3“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer
dan 1.000 opnamen; 048)
4Aantal resterende opnamen
(048, 258)
5ISO-gevoeligheid (0114)
6Aanduiding ISO-gevoeligheid
(0114)
7Diafragma
8Sluitertijd
9Lichtmeting (0111)
10 Batterijaanduiding (047)
17
Onderdelen van de camera
❚❚ Films
12
3
4
5
6
7
1Opnameaanduiding (063)
Aanduiding “Geen film”
2Beeldformaat en -snelheid/
beeldkwaliteit
3Resterende tijd (063)
4Ontspanstand (niet-
bewegende fotografie; 070)
5Geluidsniveau (066)
6Microfoongevoeligheid
7Frequentiebereik
18 Onderdelen van de camera
Aanraakbediening
De aanraakgevoelige monitor biedt
verschillende bedieningen die kunnen
worden bediend door het aanraken
van het scherm met de vingers.
Aanraakbediening kan worden
gebruikt om:
- De sluiter scherp te stellen en te ontspannen (019)
- Instellingen aan te passen (020)
- Foto's te bekijken (021)
- Films te bekijken (023)
- Toegang tot het i-menu (023)
- Tekst in te voeren (024)
- Door de menu’s te navigeren (025)
19
Onderdelen van de camera
❚❚ De sluiter scherpstellen en ontspannen
Raak de monitor aan tijdens livebeeld
om scherp te stellen op het
geselecteerde punt (touch-AF).
Tijdens stilstaande fotografie wordt de
sluiter ontspannen wanneer u uw
vinger van het beeldscherm haalt
(aanraaksluiter).
Touch AF-instellingen kunnen worden
aangepast door op het W-pictogram
te tikken.
20 Onderdelen van de camera
❚❚ Instellingen aanpassen
Tik op gemarkeerde instellingen op het
beeldscherm.
U kunt vervolgens de gewenste optie
kiezen door op pictogrammen of
schuifregelaars te tikken.
Tik op Z of druk op J om de gekozen
optie te selecteren en keer terug naar
het vorige scherm.
21
Onderdelen van de camera
❚❚ Weergave
Veeg naar links of rechts om andere
foto's te bekijken tijdens
schermvullende weergave.
Bij schermvullende weergave wordt
door het aanraken van de onderkant
van het scherm een balkje voor het
beeld voor beeld afspelen
weergegeven. Schuif met uw vinger
naar links of rechts over het balkje om
snel naar andere foto's te bladeren.
22 Onderdelen van de camera
Als u wilt inzoomen op een foto die in
schermvullende weergave wordt
weergegeven, gebruikt u een
uitrekbeweging of tikt u twee keer snel
op het scherm. Na het inzoomen kunt u
de zoomfactor aanpassen met
uitrekbewegingen om in te zoomen en knijpbewegingen om
uit te zoomen.
Gebruik schuifbewegingen om andere delen van het beeld te
bekijken tijdens het zoomen.
Door twee keer snel op het scherm te tikken terwijl de
zoomfunctie actief is, wordt de zoomfunctie geannuleerd.
Gebruik een knijpbeweging in
schermvullende weergave om “uit te
zoomen” naar een miniatuurweergave.
Gebruik knijpen en uitrekken om het
aantal weergegeven afbeeldingen te
kiezen uit 4, 9 en 72 frames.
23
Onderdelen van de camera
❚❚ Films bekijken
Films worden aangeduid met een 1-
pictogram; Tik op de gids op het
scherm om het afspelen te starten.
Tik op het scherm om te pauzeren. Tik
nogmaals om door te gaan.
Tik op Z om terug te gaan naar
schermvullende weergave.
❚❚ Het i-menu
Wanneer het i-menu (088) wordt
weergegeven, kunt u op items tikken om
opties te bekijken.
24 Onderdelen van de camera
❚❚ Tekstinvoer
Wanneer een toetsenbord wordt weergegeven, kunt u tekst
invoeren door op de toetsen te tikken.
Tik op e of f of tik direct in het tekstweergaveveld om de
cursor te positioneren.
Om door de hoofd- en kleine letters en symbolen op het
toetsenbord te bladeren, tikt u op de
toetsenbordselectieknop.
3
2
1
1Tekstweergaveveld
2Toetsenbordveld
3Toetsenbordselectie
25
Onderdelen van de camera
❚❚ Door de menu’s navigeren
Nadat u op de G-knop hebt gedrukt
om de menu's weer te geven, kunt u
omhoog of omlaag schuiven om te
bladeren.
Tik op een menupictogram om een
menu te kiezen.
Tik op menu-opties om opties weer te
geven. U kunt vervolgens de gewenste
optie kiezen door op pictogrammen of
schuifregelaars te tikken.
Tik op Z om af te sluiten zonder de
instellingen te wijzigen.
26 Onderdelen van de camera
DHet aanraakscherm
Het aanraakscherm reageert op statische elektriciteit. Het reageert
mogelijk niet wanneer het wordt aangeraakt met vingernagels of met
handschoenen aan. Voor een betere respons bij gebruik van het
aanraakscherm met handschoenen aan, selecteert u [Ingeschakeld]
voor [Aanraakbediening] > [Handschoenstand] in het setup-menu.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen.
Gebruik geen overmatige kracht.
Het scherm reageert mogelijk niet wanneer het bedekt is met
beschermfolies van derden.
Het scherm reageert mogelijk niet wanneer het tegelijkertijd op
meerdere plaatsen wordt aangeraakt.
AInschakelen of uitschakelen aanraakbediening
Aanraakbediening kan worden in- of uitgeschakeld met behulp van de
optie [Aanraakbediening] in het setup-menu.
27
De camera gereed maken
Eerste stappen
De riem bevestigen
Een riem bevestigen (de meegeleverde riem of een die apart is
aangeschaft):
De camera gereed maken
28 De camera gereed maken
De accu opladen
Laad voor gebruik de meegeleverde EN-EL18c-batterij op in de
meegeleverde MH-26a-batterijlader . Een lege accu wordt in
ongeveer twee uur en 35 minuten volledig opgeladen.
DDe batterij en lader
Lees en volg de waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (0xviii) en
“Onderhoud van de camera en accu: waarschuwingen” (0223).
1
Sluit het netsnoer aan op de
lader.
2
Steek de lader in het stopcontact.
3
Verwijder het afdekkapje van
de accu.
29
De camera gereed maken
4
Verwijder de
contactbeschermer.
Schuif de contactbeschermer van de
lader zoals afgebeeld.
5
Laad de accu op.
1Contacten
2Referentielijn
3Lampjes van het batterijvak
4Oplaadlampjes (groen)
30 De camera gereed maken
Plaats de accu (eerst de polen), lijn het uiteinde van de
accu uit met de referentielijn en schuif vervolgens de accu
in de aangegeven richting totdat deze op zijn plaats klikt.
Het lampje voor het vak waar de accu in zit (“L” of “R”)
begint te knipperen wanneer het opladen begint.
Het opladen is voltooid wanneer het lampje van het vak
niet meer knippert en de oplaadlampjes uit gaan.
Accustatus wordt weergegeven door de lampjes van het
vak en de oplaadlampjes:
Oplaadtoestand
<50% ≥50%, <80% ≥80%, <100% 100%
Lampje van het
batterijvak H
(knippert)
H
(knippert)
H
(knippert)
K (aan)
Oplaadlampjes
100% I (uit) I (uit) H
(knippert)
I (uit)
80% I (uit) H (
knippert)
K (aan) I (uit)
50% H
(knippert)
K (aan) K (aan) I (uit)
31
De camera gereed maken
6
Verwijder de accu en ontkoppel de lader wanneer
het opladen is voltooid.
DKalibratie
Voor informatie over het kalibreren van batterijen om te zorgen voor
accurate weergaves van het batterijniveau, zie “Batterijen kalibreren”
(0252).
DWaarschuwingsaanduidingen
Volg de hieronder beschreven stappen, als de lampjes van het MH-26a-
batterijvak en de oplaadlampjes achtereenvolgens aan en uit knipperen.
Als er geen accu is geplaatst: Er is een probleem met de lader. Koppel
de oplader los en raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Als er een accu is geplaatst: Er is een probleem opgetreden met de
accu of lader tijdens het opladen. Verwijder de accu, ontkoppel de lader
en raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
32 De camera gereed maken
De accu plaatsen
Schakel de camera uit voordat u de accu plaatst of verwijdert.
1
Verwijder het deksel van het
BL-6-batterijvak.
Breng de ontgrendeling van het
deksel van het batterijvak omhoog,
draai deze naar de open (A)-positie
(q) en verwijder het deksel van het
batterijvak (w).
2
Bevestig het deksel aan de
accu.
Als de batterijontgrendeling zo is
geplaatst dat de pijl (H) zichtbaar is,
schuif dan met de
batterijontgrendeling zodat deze
de pijl (H) bedekt.
Plaats de twee uitsteeksels op de
accu in de bijbehorende sleuven in
het deksel zoals afgebeeld. De
batterijontgrendeling schuift opzij
zodat de pijl (H) volledig zichtbaar
wordt.
33
De camera gereed maken
3
De accu plaatsen.
Plaats de batterij volledig en stevig
zoals afgebeeld.
4
Vergrendel het deksel.
Draai de vergrendeling naar de gesloten positie (q) en klap
deze naar beneden zoals getoond (w).
Zorg ervoor dat het deksel goed is vergrendeld om te
voorkomen dat de accu tijdens gebruik losraakt.
34 De camera gereed maken
❚❚ De accu verwijderen
Schakel de camera uit voordat u de accu
verwijdert, breng de ontgrendeling van
het batterijvak omhoog en draai deze
naar de open (A)-positie.
DHet deksel van het batterijvak verwijderen
Om het deksel van het batterijvak te ontgrendelen zodat het van de accu
kan worden verwijderd, schuift u de batterijontgrendeling in de richting
aangegeven door de pijl (H) totdat deze stopt.
DHet deksel van het batterijvak
Gebruik alleen BL-6-batterijvakdeksels; andere batterijvakdeksels kunnen
niet worden gebruikt met deze camera.
De accu kan worden opgeladen met het deksel bevestigd.
Om te voorkomen dat zich stof ophoopt in het batterijvak, moet u het
deksel van het batterijvak op de camera terugplaatsen wanneer de accu
er niet in zit.
35
De camera gereed maken
Een objectief bevestigen
Het objectief dat in het algemeen in deze handleiding voor
illustratieve doeleinden wordt gebruikt, is een NIKKOR AF-S
50mm f/1.4G.
Zorg ervoor dat er geen stof binnendringt in de camera.
Controleer of de camera is uitgeschakeld voordat u het
objectief bevestigt.
- Verwijder de dop van de camerabody (q, w) en de achterste
objectiefdop (e, r).
- Plaats de bevestigingsmarkeringen op de camera (t) en het
objectief (y) op één lijn.
36 De camera gereed maken
- Draai het objectief zoals aangeduid totdat het op zijn plaats
klikt (u, i).
Verwijder de objectiefdop voordat u foto’s maakt.
DCPU-objectieven met diafragmaringen
Wanneer u een CPU-objectief gebruikt dat is voorzien van een
diafragmaring (0182), vergrendelt u het diafragma op de minimale
instelling (hoogste f-waarde).
DObjectiefscherpstelstand
Als het objectief is uitgerust met een
schakelaar voor de scherpstelstand, selecteert
u autofocusstand (A, M/A, of A/M).
DBeeldveld
Het DX-formaat beeldveld wordt automatisch
geselecteerd wanneer een DX-lens wordt
bevestigd.
37
De camera gereed maken
❚❚ Objectieven losmaken
Na het uitschakelen van de camera,
moet de objectiefontgrendelingsknop
(q) ingedrukt worden gehouden
terwijl het objectief in de aangegeven
richting wordt gedraaid (w).
Plaats, na het verwijderen van het
objectief, de objectiefdoppen en de camerabodydop terug.
38 De camera gereed maken
Geheugenkaarten plaatsen
De camera is uitgerust met twee
geheugenkaartsleuven: sleuf 1 (q) en
sleuf 2 (w), waardoor gelijktijdig twee
geheugenkaarten kunnen worden
gebruikt.
Schakel de camera uit voordat u de
geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
Duw niet op de geheugenkaart terwijl u op de uitwerpknop
drukt. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan beschadiging van de camera of geheugenkaart tot gevolg
hebben.
1
Open het deksel van de
kaartsleuf.
Open de deur die de ontgrendelknop
van de kaartsleuf beschermt (q) en
druk op de ontgrendelknop (w) om
de kaartsleuf te openen (e).
39
De camera gereed maken
2
Plaats de geheugenkaart.
Het ondersteboven of achterstevoren inbrengen van een kaart
kan de camera of de kaart beschadigen. Controleer of de kaart
in de juiste richting staat.
Schuif, terwijl u de kaart met het
achterste label naar de monitor
gericht houdt, de kaart helemaal in
de sleuf. Wanneer de geheugenkaart
helemaal is geplaatst, verschijnt de
uitwerpknop (q) en licht het groene
toegangslampje geheugenkaart (w)
kort op.
3
Sluit het deksel van de
kaartsleuf.
Als dit de eerste keer is dat de
geheugenkaart wordt gebruikt nadat
deze in een ander apparaat is
gebruikt of geformatteerd,
formatteert u de kaart in de camera voordat u doorgaat.
