Funk-zender 2-voudig inbouw
Veiligheidsinstructies
De inbouw en montage van elektrische apparaten
mag alleen door een elektromonteur worden uit-
gevoerd.
Ernstig letsel, brand of materiële schade moge-
lijk. Handleiding volledig doorlezen en aanhou-
den.
Gevaar door elektrische schokken. Voordat werk-
zaamheden aan het apparaat of de last worden
uitgevoerd, moeten deze worden vrijgeschakeld.
Daarbij moet rekening worden gehouden met alle
installatieautomaten die gevaarlijke spanningen
aan het apparaat of de last leveren.
De radio-overdracht verloopt via een niet exclu-
sieve overdrachtsroute en is daarom niet ge-
schikt voor toepassingen op het gebied van de
veiligheidstechniek, zoals bijv. nood-stop of
noodoproep.
Geen motoren parallel schakelen met de zender.
Apparaat kan beschadigd raken.
Antenne niet inkorten, verlengen of isolatie ver-
wijderen. Apparaat kan beschadigd raken.
Deze handleiding is onderdeel van het product
en moet door de eindklant worden bewaard.
Constructie apparaat
Afbeelding 1
(1) Radiografische zender
(2) LED
(3) Toets bedieningsmodus
(4) Antenne
Functie
Systeeminformatie
Het zendvermogen, de ontvangstkarakteristiek en de
antenne mogen om wettelijke redenen niet worden
veranderd.
Het apparaat mag in alle EU- en EFTA-staten wor-
den gebruikt.
De conformiteitsverklaring is beschikbaar op onze in-
ternet-pagina.
De reikwijdte van een radiografisch systeem dat be-
staat uit zender en ontvanger hangt af van verschil-
lende factoren.
Door de keuze van de best mogelijke montageplaats
rekening houdend met de bouwkundige omstandig-
heden kan de reikwijdte van het systeem worden ge-
optimaliseerd.
Afbeelding 2: Gereduceerde reikwijdte door
bouwkundige hindernissen.
Voorbeelden voor doordringing van verschillen-
de materialen:
Materiaal Doordringing
Hout, Gips, Gipsplaat ca. 90 %
Baksteen, Spaanplaat ca. 70 %
Gewapend beton ca. 30 %
Metaal, Metaalrooster ca. 10 %
Regen, Sneeuw ca. 1-40 %
Bedoeld gebruik
-Radiografische zender voor overdracht van
schakel-, dim- of jaloeziecommando's aan ge-
schikte radiografische ontvangers
-Aansturing via daarvoor geschikte schakelaar of
drukknop
-Montage in apparaatdoos conform DIN 49073
Producteigenschappen
-Bij aansturing van de ingangen met netspanning
verzendt het apparaat radiografische telegram-
men aan ingeleerde radiografische ontvangers
-Eén of twee radiografische kanalen, afhankelijk
van de ingestelde bedieningsmodus
-Vier bedieningsmodi instelbaar
Overzicht van de bedieningsmodi
-Bedieningsmodus A: 2-kanaals dimmen, toggle
-Bedieningsmodus B: 2-kanaals, schakelen
-Bedieningsmodus C: 1-kanaals dimmen, jaloe-
zie
-Bedieningsmodus D: 1-kanaals jaloezie
Bediening
Dimmen in bedieningsmodus A
Deze bedieningsmodus maakt het onafhankelijk aan-
sturen van twee dimactoren mogelijk via telkens een
installatiedrukknop, maakcontact.
oAangesloten drukknop kort of lang indrukken.
Ontvanger reageert afhankelijk van de lengte
van het indrukken van de knop:
korter dan 1 seconde In-/uitschakelen
langer dan 1 seconde Lichter/Donkerder dim-
men
iDoor een bediening van de installatiedrukknop
wordt het telegramtype in de radiografische zen-
der omgeschakeld. Na een lokale bediening op
de radiografische ontvanger of een bediening
door een andere radiografische zender moet
daarom de installatiedrukknop eventueel twee-
maal worden bediend, om de gewenste reactie
te realiseren.
Schakelen in bedieningsmodus B
Deze bedieningsmodus maakt het onafhankelijk aan-
sturen van twee schakelactoren mogelijk via schake-
laars of installatiedrukknop, maakcontact.
oAangesloten schakelaar of drukknop indrukken.
De radiografische zender zendt bij het sluiten in-
schakel- en bij het openen uitschakeltelegram-
men.
Bij bediening met een drukknop wordt de speci-
ale functie "Belbediening" uitgevoerd.
Dimmen en jaloezie sturen in bedieningsmodus
C
Deze bedieningsmodus maakt het aansturen van
een dimactor of een jaloezieactor mogelijk via twee
installatiedrukknoppen, maakcontact.
oAangesloten drukknop (afbeelding 4) kort of lang
indrukken.
Ontvanger reageert afhankelijk van de lengte
van het indrukken van de knop:
Bediening Dimactor Jaloezieactor
Drukknop 1,
korter dan 1 se-
conde
Inschakelen Lamel omhoog
Drukknop 1,
langer dan 1
seconde
Lichter dimmen Jaloezie om-
hoog bewegen
Drukknop 2,
korter dan 1 se-
conde
Uitschakelen Lamel omlaag
Drukknop 2,
langer dan 1
seconde
Donkerder dim-
men
Jaloezie om-
laag bewegen
iEen bediening van drukknop 2 langer dan 1 se-
conde bij uitgeschakelde last heeft bij daarvoor
geschikte dimmers inschakelen op de minimale
helderheid tot gevolg.
Jaloezie sturen in bedieningsmodus D
Deze bedieningsmodus maakt het aansturen van
een jaloezieactor mogelijk via een jaloezieschakelaar
(afbeelding 6) of jaloezie-besturingselement (afbeel-
ding 7).
oAangesloten schakelaar bedienen.
De radiografische zender zendt bij het sluiten
van de schakelaar telegrammen voor het om-
hoog resp. omlaag bewegen van de jaloezie. Bij
het openen stopt de jaloezie.
Informatie voor elektromonteurs
Montage en elektrische aansluiting
GEVAAR!
Elektrische schok bij aanraken van on-
derdelen die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
Voorafgaand aan werkzaamheden aan
het apparaat alle bijbehorende installa-
tieautomaten vrijschakelen. Spanning-
voerende delen in de omgeving afdek-
ken!
Apparaten monteren en aansluiten
Afbeelding 3
Afbeelding 4: Aansluitschema drukknop,
bedieningsmodus A, B, C
Afbeelding 5: Aansluitschema schakelaar,
bedieningsmodus B
Afbeelding 6: Aansluitschema jaloezieschakelaar,
bedieningsmodus D
Afbeelding 7: Aansluitschema jaloezie-element,
bedieningsmodus D
iBij montage buiten de apparatuurdoos letten op
voldoende aanrakingsveiligheid, bijv. door in-
bouw in een opbouwverdelerdoos.
iDe radiografische zender mag niet parallel aan
een jaloeziemotor worden aangesloten.
Afstand tot metalen delen van groot oppervlak hou-
den, bijv. metalen deurframes.
oRadiografische zender conform aansluitschema
(afbeelding 4), (afbeelding 5), (afbeelding 6) of
(afbeelding 7) aansluiten. De aansluitkabels
moeten als volgt worden geïnstalleerd:
E1 (GY) Ingang 1 (grijs)
E2 (BN) Ingang 2 (bruin)
N (BU) N-leider (blauw)
L (BK) Fase (zwart)
oWanneer meerdere installatieautomaten gevaar-
lijke spanningen aan het apparaat of de last le-
veren, de installatieautomaten koppelen of met
een waarschuwing zodanig beletteren, dat vrij-
schakelen is gewaarborgd.
oBedieningsmodus instellen (zie hoofstuk inbe-
drijfname). De ingestelde bedieningsmodus kan
te allen tijde worden veranderd.
oRadiografische zender in apparatuurdoos plaat-
sen.
oElement monteren en netspanning inschakelen.
iAntenne zo mogelijk vrij gestrekt installeren.
Lampklemmen gebruiken
Afbeelding 8: Striplengte
oAder 9-11 mm afstrippen (afbeelding 8).
Afbeelding 9: Aansluiting van de soepele ader
oKlem aan de zijde met de hoekige opening sa-
mendrukken en soepele ader aansluiten (afbeel-
ding 9).
Afbeelding 10: Aansluiting van de massieve ader
oMassieve aders tot aan de aanslag in een ronde
opening aan de installatiezijde steken (afbeel-
ding 10).
Inbedrijfname
GEVAAR!
Elektrische schok bij aanraken van on-
derdelen die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
Voordat werkzaamheden aan het appa-
raat worden uitgevoerd, moeten span-
ningvoerende delen in de omgeving
worden afgedekt!
Bedieningsmodus opvragen
De zender heeft 4 bedieningsmodi, die via een be-
dieningsmodusknop kunnen worden opgevraagd en
veranderd.
oBedieningsmodustoets (3) (afbeelding 1) kort in-
drukken.