40 De camera gereed maken
ATwee geheugenkaarten
Wanneer twee geheugenkaarten worden geplaatst (één in elk van de
sleuven 1 en 2), kan de functie die de kaart in sleuf 2 vervult worden
geselecteerd met behulp van [Functie van kaart in sleuf 2] in het foto-
opnamemenu.
[Overloop]: Afbeeldingen worden alleen op de kaart in sleuf 2
opgenomen als de kaart in sleuf 1 vol is.
[Back-up]: Er worden twee identieke kopieën opgenomen, één op elke
geheugenkaart en elk met dezelfde beeldkwaliteit en -grootte.
[RAW sleuf 1 - JPEG sleuf 2]: De NEF (RAW)-kopieën van foto's gemaakt
met instellingen van NEF (RAW) + JPEG worden alleen opgenomen op
de kaart in sleuf 1, de JPEG-kopieën alleen op de kaart in sleuf 2.
[JPEG sleuf 1 - JPEG sleuf 2]: Er worden twee JPEG-kopieën
opgenomen, één op elke geheugenkaart, maar met verschillende
groottes.
❚❚ Geheugenkaarten verwijderen
Schakel, na te hebben gecontroleerd of
het toegangslampje van de
geheugenkaart uit is, de camera uit en
open het deksel van de
geheugenkaartsleuf. Druk op de
uitwerpknop (q) om de kaart
gedeeltelijk uit te werpen (w); de geheugenkaart kan
vervolgens met de hand worden verwijderd.
41
De camera gereed maken
DGeheugenkaarten
Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom
voorzichtig te werk bij het verwijderen van geheugenkaarten uit de
camera.
Voer de volgende handelingen niet uit tijdens het formatteren of terwijl
gegevens worden opgeslagen, gewist of naar een computer of ander
apparaat worden gekopieerd. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies of beschadiging van de
camera of de kaart tot gevolg hebben.
- Geen geheugenkaarten verwijderen of plaatsen
- De camera niet uitschakelen
- Verwijder de accu niet
- Koppel de lichtnetadapters niet los
Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
Gebruik geen overmatige kracht bij het hanteren van geheugenkaarten.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beschadiging
van de kaart tot gevolg hebben.
U mag geheugenkaarten niet buigen of laten vallen of ze blootstellen
aan hevige schokken.
Stel geheugenkaarten niet bloot aan water, warmte of direct zonlicht.
Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
DGeheugenkaartpictogrammen
De geheugenkaartpictogrammen op het
bovenste bedieningspaneel gaan branden
wanneer geheugenkaarten worden geplaatst
(het voorbeeld in de afbeelding toont het
scherm wanneer twee geheugenkaarten
worden geplaatst).
Als de geheugenkaart vol is of er heeft zich een
fout voorgedaan, knippert het pictogram voor de betreffende kaart.
42 De camera gereed maken
DGeen geheugenkaart geplaatst
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, staat er S op de schermpjes
van de opnameteller in de zoeker en het bovenste bedieningspaneel. Als
de camera wordt uitgeschakeld met een accu en er is geen
geheugenkaart geplaatst, wordt S weergegeven in het bovenste
bedieningspaneel.
43
De camera gereed maken
Camera-instellingen
De optie taal (Language) in het setup-menu wordt automatisch
gemarkeerd wanneer menu's de eerste keer worden
weergegeven. Kies een taal en stel de cameraklok in.
1
Schakel de camera in.
2
Markeer [Taal (Language)] in
het setup-menu en druk op
2
.
Het item [Taal (Language)] wordt
automatisch gemarkeerd in het
setup-menu wanneer u voor het
eerst na aankoop op de G-knop
drukt.
Voor informatie over het gebruiken
van de menu’s, zie “De menu’s gebruiken” (081).
44 De camera gereed maken
3
Selecteer een taal.
Druk op 1 of 3 om de gewenste taal te markeren en druk
op J (de beschikbare talen verschillen per land of regio
waar de camera oorspronkelijk werd gekocht).
4
Markeer [Tijdzone en datum]
en druk op
2
.
5
Kies een tijdzone.
Selecteer [Tijdzone] in het scherm
[Tijdzone en datum].
Markeer een tijdzone in het scherm
[Tijdzone] en druk op J.
Het scherm toont een tijdzonekaart
met de geselecteerde steden in de gekozen zone en het
verschil tussen de tijd in de gekozen zone en UTC.
45
De camera gereed maken
6
Schakel zomertijd in of uit.
Selecteer [Zomertijd] in het scherm
[Tijdzone en datum].
Markeer [Aan] (zomertijd aan) of
[Uit] (zomertijd uit) en druk op J.
Als u [Aan] selecteert, gaat de klok
een uur vooruit; selecteer [Uit] om dit resultaat ongedaan
te maken.
7
Stel de klok in.
Selecteer [Datum en tijd] op het
scherm [Tijdzone en datum].
Druk op J na gebruik van de multi-
selector om de klok in te stellen op
de datum en tijd in de
geselecteerde tijdzone (houd er rekening mee dat de
camera een 24-uurs klok gebruikt).
8
Kies een datumnotatie.
Selecteer [Datumnotatie] op het
scherm [Tijdzone en datum].
Markeer de gewenste
datumweergavevolgorde (jaar,
maand en dag) en druk op J.
46 De camera gereed maken
9
De menu’s afsluiten.
Druk lichtjes de ontspanknop half in
om de opnamestand af te sluiten.
DDe klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, niet-oplaadbare
CR1616-lithiumbatterij met een levensduur van ongeveer twee jaar.
Wanneer deze batterij bijna leeg is, wordt een B-pictogram
weergegeven op het bovenste bedieningspaneel terwijl de stand-by-
timer is ingeschakeld, wat aangeeft dat het tijd is om een vervangende
batterij te kopen. Voor informatie over het vervangen van de klokbatterij,
zie “De klokbatterij vervangen” (0221).
ADe klok instellen via GNSS
Om uw locatie en de huidige UTC (Universal Coordinated Time) op te
slaan, selecteert u [Aan] voor [Locatiegegevens (ingebouwd)] >
[Locatiegegevens opslaan]. Om de cameraklok in te stellen op de tijd
die wordt aangegeven door de ingebouwde GNSS-ontvanger, selecteert
u [Ja] voor [Locatiegegevens (ingebouwd)] > [Klok instellen via
satelliet].
ASnapBridge
Gebruik de SnapBridge-app om de cameraklok met de klok
op een smartphone of tablet (smartapparaat) te
synchroniseren. Zie de online help van SnapBridge voor meer
informatie.
47
Het accuniveau en het aantal resterende opnamen
Controleer voordat u foto’s maakt het accuniveau en het aantal
resterende opnamen.
Accuniveau
Controleer het accuniveau voordat u foto’s maakt. Het
accuniveau wordt op het bovenste bedieningspaneel en in de
zoeker weergegeven.
Het accuniveau en het aantal
resterende opnamen
Bovenste
bedieningspaneel Zoeker Beschrijving
L Accu volledig opgeladen.
K
Accu gedeeltelijk ontladen.
J
I
HdAccu bijna leeg. Laad de accu op of
houd een reserveaccu bij de hand.
H
(knippert)
d
(knippert)
Ontspannen van de sluiter
uitgeschakeld. Laad de accu op of
verwissel deze.
48 Het accuniveau en het aantal resterende opnamen
Geheugenkaartaanduidingen en aantal
resterende opnamen
Het bovenste bedieningspaneel en de zoeker laten het aantal
extra foto’s zien dat kan worden gemaakt bij de huidige
instellingen (dwz. het aantal resterende opnamen).
Het bovenste bedieningspaneel
vertoont de sleuf of sleuven waar op
dat moment een geheugenkaart in zit
(in het voorbeeld zijn de
pictogrammen te zien die worden weergegeven wanneer
kaarten in beide sleuven worden geplaatst).
Bij standaardinstellingen wordt [Overloop] geselecteerd voor
[Functie van kaart in sleuf 2] in het foto-opnamemenu.
Wanneer twee geheugenkaarten worden geplaatst, worden
foto’s eerst opgeslagen in Sleuf 1 en er wordt overgeschakeld
naar Sleuf 2, wanneer de kaart in Sleuf 1 vol is.
49
Het accuniveau en het aantal resterende opnamen
Als twee geheugenkaarten worden geplaatst, laat de camera
het aantal extra foto’s zien dat kan worden opgeslagen op de
kaart in Sleuf 1. Wanneer de kaart in Sleuf 1 vol is, wordt op het
scherm het aantal resterende opnamen op de kaart in Sleuf 2
weergegeven.
Waarden hoger dan 1000 worden naar beneden afgerond op
het dichtsbijzijnde honderdtal. Bijvoorbeeld, waarden in de
buurt van 1400 worden weergegeven als 1.4 k.
Als de geheugenkaart vol is of er heeft zich een kaartfout
voorgedaan, knippert het pictogram voor de betreffende
sleuf.
51
Foto’s maken
2
Kadreer de foto.
Kadreer een foto in de zoeker.
Plaats het hoofdonderwerp binnen
de AF-veldhaakjes.
3
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
De scherpstelaanduiding (I)
verschijnt in de zoeker wanneer de
scherpstelling voltooid is.
U kunt ook scherpstellen door op de AF-ON-knop te
drukken.
Zoekerweergave
Beschrijving
(stabiel) Het onderwerp is scherp gesteld.
(stabiel)
Het scherpstelpunt bevindt zich voor het
onderwerp.
(stabiel)
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het
onderwerp.
(knippert)
De camera kan niet scherpstellen met behulp
van autofocus.
52 Foto’s maken
4
Druk de ontspanknop soepel
verder naar beneden om de
foto te maken.
Het toegangslampje van de
geheugenkaart brandt terwijl de foto
wordt vastgelegd. U mag de
geheugenkaart niet uitwerpen of de
voedingsbron verwijderen of
loskoppelen voordat het
toegangslampje uit is en de opname is voltooid.
53
Foto’s maken
ADe Stand-by-timer (Opnamen door de zoeker)
De camera gebruikt een stand-by-timer zodat de accu minder snel
leegraakt. De timer start wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
en loopt af als er geen bewerkingen worden uitgevoerd gedurende 6
seconden. De zoekerweergave en de sluitertijd en diafragma-
aanduidingen in het bovenste bedieningspaneel worden uitgeschakeld
wanneer de timer afloopt. Om de timer te herstarten en de weergaven op
te slaan, drukt u de ontspanknop een tweede keer half in. De tijdspanne
voordat de stand-by-timer afloopt, kan worden aangepast met behulp
van Persoonlijke instelling c2 [Stand-by-timer].
Stand-by-timer aan Stand-by-timer uit
54 Foto’s maken
AFoto's kadreren in portretoriëntatie (“staand”)
De camera is uitgerust met
bedieningselementen voor gebruik in
portretstand (“staand”), waaronder een
verticale ontspanknop, Fn- en AF-ON-knop,
hoofd- en secundaire instelschijven en een
multi-selector.
Draai de
ontspanknopvergrendeling voor
verticale opname naar L om te
voorkomen dat u deze
bedieningselementen per
ongeluk gebruikt wanneer de
camera zich in de
landschapstand (“liggend”) bevindt.
55
Foto’s maken
Foto’s kadreren op de monitor (Livebeeld)
1
Draai de livebeeldselectieknop
naar
C
(livebeeldfotografie).
2
Druk de
a
-knop in.
De spiegel gaat omhoog en
livebeeld start. De zoeker wordt
donker en het beeld via het
objectief wordt weergegeven op de
monitor.
Tijdens livebeeld kan belichting voor films en foto’s op de
monitor als voorbeeld worden bekeken.
56 Foto’s maken
3
Maak de camera gereed.
Houd de handgreep stevig in uw rechterhand en
ondersteun de camerabody of het objectief met uw
linkerhand.
4
Kadreer de foto.
Plaats het onderwerp dichtbij het
midden van het kader.
57
Foto’s maken
5
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
De scherpstelling wordt
vergrendeld terwijl de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het scherpstelpunt
groen weergegeven. Als de camera niet kan scherpstellen,
bijvoorbeeld omdat het onderwerp zich te dicht bij de
camera bevindt, knippert het scherpstelpunt rood.
Druk op de J-knop om een
voorbeeld van de belichting op de
monitor te zien, zoals weergegeven
in de afbeelding
(belichtingsvoorbeeld). U kunt een
voorbeeld bekijken van hoe de
geselecteerde instellingen voor sluitertijd, diafragma en
ISO-gevoeligheid de belichting tijdens het fotograferen
beïnvloeden. Belichtingscorrectie kan worden aangepast
met ±5 LW, hoewel alleen waarden tussen −3 en +3 LW
worden weerspiegeld in de voorbeeldweergave.
58 Foto’s maken
6
Druk de ontspanknop verder
naar beneden om de foto te
maken.
De monitor schakelt uit tijdens het
opnemen.
7
Druk op de
a
-knop om
livebeeld af te sluiten.
59
Foto’s maken
DOpnemen in livebeeldfotografie
Hoewel deze effecten niet zichtbaar zijn in de uiteindelijke foto’s, kunt u
tijdens livebeeld het volgende op de monitor merken:
- Bewegende onderwerpen op het scherm zien er vertekend uit
(individuele onderwerpen zoals treinen of auto’s die op hoge
snelheid door het beeld bewegen kunnen vertekend zijn of het
gehele kader kan er vertekend uitzien wanneer de camera horizontaal
wordt gekanteld)
- Er kunnen gekartelde randen, valse kleuren, moiré en heldere vlekken
op het scherm verschijnen
- Er kunnen heldere gebieden of banden verschijnen in scenes verlicht
door knipperende symbolen en andere intermitterende lichtbronnen
of wanneer het onderwerp kort door een strobe of andere heldere,
kortstondige lichtbron wordt verlicht
Flikkering en strepen zichtbaar op de monitor onder Tl-licht, kwikdamp-
of natriumlampen kunnen worden verminderd door de optie
[Flikkerreductie] in het filmopnamemenu te gebruiken, hoewel ze nog
steeds zichtbaar kunnen zijn in foto’s die bij bepaalde sluitertijden zijn
gemaakt.
Om te voorkomen dat licht dat binnenkomt via de zoeker de foto's of
belichting verstoort, zet u de oculairsluiterhendel van de zoeker
omhoog om de oculairsluiter van de zoeker te sluiten.
Wanneer u in livebeeld fotografeert, moet u de camera niet naar de zon
of andere heldere lichtbronnen richten. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de
camera tot gevolg hebben.
Ongeacht de geselecteerde optie voor Persoonlijke instelling c2 [Stand-
by-timer], loopt de stand-by-timer niet af tijdens livebeeld.
60 Foto’s maken
DDe weergave van de aftelling
Er verschijnt een aftelling in de linkerbovenhoek van het scherm
ongeveer 30 seconden voordat livebeeld automatisch eindigt.
Als de timer is geactiveerd door Persoonlijke Instelling c4 [Monitor uit],
zal de aftelling zwart worden weergegeven vanaf 30 seconden voordat
de timer afloopt en dit verandert in rood wanneer er maar 5 seconden
te gaan zijn. Als [Geen limiet] wordt geselecteerd voor [Monitor uit] >
[Livebeeld], kan de camera desondanks livebeeld beëindigen uit
noodzaak om de interne circuits van de camera te beschermen tegen
hoge temperaturen en dergelijke.
Een aftelling wordt in rood weergegeven vanaf 30 seconden voordat de
camera uitschakelt om zijn interne circuits te beschermen. Afhankelijk
van de opnameomstandigheden verschijnt de timer onmiddelijk
wanneer livebeeld wordt geselecteerd.
DBelichtingsvoorbeeld
Belichtingsvoorbeeld is niet beschikbaar wanneer A (Bulb) of %
(Tijd) is geselecteerd als sluitertijd. Het voorbeeld geeft mogelijk de
definitieve resultaten niet correct weer wanneer:
- Er flitslicht wordt gebruikt
-[Actieve D-Lighting] of [HDR (hoog dynam. bereik)] actief is
-[A] (automatisch) is geselecteerd voor de parameter Picture Control
[Contrast] (0128)
-p is geselecteerd voor sluitertijd
- Bracketing actief is
Als het onderwerp erg helder of erg donker is, knipperen de
belichtingsaanduidingen om te waarschuwen dat het voorbeeld de
belichting mogelijk niet correct weergeeft.
61
Foto’s maken
AAanraakbediening
Aanraakbediening kan worden gebruikt in plaats van de ontspanknop om
scherp te stellen en foto’s te maken tijdens livebeeldfotografie (019).
ALivebeeldzoomvoorbeeld
Druk op de X-knop om het beeld in de monitor te vergroten tot maximaal
ongeveer 11 ×.
Druk op X om in te zoomen, op W (M) om uit te zoomen.
Er verschijnt een navigatievenster in een grijs kader rechts onder op het
scherm.
Gebruik de multi-selector om naar delen van het beeld te bladeren die
niet zichtbaar zijn op de monitor.
62 Foto’s maken
AVoorbeeld van scherpstelling tijdens livebeeld
Om tijdelijk het maximale diafragma te selecteren voor een verbeterd
scherpstellingsvoorbeeld tijdens livebeeld, drukt u op de Pv-knop. Om
het diafragma terug te brengen naar de oorspronkelijke waarde, drukt u
nogmaals op de Pv-knop of stelt u scherp met autofocus. Als de
ontspanknop helemaal wordt ingedrukt om een foto te maken tijdens het
scherpstellingsvoorbeeld, zal het diafragma terugkeren naar de
oorspronkelijke waarde voordat de foto wordt gemaakt. Het maximale
diafragma-pictogram (t) wordt weergegeven terwijl het maximale
diafragma is geselecteerd.
64 Films opnemen
3
Druk op de AF-ON-knop om
scherp te stellen.
Voordat u begint met opnemen
moet u scherpstellen.
Scherpstelling kan worden
aangepast door op de monitor te
tikken op uw onderwerp.
4
Druk op de filmopnameknop
om de opname te starten.
65
Films opnemen
Er wordt een opnameaanduiding weergegeven op de
monitor. De monitor toont ook de tijd die resteert, of met
andere woorden bij benadering de hoeveelheid nieuwe
filmopnamen die kan worden vastgelegd op de
geheugenkaart.
De camera kan opnieuw worden scherpgesteld door te
drukken op de AF-ON-knop of door op uw onderwerp te
tikken op de monitor.
Geluid wordt opgenomen via de ingebouwde microfoon
voor filmopname. De microfoon tijdens het opnemen niet
bedekken.
Belichting kan worden veranderd met maximaal ±3 LW
door middel van belichtingscorrectie.
2
1
1Opnameaanduiding
2Resterende tijd
66 Films opnemen
5
Druk opnieuw op de
filmopnameknop om de
opname te beëindigen.
6
Druk op de
a
-knop om
livebeeld af te sluiten.
DFilms opnemen
Wanneer u films opneemt, kunt u het volgende opmerken in de
weergave. Deze verschijnselen zullen ook zichtbaar zijn in filmopnamen
die worden opgenomen met de camera.
- Flikkering of strepen in scènes die verlicht worden door bronnen
zoals Tl-licht, kwikdampen of natriumlampen
- Vertekening die te maken heeft met beweging (individuele
onderwerpen zoals treinen of auto’s die op hoge snelheid door het
beeld bewegen kunnen vertekend zijn of het gehele kader kan er
vertekend uitzien wanneer de camera horizontaal wordt gekanteld)
67
Films opnemen
- Gekartelde randen, valse kleuren, moiré en heldere vlekken op het
scherm
- Heldere gebieden of banden in scenes verlicht door knipperende
symbolen en andere intermitterende lichtbronnen of wanneer het
onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige
lichtbron wordt verlicht
- Flikkering die optreedt terwijl motorgestuurd diafragma wordt
gebruikt
Merk op dat ruis (willekeurige heldere pixels, mist of lijnen) en
onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u de X-knop gebruikt om
in te zoomen op het beeld via het objectief (069) tijdens het filmen.
Film opnemen stopt automatisch als:
- De maximale lengte is bereikt
- De livebeeldselectieknop is gedraaid naar een andere instelling
- Het objectief is verwijderd
Wanneer u films opneemt, moet u de camera niet naar de zon of andere
heldere lichtbronnen richten. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de
camera tot gevolg hebben.
Geluiden die door de camera worden gemaakt kunnen te horen zijn in
de gemaakte filmopnamen:
-Tijdens autofocus
- Wanneer motorgestuurd diafragma wordt gebruikt
- Wanneer diafragma wordt aangepast
- Met vibratiereductie ingeschakeld op objectieven met
vibratiereductie (VR)
Als het geluidsniveau rood wordt weergegeven, is het volume te hoog.
Pas de microfoongevoeligheid aan.
68 Films opnemen
DWeergave van de aftelling
Er verschijnt een aftelling in de linkerbovenhoek van het scherm
ongeveer 30 seconden voordat livebeeld automatisch eindigt.
Als de timer is geactiveerd door Persoonlijke Instelling c4 [Monitor uit],
zal de aftelling zwart worden weergegeven vanaf 30 seconden voordat
de timer afloopt en dit verandert in rood wanneer er maar 5 seconden
te gaan zijn. Als [Geen limiet] wordt geselecteerd voor [Monitor uit] >
[Livebeeld], kan de camera desondanks livebeeld beëindigen uit
noodzaak om de interne circuits van de camera te beschermen tegen
hoge temperaturen en dergelijke.
Een aftelling wordt in rood weergegeven vanaf 30 seconden voordat de
camera uitschakelt om zijn interne circuits te beschermen. Afhankelijk
van de opnameomstandigheden verschijnt de timer onmiddelijk
wanneer livebeeld wordt geselecteerd.
Houd er rekening mee dat ongeacht de tijd die beschikbaar is
(weergegeven in de rechter bovenhoek van de monitor) livebeeld en
film opnemen automatisch eindigen wanneer de afteltimer afloopt.
DInstellingen aanpassen tijdens filmopname
Volume hoofdtelefoon kan niet worden aangepast tijdens opnemen.
Als er een andere optie dan I (microfoon uit) op het moment is
geselecteerd, kan microfoongevoeligheid worden veranderd tijdens het
opnemen. I kan niet worden geselecteerd.
69
Films opnemen
AScherpstellen tijdens filmopname
Scherpstelling kan ook worden aangepast door de ontspanknop half in te
drukken.
ALivebeeldzoomvoorbeeld
Druk de X-knop in om in te zoomen op het beeld dat op de monitor
wordt weergegeven (061). Voor een 100% zoomfactor tijdens het
opnemen, drukt u op de X-knop. Druk op W (M) om de vorige
zoomfactor te herstellen.
70 Films opnemen
Foto's maken tijdens het filmen
Er kunnen foto’s worden gemaakt tijdens
het filmen door de ontspanknop volledig
in te drukken. De resulterende foto heeft
een beeldverhouding van 16:9.
Een C-pictogram knippert op het
scherm wanneer een foto wordt
gemaakt.
Er kunnen foto's worden gemaakt
terwijl de opname bezig is. Het maken
van foto's onderbreekt de filmopname
niet.
DFoto's maken tijdens het filmen
Merk op dat er foto's kunnen worden gemaakt, zelfs wanneer het
onderwerp niet is scherpgesteld.
Foto's worden opgenomen met de afmetingen die op het moment zijn
geselecteerd voor beeldformaat.
Foto's worden opgenomen in [JPEG Fijnc]-formaat, ongeacht de optie
die geselecteerd is voor beeldkwaliteit.
Foto's worden opgenomen op de kaart in de sleuf die is geselecteerd
voor [Bestemming] in het filmopnamemenu.
De beeldsnelheid voor continu-ontspanstanden varieert met de optie
die is geselecteerd voor [Beeldformaat/beeldsnelheid]. Terwijl de
opname bezig is, wordt er slechts één foto gemaakt telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Bij elke film kunnen maximaal 50 foto's worden gemaakt.
Foto’s die zijn gemaakt tijdens filmen worden niet automatisch
weergegeven na opname zelfs als [Aan] is geselecteerd voor
[Controlebeeld] in het weergavemenu.
71
Weergave
Druk op de K-knop om foto's en films te bekijken die met de
camera zijn opgenomen.
1
Druk op de
K
-knop.
Er wordt een foto weergegeven op
de monitor.
De geheugenkaart waarop de foto
staat die momenteel wordt
weergegeven, wordt afgebeeld
door middel van een pictogram.
2
Druk op
4
of
2
om nog meer
foto’s te bekijken.
Extra foto's kunnen ook worden
bekeken door met uw vinger naar
links of rechts over de weergave te
vegen (021).
Druk de ontspanknop half in om de weergave te
beëindigen en terug te keren naar de opnamestand.
Weergave
73
Weergave
Films bekijken
Films worden aangeduid door een 1-pictogram. Tik op het a-
pictogram op het scherm of op het midden van de multi-
selector om het afspelen te starten (een voortgangsbalk toont
uw geschatte positie in de film).
11-pictogram
2Lengte
3a-pictogram
4Huidige positie/totale lengte
5Voortgangsbalk
6Volume
7Referentielijn
74 Weergave
❚❚ Filmweergavebewerkingen
Naar Beschrijving
Pauzeren Druk op 3 om weergave te pauzeren.
Hervatten
Druk op het midden van de multi-selector om
weergave te hervatten wanneer weergave is
gepauzeerd of tijdens achteruitgaan/vooruitgaan.
Achteruitgaan/
vooruitgaan
Druk op 4 om achteruit te
gaan, op 2 om vooruit te gaan.
De snelheid neem toe met elke
druk op de knop, van 2× tot 4× tot 8× tot 16×.
Houd 4 of 2 ingedrukt om respectievelijk naar het
eerste beeld of het laatste beeld te springen.
Het eerste beeld wordt
aangeduid met een h in de
rechter bovenhoek van het
scherm, het laatste beeld met een i.
Slow motion
afspelen
starten
Druk op 3 terwijl de film wordt gepauzeerd om slow
motion afspelen te starten.
Druk lichtjes
op
achteruitgaan/
vooruitgaan
Druk op 4 of 2 terwijl de film wordt gepauzeerd om
met één beeld tegelijk achteruit of vooruit te gaan.