De actueel ingestelde bedieningsmodus wordt
door knipperen van de LED (2) aangegeven (af-
beelding 11).
Afbeelding 11: LED-signalering van de bedrijfmodi
LED Bedienings-
modus / Func-
tie
Aansturing
1 x kort flitsen
per seconde
gedurende in
totaal 5 secon-
den
A:
2 kanaal dim-
men, en E1 E2
Knop
2 x kort flitsen
per seconde
gedurende in
totaal 5 secon-
den
B:
2 kanaal scha-
kelen, en E1 E2
Drukknop of
Schakelaar
3 x kort flitsen
per seconde
gedurende in
totaal 5 secon-
den
C:
1 kanaal dim-
men, /E1 E2
Jaloezie, /E1 E2
Knop
4 x kort flitsen
per seconde
gedurende in
totaal 5 secon-
den
D:
1 kanaal jaloe-
zie, /E1 E2
Jaloeziescha-
kelaar of jaloe-
zie-element
Bedieningsmodus instellen
oBedrijfsmodusknop (3) langer dan 1 seconde in-
drukken (afbeelding 1).
Radiografische zender gaat over in de volgende
bedieningsmodus.
iWeergave van de bedieningsmodus door de
LED (2) afwachten, voordat de bedieningsmo-
dusknop opnieuw wordt ingedrukt.
oOm verder tussen de bedieningsmodi A, B, C en
D om te schakelen, de bedieningsmodusknop
opnieuw langer dan 1 seconde indrukken.
Radiografische zender in ontvanger inleren in de
bedieningsmodi A, C of D
Om te zorgen dat een radiografische ontvanger een
radiografisch telegram van de zender begrijpt, moet
de ontvanger dit radiografische telegram "inleren".
Een kanaal van de radiografische zender kan in wil-
lekeurig vele ontvangers worden ingeleerd. De in-
leerprocedure heeft uitsluitend in de radiografische
ontvanger een toekenning tot gevolg.
Bij het inleren van een zender is de reikwijdte van de
ontvanger gereduceerd tot ca. 5 m. De afstand tus-
sen ontvanger en de in te leren zender moet daarom
tussen 0,5 m en 5 m liggen.
oRadiografische ontvanger in de programmeer-
modus schakelen (zie handleiding ontvanger).
oAangesloten drukknop resp. schakelaar langer
dan 1 seconde indrukken.
oProgrammeermodus van de ontvanger verlaten
(zie handleiding radiografische ontvanger).
Het radiografische zender is in de radiografische
ontvanger ingeleerd.
Radiografische zender in ontvanger inleren in de
bedieningsmodus B
iOmdat de schakeltelegrammen in bedienings-
modus B niet voor inleren geschikt zijn, moet de
bedieningsmodus tijdelijk worden gewijzigd.
iDeze bedieningsmodus is niet voor de aanstu-
ring van radiografische tastactoren geschikt.
oZender op bedieningsmodus A instellen.
oRadiografische ontvanger in de programmeer-
modus schakelen (zie handleiding ontvanger).
oAangesloten drukknop resp. schakelaar langer
dan 1 seconde indrukken.
oProgrammeermodus van de radiografische ont-
vanger verlaten (zie handleiding radiografische
ontvanger).
oRadiografische zender op bedieningsmodus B
instellen.
Het radiografische zender is in de radiografische
ontvanger ingeleerd.
Bijlage
Het symbool bevestigt de comformiteit van
het product met de geldende richtlijn.
Technische gegevens
Nominale spanning AC 230 V ~
Netfrequentie 50 / 60 Hz
Omgevingstemperatuur -20 ... +55 °C
Afmeting Ø×H 52×23 mm
Draagfrequentie 433,42 MHz (ASK)
Zendvermogen < 10 mW
Zenderbereik in vrije veld typ. 100 m
Hulp bij problemen
Radiografische ontvanger reageert niet of
slechts af en toe.
Oorzaak: radiografisch bereik is overschreden.
Bouwkundige hindernissen reduceren het bereik.
Inbouwsituatie controleren.
Installatie antenne controleren Dimmer schakelt
last uit en kan pas na enige tijd weer worden in-
geschakeld.
Toepassen van een radio-repeater.
Garantie
Wij behouden ons het recht voor om technische en
formele wijzigingen aan het product aan te brengen,
voor zover deze de technische vooruitgang dienen.
Onze garantie voldoet aan de desbetreffende wette-
lijke bepalingen.
Neem bij garantiekwesties contact op met het ver-
kooppunt of stuur het apparaat franco met beschrij-
ving van de opgetreden defecten naar de desbetref-
fende regionale vertegenwoordiging.