Houd 4 of 2 ingedrukt om continu achteruit of
vooruit te gaan.
Sla 10
seconden over
Draai de hoofdinstelschijf één stop verder om 10 sec.
vooruit of achteruit over te slaan.
Spring naar
laatste of
eerste beeld
Als de film geen indices bevat, kunt u naar het eerste of
laatste beeld springen door aan de secundaire
instelschijf te draaien.
75
Weergave
AIndices
Indices kunnen worden toegevoegd wanneer
weergave wordt gepauzeerd door op de i-
knop te drukken en [Index toevoegen] te
selecteren. U kunt snel naar geïndexeerde
plaatsen springen tijdens weergave en
bewerken. De aanwezigheid van indices wordt
aangeduid door een p-pictogram op de
schermvullende weergave.
Spring naar
index
Als de film indices bevat, gaat u naar de volgende of de
vorige index door aan de secundaire instelschijf te
draaien.
Indices kunnen worden toegevoegd of verwijderd
uit het menu [FILM BEWERKEN], dat kan worden
weergegeven door weergave te pauzeren en op de
i-knop te drukken.
Volume
aanpassen
Druk op X om het volume te verhogen, op W (M) om
het te verlagen.
Film bijsnijden Om het menu [FILM BEWERKEN] te bekijken, pauzeer
weergave en druk op de i-knop.
Afsluiten Druk op 1 of K om terug te gaan naar
schermvullende weergave.
Keer terug
naar de
opnamestand
Druk de ontspanknop half in om weergave af te sluiten
en terug te keren naar de opnamestand.
Naar Beschrijving
76 Weergave
Ongewenste foto’s wissen
Foto’s kunnen worden gewist zoals hieronder beschreven. Hou
er rekening mee dat eenmaal gewist, foto’s niet kunnen worden
hersteld.
1
Geef de foto weer.
Druk op de K-knop om weergave
te starten en druk op 4 of 2 totdat
de gewenste foto wordt
weergegeven.
De plaats van het huidige beeld
wordt aangegeven door een
pictogram linksonder op het
scherm.
2
Wis de foto.
Druk op de O (Q)-knop; er
verschijnt een bevestigingsvenster.
Druk opnieuw op de O (Q)-knop
om het beeld te wissen en naar
weergave terug te keren.
Druk op K om af te sluiten zonder
de foto te wissen.
78 Foto's uploaden
❚❚ De WT-6 draadloze zender
Gebruik de optionele WT-6 draadloze
zender om verbinding te maken met
draadloze netwerken en foto's te
uploaden naar computers of ftp-servers.
De WT-6 biedt draadloze verbindingen
die betrouwbaarder zijn dan de
ingebouwde Wi-Fi van de camera.
❚❚ Ethernet
Maak verbinding met netwerken via een
Ethernetkabel die is aangesloten op de
Ethernetaansluiting van de camera en
upload foto's naar computers of ftp-
servers.
❚❚ USB
Sluit de camera met een USB-kabel aan
op een computer en breng foto's over
met de ViewNX-i computerapplicatie.
Typ e
-
C
79
Foto's uploaden
DDe Wireless Transmitter Utility
U hebt de computersoftware Wireless Transmitter Utility nodig om foto's
naar een computer te uploaden via de ingebouwde Wi-Fi van de camera,
de WT-6 of een Ethernetverbinding.
DDe SnapBridge-app en computerapplicaties
De SnapBridge-app is verkrijgbaar via de Apple App Store® en Google
Play™.
Nikon-computersoftware is verkrijgbaar via het Nikon
Downloadcentrum. Controleer de versie en systeemvereisten en zorg
ervoor dat u de nieuwste versie downloadt.
https://downloadcenter.nikonimglib.com/
80 De G-knop
Camerabediening
Druk op de G-knop om de menu’s te
bekijken.
* U kunt het weergegeven menu kiezen. De standaard is [MIJN MENU].
De G-knop
9
1
2
3
4
5
6
7
8
1D [WEERGAVEMENU]
2C [FOTO-OPNAMEMENU]
31 [FILMOPNAMEMENU]
4A [MENU PERSOONLIJKE
INST.]
5B [SETUP-MENU]
6N [RETOUCHEERMENU]
7O [MIJN MENU] /m
[RECENTE INSTELLINGEN] *
8d Helppictogram
9Huidige instellingen
81
De G-knop
De menu’s gebruiken
Met de multi-selector en J-knop kunt u door de menu’s
navigeren.
1
Markeer het pictogram voor het huidige menu.
Druk op 4 om het pictogram voor het huidige menu te
markeren.
1Beweeg cursor omhoog
2Midden van multi-selector:
selecteer het gemarkeerde
item
3Geef submenu weer, selecteer
gemarkeerd item of beweeg
cursor naar rechts
4Beweeg cursor omlaag
5Annuleer en keer terug naar
vorig menu of beweeg cursor
naar links
6J-knop: selecteer het
gemarkeerde item
82 De G-knop
2
Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren.
3
Plaats de cursor in het geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te
plaatsen.
84 De G-knop
6
Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een optie te markeren.
7
Selecteer de gemarkeerde
optie.
Druk op J.
Druk op de G-knop om af te
sluiten zonder een selectie te
maken.
Druk de ontspanknop half in om de menu’s af te sluiten en
terug te keren naar de opnamestand.
85
De G-knop
DDe J-knop
Hoewel het indrukken van 2 of het midden van de multi-selector over
het algemeen hetzelfde effect heeft als het indrukken van J, zijn er
enkele items waarvoor u alleen kunt selecteren door te drukken op J.
DGrijs weergegeven items
Sommige items en menuopties zijn mogelijk
niet beschikbaar afhankelijk van de status
van de camera. Niet-beschikbare items
worden grijs weergegeven.
In sommige gevallen wordt een bericht
weergegeven waarin wordt uitgelegd
waarom het item niet beschikbaar is, als u op
J drukt wanneer een grijs item is
gemarkeerd.
86 De G-knop
DTekstinvoer
Er wordt een toetsenbord weergegeven wanneer tekstinvoer nodig is.
Voer tekst in zoals hieronder beschreven.
Voer tekens in op de huidige cursorpositie door ze te markeren met de
pijltjestoetsen van de multi-selector en vervolgens op het midden van
de multi-selector drukken.
Om de cursor naar links of rechts te bewegen in het tekstinvoerveld,
draait u aan de hoofdinstelschijf.
Om door de hoofd- en kleine letters en symbolen op het toetsenbord te
bladeren, markeert u het toetsenbordselectiepictogram en drukt u op
het midden van de multi-selector. Het toetsenbordselectiepictogram is
mogelijk niet beschikbaar in sommige gevallen.
Als er een teken wordt ingevoerd wanneer het tekstweergaveveld vol is,
wordt het meest rechtse teken gewist.
Om het teken onder de cursor te wissen, drukt u op de O (Q)-knop.
Om het invoeren te voltooien, drukt u op J.
Om af te sluiten zonder tekstinvoer te voltooien, drukt u op G.
3
2
1
1Tekstweergaveveld
2Toetsenbordveld
3Toetsenbordselectie
88 De i-knop (het i-menu)
Voor snelle toegang tot veelgebruikte instellingen, drukt u op
de i-knop of tikt u op het i-pictogram in de liveweergave om
het i-menu te bekijken.
Markeer items met de multi-selector en druk op het midden
van de multi-selector om opties te bekijken. Markeer de
gewenste optie en druk op het midden van de multi-selector
om te selecteren en terug te keren naar het i-menu.
Druk op de i-knop om te annuleren en terug te keren naar het
vorige scherm.
Verschillende menu's worden weergegeven tijdens opnamen
door de zoeker, livebeeld en filmopname.
De i-knop (het i-menu)
90 De i-knop (het i-menu)
Het stilstaande fotografie i-menu
Als u tijdens stilstaande fotografie op de i-knop drukt, worden
de onderstaande items weergegeven. Markeer het gewenste
item met de multi-selector en druk op J om opties te bekijken.
1 Alleen weergegeven tijdens opnamen door zoeker.
2 Alleen weergegeven tijdens livebeeldfotografie.
Opnamen door de zoeker Livebeeldfotografie
123 456
87 9 10 11 12
13 14
15
1Picture Control instellen
2Geh.bank foto-opnamemenu1
3Flitsstand
4Bedraad LAN/WT
5Autofocusstand
6Focus-tracking met lock-on1
7Kleurruimte
8Selecteer geheugenbank voor
persoonlijke instellingen1
9Lichtmeting
10 Actieve D-Lighting
11 AF-veldstand
12 Aangepaste knoppen
13 Peakingmarkeringen2
14 Livebeeldweergave van foto
WB2
15 Split-screen zoomweergave2
92 De i-knop (het i-menu)
Het film i-menu
Als u tijdens filmopname op de i-knop drukt, worden de
onderstaande items weergegeven. Markeer het gewenste item
met de multi-selector en druk op J om opties te bekijken.
AAanpassen van het i-menu
Gebruik Persoonlijke Instellingen g1 [Menu i aanpassen] om de items
te kiezen die in het film i-menu worden weergegeven.
123 456
87 9 10 11 12
1Picture Control instellen
2Beeldformaat/-snelheid/-
kwaliteit
3Onderdrukking windruis
4Bedraad LAN/WT
5Autofocusstand
6Bestemming
7Witbalans
8Microfoongevoeligheid
9Lichtmeting
10 Elektronische VR
11 AF-veldstand
12 Aangepaste knoppen
93
De i-knop (het i-menu)
Het afspeel i-menu
Als u tijdens het afspelen op de i-knop drukt, wordt een
contextgevoelig i-menu met veelgebruikte afspeelopties
weergegeven.
Fotoweergave
Filmweergave Filmweergave
gepauzeerd
94 De R-knop
Gebruik de R-knop om opname-
informatie te bekijken of de
weergegeven indicatoren te kiezen.
Opnamen door de zoeker
Tijdens opnamen door de zoeker kunt u
op de R-knop drukken om een
informatieweergave op de monitor te
bekijken. Het scherm geeft gegevens
weer zoals sluitertijd, diafragma, aantal
resterende opnamen en AF-veldstand.
De R-knop
103
De AF-stand-knop
[Groep-veld-AF]/
[Groep-veld-AF (C1)]/
[Groep-veld-AF (C2)]
De camera stelt scherp met behulp van een
aantal scherpstelpunten dat door de gebruiker
is geselecteerd.
Kies voor snapshots, bewegende
onderwerpen en andere moeilijk te
fotograferen onderwerpen met [Enkelpunts
AF].
Gebruik [Groep-veld-AF (C1)] en [Groep-
veld-AF (C2)] om aangepaste groepen te
maken waarin het aantal scherpstelpunten in
elke dimensie kan worden gekozen met
behulp van de multi-selector. Dit kan
bijvoorbeeld worden gebruikt als de grootte
en vorm van het gebied waarop wordt
scherpgesteld vooraf met een redelijke mate
van nauwkeurigheid kan worden bepaald.
[Automatisch veld-
AF]
De camera
detecteert
automatisch het
onderwerp en
selecteert het
scherpstelpunt. Als
een gezicht wordt
gedetecteerd, geeft de camera prioriteit aan het
portretonderwerp.
Optie Beschrijving
104 De AF-stand-knop
AAangepaste scherpstellingsgroepen: [Groep-veld-AF (C1)]/
[Groep-veld-AF (C2)]
Wanneer [Groep-veld-AF (C1)] of [Groep-veld-AF (C2)] is gemarkeerd,
kunt u de breedte van de aangepaste scherpstellingsgroep aanpassen
door de AF-standknop ingedrukt te houden en te drukken op 4 of 2.
Druk op 1 of 3 om de hoogte te kiezen. De hoogte en breedte worden
getoond in het bovenste bedieningspaneel.
Als u uw oog tegen de zoeker houdt terwijl u
het aantal scherpstelpunten kiest, kunt u een
voorbeeld zien van de vorm van de
geselecteerde aangepaste
scherpstellingsgroep.
Het aantal scherpstelpunten kan ook worden geselecteerd met behulp
van Persoonlijke Instelling a10 [Aangepaste groepen (C1/C2)].
1Breedte (aantal
scherpstelpunten)
2Hoogte (aantal
scherpstelpunten)
105
De AF-stand-knop
❚❚ Livebeeldfotografie/Film opnemen
De geselecteerde AF-veldstand wordt op
de monitor weergegeven tijdens
livebeeldfotografie en filmen.
Optie Beschrijving
![Gezichtprioriteit-
AF]
De camera detecteert en stelt automatisch
scherp op portretonderwerpen; het
geselecteerde onderwerp wordt
aangegeven met een gele rand. Als er
meerdere gezichten (tot een maximum van
16) worden gedetecteerd, kunt u kiezen voor
een onderwerp met behulp van de multi-
selector.
Gebruik voor portretten.
5[Breedveld-AF]
Hetzelfde als [Normaal veld-AF], behalve
dat de camera scherpstelt op een groter
gebied.
6[Normaal veld-AF]De camera stelt scherp op een punt dat door
de gebruiker is geselecteerd.
n[AF met meevolg.
scherpst.]
Plaats het scherpstelpunt op uw onderwerp
en druk op het midden van de multi-
selector; het scherpstelpunt volgt het
geselecteerde onderwerp terwijl het door
het beeld beweegt. Druk nogmaals op het
midden van de multi-selector om het volgen
te beëindigen.
Gebruiken om de scherpstelling op een
gekozen onderwerp te volgen.
107
De AF-ON-knop
De AF-ON-knop kan worden gebruikt
voor scherpstelling in autofocus-stand.
U kunt de functie kiezen die is
toegewezen aan de AF-ON-knop.
Gebruik Persoonlijke Instellingen f3
[Aangepaste knoppen] en g2
[Aangepaste knoppen] in het Menu persoonlijke inst. om de
functies te kiezen die door de knop worden vervuld tijdens
respectievelijk fotografie en filmopname.
ADe AF-ON-knop voor verticale opname
De AF-ON-knop heeft dezelfde functie, maar kan alleen worden gebruikt
wanneer de vergrendeling van de ontspanknop voor verticale opname is
ontgrendeld.
De AF-ON-knop
108 De I-knop
Kies een belichtingsstand.
Een belichtingsstand kiezen
Houd de I-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf.
De I-knop
Modus Beschrijving
PAutomatisch
programma
De camera stelt sluitertijd en diafragma in
voor optimale belichting.
S
Sluitertijdvoorkeuze
U kiest de sluitertijd; de camera selecteert
het diafragma voor het beste resultaat.
A
Diafragmavoorkeuze
U kiest het diafragma; de camera selecteert
de sluitertijd voor het beste resultaat.
M Handmatig
U regelt zowel sluitertijd als diafragma. Stel
de sluitertijd in op “bulb” of “tijd” voor
lange tijdopnamen.
109
De keuzeknop ontspanstand en S-knop
Draai aan de keuzeknop ontspanstand om de bewerking te
kiezen die wordt uitgevoerd wanneer de sluiter wordt
ontspannen.
Een ontspanstand kiezen
Druk op de ontgrendelingsknop van de
keuzeknop ontspanstand bovenop de
camera en draai aan de keuzeknop
ontspanstand.
De keuzeknop ontspanstand en S-
knop
Modus Beschrijving
S Enkel beeld De camera maakt één foto telkens wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt.
CLContinu lage
snelheid
De camera maakt foto's met een
geselecteerde snelheid terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt. De
beeldsnelheid kan worden gekozen uit
waarden tussen 1 en 10 bps.
CHContinu hoge
snelheid
De camera maakt foto's met een
geselecteerde snelheid terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt. De
beeldsnelheid kan worden gekozen uit
waarden tussen 10 en 14 bps.
121
De U-knop
De U-knop kan worden gebruikt om de witbalans aan te
passen. Witbalans zorgt voor natuurlijke kleuren bij
lichtbronnen van verschillende tinten.
Witbalans aanpassen
Houd de U-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf.
Eventuele opties voor de geselecteerde instelling kunnen
worden geselecteerd door de U-knop ingedrukt te houden en
aan de secundaire instelschijf te draaien.
De U-knop
122 De U-knop
Optie Beschrijving
v [Automatisch]
Witbalans wordt automatisch aangepast
voor optimale resultaten bij de meeste
lichtbronnen.
v0 [Wit behouden
(minder warme kl.)]
Werk de warme kleurzweem weg die
wordt geproduceerd door gloeilamplicht.
v1 [Algemene sfeer
behouden]
Behoud gedeeltelijk de warme
kleurzweem van gloeilamplicht.
v2 [Kleur warm licht
behouden]
Behoud de warme kleurzweem die wordt
geproduceerd door gloeilamplicht.
D [Automatisch daglicht]
Bij gebruik onder natuurlijk licht in plaats
van [Automatisch], produceert deze
optie kleuren die dichter liggen bij die u
met het blote oog kunt zien.
H [Direct zonlicht]Gebruik bij onderwerpen die worden
verlicht door direct zonlicht.
G [Bewolkt]Gebruik bij daglicht onder een bewolkte
hemel.
M [Schaduw]Gebruik bij daglicht bij onderwerpen in
de schaduw.
J [Gloeilamplicht] Gebruik onder gloeilamplicht.
123
De U-knop
I [Tl-licht]
Gebruik onder Tl-licht; kies het type lamp
passend bij de lichtbron.
[Natriumdamplampen]
[Warm wit tl-licht]
[Wit tl-licht]
[Koel wit tl-licht]
[Dag wit tl-licht]
[Daglicht tl-licht]
[Kwikdamp op hoge
temp.]
N [Flitslicht] Gebruik voor flitsfotografie.
K [Kies kleurtemperatuur] Kies de kleurtemperatuur meteen.
L [Handmatige
voorinstelling]
Meet de witbalans voor het onderwerp of
de lichtbron of kopieer de witbalans van
een bestaande foto.
Optie Beschrijving
124 De U-knop
AWitbalans fijn afstellen
Gebruik de multi-selector terwijl u de U-knop ingedrukt houdt om de
witbalans fijn af te stellen.
Wanneer een andere optie dan [Kies kleurtemperatuur] of
[Handmatige voorinstelling] is geselecteerd, kunt u de witbalans op
de amber-blauwe as fijn afstellen door op 4 of 2 te drukken en op de
groen-magenta as door te drukken op 1 of 3.
Wanneer [Kies kleurtemperatuur] is geselecteerd, kunt u op 4 of 2
drukken om een cijfer te markeren. Druk op 1 of 3 om te wijzigen.
Laat de knop U-knop los om terug te keren naar de opnamestand.
Bij andere instellingen dan 0 verschijnt een
asterisk (“U”) in het achterste
bedieningspaneel.
Om de huidige waarde te bekijken, drukt u
op de U-knop terwijl opname-informatie
wordt weergegeven.
125
De g (h/Q)-knop
Gebruik de g (h/Q)-knop om opties voor beeldverwerking
(“Picture Control”) voor nieuwe foto's te kiezen op basis van de
scène of uw creatieve intentie.
Een Picture Control kiezen
Drukken op de g (h/Q)-knop geeft
opties voor Picture Control weer.
Markeer een optie met 4 of 2 en druk
op J om te selecteren.
De g (h/Q)-knop
Optie Beschrijving
n[Automatisch]
De camera past automatisch tinten en tonen
aan op basis van de [Standaard] Picture
Control.
Q[Standaard]
Standaard bewerking voor evenwichtige
resultaten. Aanbevolen voor de meeste
situaties.
R[Neutraal]
Minimale verwerking voor natuurlijke
resultaten. Kies voor foto's die later worden
bewerkt of geretoucheerd.
S[Levendig]
Foto's worden verbeterd voor een levendig
fotoprint-effect. Kies foto's die de primaire
kleuren benadrukken.
T[Monochroom]Maak monochrome foto's.
127
De g (h/Q)-knop
❚❚ Het wijzigen van Picture Controls
Om de Picture Control-instellingen te
wijzigen, markeert u een Picture Control
en drukt u op 3.
Druk op 1 of 3 om instellingen te
markeren. Druk op 4 of 2 om een
waarde in stappen van 1 te kiezen of
draai aan de secundaire instelschijf om een waarde in stappen
van 0,25 te kiezen.
De beschikbare opties variëren met de geselecteerde Picture
Control.
Standaardinstellingen kunnen worden hersteld door op de O
(Q)-knop te drukken.
Druk op J om wijzigingen op te slaan.
Picture Controls die zijn gewijzigd
vanuit de standaardinstellingen
worden aangegeven met een asterisk
(“U”).
157
Waarschuwingen en foutmeldingen
Kan dit bestand
niet weergeven.
Bestand is aangepast met
behulp van
computerapplicatie of voldoet
niet aan de DCF-
bestandsstandaard.
Overschrijf geen beelden met
behulp van computerapplicaties.
Bestand is beschadigd.
Overschrijf geen beelden met
behulp van computerapplicaties.
Kan dit bestand
niet selecteren.
Geselecteerde foto kan niet
worden geretoucheerd.
Retoucheeropties zijn alleen
beschikbaar bij foto's die zijn
gemaakt met of eerder zijn
geretoucheerd op de camera.
Deze film kan niet
worden bewerkt.
Geselecteerde film kan niet
worden bewerkt.
Films die met andere
apparaten zijn gemaakt,
kunnen niet worden bewerkt.
Films korter dan twee
seconden kunnen niet worden
bewerkt.
Waarschuwing
Probleem/oplossing
Monitor
Bovenste
bedieningspaneel
158 Waarschuwingen en foutmeldingen
Dit bestand kan niet
worden opgeslagen
op de doel-
geheugenkaart.
Raadpleeg de
gebruikshandleiding
van de camera voor
meer informatie.
Bestanden van 4 GB of groter
kunnen alleen worden
opgeslagen op
geheugenkaarten die zijn
geformatteerd voor exFAT. Ze
kunnen niet worden
opgeslagen op kaarten die
geformatteerd zijn voor
andere bestandssystemen,
zoals FAT32.
Gebruik een geheugenkaart met
een capaciteit van meer dan
32 GB die in de camera is
geformatteerd of houd de
bestandsgrootte kleiner dan
4GB.
Waarschuwing
Probleem/oplossing
Monitor
Bovenste
bedieningspaneel
159
Cameraschermen
Technische opmerkingen
Ter illustratie worden de schermen getoond met alle
aanduidingen verlicht.
De zoeker
Cameraschermen
4 5 837612
1Rolaanduiding1, 2
2Raster3
3AF-veldhaakjes
4Referentiecirkel van 12 mm
voor centrumgerichte meting
5Scherpstelpunten
Spotmeetdoelen
AF-veldstand-aanduiding
6Flikkerdetectie
7Teleconverter-aanduiding4
8Pitch-aanduiding1, 5
160 Cameraschermen
1 Weergegeven door te drukken op de knop waaraan [Virtuele horizon
in zoeker] is toegewezen met behulp van Persoonlijke instelling f3
([Aangepaste knoppen]).
2 Werkt als pitchaanduiding wanneer de camera wordt gedraaid om
foto's te maken in “staande” (portret) oriëntatie.
3 Weergegeven wanneer [Aan] is geselecteerd voor Persoonlijke
instelling d11 [Rasterweergave].
4 Wordt alleen weergegeven wanneer een objectief met een
ingebouwde teleconverter is bevestigd en de teleconverter in gebruik
is.
5 Werkt als rolaanduiding wanneer de camera wordt gedraaid om foto's
te maken in “staande” (portret) oriëntatie.
161
Cameraschermen
1
3
4
2
1Belichtingsaanduiding
Belichting
Belichtingscorrectie
Voortgangsaanduiding
belichtings- en
flitsbracketing
2Flitscorrectieaanduiding
3
Belichtingscorrectieaanduiding
4Bracketingaanduiding
Belichtings- en
flitsbracketing
WB-bracketing
ADL-bracketing
162 Cameraschermen
1
18 17 16 15
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1314
1Scherpstelaanduiding
2Lichtmeting
3Vergrendeling automatische
belichting (AE)
4Belichtingsstand
5
Sluitertijdvergrendelingspictogram
6Sluitertijd
Autofocusstand
7
Diafragmavergrendelingspictogram
8Diafragma (f-waarde)
Diafragma (aantal stops)
9ISO-gevoeligheidsaanduiding
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding
10 ISO-gevoeligheid
Hoeveelheid Actieve
D-Lighting
AF-veldstand
11 Netwerkweergave
163
Cameraschermen
* Wordt weergegeven wanneer een optionele flitser is bevestigd. De
flitsgereedaanduiding brandt wanneer de flitser is opgeladen.
DDe zoeker
Wanneer de accu leeg is of als er geen accu is geplaatst, wordt de
zoekerweergave zwak. De weergave wordt weer normaal wanneer er een
opgeladen accu wordt geplaatst.
DExtreme temperaturen
De helderheid van het bedieningspaneel en de zoekerweergaven varieert
met de temperatuur en responstijden kunnen verminderen wanneer de
temperatuur laag is; de weergaven worden weer normaal bij
kamertemperatuur.
12 Aantal resterende opnamen
Aantal resterende opnamen
voordat de geheugenbuffer
wordt gevuld
Opnameaanduiding
voorinstelling witbalans
Belichtingscorrectiewaarde
Flitscorrectiewaarde
Aanduiding pc-stand
13 “k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer
dan 1.000 opnamen)
14 Flitsgereedaanduiding *
15 Waarschuwing accu bijna leeg
16 Aanduiding diafragmastop
17 Flitssynchronisatieaanduiding
18 Aanduiding
flitswaardevergrendeling
164 Cameraschermen
Het informatiescherm
13 9
10
1112
58316742
1Belichtingsstand
2Aanduiding flexibel
programma
3Sluitertijdvergrendelingspic-
togram
4Flitssynchronisatieaanduiding
5Sluitertijd
6Aanduiding diafragmastop
7Diafragmavergrendelingspic-
togram
8Diafragma (f-waarde)
Diafragma (aantal stops)
9Aanduiding belichtings- en
flitsbracketing
Aanduiding WB-bracketing
Aanduiding ADL-bracketing
HDR-aanduiding
Meervoudige
belichtingsaanduiding
10 “k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer
dan 1.000 opnamen)
11 Aantal resterende opnamen
12 Belichtingsaanduiding
Belichting
Belichtingscorrectie
Belichtings- en
flitsbracketing
WB-bracketing
ADL-bracketing
13
Belichtingscorrectieaanduiding
Belichtingscorrectiewaarde
165
Cameraschermen
1112 13
21 3468910
57
15
14
19
18
20
16
17
1Aanduiding Bluetooth-
verbinding
Vliegtuigmodus
2Aanduiding Wi-Fi-verbinding
3Tracklog-aanduiding
4Aanduiding satellietsignaal
5
Ruisonderdrukkingsaanduiding
met lange belichting
6Aanduiding
vignetteringscorrectie
7Elektronische eerste-
gordijnsluiter
8Belichtingsvertragingsstand
9Intervalaanduiding
! Aanduiding (“Klok niet
ingesteld”)
10 Flitserregelingsstand
11 FP-aanduiding
12 Aanduiding “pieptoon”
13 Batterijaanduiding
14 i Menuweergavegebied
15 Referentielijn
16 Vergrendeling automatische
belichting (AE)
17 Flitscorrectieaanduiding
18 Aanduiding
flitswaardevergrendeling
19 ISO-gevoeligheidsaanduiding
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding
20 ISO-gevoeligheid
167
Cameraschermen
Livebeeld (Stille fotografie/films)
❚❚ Fotografie van niet-bewegende onderwerpen
34
35
36
37
38
39
40
41
17
21
1210
45 137689113
16
15
14
18
20
19
2430
25
22
2931
2628
27
32
33 2123
1Belichtingsstand
2Aanduiding flexibel
programma
3Aanduiding “Geen
geheugenkaart”
4Onderwerp AF-tracking
5Scherpstelpunt
6Autofocusstand
7AF-veldstand
8Actieve D-Lighting
9Picture Control
10 Aanduiding Wi-Fi-verbinding
11 Witbalans
12 Aanduiding “Automatische
witbalans vergrendeld”
175
Compatibele F-vatting objectieven
CPU-objectieven worden aanbevolen (maar houd er rekening
mee dat IX-NIKKOR-objectieven niet kunnen worden gebruikt).
Typen G, E en D, die toegang geven tot een groot aantal
camerafuncties, worden met name aanbevolen.
CPU-objectieven
Compatibele F-vatting objectieven
Objectief 1/
accessoire Autofocus 2
Belichtingsstand
Lichtmeting
P
S
A
M
LM
Nt
3D-
RGB RGB
Type G, E of D 3;
AF-S, AF-P, AF-I 4444
444
PC NIKKOR 19mm
f/4E ED 546464644, 6 46
PC-E NIKKOR-serie 546464644, 6 46
PC Micro 85mm
f/2.8D 5, 7 ——
484644, 6 46
AF-S/AF-I
Teleconverter 94444
444
Andere AF NIKKOR
(behalve
objectieven voor
F3AF)
410 44
44
4
AI-P NIKKOR 44
44
4
177
Compatibele F-vatting objectieven
Df-waarde van objectief
De f-waarde is een maat voor de “snelheid” van het objectief, het
maximaal (grootste) diafragma. Het verschijnt aan het einde van de naam
van het objectief, bijvoorbeeld als “f/2.8” of “f/3.5–5.6”.
DVR-objectieven
De onderstaande objectieven worden niet aanbevolen voor lange
belichtingen of foto's gemaakt met hoge ISO-gevoeligheid, omdat de
resulterende foto's door het ontwerp van het systeem voor
vibratiereductieregeling (VR) kunnen worden ontsierd door waas.
AF-S VR Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6G IF-ED
AF-S VR Zoom-Nikkor 70–200mm f/2.8G IF-ED
AF-S VR Zoom-Nikkor 70–300mm f/4.5–5.6G IF-ED
AF-S VR Nikkor 200mm f/2G IF-ED
AF-S VR Nikkor 300mm f/2.8G IF-ED
AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR
AF-S NIKKOR 24–120mm f/4G ED VR
AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR
AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR
AF-S NIKKOR 500mm f/4G ED VR
AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED
AF-S DX NIKKOR 16–85mm f/3.5–5.6G ED VR
AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II
AF-S DX Micro NIKKOR 85mm f/3.5G ED VR
AF-S DX NIKKOR 55–300mm f/4.5–5.6G ED VR
We raden aan om vibratiereductie uit te schakelen wanneer u andere VR-
lenzen gebruikt.
179
Compatibele F-vatting objectieven
DKruissensoren
De beschikbaarheid van scherpstelpunten met kruissensoren varieert
afhankelijk van het gebruikte objectief.
1 Bij maximale zoom, in het geval van zoomobjectieven.
2 Andere scherpstelpunten gebruiken lijnsensoren, die horizontale
lijnen detecteren.
Objectief
Kruissensoren
(scherpstelpunten met
kruissensoren grijs
gemarkeerd2)
AF-S- en AF-P-objectieven anders dan
hieronder vermeld met maximale
diafragma’s van f/4 of sneller1
105 kruissensoren
AF-S DX Zoom-Nikkor 12–24mm f/4G
IF-ED
AF-S NIKKOR 500mm f/4E FL ED VR
AF-S NIKKOR 600mm f/4G ED VR
AF-S NIKKOR 600mm f/4E FL ED VR
AF-S Nikkor 600mm f/4D IF-ED II
AF-S Nikkor 600mm f/4D IF-ED
91 kruissensoren
AF-S NIKKOR 500mm f/4G ED VR
AF-S Nikkor 500mm f/4D IF-ED II
AF-S Nikkor 500mm f/4D IF-ED
77 kruissensoren
AF-S NIKKOR 200–400mm f/4G ED VR II
AF-S VR Zoom-Nikkor 200–400mm f/4G
IF-ED
AF-S- en AF-P-objectieven met maximale
diafragma’s langzamer dan f/41
Niet-AF-S, niet-AF-P objectieven 35 kruissensoren
180 Compatibele F-vatting objectieven
DAF-S-/AF-I-teleconverters en beschikbare scherpstelpunten
Wanneer een AF-S- of AF-I-teleconverter is bevestigd, kunnen de in de
afbeeldingen getoonde scherpstelpunten worden gebruikt tijdens
opnamen door de zoeker voor autofocus en elektronische
afstandsmeting (houd er rekening mee dat bij maximale gecombineerde
diafragma’s langzamer dan f/5.6 de camera mogelijk niet in staat is om
scherp te stellen op donkere onderwerpen of onderwerpen met weinig
contrast).
Teleconverter
Max.
objectiefdiafragma
1
Beschikbare
scherpstelpunten
(scherpstelpuntpunten
met kruissensoren grijs
gemarkeerd
2
)
TC-14E, TC-14E II, TC-14E III
TC-17E II
TC-20E, TC-20E II, TC-20E III
f/2
105
scherpstelpunten
105 kruissensoren
TC-14E, TC-14E II, TC-14E III f/2.8
TC-17E II
TC-20E, TC-20E II, TC-20E III f/2.8
105
scherpstelpunten
35 kruissensoren
TC-14E, TC-14E II, TC-14E III f/4
181
Compatibele F-vatting objectieven
1 Bij maximale zoom, in het geval van zoomobjectieven.
2 Andere scherpstelpunten gebruiken lijnsensoren, die horizontale
lijnen detecteren.
Autofocus is niet beschikbaar wanneer teleconverters worden gebruikt
met AF-S VR Micro-Nikkor 105mm f/2.8G IF-ED-lenzen.
TC-17E II f/4
23 scherpstelpunten
9 kruissensoren
TC-800-1.25E ED f/5.6
TC-20E, TC-20E II, TC-20E III f/4
15 scherpstelpunten
1 kruissensor
TC-14E, TC-14E II, TC-14E III f/5.6
Teleconverter
Max.
objectiefdiafragma
1
Beschikbare
scherpstelpunten
(scherpstelpuntpunten
met kruissensoren grijs
gemarkeerd
2
)
184 Compatibele F-vatting objectieven
4 Kan alleen worden gebruikt als de brandpuntsafstand van het
objectief en het maximaal diafragma zijn aangegeven met behulp
van het item [Objectief zonder CPU] in het setup-menu. Sommige
objectieven kunnen echter niet de gewenste resultaten opleveren,
zelfs als de brandpuntsafstand en het maximaal diafragma zijn
verstrekt. Gebruik [Spotmeting] of [Centrumgerichte meting] als
de gewenste resultaten niet worden bereikt.
5 Geef voor verbeterde precisie de brandpuntsafstand van het
objectief en het maximaal diafragma aan met behulp van het item
[Objectief zonder CPU] in het setup-menu.
6 Kan worden gebruikt in stand M bij sluitertijden die één stap of meer
langer zijn dan de flitssynchronisatiesnelheid.
7 Gebruik stop-down lichtmeting. Verklein in stand A het diafragma
met de knoppen op het objectief en vergrendel de belichting
voordat u het objectief verschuift. Verklein in stand M het diafragma
met de knoppen op het objectief en meet de belichting voordat u
het objectief verschuift.
8 Belichtingscorrectie vereist bij AI 28–85mm f/3.5–4.5, AI 35–105mm
f/3.5–4.5, AI 35–135mm f/3.5–4.5 of AF-S 80–200mm f/2.8D
objectieven.
9 Vereist een PK-12- of PK-13-automatische tussenring. Afhankelijk
van camerarichting kan een PB-6D nodig zijn.
10 Kan worden gebruikt met stop-down lichtmeting; verklein in stand
A het diafragma met behulp van de knoppen op de balg en meet de
belichting voordat u foto's maakt.
Er kunnen lijnen verschijnen bij hoge ISO-gevoeligheid wanneer het
diafragma wordt aangepast tijdens filmopname of livebeeldfotografie.
185
Compatibele F-vatting objectieven
DNiet-compatibele objectieven en accessoires
De volgende objectieven zonder CPU en accessoires kunnen niet worden
gebruikt. Als u probeert deze op de camera te bevestigen, kan de camera
of het objectief worden beschadigd.
TC-16A AF-teleconverters
Niet-AI-objectieven (objectieven met pre-AI-belichtingskoppelingen)
Objectieven die de AU-1-scherpsteleenheid vereisen (400mm f/4.5,
600mm f/5.6, 800mm f/8, 1.200mm f/11)
Fisheye (6mm f/5.6, 7,5mm f/5.6, 8mm f/8, OP 10mm f/5.6)
2,1 cm f/4
K2-verlengingsringen
180–600mm f/8 ED-objectieven (serienummers 174041–174180)
360–1.200mm f/11 ED-objectieven (serienummers 174031–174127)
200–600mm f/9.5 objectieven (serienummers 280001–300490)
AF-objectieven voor de F3AF (AF 80mm f/2.8, AF 200mm f/3.5 ED, TC-16
AF-teleconverters)
PC 28mm f/4 objectieven (serienummers 180900 of eerder)
PC 35mm f/2.8 objectieven (serienummers 851001–906200)
PC 35mm f/3.5 objectieven (oud type)
Reflex 1.000mm f/6.3 objectieven (oud type)
Reflex 1.000mm f/11 objectieven (serienummers 142361–143000)
Reflex 2.000mm f/11 objectieven (serienummers 200111–200310)
186 Compatibele F-vatting objectieven
ACompatibele objectieven zonder CPU
Door de brandpuntsafstand van het objectief en het maximaal
diafragma aan te geven met behulp van het item [Objectief zonder
CPU] in het setup-menu kunnen veel van de functies die beschikbaar
zijn bij CPU-objectieven, waaronder weergave van de diafragmawaarde
en kleurenmatrixmeting, worden gebruikt bij objectieven zonder CPU.
Als de brandpuntsafstand en het maximaal diafragma niet worden
aangegeven en [Matrixmeting] is geselecteerd voor lichtmeting, wordt
in plaats daarvan [Centrumgerichte meting] gebruikt.
Het diafragma moet worden ingesteld met de diafragmaring. Als het
maximaal diafragma niet wordt aangegeven met behulp van [Objectief
zonder CPU], geeft het diafragma in het bovenste bedieningspaneel
van de camera en de zoeker het aantal stops van het maximaal
diafragma weer en moet de werkelijke diafragmawaarde van de
diafragmaring worden afgelezen.
191
Compatibele flitsers
Radiogestuurde
geavanceerde draadloze
flitssturing
47— ———————
Kleurinformatiecommunicatie
(flitser) 4 4 444
——44
Kleurinformatiecommunicatie
(LED-licht) ——
4————
Automatische snelle FP-
synchronisatie 84 4 44444
——
Flitswaardevergrendeling 94 4 4444444
Rode-ogenreductie 4 4 444
——4
Camera-instellicht 4 4 44444
——
Gekoppelde flitsregeling 4——
4——44
Firmware-update
cameraflitser 44
10 44———4
Ondersteunde functies
Flitser
SB-5000
SB-910/
SB-900/
SB-800
SB-700
SB-600
SB-500
SU-800
SB-R200
SB-400
SB-300
193
Compatibele flitsers
❚❚ De SU-800 draadloze Speedlight commander
Bevestigd op een CLS-compatibele camera kan de SU-800
worden gebruikt als commander voor SB-5000, SB-910, SB-900,
SB-800, SB-700, SB-600, SB-500 of SB-R200 flitsers.
Groepsflitserregeling wordt ondersteund voor maximaal drie
groepen. De SU-800 zelf is niet uitgerust met een flitser.
DAndere flitsers
De volgende flitsers kunnen worden gebruikt in de standen niet-DDL
automatisch (A) en handmatig. De beschikbare opties variëren niet met
het gebruikte objectief.
1 Als u een SB-27 op de camera bevestigt, wordt de flitsstand
automatisch ingesteld op DDL, maar als u de flitsstand op DDL instelt,
wordt de ontspanknop uitgeschakeld. Stel de SB-27 in op A.
2 Beschikbaar wanneer de camera wordt gebruikt om de flitsstand te
selecteren.
Ondersteunde functies
Flitser
SB-80DX
SB-28DX SB-50DX
SB-28
SB-26
SB-25
SB-24
SB-30
SB-27
1
SB-22S
SB-22
SB-20
SB-16B
SB-15
SB-23
SB-29
SB-21B
SB-29S
Flitsstand
ANiet-DDL
automatisch 444
MHandmatig 4 4 444
G
Stroboscopisch
flitsen
44——
ACHTER
2
Synchronisatie
op het tweede
gordijn
4 4 444
197
Compatibele flitsers
Wanneer een SC-serie 17, 28 of 29 synchronisatiekabel wordt gebruikt
voor fotograferen met de flitser los van de camera, wordt in de i-DDL-
stand mogelijk geen correcte belichting verkregen. We raden u aan om
standaard i-DDL-invulflits te selecteren. Maak een testopname en bekijk
de resultaten op de monitor.
Gebruik in i-DDL geen ander flitsvenster (reflectiescherm) dan het
ingebouwde flitsvenster van de flitser of met de flitser meegeleverde
reflectiekaarten. Het gebruik van andere vensters kan onjuiste
belichting veroorzaken.
DFlitscorrectie voor optionele flitsers
In de flitserregelingsstanden i-DDL en automatisch diafragma (qA) wordt
de flitscorrectie die is geselecteerd met de optionele flitser of het item
[Flitserregeling] in het foto-opnamemenu toegevoegd aan de
flitscorrectie die is geselecteerd met de W (M)-knop.
AInstellicht
Optionele CLS-compatibele flitsers laten een testflits zien wanneer de
Pv-knop van de camera wordt ingedrukt.
Deze functie kan worden gebruikt met geavanceerde draadloze
flitssturing om een voorbeeld te bekijken van het totale
belichtingseffect dat wordt bereikt met meerdere flitsers.
Het instellicht kan worden uitgeschakeld door [Uit] te selecteren voor
Persoonlijke instelling e6 [Testflits].
198 Andere compatibele accessoires
Er zijn verschillende accessoires beschikbaar voor uw Nikon-
camera.
Voedingsbronnen
EN-EL18c oplaadbare Li-ionbatterij: EN-EL18c batterijen kunnen
worden gebruikt met Nikon D6 digitale camera's. EN-EL18c batterijen
kunnen worden opgeladen en gekalibreerd met MH-26a batterijladers.
- EN-EL18b/EN-EL18a/EN-EL18 batterijen kunnen ook worden gebruikt.
Houd er echter rekening mee dat er minder foto’s kunnen worden
gemaakt met een volledige lading met een EN-EL18 dan met een
EN-EL18c/EN-EL18b/EN-EL18a (0263).
MH-26a batterijlader: de MH-26a kan worden gebruikt om EN-EL18c/
EN-EL18b/EN-EL18a/EN-EL18 batterijen op te laden. De MH-26a kan ook
worden gebruikt om batterijen te kalibreren.
- MH-26 batterijladers kunnen worden gebruikt in plaats van de
MH-26a.
EP-6-stroomaansluiting, EH-6c lichtnetadapter: gebruik
lichtnetadapters om de camera voor langere tijd van stroom te
voorzien.
- De EP-6 is nodig om de EH-6c op de camera aan te sluiten. Zie “Een
netstekker en lichtnetadapter aansluiten” (0207) voor meer
informatie.
- EH-6b, EH-6a en EH-6 lichtnetadapters kunnen worden gebruikt in
plaats van de EH-6c.
Andere compatibele accessoires
199
Andere compatibele accessoires
Afdekkapjes accessoire schoen
BS-3/BS-1 afdekkapjes accessoireschoen: afdekkapjes
accessoireschoen beschermen de accessoireschoen wanneer er geen
flitser is bevestigd (0204).
Bodydoppen
BF-1B bodydop/BF-1A bodydop: bodydoppen voorkomen dat stof de
camera binnendringt als er geen objectief op zit.
Zoekeroculairaccessoires
DK-19 rubberen oogschelp: een rubberen oogschelp die op de zoeker
van de camera kan worden bevestigd. De DK-19 maakt het beeld in de
zoeker beter zichtbaar en voorkomt zo vermoeidheid van de ogen.
DK-17C zoekerobjectieven met dioptrie-instelling: deze objectieven
kunnen in het oculair van de zoeker worden aangebracht om tegemoet
te komen aan de behoeften van ver- en bijziende fotografen. Kies uit
objectieven met dioptrieën van −3, −2, 0, +1 en +2 m−1. Zorg ervoor dat
u de objectieven in de winkel uitprobeert voordat u ze koopt, omdat de
resultaten van persoon tot persoon sterk kunnen verschillen. Dioptrie-
instelobjectieven (0205) kunnen worden gebruikt voor dioptrieën
buiten het bereik van de dioptrieregelaar van de camera (−3 tot +1 m−1).
DK-17M vergrotend oculair: wanneer de DK-17M op de zoeker van de
camera bevestigd is, zorgt hij voor een vergroting van ongeveer 1,2×.
DG-2 zoekerloep: de DG-2 vergroot de scène in het midden van de
zoeker. Gebruik de loep in situaties die een bijzonder nauwkeurige
scherpstelling vereisen.
DK-18 oculairadapter: een adapter die wordt gebruikt bij het
bevestigen van DG-2 loepen of DR-3 hoekzoekers (0205).
DK-27 oculairadapter: een DK-27 wordt bij de camera geleverd.
DK-14/DK-17A anti-condens zoekeroculairs: deze zoekeroculairs
voorkomen het ontstaan van waas in vochtige of koude
omstandigheden.
205
Andere compatibele accessoires
DZoekerobjectieven voor dioptrie-instelling bevestigen
Verwijder het DK-17F zoekeroculair voordat u
een zoekerobjectief met dioptrie-instelling
bevestigt. Druk tegelijkertijd op de
vergrendelingen aan beide zijden van de
oculairadapter om de oculairvergrendeling (q)
te ontgrendelen en schroef vervolgens het
oculair los zoals getoond (w).
DDe oculairadapter verwijderen
Druk tegelijkertijd de vergrendelingen aan
beide kanten omhoog (q) en verwijder de
adapter zoals getoond (w).
206 Andere compatibele accessoires
DDe HDMI-/USB-kabelclip
Om onbedoelde ontkoppeling te voorkomen, bevestigt u de
meegeleverde klem op HDMI-kabels of op de meegeleverde USB-kabel
zoals afgebeeld (houd er rekening mee dat de klem mogelijk niet op alle
HDMI-kabels van derden past). Op de afbeeldingen is de USB-kabel te
zien.
USB-kabel HDMI-kabel HDMI-kabel en
USB-kabel
tegelijkertijd gebruikt
207
Andere compatibele accessoires
Een netstekker en lichtnetadapter aansluiten
Schakel de camera uit alvorens een optionele stroomaansluiting
of lichtnetadapter te bevestigen.
1
Verwijder het deksel van het
BL-6- batterijvak.
Breng de ontgrendeling van het
deksel van het batterijvak omhoog,
draai deze naar de open (A)-positie
(q) en verwijder het deksel van het
BL-6-batterijvak (w).
2
Sluit de EH-6c-lichtnetadapter aan op de EP-6-
stroomaansluiting.
Steek de DC-kabel over de
kabelgeleider van de
stroomaansluiting (q) en schuif
hem omlaag totdat hij zich
onderaan de sleuf bevindt.
Steek de DC-stekker in de DC IN-
aansluiting (w).
209
Software
De volgende Nikon-software kan met de camera worden
gebruikt:
Computersoftware
Nikon-computersoftware is verkrijgbaar via het Nikon Downloadcentrum.
Controleer de versie en systeemvereisten en zorg ervoor dat u de
nieuwste versie downloadt.
https://downloadcenter.nikonimglib.com/
Camera Control Pro 2 (beschikbaar voor aankoop): bedien de camera
op afstand vanaf een computer en sla foto's rechtstreeks op de harde
schijf van de computer op. Een pc-verbindingsaanduiding (c) wordt
weergegeven in het bovenste bedieningspaneel van de camera als
Camera Control Pro 2 wordt gestart terwijl de camera is aangesloten op
de computer.
ViewNX-i*: ViewNX-i is meer dan een hulpmiddel voor het bekijken en
bewerken van foto's en films die gemaakt zijn met Nikon digitale
camera's en kan worden gebruikt in combinatie met andere Nikon-
beeldverwerkingstoepassingen om u te helpen om uw foto's optimaal
te gebruiken. Het biedt ook een vlotte toegang tot online services.
* Bestaande gebruikers moeten zeker de nieuwste versie downloaden,
omdat eerdere versies de camera mogelijk niet ondersteunen.
Capture NX-D: verfijn foto's die zijn gemaakt in de unieke NEF/NRW
(RAW)-formaten van Nikon of converteer ze naar JPEG of TIFF (NEF/
RAW-verwerking). Capture NX-D kan niet alleen gebruikt worden met
NEF/NRW (RAW)-foto's, maar ook met JPEG en TIFF-foto's gemaakt met
Nikon digitale camera's voor taken zoals het bewerken van kleurcurves
en de verbetering van helderheid en contrast.
Software
210 Software
Wireless Transmitter Utility: de Wireless Transmitter Utility is vereist
als de camera op een netwerk moet worden aangesloten. Koppel de
camera aan de computer en download foto's via Wi-Fi.
Apps voor smartphones (tablets)
Smartphone-apps kunnen worden gedownload via de Apple App Store®
of van Google Play ™. Bezoek de Nikon-website voor de nieuwste
informatie.
SnapBridge: download foto's en films van de camera naar uw
smartapparaat via een draadloze verbinding.
211
Onderhouden van de camera
Opslag
Verwijder de accu als de camera gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt. Controleer, voordat de accu wordt verwijderd,
of de camera is uitgeschakeld.
Bewaar de camera niet op plaatsen die:
slecht geventileerd zijn of blootgesteld zijn aan een
vochtigheidsgraad van meer dan 60%
liggen naast apparatuur die sterke elektromagnetische velden
produceert, zoals televisies of radio's
zijn blootgesteld aan temperaturen boven 50 °C of onder
−10 °C
Reiniging
De procedure varieert afhankelijk van het onderdeel dat moet
worden schoongemaakt. De procedures worden hieronder
beschreven.
Gebruik geen alcohol, verdunner of andere vluchtige
chemicaliën.
Onderhouden van de camera
212 Onderhouden van de camera
❚❚ Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof en pluisjes te verwijderen en
veeg de camerabody vervolgens voorzichtig af met een zachte,
droge doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee
dient u zand of zout te verwijderen met een doek die licht
bevochtigd is met gedestilleerd water. Droog de camera
grondig af.
Belangrijk: stof of ander vreemd materiaal in de camera kan
storingen in het product veroorzaken. Schade als gevolg van de
aanwezigheid van vreemd materiaal in de camera valt niet onder
de garantie.
❚❚ Objectief, spiegel en zoeker
Deze glazen elementen raken gemakkelijk beschadigd:
verwijder vuil en stof met een blaasbalgje. Houd bij het gebruik
van een luchtspuitbus de bus verticaal om te voorkomen dat er
vloeistof uit de bus lekt, waardoor glazen elementen
beschadigd zouden kunnen raken. Verwijder vingerafdrukken
en andere vlekken door een beetje objectiefreiniger op een
zachte doek aan te brengen en ze voorzichtig weg te vegen.
❚❚ Monitor
Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje. Wanneer u
vingerafdrukken en andere vlekken verwijdert, veegt u het
oppervlak lichtjes af met een zachte doek of zeem. Oefen geen
druk uit, omdat dit kan leiden tot schade of storingen.
219
Onderhouden van de camera
DGebruik een betrouwbare voedingsbron
Het sluitergordijn is kwetsbaar en kan gemakkelijk worden beschadigd.
Als de camera uitschakelt terwijl de spiegel omhoog staat, wordt het
gordijn automatisch gesloten. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om schade aan het gordijn als gevolg van het onbedoeld sluiten
van de sluiter te voorkomen:
Schakel de camera niet uit terwijl de spiegel omhoog staat.
Verwijder of ontkoppel de stroombron niet terwijl de spiegel omhoog
staat.
Als de batterij bijna leeg is terwijl de spiegel omhoog staat, klinkt er een
pieptoon en de zelfontspanner flitst. Het sluitergordijn sluit en de
spiegel komt na ongeveer twee minuten omlaag; beëindig de reiniging
of inspectie onmiddellijk.
DVreemd materiaal op het laagdoorlaatfilter
Vreemd materiaal dat de camera binnendringt wanneer objectieven of
bodydoppen worden verwijderd of vervangen (of in zeldzame
omstandigheden smeermiddel of fijne deeltjes van de camera zelf) kan
zich aan het laagdoorlaatfilter hechten, waar het op foto's kan verschijnen
die onder bepaalde omstandigheden zijn gemaakt. Om te voorkomen dat
er vreemd materiaal binnendringt bij het bevestigen van de bodydop of
het vervangen van objectieven, moet u stoffige omgevingen vermijden
en ervoor zorgen dat u alle stof en ander vreemd materiaal verwijdert dat
mogelijk op de camerasteun, objectiefvatting of bodydop zit. Om de
camera te beschermen wanneer er geen objectief op zijn plaats zit, moet
u de meegeleverde bodydop terugplaatsen. Mocht u vreemd materiaal
vinden dat niet verwijderd kan worden met behulp van de optie
beeldsensorreiniging (0213), reinig dan de laagdoorlaatfilter zoals
beschreven in “Handmatige reiniging” (0216) of laat de filter reinigen
door onderhoudspersoneel dat door Nikon geautoriseerd is. Foto's die
zijn aangetast door de aanwezigheid van vreemd materiaal op de sensor,
kunnen worden geretoucheerd met de beeldreinigingsopties die
beschikbaar zijn in sommige beeldbewerkingstoepassingen.
221
Onderhouden van de camera
De klokbatterij vervangen
De cameraklok wordt gevoed door een CR1616-lithiumbatterij.
CR1616-batterijen hebben een levensduur van ongeveer twee
jaar. Als het B-pictogram in het bovenste bedieningspaneel
wordt weergegeven terwijl de stand-by-timer is ingeschakeld, is
de batterij bijna leeg en moet deze worden vervangen.
Wanneer de batterij leeg is, knippert het B-pictogram terwijl
de stand-by-timer is ingeschakeld, wat aangeeft dat hoewel
foto's nog steeds kunnen worden gemaakt, deze niet worden
voorzien van de juiste tijd en datum.
❚❚ De klokbatterij vervangen
1
Schakel de camera uit en verwijder de
hoofdbatterij.
2
Schuif het deksel van het klokbatterijvak, dat zich
op de bovenkant van het hoofdbatterijvak
bevindt, naar de voorkant van het
hoofdbatterijvak.
3
Verwijder de klokbatterij.
222 Onderhouden van de camera
4
Plaats een nieuwe CR1616-
lithiumbatterij zodanig dat de
positieve kant (de kant
gemarkeerd met “+” en de
batterijnaam) zichtbaar is.
5
Schuif het deksel van het
klokbatterijvak naar de
achterkant van het
hoofdbatterijvak.
Stop wanneer het deksel op zijn
plaats klikt.
6
Plaats de hoofdbatterij terug.
7
Stel de cameraklok in.
Het B-pictogram knippert in het
bovenste bedieningspaneel totdat
de klok is ingesteld.
DDe klokbatterij plaatsen
Plaats de klokbatterij in de juiste richting. Het verkeerd plaatsen van de
batterij kan er niet alleen voor zorgen dat de klok niet werkt, maar kan ook
de camera beschadigen.
223
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
Cameraverzorging
Niet laten vallen
Laat de camera of het objectief niet vallen en sla er niet op. Blootstelling
aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen leiden.
Droog houden
Houd de camera droog. Verroesten van het interne mechanisme als
gevolg van water in de camera kan niet alleen duur zijn om te repareren,
maar kan in feite onherstelbare schade veroorzaken.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, zoals bij het binnenkomen of
verlaten van een verwarmd gebouw op een koude dag, kunnen
condensatie in de camera veroorzaken. U voorkomt condensatie door de
camera in een cameratas of in een plastic zak te plaatsen voordat deze
aan plotselinge temperatuurverschillen wordt blootgesteld.
Uit de buurt houden van magnetische velden
Statische ladingen of de magnetische velden die worden geproduceerd
door bijvoorbeeld zendapparatuur, kunnen storingen in de monitor
veroorzaken, gegevens op de geheugenkaart beschadigen of de interne
schakelingen van de camera aantasten.
Onderhoud van camera en accu:
waarschuwingen
224 Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
Richt het objectief niet naar de zon
Richt het objectief niet gedurende lange tijd naar de zon of een andere
sterke lichtbron. Blootstelling aan intens licht kan beschadiging van de
beeldsensor of vervaging of “inbranden” tot gevolg hebben. Foto's
gemaakt met de camera kunnen een witte onscherpte vertonen.
Lasers en andere felle lichtbronnen
Richt geen lasers of andere zeer felle lichtbronnen op het objectief, omdat
dit de beeldsensor van de camera kan beschadigen.
Reiniging
Gebruik bij het reinigen van de camerabody een blaasbalgje om stof en
pluisjes voorzichtig te verwijderen en veeg de camerabody vervolgens
voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Na gebruik van de
camera op het strand of aan zee dient u eventueel aanwezig zand of zout
te verwijderen met een doek die licht bevochtigd is met schoon water.
Droog de camera daarna grondig af. In zeer uitzonderlijke gevallen
worden de lcd-vensters lichter of donkerder als gevolg van statische
elektriciteit; dit duidt niet op een defect. Het scherm wordt snel weer
normaal.
Reiniging van het objectief en de spiegel
Deze elementen raken gemakkelijk beschadigd: verwijder vuil en stof met
een blaasbalgje. Houd bij het gebruik van een luchtspuitbus de bus
verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit de bus lekt, waardoor
glazen elementen beschadigd zouden kunnen raken. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken van het objectief door een beetje
objectiefreiniger op een zachte doek aan te brengen en het objectief
voorzichtig schoon te vegen.
Het laagdoorlaatfilter reinigen
Voor informatie over reiniging van het laagdoorlaatfilter, zie “De
laagdoorlaatfilter” (0213) en “Handmatige reiniging” (0216).
225
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
De objectiefcontacten
Houd de objectiefcontacten schoon.
Raak het sluitergordijn niet aan
Het sluitergordijn is erg dun en raakt gemakkelijk beschadigd: oefen
onder geen enkel beding druk uit op het gordijn, duw er niet op met
reinigingshulpmiddelen of stel het nooit bloot aan de sterke
luchtstromen van een blaasbalgje. Dit kan krassen, vervormen of
scheuren van het gordijn veroorzaken.
Het sluitergordijn kan ongelijkmatig gekleurd lijken; dit duidt niet op
een defect. Het heeft ook geen effect op foto’s.
Opbergen in een goed geventileerde ruimte
Voorkom vorming van schimmel of aanslag door de camera in een droge,
goed geventileerde ruimte op te bergen. Berg de camera niet op met
nafta of kamfer mottenballen, naast apparatuur die sterke
elektromagnetische stralingen produceert of op een plek waar de camera
blootgesteld wordt aan extreem hoge temperaturen, bijvoorbeeld vlakbij
een verwarming of in een gesloten voertuig op een warme dag. Door het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan het product
defect raken.
Opslag voor langere tijd
Om schade veroorzaakt door bijvoorbeeld lekkende batterijvloeistof te
voorkomen, verwijder de accu als het product gedurende langere tijd niet
zal worden gebruikt. Bewaar de camera in een plastic zak waar een
droogmiddel in zit. Bewaar de lederen cameratas echter niet in een plastic
zak, aangezien het materiaal hierdoor kan worden aangetast. Bewaar de
accu op een koele, droge plaats. Denk er ook aan dat het droogmiddel na
verloop van tijd zijn vermogen om vocht te absorberen verliest en
daarom regelmatig dient te worden vervangen. Om schimmel of
meeldauw te voorkomen, dient u de camera ten minste één keer per
maand te gebruiken, door de accu te plaatsen en de sluiter een paar keer
te ontspannen.
226 Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
Schakel de camera uit voordat de voedingsbron wordt verwijderd
of losgekoppeld
Het verwijderen of loskoppelen van de voedingsbron terwijl de camera is
ingeschakeld kan de camera beschadigen. Let er vooral op dat de
voedingsbron niet wordt verwijderd of losgekoppeld terwijl er beelden
worden vastgelegd of gewist.
Mededelingen over de monitor
De monitor is met extreem hoge precisie gefabriceerd; ten minste
99,99% pixels zijn effectief, met niet meer dan 0,01% ontbrekende of
defecte pixels. Hierdoor kunnen deze schermen pixels bevatten die
altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit (zwart) zijn, dit is
geen defect. Beelden die met dit apparaat zijn vastgelegd worden niet
beïnvloed. Wij vragen hiervoor uw begrip.
Bij helder licht kunnen beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
Oefen geen druk uit op de monitor. De monitor kan hierdoor storing
vertonen of beschadigd raken. Stof of pluisjes op de monitor kunnen
worden verwijderd met een blaasbalgje. Vlekken kunnen worden
verwijderd door de monitor zachtjes schoon te wrijven met een zachte
doek of zeem. Mocht de monitor stuk gaan, zorg er dan voor dat u geen
letsel oploopt door gebroken glas. Wees voorzichtig zodat vloeibaar
kristal uit de monitor niet in aanraking komt met uw huid of in uw ogen
of mond komt.
Droog het afdekkapje van de accessoireschoen
Als de camera in de regen wordt gebruikt, kan water doordringen in het
meegeleverde afdekkapje van de accessoireschoen. Verwijder en droog
het afdekkapje van de accessoireschoen na gebruik van de camera in de
regen.
227
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
Accuverzorging
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Bij onjuiste hantering kunnen accu’s barsten of lekken, waardoor de
camera kan roesten. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
bij het hanteren van accu’s:
- Zet de camera uit voordat u de accu verwisselt.
- Accu’s kunnen na langdurig gebruik zeer warm zijn.
- Houd de accupolen schoon.
- Gebruik alleen accu’s die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
- Accu’s niet kortsluiten of demonteren en niet blootstellen aan vuur of
extreme hitte.
- Plaats het afdekkapje terug wanneer de accu niet in de camera of
oplader zit.
Als de accu heet is, bijvoorbeeld meteen na gebruik, wacht dan tot hij is
afgekoeld alvorens hem op te laden. Het opladen van de accu wanneer
zijn interne temperatuur hoog is, heeft een negatieve invloed op de
prestaties van de accu en de accu wordt mogelijk niet of slechts
gedeeltelijk opgeladen.
Als de accu tijdelijk niet wordt gebruikt, plaatst u hem in de camera en
laat u hem leeglopen voordat u hem uit de camera verwijdert om op te
bergen. De accu moet op een koele plaats worden opgeborgen met een
omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C. Vermijd zeer warme of
extreem koude plaatsen.
Accu’s moeten binnen zes maanden worden opgeladen. Laad de accu
tijdens lange perioden waarin hij niet wordt gebruikt op en gebruik de
camera om hem eens in de zes maanden leeg te laten lopen, voordat u
hem weer opbergt op een koele plaats.
Haal de accu uit de camera of lader wanneer deze niet worden gebruikt.
De camera en oplader onttrekken een geringe hoeveelheid stroom aan
de accu, zelfs wanneer ze zijn uitgeschakeld, en kunnen de accu
zodanig ontladen dat deze niet langer functioneert.
228 Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
Gebruik de accu niet bij een omgevingstemperatuur lager dan 0 °C of
hoger dan 40 °C. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan de accu beschadigen of de prestaties doen verslechteren. Laad de
accu binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C–35 °C. De
accu laadt niet op als zijn temperatuur onder 0 °C of boven 60 °C is.
De capaciteit neemt mogelijk af en de oplaadtijden kunnen toenemen
bij accutemperaturen van 0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C.
In het algemeen blijkt de capaciteit van accu’s omlaag te gaan bij lage
omgevingstemperaturen. Zelfs nieuwe accu’s die zijn opgeladen bij
temperaturen lager dan ongeveer 5 °C vertonen een
temperatuurstijging van “0” tot “1” in weergave van de levensduur bij
de [Batterij-informatie] in het setup-menu, maar de weergave wordt
weer normaal als de accu opnieuw is opgeladen bij een temperatuur
van ongeveer 20 °C of hoger.
Accucapaciteit neemt af bij lage temperaturen. De verandering in
capaciteit bij verandering van temperatuur is zichtbaar in de
batterijweergave van de camera. Daardoor vertoont de
batterijweergave een daling in capaciteit als de temperatuur daalt, zelfs
als de accu volledig is opgeladen.
Accu’s kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom voorzichtig te
werk bij het verwijderen van accu’s uit de camera.
Laad accu’s voor gebruik op
Laad de accu voor gebruik op. De meegeleverde accu is niet volledig
opgeladen bij verzending.
Leg reserveaccu’s klaar
Leg voor het fotograferen een extra en volledig opgeladen accu klaar.
Afhankelijk van waar u zich bevindt, kan het soms moeilijk zijn om snel
een vervangende accu te kopen.
229
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen
Houd volledig opgeladen reserveaccu’s klaar op koude dagen
Gedeeltelijk opgeladen accu’s functioneren mogelijk niet op koude
dagen. Laad bij koud weer één accu op vóór gebruik en leg een andere op
een warme plaats klaar om als vervanging te gebruiken waar nodig. Zodra
deze wordt opgewarmd, kan een koude accu soms een deel van zijn
lading terugkrijgen.
Accuniveau
Het herhaaldelijk in- en uitschakelen van de camera bij een volledig
ontladen accu verkort de gebruiksduur van de accu. Accu’s die volledig
ontladen zijn moeten voor gebruik worden opgeladen.
Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen
accu zijn lading behoudt wanneer deze bij kamertemperatuur wordt
gebruikt, duidt aan dat de accu moet worden vervangen. Koop een
nieuwe oplaadbare accu.
Probeer geen volledig opgeladen accu’s op te laden
Als u een volledig opgeladen accu blijft opladen, kunnen de prestaties
van de accu afnemen.
Gebruikte accu’s recyclen
Recycle oplaadbare accu's overeenkomstig de lokale voorschriften,
waarbij niet moet worden vergeten de aansluitingen eerst met plakband
te isoleren.


Produkt Specifikationer

Mærke: Nikon
Kategori: Digital kamera
Model: D6

Har du brug for hjælp?

Hvis du har brug for hjælp til Nikon D6 stil et spørgsmål nedenfor, og andre brugere vil svare dig




Digital kamera Nikon Manualer

Nikon

Nikon F55 Manual

4 Juli 2024
Nikon

Nikon Z7 II Manual

28 Juni 2024
Nikon

Nikon Z50 Manual

28 Juni 2024
Nikon

Nikon D2X Manual

28 Juni 2024
Nikon

Nikon D6 Manual

28 Juni 2024
Nikon

Nikon D850 Manual

28 Juni 2024

Digital kamera Manualer

Nyeste Digital kamera Manualer